Een rondje Duitsland voor de verandering

Vakantie juli-augustus 2024

De tijd snelt en voor we er erg in hebben is het opnieuw tijd om er op uit te gaan met onze camper. Niet heel lang want 16 augustus vlieg ik naar Bilbao in noord Spanje. Daar wil ik de laatste 800 km lopen van de Camino del Norte. Vorig jaar moest ik in Guernika na slechts 5 dagen lopen stoppen omdat ik daar bij een val mijn pols brak.

Het is nu 10 july en Dick haalt momenteel de camper bij onze dealer Raema in Nederweert. We hadden de Frankia ernaartoe gebracht om een oude, al drie jaar bestaande schade aan de achterzijde, te laten maken. Ook moet er naar onze stelpoten gekeken worden en blijkt het elektronische bedieningspaneel de geest te hebben gegeven zodat dat tegelijkertijd vervangen kan worden.
Terwijl Dick onderweg is met trein en bus zet ik achter ons huis een stuk parking af zodat hij daar de camper kan neerzetten. We vertrekken pas morgenochtend zodat we vanmiddag op ons gemakje alles kunnen inladen. Voor onze buren komt dat ook goed uit want die keren donderdag 11 juli terug van een vakantie in Noorwegen en die kunnen dan hun camper uitladen op dit afgezette plekje.

Nieuw en oud

Net voor vertrek krijgen we van Antilope, de sportzaak uit Alblasserdam, bericht dat mijn nieuwe wandelschoenen gearriveerd zijn dus de weg naar Varsseveld voert over Alblasserdam. Als ik mijn nieuwe Meindl bergschoenen aantrek zitten ze goed. We hadden ook niet anders verwacht want deze schoen is identiek aan twee eerdere exemplaren die afgesleten zijn en inmiddels van nieuwe zolen voorzien. Ik geef er echter de voorkeur aan om met deze nieuwe schoenen de camino te lopen en kan ze nu de komende vacantie inlopen wat wel erg fijn is.

Na nog even een kop koffie in de winkel vertrekken we en al snel rijden we op de A12 richting oosten. We rijden in de goede richting want aan de overzijde staat file. Mogelijk veroorzaakt door het terugkerende verkeer vanuit Berlijn waar gisteren de finale van het Europees kampioenschap voetbal werd gespeeld. In Varsseveld staat niemand dus zetten we onze camper op ons vaste plekje.
Als ik nog wat inkopen doe ontdek ik een reclame van cola in blik. Wel fijn want met de huidige zomerse temperaturen, het is inmiddels 26 graden, drinken we meer en in de camper zijn blikjes fijner dan flessen.

Lekker eten bij Enzovoort

We kijken nog even naar de Tour de France en lopen eind van de middag naar ons favoriete restaurant Enzovoort waar we hartelijk ontvangen worden. Zoals altijd krijgen we een voortreffelijke maaltijd voorgeschoteld. Ik vraag wat extra frites wat naderhand niet echt verstandig blijkt want nu eten we te veel (eigenlijk ik, want Dick weet beter maat te houden).

Omdat het nog steeds warm is en mijn maag te vol is wandel ik nog even naar twee geocaches die aan de rand van Varsseveld verborgen zijn. De wandeling blijkt tevergeefs want de geocaches vind ik niet. Wel zorgt deze wandeling ervoor dat mijn volle gevoel wat verdwijnt. Het blijft warm en zelfs om 10 uur ‘s avonds is het nog 22 graden dus zetten we in de camper alles tegen elkaar open alvorens ons bed in te duiken.

Nadat we 12 juli heerlijk gedoucht en ontbeten hebben vertrekken we. In Aalten, aan de grens met Duitsland, tanken we nog even vol. Ook al staat dit benzinestation aan de Nederlandse zijde van de grens de prijs van een liter diesel is goedkoper dan verder weg in Duitsland. Over de autobahn rijden we oostelijker en in Paderborn zetten we onze camper op de parking. Er is nog veel plek. Hebben we vanochtend nog te maken gehad met felle buien en donkere luchten, inmiddels is de zon doorgebroken en zien we blauwe lucht. De temperatuur is gestegen naar 25 graden.

Na een kop koffie wandelen we naar het centrum. Het is mooi weer en er zijn veel mensen aan den wandel. Op het plein voor het Rathaus is een “webcam geocache”. Je mag deze loggen als je een foto van jezelf maakt wanneer je op de webcam te zien bent. We moeten redelijk lang wachten voor we onszelf op de webcam kunnen ontdekken. In tegenstelling tot in Nederland waar privacy een groot goed is zijn er in verschillende Duitse steden dergelijke webcams. Gelukkig is de plek niet vervelend want we staan voor het prachtige oude raadhuis.
Nadat uiteindelijk de foto gemaakt is via de webcam wandelen we verder door deze stad met oude en monumentale gebouwen en natuurlijk brengen we ook een bezoek aan de imposante Dom. We komen er binnen via vele smalle gangetjes, een prachtige binnentuin, lopen door een kelder en via kapelletjes. We hebben duidelijk niet de hoofdingang. Na rondgelopen te hebben in de Dom wandelen we naar een van de bronnen van de Pader.

In totaal ontspringen zelfs 200 bronnen in Paderborn die samen het riviertje de Pader vormen, de kortste rivier in Duitsland en slechts 4 km lang. Omdat we telkens weer nieuwe verrassende hoekjes in deze stad ontdekken blijven we er ronddwalen. Wel is het vermoeiend en Dick heeft behoorlijk wat last van de ongelijke stenen op de hobbelige straatjes. Alhoewel zijn beide knieën vervangen zijn en naar behoren functioneren heeft hij inmiddels veel pijn aan zijn linker enkel. Toch wandelen we uiteindelijk 6 km rond. Dan is het genoeg geweest. Ook de blauwe lucht en zon zijn verdwenen en heeft plaats gemaakt voor een grauw wolkendek. Regelmatig zijn er ook sterke windstoten. Ik haal nog wat eten bij een supermarket in de buurt want we koken zelf. Het is wel een eenvoudige maaltijd van stukjes kip, komkommer, tomaat en brood. Maar het smaakt en het is genoeg. De camperplek is inmiddels helemaal volgelopen en het is goed dat we begin van de middag al arriveerden.

Duderstadt

Zaterdag 13 juli worden we pas om half negen wakker. Na een ontbijt en het dumpen van ons grey en black water vertrekken we. Het is bewolkt en de lucht is grijs maar terwijl we onze weg zoeken over binnenwegen verdwijnen de wolken en verschijnt steeds meer blauwe lucht. Nadat we eindeloze heuvels voorbijrijden die bedekt zijn met windmolens arriveren we in Duderstadt. Naast een feestterrein waar zich ook een kermis bevindt kunnen we onze camper parkeren. Dankzij het feit dat alles nog gesloten is lukt dat want enkele uren later als de kermisattracties geopend zijn hoef je er niet meer aan te denken om hier nog een plekje te bemachtigen. Alles staat dan vol met gewone auto’s. Na een kop koffie wandelen we het stadje in. Deze middeleeuwse stad in de Harz is prachtig en overal staan kleurige vakwerkhuizen. In de 19e eeuw bleef Duderstadt tamelijk geïsoleerd van de rest van Duitsland, zeker in de naoorlogse tijd doordat het op de grens van west en oost Duitsland lag en dus ook afgesneden was van een spoorlijn. Dankzij enkele geocaches vernemen we meer van de geschiedenis. Zo is het dak van een van de torens gedraaid, de legende wil dat het niet lukte om de toren een goed dak te geven. Daarop bood de duivel aan een dak te maken. Toen de gierige burgemeester uiteindelijk niet de gevraagde som geld op tafel legde sprong de duivel van de toren af waardoor het dak verdraaide. Het is inderdaad een bijzonder dak om te zien.
De oude basiliek is ook open en natuurlijk nemen we daar een kijkje. Bijzonder zijn de manshoge beelden van de apostelen. Natuurlijk maken we foto’s en in het bijzonder van apostel Jacobus die mij straks weer op mijn pelgrimstocht zal begeleiden. Op tijd zijn we weer terug bij het prachtige raadhuis.

Anreiske, de waarzegger van Duderstadt

In de west toren woont achter een blauw geel torenluik de “Anreiske” de waarzegger van Duderstadt. Tijdens het klokkenspel op bepaalde uren opent dit luik en begroet deze waarzegger de burgers en gasten van de stad. Gelukkig kunnen we dit phenomeen ook bekijken. Als we weer terug zijn wandelen we natuurlijk nog rond op de kermis. Het is er inmiddels druk. Beiden zijn we niet zo gek op snel ronddraaiende kermisdingen dus aan ons hebben de exploitanten niet zoveel. We houden het erbij om rond te kijken.

‘s Avonds eten we heerlijk in het restaurant naast de parking. Het is er druk met kermisgangers en leden van de plaatselijke schuttersvereniging maar het eten is lekker en het bier smaakt goed. De temperatuur is inmiddels opgelopen naar 24 graden en buiten blijft het lang druk en onrustig. Niet alleen door de luide muziek van de kermisattracties waar we naast staan maar ook door de vele soms ietwat aangeschoten bezoekers die met veel lawaai tot diep in de nacht voorbijkomen. Toch vallen we desondanks in slaap.

De volgende ochtend, 14 juli, de nationale feestdag van France, ben ik om 6 uur klaarwakker. Dick slaapt nog dus zachtjes sluip ik de camper uit, buiten liggen overal lege blikjes en bierflessen. Ook tref ik rondom de camper en langs het pad naar het centrum lege glazen die duidelijk door teruglopende feestgangers zijn achtergelaten. Ik pak een tas en verzamel de lege blikjes en flesjes (er zit statiegeld op) en ook de glazen die nog heel zijn stop ik erbij. Voorlopig kan ik weer wat glaswerk kapot stoten want we hebben een nieuwe voorraad.

Grenzlandmuseum Eichsfeld

Als ik klaar ben is het inmiddels een uur later en staat Dick al onder de douche. Ik heb met al dat glasgerinkel hem uit zijn slaap doen ontwaken. Nadat ik ook gedoucht heb en we lekker hebben ontbeten vertrekken we. Voor we echt verder rijden nemen we eerst een kijkje bij de voormalige grens tussen West- en Oost Duitsland.

De oude grens tussen Oost en West

 

Het Grenzlandmuseum Eichsfeld is nog niet open maar we zien wel de voormalige grens door het landschap lopen. Naarmate we oostelijker komen des te rustiger wordt het op de weg.

De parking in het centrum van Weimar is stil en we kiezen een mooi plekje uit om te parkeren. Nadat Dick met Cor heeft gebeld en beiden wetenswaardigheden hebben uitgewisseld wandelen we de stad in. Net als op de camperplek is het stil in het centrum. Mogelijk heeft dit met het weer te maken, het is meer weer om aan het water te vertoeven dan in een stadscentrum rond te dwalen, de zon straalt aan de blauwe hemel en het is 25 graden.

Een lekker ijsje in Weimar

 

Ook al hebben we deze stad vaker bezocht, het blijft leuk om er rond te dwalen. Natuurlijk maken we foto’s bij het standbeeld van Goethe en Schiller en uiteraard genieten we ook van een lekker ijsje.

Ook nemen we een kijkje bij de rivier de Ilm en bewonderen de monumentale gebouwen die Weimar rijk is. Uiteindelijk zoeken we ook nog wat geocaches en komen dan weer terug bij de camper.

Er zijn inmiddels meer campers gearriveerd maar er is nog voldoende plek. Naast de parking bevindt zich een eettentje (imbiss) waar ik ’s avonds eten haal. De schnitzels smaken goed en ik hoef niet te koken. Om 9 uur ’s avonds horen we opeens het Duitse volkslied over de parkeerplaats schallen. Op een veld naast ons blijkt een hele menigte zich verzameld te hebben om naar de finale van het voetbal te kijken. Dick blijft binnen TV kijken maar ik neem buiten een kijkje. Ik verbaas me over de hoeveelheid mensen die bij elkaar zit en naar de schermen kijkt en maak wat foto’s. Terwijl Dick in de camper de finale volgt duik ik mijn bed in en val al snel in slaap.

Ondanks het feit dat ik niet al te laat naar bed ging worden we maandag 15 juli pas om half negen wakker. We ontbijten op ons gemakje en vertrekken pas om half 11. Ook omdat we nog enige tijd met andere camperaars kletsen.
In Dresden blijken we niet te kunnen staan want op de parking waar campers kunnen overnachten staat een kermis. Opnieuw voor de ingang van de kermis staan lijkt ons wat te veel dus rijden we door naar Pirna. Op de parking aan de rivier moet nu betaald worden maar niet duidelijk is hoeveel de kosten zijn dus rijden we verder naar de brouwerij aan de andere zijde van dit stadje waar we ook mogen overnachten. Natuurlijk wordt dan wel verwacht dat we in de brouwerij gaan eten maar dat is geen straf.
De temperatuur is inmiddels opgelopen naar 29 graden en de zon brandt dus als we eindelijk geparkeerd staan, het is inmiddels half 4, hebben we geen zin meer om er op uit te gaan . Gelukkig heeft Dick vorig jaar zonwering gemaakt voor onze ramen. Ze zijn zilverkleurig en zodra ze aan de buitenkant van de ramen bevestigd zijn merk je meteen een temperatuurverschil. De zon wordt erdoor weerkaatst en straalt niet meer op de ruiten. Om toch nog wat te doen te hebben verzamel ik al onze gevonden blikjes en flesjes en wandel naar een supermarket in de buurt. Gisterochtend was erg lucratief want ik blijkt 11 euro aan statiegeld gevonden te hebben. Niet gek voor een uurtje rapen.

Een lekker biertje

Om 7 uur wandelen we naar de brouwerij waar een tafeltje voor ons gereserveerd is op het terras. Het is erg druk maar gezellig en als we even later aan een heerlijk biertje zitten en een zeer smakelijke maaltijd wordt geserveerd hebben we het helemaal naar onze zin. Nog lang blijven we op het terras zitten en genieten van de zwoele avond.

Dinsdag 16 juli hoeven we niet erg ver te rijden want onze bestemming is Zittau, een plaatsje aan de grens met Polen en Czeck Republic.
Ik haal verse broodjes bij de supermarket en na een heerlijk ontbijt vertrekken we. De weg voert over smalle binnenwegen en onderweg zijn er veel weg opbrekingen dus we moeten veel omrijden. Op onze bestemming bekijken we eerst de gratis parking bij een rotonde gelegen maar dan rijden we toch door naar de omheinde, betaalde parking die 300 meter verderop ligt. Het is een ruime plek en er staan slechts weinig campers. We willen niet op het gras staan dus zoeken en plekje aan de rand waar we op het asfalt parkeren.

Op de fiets op pad.

Dan pakken we onze fietsen want we willen natuurlijk naar het Drielandenpunt. We fietsen langs voormalige Oost-Duitse flats. Het zijn betonblokken die iets minder grauw zijn dan net nadat de muur gevallen was maar enkelen zien er toch naargeestig uit en fietsen dan via een achterafweggetje Polen in. Er is een grens maar klaarblijkelijk niet voor fietsers. Natuurlijk zoeken we enkele caches in Polen en dan zien we de vlaggen wapperen die het Drielandenpunt markeren.

Drielandenpunt

Door een smal bruggetje over te steken komen we in Czech Rupublic en aan de overzijde van een iets bredere rivier ligt Duitsland. Maar om daar te komen moet je wel een stuk omrijden of de stromende rivier oversteken. Natuurlijk maken we de nodige foto’s en rijden dan verder Tsjechie in. 

Net als in Polen begrijpen we niets van teksten op de borden. Er is geen aanknopingspunt met de ons bekende talen. Dankzij een geocache arriveren we al snel bij een groot meer, Kristyna. Het is een voormalige mijn die volgelopen is. De oevers van dit meer staan vol met tenten en caravans en de meeste toeristen zijn Tsjechen. Na verder rondfietsen arriveren we in Hradek nad Nisou, een stadje waar een ijsje lonkt. Gelukkig kan ik met mijn Visacard betalen want we hebben geen Tsjechisch geld. Ik heb geen idee wat ik voor ons ijs moet betalen maar met de huidige temperatuur van tenminste 27 graden smaakt het lekker alhoewel het wel zoet is.

Maar we zijn dan ook de afgelopen dagen gewend aan het voortreffelijke Duitse ijs. Vlakbij het Drielandenpunt kunnen we de rivier weer oversteken en zijn we weer in Duitsland waar we onze tocht langs de rivier vervolgen. Eind van de middag zijn we weer terug en wandel ik nog even naar de grote supermarket aan de overkant van de weg om inkopen voor ons avondeten te kunnen doen. Omdat de blikjes cola ook hier in de reclame zijn loop ik met een karretje vol terug naar de parking. We eten heerlijke pasta en kijken naar TV, het blijft tot laat in de avond prachtig weer en we genieten van een schitterende zonsondergang.

Woensdag 17 juli worden we wakker door het luid toeterende stoomtreintje dat langs de camperplek rijdt. We hebben het plan om vandaag nog te blijven en te wassen maar tijdens het ontbijt ontdekt Dick dat de laverie in Zittau zeer slechte recensies heeft dus kijken we waar in de buurt ook wasgelegenheden zijn.

Wassalon in Bautzen

 

In Bautzen, 56 km verder, blijkt wel een goede laverie en er is ook een plek waar we met onze camper kunnen overnachten, dus, nadat we gedumpt hebben en water bijgevuld, vertrekken we. Er is gelukkig plek op de grote parking aan de rand van Bautzen en nadat de camper geparkeerd staat fietsen we naar de straat waar de laverie zich bevindt. Terwijl ik het wasproces begeleid rijdt Dick terug om de ramen te poetsen en de camper te stofzuigen. Het is niet overbodig en goed te zien als ik ook weer thuis ben. Nadat de bedden opnieuw zijn gedekt en alle schone was is opgeborgen gaan we per fiets het stadje verkennen.

Historisch Bautzen

Bautzen is een prachtig middeleeuws stadje met smalle straatjes en historische panden, de stad stamt uit het jaar 1002. Vanaf de brug hebben we een prachtig zicht op het middeleeuwse hart van de stad. Onder ons stroomt de Spree, we zien de stadmuur hoog oprijzen en overal zien we torens uitsteken. We zien er 8 maar in totaal heeft de stad 24 torens. Naast Duits zien we nog een taal op de bewegwijzering. Het blijkt een Slavische taal want dit Bautzen of Budysin, is ook de hoofdstad van de Slavisch sprekende Sorben, een minderheid. Tussen de 10.000 en 40.000 mensen spreken nog Sorbisch. Later ontdek ik dat in de DDR-tijd zich hier ook de beruchte Stasi gevangenis bevond. Graag wil ik daar eens een kijkje nemen dus komen we hier zeker terug.

Eind van de middag wandel ik nogmaals het stadje in om nog de Dom te bezoeken. Het is de oudste simultaankerk in Duitsland en wordt al sinds 1524 door zowel de Katholieken als de Protestanten gebruikt. Eind van de middag is het nog steeds 25 graden en lekker warm.
De parking is nu volgelopen met campers dus we zullen hier niet alleen overnachten. Na genoten te hebben van opnieuw een mooie zonsondergang duiken we ons bed in.

Camperplek in Gorlitz

Ook donderdag 18 juli hoeven we niet ver te rijden want onze bestemming Gorlitz ligt slechts 50 km verder. Het is goed dat we al om 10 uur arriveren want de camperplek is op het terrein van een particulier en er blijkt voor onze grotere camper slechts één plek beschikbaar om te parkeren. We moeten zo dicht op de muur staan dat we onze achterklep niet meer kunnen openen dus nadat we een koffie hebben gedronken, met de eigenaar hebben gesproken en betaald, wandelen we de stad in.

We lopen langs rijen monumentale huizen waartussen zich zo nu en dan een oud vervallen pand bevindt. Na enige caches gevonden te hebben langs het centrum van de stad arriveren we bij de rivier de Neisse die we natuurlijk oversteken want dan zijn we in Polen. Om ons heen zijn nu alleen nog sigarettenwinkels te zien.
Eén ervan heeft ook een uitgifteluik voor ijsjes. Het is inmiddels 25 graden dus daar hebben we wel zin in. We kunnen niet met creditcard betalen maar euro’s worden ook geaccepteerd en we krijgen zelfs korting als blijkt dat we niet het gepaste kleingeld hebben. Het ijsje is beter dan in Tsjechie en smaakt goed en met nieuwe kracht wandelen we verder langs de rivier aan de Poolse zijde.
Geocaches brengen ons verder het stadje in, we zien monumentale panden maar zoeken ook verkoeling tussen de bossen langs de rivier. Uiteindelijk arriveren we weer bij de rivier, stappen over de 15e lengte Meridiaan die de stad Gorlitz doorkruist en wandelen Duitsland weer in.

Een ijsje op het terras in Gorlitz

We hebben al redelijk wat gelopen maar nemen toch nog een kijkje in het mooie centrum van Gorlitz waar we de heerlijke eisbecher met vruchten op een terrasje in het centrum niet kunnen weerstaan.

Uiteindelijk zijn we eind van de middag na 12 km lopen weer terug bij de camper. Dick is kapot en verzet geen stap meer maar ik wandel nog even naar de overkant om inkopen te doen voor het avondeten. In de buurt hebben we geen restaurantjes gezien dus maken we zelf eten, kalkoensteak met aardappelsalade. Ons reisschema volgen we niet meer op de letter en we kijken nog even waar we morgen naar toe gaan alvorens rond half 11 ons bed in te duiken.

Vrijdag 19 juli is het al vroeg in de ochtend 20 graden en na nog wat schoonwater gevuld te hebben en ook ons black water te hebben gedumpt, rijden we weg. Het is nog geen 9 uur wat goed uitkomt want we moeten vandaag toch wel wat verder rijden. Gelukkig hebben we een groot deel van de weg autobahn en nog voor half 1 zijn we in Annaberg-Buchholz in het Ertsgebergte. In de 15e eeuw brachten grote zilvervondsten deze stad welvaart. Vlakbij het centrum is een grote stoffige vlakte waar we twee campers zien staan en we zetten onze camper ernaast.
De temperatuur is inmiddels gestegen naar 26 graden, echt weer om dit stadje te verkennen.

Annaberg-Buchholz

Wel pakken we vandaag de fietsen. Dat blijkt geen slechte keuze want al direct moeten we veel klimmen en dalen. In het centrum rijden we langs de 78 meter hoge toren van de St. Anna Kirche , gebouwd in 1499 en al 500 jaar door een familie bewoond. Boven in de toren blijkt een geocache te liggen en daar de toren open is voor bezichtiging offer ik mij op om de vele treden te beklimmen. Dick blijft liever beneden en wacht in de schaduw. Bovenin word ik verwelkomt door de torenbewoonster Marit, die samen met haar man al 25 jaar op 42 meter hoogte woont. En dat zonder lift. Het is geen wonder dat ze zo fit is. We praten gezellig en ik geniet van het uitzicht over de stad.

Bij het zoeken naar de geocache heb ik wel een hint nodig maar uiteindelijk heb ik de code gevonden en ontdek ik even later de geocache. Het is een grote kist waar ik wat travelbugs wil achterlaten (kleine voorwerpen die je van geocache naar geocache wilt laten reizen). Het betekent wel dat ik even weer naar beneden en dan weer naar boven moet lopen, ik heb ze namelijk niet bij me. Maar uiteindelijk kunnen Dick en ik onze fietstocht vervolgen.
Als we iets verderop langs een terras fietsen stoppen we om van een late lunch te genieten bestaande uit aardappelsalade en schnitzel maar uiteindelijk fietsen we naar beneden en weer naar boven om de uithoeken van dit leuke stadje te verkennen. Gelukkig staat begin van de avond de camper in de schaduw zodat het niet meer zo warm is binnen. We drinken een heerlijk glaasje wijn op een leuke dag.

Zaterdag 20 juli staan we om half 8 op. Na het ontbijt vertrekken we en over smalle binnenwegen zetten we onze tocht door dit oostelijk deel van Duitsland voort. Regelmatig kunnen we niet verder rijden en moeten we vaak lange omleidingen volgen om weer op onze oorspronkelijke route terecht te komen. Veel centra van dorpjes zijn afgesloten vanwege dorpsfeesten. Uiteindelijk rijden we de Chech republic in. Dat is niet de bedoeling want als we op autowegen komen moeten we tol betalen en we zijn niet aangemeld. Maar het kan hier niet anders, Tsjechië stulpt hier Duitsland in en omrijden betekent zeker 100 km meer rijden. Nu we hier toch zijn kunnen we net zo goed even tanken, de brandstof is beduidend goedkoper dan in Duitsland en we vernemen dat we deze weg gewoon kunnen vervolgen zonder tol. Dat stelt gerust.

Porselein stad Selb

Vlak voor onze bestemming Selb rijden we Duitsland weer in. De camper plaats is nog erg stil dus we zoeken een mooi plekje bij de ingang en Dick haalt de fietsen uit de garage. Selb staat bekend om zijn porcelein en als we geocaches zoeken vinden we deze in porceleinen vazen en potten. Erg toepasselijk.

Geocache in theepot

 

 

 

 

 

 

Na heerlijk rondgefietst te hebben arriveren we op het grote plein voor de kerk. Op een terras zitten mensen achter grote ijscoupes en het is onweerstaanbaar dus als er een tafeltje leeg komt gaan wij er zitten en genieten even later ook van zo’n ijs met vruchtenbeker.

Met een vol buikje fietsen we uiteindelijk weer terug. Dick gaat de caches loggen en ik wandel naar de supermarket. Die is als enige open, alle andere winkels zijn in Duitsland op zaterdagmiddag gesloten. Helaas. Wel ontdek ik ook een Turks eettentje waar ik ’s avonds eten haal. We smullen van de kebab. We krijgen wel erg veel vlees en hebben genoeg om er nogmaals van te eten.
Als we zondagochtend 21 juli om 8 uur opstaan brandt de zon al op de camper, de thermometer staat op 24 graden. We betalen 50 cent om schoon water bij te vullen en vertrekken dan. We rijden door een prachtig heuvelachtig landschap en komen door kleine dorpjes.
Als we de aanduiding Bayreuth zien veranderen we ons reisplan en buigen af naar deze stad. Het is een leuke stad om rond te lopen en er is een fantastisch Thais restaurant. Alhoewel er best wat campers op de parking staan is er nog voldoende plek. Wel in de volle zon want het merendeel van de campers staat tussen de bomen. Op die plekken passen wij niet, we zijn toch langer dan het merendeel van de campers. Nadat de camper op zijn pootjes staat pakken we de fietsen. De vorige keer dat we hier waren zijn we naar de Ermitage gereden (een schitterend paleis net buiten de stad) en nu is het tijd om de monumentale stad te verkennen.

Vrolijke Afrikaanse kleding

Het is erg druk want in het centrum is een Afrikaanse markt met muziek en kleurige stoffen en kleding.  

Nadat we van een plaatselijke inwoner horen dat tegenover de opera, een Unesco werelderfgoed, het beste ijs te krijgen is rijden we daar naartoe. Er is geen woord te veel gezegd en we genieten van het heerlijke ijs. Eind van de middag zijn we weer terug bij de camper waar het inmiddels erg druk is geworden. Er zijn niet veel plekjes meer om een camper te parkeren. Ik loop nog even naar het centrum toe waar ik een boekenstalletje heb ontdekt en daar ik nog een hele stapel Duitse boeken had wil ik die hier achterlaten. Eén boek neem ik mee terug, het weegt als dieplood en is heel groot maar het behelst alle werken van Da Vinci en is te mooi om te laten liggen
Als ik op de terugweg ben naar huis begint het te regenen. En niet zo zachtjes ook dus ik schuil even. Gelukkig wordt de regen wat minder na 5 minuten en kan ik redelijk droog thuiskomen.
‘s Avonds lopen we samen opnieuw naar de stad. Helaas kunnen we door de regen niet buiten op het terras van Hua Hin eten maar moeten we binnen zitten. Iets minder leuk zeker nu het weer droog is maar het eten smaakt ons desondanks voortreffelijk. Terwijl een prachtige rode zon in de straten van Bayreuth naar beneden zakt wandelen wij weer terug naar de camper waar we nog even TV kijken voor we ons bed induiken.

Maandag 22 juli is het ander weer. De blauwe lucht en zon zit verborgen achter een dik wolkendek en als we half 10 vertrekken begint het te regenen, soms hard en dan weer wat zachter. De temperatuur is goed want het is nog steeds zo’n 22 graden. Op de weg is het stil, het is duidelijk vakantietijd. Na anderhalf uur arriveren we in Neumarkt in der Oberpfalz waar op de volksfestplatz campers geparkeerd kunnen worden. Omdat er bijna niemand staat besluiten we na de koffie nog even terug te rijden naar Fritz Berger, een winkel voor kampeerders, waar ook mogelijkheid is om water te vullen en te dumpen. Wel fijn dat we dat nu even doen want en gisteren en vandaag waren die mogelijkheden er niet. Nadat onze grey- en black watertanks leeg zijn en de schoon watertank weer gevuld is, rijden we terug naar de parking bij de stad en wandelen we een rondje in de omgeving.

Hengel caches

In de bomen hangen geocaches die we eruit hengelen. Terwijl Dick daarna in de camper blijft, hij heeft toch regelmatig veel last van zijn enkel, wandel ik terug naar het stadje. Het centrum bestaat uit een lang gerekt plein omzoomd door prachtige gekleurde huizen en overal kleine winkeltjes die nu, na het weekend, wel open zijn. Het is er best druk en er lopen veel mensen rond. Eind van de middag ben ik weer terug bij de camper. We eten restjes dus ik hoef er niet meer op uit om eten te halen. We doen wat administratie, dat moet ook gebeuren, lezen en kijken TV.

Om 7 uur de volgende ochtend, dinsdag 23 juli, zijn we klaarwakker. De zon schijnt al in de camper. Als we na het ontbijt op weg zijn krijgen wolken de overhand en begint het te regenen, hard te regenen. Het is maar goed dat we de camper nog niet gewassen hebben. De regen spat hoog op tegen de zijkant. Vlakbij onze bestemming rijden we verkeerd door weg op brekingen maar nadat we een stuk teruggereden zijn kunnen we over een binnenweg alsnog de juiste route vinden en om half 12 staan we op een grote parkeerplaats naast de rivier in Neuhaus am Inn.

Zicht op Schärding in Oostenrijk

Het water in de Inn staat erg hoog, veroorzaakt door de vele regen die heel Europa in het voorjaar te verduren heeft gehad. We hebben een prachtig zicht op het Oostenrijkse Schärding aan de overkant van de rivier en na onze koffie pakken we de fietsen om dat stadje te gaan verkennen. Ongemerkt steken we halverwege de rivier de grens over en snel fietsen we door smalle schilderachtige straatjes met prachtig gekleurde huizen. Het is een klein historisch stadje wat in vroeger tijden op een belangrijke handelsroute lag. Over de rivier werd zout uit Hallein naar de stad vervoerd en daar verder verhandeld tegen specerijen, glas of wijn uit Italie. Door deze levendige handel bloeide het gilde wezen en de façades van de huizen aan de straten en pleinen gaan terug op de middeleeuwse gildekleuren die aangeven welk handwerk in welk pand was gevestigd.

Gekleurde gevels in Schärding

Blauw voor bakkers, rood voor slagerijen, bruin voor leerlooiers en ververs en geel en groen voor bier- en wijnhuizen.
In 2016 vierde Schärding 700 jaar stadsrechten en zijn al deze panden gerestaureerd. Natuurlijk zoeken we wat geocaches en rijden langs de rivier. Duidelijk zichtbaar is hoe het water van de Inn regelmatig grote delen van dit stadje heeft overstroomd. Helaas is het grootste deel van Schloss Scharding er niet meer. Het werd eind 12e eeuw gebouwd om het scheepsvaartverkeer op de Inn te controleren en tol te innen maar door een brand in 1724 verwoest. Nu zijn slechts enkele torens nog zichtbaar. Na een heerlijke fietstocht, enkele gevonden caches en een lekker ijsje op het mooie marktplein fietsen we terug naar de camper aan de overkant van de rivier.  

Eten bij Brauhaus sur Bum’s

‘s Avonds lopen we naar Brauhaus zur Bums’n. De naam dateert uit de tijd dat vaten bier met paard en wagen werd afgeleverd en via een schuin aflopende gang naar binnen rolden tot ze tegen de toog bonsden (Bums’n) en tot stilstand kwamen. Het eten is lekker en met een heerlijk glas bier zitten we hier goed. Het is een plek om zeker weer terug te keren.

Als we woensdag 24 juli om half 8 opstaan is alle zon verdwenen en zien we slechts donkergrijze wolken maar na wat regen verdwijnen deze weer en komt blauwe lucht en zon tevoorschijn.
Na een lange file bij München arriveren we in Dachau waar we achter de parking bij het station voldoende plek vinden om onze camper te parkeren. Omdat we vroeg zijn vertrokken is het pas half 12 en dus pakken we onze fietsen en rijden naar het voormalige concentratiekamp Dachau. Als we er aankomen is het bijzonder druk, bussen vol toeristen worden uitgeladen en er lopen veel groepen door het kamp. De zon schijnt in een staalblauwe lucht en het is warm en het is moeilijk je voor te stellen hoe het hier in de oorlogsjaren was. Na enige tijd rondlopen heb ik er genoeg van en wil weg.
Alhoewel dit kamp een goede indruk geeft van hetgeen zich hier in de oorlogsjaren heeft afgespeeld vinden we Buchenwald, een voormalig concentratiekamp nabij Weimar, toch indrukwekkender. Ook al bezochten we dat kamp verschillende malen, het was altijd in de winter met koude, sneeuw en mist en regelmatig liepen we er helemaal alleen rond. Beide kampen laten wel zien waartoe een mens in staat is en laten je nadenken over de wreedheid waartoe een mens in staat is, begrijpen kun je deze gebeurtenissen niet.

Om bij te komen van de getoonde verschrikkingen nemen we nog een kijkje bij de gebedsplaatsen die achter op het terrein zijn gebouwd, zeker de Joodse gedenkplaats is indrukwekkend. We kijken ook even bij het klooster wat naast Dachau gebouwd is.

Apostol Santiago in de etalage

Bij het winkeltje vinden we een prachtig beeldje van Jacobus. Ik heb door mijn protestantse opvoeding niet veel met heiligen maar deze Jacobus (of te wel Apostol Santiago) is mij op mijn pelgrimstochten wel dierbaar geworden dus Dick koopt dit mooie handgemaakte koperen beeldje. Het blijkt het laatste exemplaar.

We fietsen weer terug naar de camper en keren langzaam terug in het heden. Omdat ik moet wandelen loop ik nog even het stadje in. Het contrast met wat we eerder op de dag hebben ervaren kan niet groter zijn in de drukke winkelstraat. ’s Avonds halen we eten in het stadje, weer eens kebab maar het smaakt heerlijk.

Donderdag 25 juli zijn we weer om half 8 op en na ons laatste overlevingsbrood te hebben genuttigd vertrekken we naar Augsburg. Het is slechts 61 km rijden en we arriveren half 11 bij de parking naast de rivier aan de rand van Augsburg. Wel fijn want plekjes voor langere campers zijn er niet zoveel. We weten een prachtige plek te vinden naast de snelstromende rivier vanwaar het geluid van de stroomversnellingen goed hoorbaar is. Terwijl Dick de fietsen pakt zoek ik al ons wasgoed bij elkaar. Het is namelijk weer wasdag en Dick heeft niet ver van deze parking een wassalon gevonden. Bij aankomst blijkt er niemand te zijn en het is er schoon. Terwijl ik alle wasgoed in de machines laad fietst Dick terug naar de camper om daar te stofzuigen en de ramen te poetsen en ik zie hem weer verschijnen als het droogproces bijna ten einde is. Ik blijf me er altijd weer over verwonderen hoe Dick dat altijd zo goed weet te timen. Om half drie is alles opgeborgen,  zijn de bedden gedekt met schone lakens en kunnen we de stad verkennen.

St. Jacobskerk in Augsburg

Het stadplein is erg levendig ook omdat waterstralen uit de grond spuiten wat veel kinderen en hun ouders aantrekt. Een geocache brengt ons ook bij de Stadtbucherei, een enorme bibliotheek waar we na wat navragen het boek weten te vinden dat een geocache in zich verbergt. Voor het gebouw lonkt een terras en we eten er wat. Dan hoeven we vanavond alleen een boterham te eten. Na nog een laatste blik op de Jacobskerk aan de andere zijde van het centrum waar een beeldengroep pelgrims te zien is, fietsen we terug naar ons huis op  wielen. Er is geen zuchtje wind en de zon brandt, de temperatuur is opgelopen naar 30 graden en we doen niets meer.

Vrijdag 26 juli staan we om half 8 naast ons bed, het is pas 19 graden dus nog lekker koel. Voor vertrek dumpen we nog ons grey- en black water. Gisteren hebben we onze schoonwatertank al gevuld door met onze gieter heen en weer te lopen. Over rustige wegen rijden we naar Kempten waar we om half 11 aankomen. Er is slechts 1 plekje waar we onze camper kunnen parkeren maar nadat we geparkeerd staan rijden twee campers weg dus er is voldoende plek. We zitten nu in de bergen want de parking bevindt zich op 650 meter hoogte.

Centrum Kempten

Natuurlijk gaan we rondwandelen en nadat we omhoog geklommen zijn naar oude Romeinse ruïnes en genoten hebben van een prachtig zicht op het stadje, dalen we af naar het centrum waar we in het gezellige stadscentrum belanden. Het is er druk en alle terrasjes zijn bezet. Geen wonder want het is heerlijk weer, de zon staat in een staalblauwe hemel en het is 28 graden. Ook wij gaan lekker op een terrasje zitten om wat te drinken. Nadat we ook de oude basiliek St. Lorenz hebben bekeken, waar zich hoog in de kerkmuur nog een kanonskogel bevindt, wandelt Dick terug naar de camper terwijl ik nog wat in de winkeltjes rondkijk.

Kopen of niet ??

We zitten in de Allgauer Alpen en dus zijn er enkele sportzaken, mijn favoriete winkels. Bij de sales vind ik zowaar een mooie korte broek in de kleur turquoise. Ik pas hem en hij zit als gegoten. Toch twijfel ik of ik hem zal kopen, zal ik hem dragen? Maar na tweemaal naar buiten te zijn gegaan, met Dick te hebben getelefoneerd en Hannah te hebben geconsulteerd koop ik de broek toch. Leuk, die kan ik mooi meenemen op mijn Camino. Overweldigt door mijn aankoop loop ik terug naar de camper en verlaat die alleen nog om even wat sap te halen. Dat is weer bijna op. Geen wonder want het is al dagen warm. Ook nu komt de temperatuur niet onder de 28 graden. ‘s Avonds kijken we natuurlijk naar de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Parijs. Alles zie ik niet want door de vele buitenlucht val ik om 10.30 uur in slaap.

Zaterdag 27 juli staan we vroeg op, nog voor 7 uur. Ons plan is om naar Konstanz te rijden aan de Bodensee. Het is even zoeken naar een goede route want onze Hakuna stuurt ons over Zwitserland en daar willen we niet doorheen rijden. Met onze zware camper moeten we daar een tolkaart kopen en daar hebben we geen zin in. We zijn om 8 uur op weg en rijden nu echt door de bergen. We passeren de waterscheiding tussen Rhein en Donau en zien voor en opzij van ons mooi besneeuwde bergen opdoemen. Door wegopbrekingen hebben we met veel omwegen te maken. Als we rond half 12 weer eens op een omrijweg zitten komen we door het plaatsje Schluchsee.
Het ziet er erg gezellig uit en ligt zonovergoten aan het meer. We nemen een kijkje op de camperplek vlak aan het meer en als blijkt dat er een plekje is zetten we onze camper daar neer. Als ik wil betalen zie ik op de paal een betaalbewijs geplakt. Mogelijk van mensen die eerder vertrokken zijn. In ieder geval is het betaalbewijs nog een volle dag geldig dus kunnen we uiteindelijk ook nog gratis staan en hoeven geen 12 euro te betalen. Bedankt andere camper.

Fietsen rondom Schluchsee

Aan de overzijde van het meer ligt een geocache die ik graag wil hebben en dus pakken we onze fietsen en gaan op weg. Ik neem mijn zwemkleding mee want de cache ligt op een eilandje in het meer. Helaas als we er zijn blijkt de weg naar het meer versperd door plaatselijke visvereniging. Ze vertellen me dat de cache er niet meer is en dat het gebied beschermd is wegens broedende vogels. Ik mag er wel naar toe zwemmen maar er is niets. Dus besluit ik aan de kant te blijven, de eigenaar van de geocache zullen we wel berichten. Wij zetten onze fietstocht voort zoeken nog enkele geocaches en komen eind van de middag weer bij onze parking terug. Deze staat nu helemaal vol met campers en auto’s en je vindt er echt geen plaatsje meer. Als we in het dorp nog even de ingrediënten voor een spaghetti maaltijd kopen gaat het regenen. Het was dan ook wel heel warm vandaag. Gelukkig blijft het bij een korte, hevige regenbui en blijft het de rest van de avond droog. Wel hebben we last van onze Engelse buurman die net onder ons raam aan het barbecueën slaat. De stank is groot en het duurt tot laat in de avond voor we de etensgeuren uit onze camper hebben. Gelukkig komt dit niet vaak voor als we met onze camper op een parkeerplek staan.

Zondag 28 july 2024 is het zwaarbewolkt en koud want temperaturen van 15 graden zijn we al langere tijd ontwent. Ik ben al voor zevenen wakker en omdat Dick nog slaapt pak ik mijn spannende boek “der Schrei des Löwen“ en lees dat nog uit. Het zijn slechts nog enkele pagina’s maar gisteravond was ik te moe om die nog uit te lezen. Om half 8 staan we op, Dick is inmiddels ook wakker. Na het ontbijt en het dumpen van onze tanks vertrekken we. We rijden door de bergen van Zuid-Duitsland. Helaas hangen de wolken laag en is het somber. Maar het blijft droog. Om ons heen zijn veel skigebieden en overal zien we skiliften en pistes. Parallel aan de grens met Zwitserland rijden we naar Weil am Rhein.

Dit plaatsje ligt op een drielandenpunt met Frankrijk en Zwitserland en bij het Laguna zwembad  kunnen we onze camper parkeren. Het is pas kwart over tien en nog vroeg dus de drukte voor het zwembad moet nog komen. Als ik bij het zwembad voor ons plekje ga betalen staat er al een rij Fransen.

Grensrivier Duitsland-Zwitserland

We drinken een kop koffie en dan pakt Dick de fietsen en rijden we door een bosgebied naar de grensrivier die we oversteken, we zijn in Zwitserland. In die gebied zijn geen grenscontroles. Later blijkt dat er evenmin grenscontrole op de gewone weg is. Het is zondag en dan is deze grenspost gesloten en kun je zonder enige controle Zwitserland binnenrijden.

Het is helaas nog steeds zwaarbewolkt en we zien dreigende wolken hangen maar het blijft droog. In de binnenstad van Basel proberen we een plek op een terrasje te vinden om wat te drinken. Als blijkt dat een kopje koffie € 7.50 kost jammer ik en rijden we door. Verderop langs de rivier is een ijstentje, daar gaan we wel zitten. Wel stoppen we midden op de brug om even te kijken naar de vele mensen die zich door de sterke stroming in de rivier laten afzakken. Hoe ze aan de kant komen is van hier niet te zien maar als we later in Frankrijk in fietsen drijft er niemand meer rond. In Basel is het niet heel druk. Wel zitten alle terrasjes vol. Iedereen eet want het is lunchtijd.

Langs de Rijn in Frankrijk

Wij vervolgen het pad langs de Rhein en zonder kleerscheuren steken we eind van de middag opnieuw een grens over. We zijn in Frankrijk. Daar is het drukker langs de rivier omdat er overal ligstoelen staan waar mensen op luieren en van het uitzicht over de rivier genieten. Het ijs lonkt en dus fietsen we verder, steken opnieuw de Rhein over en zijn weer in Duitsland waar we op het drukke terras van een ijszaakje gaan zitten. Ik kan niet bij de toonbank wat bestellen, we moeten wachten, maar als na 15 minuten nog steeds niemand is gekomen vertrekken we toch maar en fietsen terug naar de camper. Wel even weer over Zwitserland. Dat gaat het beste wegens het enorme spoorcomplex wat we over, of beter onderdoor moeten. Maar uiteindelijk zijn we eind van de middag weer thuis. De zon is inmiddels lekker gaan schijnen en het is met 22 graden ook niet meer zo koud. Terwijl Dick de fietsen in de camper garage zet, wandel ik naar het restaurant naast de Laguna en reserveer voor vanavond. Ook al waait er een stevig windje toch kunnen we ’s avonds lekker op het terras zitten. Het eten is smakelijk maar niet heel bijzonder maar het is prettig dat we niet zelf hoeven te koken. ‘s Avonds kijken we nog naar de TV. Alle plekjes zijn inmiddels bezet op deze parkeerplek maar dat is wel logisch want het ligt aan de autobaan van Duitsland naar Zwitserland.  Om half 11 liggen we in bed.

Maandagochtend 29 juli staan we om half 8 op en na het ontbijt vertrekken we. Wel fijn dat we vroeg zijn want nu kunnen we wat makkelijker het parkeerterrein afrijden. De toegang naar deze parking is namelijk erg smal. We rijden al snel op de Duitse Autobahn en buigen pas bij Baden-Baden af. Overal staan dreigende borden dat vrachtwagens niet de bergpassen mogen oversteken.

Op weg naar Col de Bonhomme

Als wij echter de autobahn achter ons hebben liggen en door de Franse Vogezen rijden blijkt dat de Col du Bonhomme in ieder geval geen probleem is om te rijden. We klimmen gestaag omhoog en rijden door een prachtige omgeving. Vanaf pashoogte op 949 meter hoogte dalen we af tot we in Gerardmer arriveren.

Het is op de parking voor campers doodstil en we vinden een mooi plekje in de hoek. We staan weliswaar in de volle zon en de temperatuur stijgt nog steeds, maar de zijkant van de camper waar ook de koelkast zich bevindt blijft de gehele dag in de schaduw. We wandelen door het gezellige stadje en doen inkopen voor ons avondeten. We willen niet iedere avond uit eten gaan. Begin van de avond loopt het toch vol op de parking. Veel mensen hebben inmiddels hun luifel uitgezet en puffen buiten in de warmte. De temperatuur is opgelopen naar 31 graden. Toch valt het in onze camper mee.

Aanbrengen van zonwering

Dick heeft op de buitenzijde van de ramen de reflecterende zonnewering aangebracht en dat zorgt beslist voor verkoeling. Mogelijk zijn we inmiddels ook wat meer gewend aan de warmte. ‘s Avonds eten we steaks met gebakken aardappels en sla en het smaakt lekker. We lezen wat en kijken TV. Gelukkig koelt het laat in de avond wat af. Dinsdag 30 juli ontbijten we met enkele krentenbollen die we nog hadden en vertrekken om 9 uur. Het is al 20 graden. Afwisselend rijden we door Frankrijk en Duitsland. Niet echt handig want iedere grensovergang naar Duitsland heeft politiecontroles dus overal vormen zich files. Om half 1 arriveren we in Wissembourg een pittoresk stadje in het uiterste noordoosten van Frankrijk, het ligt pal aan de Duitse grens. Op één van de parkings aan de rand van de stad dumpen we. Helaas kunnen we geen water tanken. Daarvoor heb je een apart pasje van “Pas d’ étappe” nodig en dat hebben we niet. Maar we hebben nog 30% water dus het lukt nog even zonder.

De parkeerplaats is niet echt aanlokkelijk dus als onze vuilwatertanks leeg zijn rijden we door naar de parking bij het zwembad. Daar lukt het zowaar om een plekje te bemachtigen wat deels onder de bomen ligt. Wel fijn want de temperatuur loopt alsmaar op. Dit plekje is beschikbaar omdat het zwembad nog niet open is. Een uur later kun je vergeten hier te staan want dan staat het vol met auto’s. Wel hebben we drinkwater nodig dus ik fiets even naar de dichtstbijzijnde supermarket om flessen water te halen. Als ik terug ben wandelen we Wissembourg in. Het is inmiddels 32 graden maar het voelt als 36 graden. Regelmatig overnachten we in dit stadje maar het verveelt nooit om hier te komen.

Historisch Wissembourg

 

Het is een schilderachtig vesting plaatsje met historische panden en heeft charme.
Als je door de soms smalle straatjes wandelt word je regelmatig verrast door mooie oude panden en doorkijkjes. Zoals altijd brengen geocaches ons op prachtige plekjes. We genieten van het rondlopen.

Omdat ons restaurant eind van de middag nog niet open is drinken we een biertje op een terras en uiteindelijk gaan we om 6 uur naar het terras van restaurant La Rose.

Even een biertje

 

 

Hier heffen we al snel het glas en genieten van een lekkere maaltijd.  Na het eten wandelen we terug naar de camper. Het zwembad is inmiddels gesloten en op de plek van auto’s zijn enkele campers gaan staan. Het blijft erg warm en we liggen bijtijds in bed, alle ramen blijven wagenwijd open.

Woensdag is het alweer de laatste dag van de maand en na het ontbijt met overlevingsbrood vertrekken we, het is pas 9 uur maar in de felle zon is het al 28 graden Celsius. We steken de grens over bij een monument. In een kring staan pilaren ter herdenking aan de oprichting in 1952 van de eerste Europese gemeenschap. Frankrijk, Duitsland, Italië , België, Luxemburg en Nederland waren hierbij betrokken.
Dan rijden we door naar Pirmasens. Op de parking voor campers kunnen we water tanken en onze grey en blackwater tanks legen. Wel fijn want we staan zo nu en dan enkele dagen op plekken waar dat niet mogelijk is. Om half 11 rijden we verder en een uur later arriveren we in Saarlouis, we zijn weer in Duitsland. Er is volop plek en we parkeren onze camper. Helaas is de wereld grijs en grauw en regent het een beetje. Omdat we weer veel lege Duitse blikjes hebben gevonden wandel ik eerst naar een supermarkt om ze in te leveren en dan pakken we de fietsen om de stad te verkennen. Deze werd in 1680 gesticht door koning Lodewijk XIV en uitgebouwd tot een Bastion van het koninkrijk Frankrijk. De koning vond de stad zo mooi dat hij er persoonlijk zijn naam aangaf.

De verdedigingswerken zijn nog goed zichtbaar en worden ook gebruikt. Zo is ons favoriete Griekse restaurant Delphi in een van de vestingwerken (Bastion VI) gehuisvest. Het is inmiddels droog geworden en lekker om rond te fietsen.

Mini bibliotheek in boom

Natuurlijk wordt onze route bepaald door geocaches en we ontdekken mooie plekjes langs de rivier de Saar. In een uitgeholde boom is een  mini bibliotheek aangebracht waar ik natuurlijk even wil kijken of er nog iets bij staat wat ik wil lezen. Uiteindelijk zijn we om half 6 weer thuis. De camper staat inmiddels in de felle zon en het is heet binnen dus verplaatsen we de camper waardoor deze meer in de schaduw van de bomen staat. Het voelt al direct koeler. Dan wandelen we op ons gemakje naar de stad, steken de Saar over en lopen langs de verschillende bastions.

Eten bij de Griek

Helaas kunnen we bij onze Griek niet buiten op het terras eten, alle tafeltjes zijn er gereserveerd, maar binnen in het bastion krijgen we een tafeltje. Opnieuw eten we voortreffelijk en ook de wijn smaakt heerlijk. Het water bij deze Griek blijft wel duur want we betalen € 7.50 euro voor een fles. In de warme zomeravond wandelen we weer op ons gemakje terug naar de camper waar we nog even TV kijken voor we ons bed induiken.

Donderdag 1 augustus regent het en we horen het ook regelmatig donderen. We hoeven maar 56 km te rijden maar doen dat in stromende regen. Gelukkig is het droog als we in Mettlach arriveren. Weer zijn we in een porceleinstad ditmaal vanwege de aanwezigheid van Villeroy en Boch die zich in de oude abdij hebben gevestigd. Je ziet dus overal in dit stadje winkels met porcelein. Er staan al enkele campers op de parking bij de Abtei Brau en we parkeren onze camper er naast. Terwijl Dick allerlei klusjes doet rond de camper wandel ik naar de toerist information om onze parking te betalen en dan loop ik naar de outletshop van WMF.

WMF koffie machine

De laatste keer hebben we hier een koffieapparaat gekocht waar we heel erg blij mee zijn maar de melkkan is helaas kapotgegaan omdat we het ijzerstaafje te hard tegen de bodem drukten waardoor een gat ontstond. Omdat het glasbreuk is kan men geen coulance betonen. Dus koop ik tegen de volle prijs een nieuwe melkkan. Nu ja, het is een outletshop en we hebben nu gezien dat het hier toch echt goedkoper is dan een gewone WMF shop dus we hebben de kan toch wat goedkoper. Als ik naar buiten loop stortregent het en ik wacht even onder de overkapping. Gelukkig stopt de regen snel en kan ik verder lopen.

Pad door het afgesloten park

Het pad door het park van de voormalige Abdij is afgesloten, de paden zijn nog steeds aangetast door het hoge water en aardverschuivingen van mei maar toch neem ik dit pad naar de winkels verderop. Ik heb geen idee hoe ik er anders kan komen. Het gaat goed, direct na de overstromingen zag het er veel slechter uit dus waarom het pad nog steeds is afgesloten is niet duidelijk.

Ik dwaal door de verschillende winkels en kijk rond en koop nog wat drinken en dan loop ik weer terug naar de camper. We lezen wat en kijken naar de spelen. Geen van beiden hebben we zin om er nog op uit te gaan. De regenwolken zijn inmiddels verdreven, er is blauwe lucht en de zon schijnt weer. Dus als we om half zeven naar de Abtei Brau lopen zoeken we een tafeltje op het terras. Er zit ook niemand binnen.

Diner bij de Abtei Brau in Mettlach

De Abtei Brau in Mettlach is bijna onze vaste stamkroeg en ook nu weer eten we er heerlijk en ook het grote glas bier smaakt erg goed met de huidige temperatuur van 22 graden. Wel kijken we onze ogen uit naar de gasten om ons heen. Die eten van het “all you can eat” buffet bestaande uit kippenvleugels. Niet iets voor ons maar de eters doen zich echt tegoed en verbijsterd kijken we naar iemand die, terwijl wij hier zitten, zich zeker 7 keer bediend bij het buffet en dan zijn het borden met een kop erop. Na afloop van ons, ook copieuze, maal lopen we weer terug (slechts 60 meter) en kijken nog even naar de spelen.

Vrijdag 2 augustus staan we al voor zevenen onder de douche. De Netto supermarkt naast de parking gaat om 7 uur open dus ik kan lekker verse broodjes halen en na het ontbijt vertrekken we. We zijn vroeg omdat we een plekje willen hebben in Redange in Luxembourg en dat is gewild bij campers. Nadat we volgetankt hebben in Remich, de diesel is nog steeds goedkoper in Luxembourg, rijden we over binnenwegen door het heuvelachtige landschap van Luxembourg. Om 10.15 uur zijn we al in Redange. Helaas zijn alle plekjes al of nog steeds, bezet. Normaal is er dan een mogelijkheid om ernaast te parkeren maar nu is alles opgebroken dus we kunnen nergens staan. We overleggen even, kijken op de kaart en zetten dan Arlon in op onze GPS. Deze Belgische plaats ligt 18 km verderop en om 10.40 uur arriveren we daar. Nu hebben we wel geluk want van de 5 plekken zijn er slechts 4 bezet dus wij kunnen onze camper hier parkeren. Het is maar goed dat we vanochtend zo vroeg op stap zijn gegaan. We drinken een kop koffie, dat hebben we wel verdiend en pakken dan de fietsen om een stukje rond te rijden. Er is een leuke geocache-route in het bos vlakbij.

Geocache route Arlon

Als we eenmaal bij de bosrand in het heuvellandschap arriveren blijkt de vele regen van de afgelopen weken ons parten te spelen. Het bospad is erg smal en steil en Dick trapt zich omhoog zonder dat hij vooruitkomt. Zijn wielen spinnen in de modder. Dus moeten we onverrichterzake terug. Deze bergachtige route moeten we bewaren voor droger tijden. Na 14 km zijn we weer terug bij de camper en dan wandel ik nog even naar het centrum van Arlon. Het is inmiddels 25 graden en het is warm en dat is te merken als ik in het centrum loop. Alles is uitgestorven, er zijn weinig mensen op straat en ook veel winkels zijn dicht. Snel heb ik het dus gezien en wandel weer terug naar onze parking achter de brandweerkazerne. We gaan niet te laat naar bed want morgen is het ook weer vroeg dag.

Geocache event van Speurzus in Enscherange

Zaterdag 3 augustus staan we om half zeven op en na een vlugge douche, een lekker ontbijt en het dumpen van ons black water vertrekken we. Het is stil op de weg maar we moeten 72 km rijden naar Enscherange, een plaatsje in Luxembourg. Daar is om half 10 een geocache event en dat willen we bijwonen. Een event is een bijeenkomst van geocachers die daar gezellig met elkaar kletsen en voor een challenge hebben we nog een evenement in het buitenland nodig. Het event wordt georganiseerd door een van de geocachers uit onze buurt die hier op vakantie is. Het is dus ook erg gezellig om ernaartoe te gaan. We zijn ondanks enkele omleidingen wegens afgesloten wegen, keurig op tijd en kletsen al snel gezellig met elkaar. Na een uurtje nemen we weer afscheid en rijden wij verder naar Prüm in Duitsland. Het landschap in dit deel van Luxembourg is schitterend en erg rotsachtig. Het heet niet voor niets het Zwitserland van Luxembourg.

Camperplek Prüm

In Prüm is gelukkig voldoende plek en we zetten onze camper op een plekje. Ook al zijn er nog veel wolken toch schijnt ook de zon en de thermometer staat op 22 graden. Vlakbij de parking zijn veel winkels. Helaas zijn alleen de supermarktketens open. Alle andere winkels zijn zoals overal in Duitsland gesloten. Het is immers zaterdagmiddag en dan is het rond 1 uur sluitingstijd. Maar er zijn voldoende supermarkets om nog wat laatste inkopen te doen en ik ben de rest van de middag zoet met rondlopen door het stadje. Ik zoek ook nog een geocache en vind het jammer dat ik al ingrediënten voor ons avondeten heb gekocht als ik even later op het grote plein van het stadje een Grieks restaurant ontdek. Daar eten zal tot een volgende keer moeten wachten want vanavond koken we zelf , gehaktballetjes met champignons, rijst en sla met zaziki. Door het braden van de balletjes spettert veel vet rond en na afloop moet ik stevig boenen om alles in de omgeving van ons gasstel weer vetvrij te krijgen. ‘s Avonds koelt het opeens af. Voor het eerst doen we de buitendeur al vroeg dicht. Wel is de temperatuur om te slapen nu aangenamer.

Zondag 4 augustus staan we om 8 uur op en na het ontbijt vertrekken we. Al snel rijden we over een druilerige autobaan. Het  is maar goed dat de camper toch al vuil is want het water spat opnieuw hoog op tegen de camper. Om half 1 stopt de regen eindelijk en krijgen we weer waar we de afgelopen dagen aan gewend zijn geraakt, zon en blauwe luchten alhoewel ook best nog veel wolken te zien zijn. Vanochtend is onze toiletcassette kapot gegaan. Het boven schuifje gaat niet meer dicht. We weten nog niet of het onherstelbaar is of niet maar voor alle zekerheid rijden we toch maar naar Obelink. Dan kunnen we kijken naar een ander exemplaar. Het is ongelooflijk druk bij Obelink, een camper-en caravan zaak in Winterswijk en met moeite kunnen we een laatste plekje bemachtigen. Het lijkt wel of iedere camper- en caravanbezitter hier rondloopt. Ook in de winkel moet je een weg banen door de mensen. De toiletcassettes blijken net zo duur als je ze bestelt dan wanneer je ze hier koopt dus besluiten we eerst te kijken wat er aan de hand is. Ook de isolatiematten tegen de zon laten we liggen want we zien niet direct de juiste maatvorm. En als we ook niet slagen met een hoodie voor Dick staan we een uur later weer buiten met lege handen, helaas. Het laatste stukje rijden we naar Varsseveld waar we om 3 uur onze camper parkeren bij de sporthal.

Afsluitend diner in Varsseveld

Terwijl Dick lekker naar de Olympic games gaat kijken wandel ik nog even het stadje in. Niet alleen om een plekje voor vanavond te reserveren bij ons favoriete restaurant Enzovoort maar ook om lege flesjes weg te brengen en koffie uit de reclame te kopen. Als ik weer thuis ben ga ik ook lekker sport kijken. Om half zeven wandelen we naar ons restaurant en genieten van weer een heerlijke maaltijd met een lekker glas wijn. Een goede afsluiting van een fijne vakantie trip door Duitsland. Omdat er een papier op onze parking hangt dat deze plek vanaf heden niet meer bezet mag worden wegens de voorbereidingen voor de volksfeesten zetten we ’s avonds onze camper op een andere plek op het plein.

Dat blijkt verstandig want als we maandagochtend 5 augustus om half acht naast ons bed staan zijn om ons heen al werklieden bezig met het opbouwen van feesttenten. Omdat het niet lukte om vanochtend vroeg nog hier mijn haar te laten knippen rijden we na het ontbijt weg en over rustige wegen (het is vakantie tijd in Nederland) komen we thuis. Het is pas half 11 dus we hebben alle tijd om rustig alles uit te laden en daarna te poetsen. Om 6 uur ’s avonds is de hele camper weer schoon, ook het dak is weer eens gepoetst en zowel Dick als ik voelen ons gesloopt.

Op weg naar de stalling

Mogelijk heeft dit ook te maken met de hoge temperaturen. De camper brandt in de volle zon, buiten is het 29 graden, binnen voelt het als 36 graden. Gelukkig blijft de camper vannacht naast het huis staan zodat ik na het eten nog onze bedden kan dekken en wat laatste spulletjes inladen. De rest zal Dick moeten doen als hij eind augustus weer met de camper op stap gaat.

Als Dick dinsdagochtend de camper terugbrengt naar de stalling begin ik alles te wassen. En nadat alles droog en gestreken is berg ik alles wat weer mee moet in tassen. Dick heeft heel wat te sjouwen.
We hebben 3666 km gereden, 220 km gefietst en slechts 90 km gelopen.
Wel hebben we het heerlijk gehad, genoten van de vele zon en blauwe luchten en het regelmatig ook warm gehad met temperaturen rond de 30 graden. Ook hebben we doordat we iedere dag weer verder trokken mooie plekjes ontdekt en uiteindelijk 9 landen bezocht.

 

Geplaatst in EUROPA | 1 reactie

Finally, we go out again

Finally, we go out again

January 3 till February 22 – 2024

It’s almost time to hit the road again with our RV.
Dick’s knee is much better and his physiotherapy ended so I am going to think about an itinerary. We still have some time because it is December 23, 2023 and our friend Hugo would like to see us working in the fireworks, so at this moment our departure day is set for January 3, 2024.

Our destination will be Spain. Not because it is so nice and warm there at this time of year, I have let go of that illusion, but because in 2024 I will walk another pilgrimage, the “Via de la Plata” and the “Camino Sanabres’” that runs from Seville to Santiago de Compostela and is 621 miles long.

Sevilla Alberque Triana

I will walk this Camino together with Netta, a women I met at the Dutch Society of St. James. We already booked the flight to Seville and also reserved a place to sleep in albergue Triana in Seville.
Now our itinerary will passes some places along this Camino. In this way Dick, but I also, will get an idea what this route has to offer. It’s quite a puzzle.
I completely forgotten how to make an itinerary.  In 2023 we only left home to travel twice a week with the RV. Finally I have an idea about the route to drive and just before we work at the fireworks our route is ready in such a way that I don’t have to do much about it anymore.

After greeting the new year it is soon January 3, 2024. Dick feels bad. While working with many people who were sniffling and coughing, he picked up too many bacteria. That’s why he doesn’t take the city bus to the storage but we drive there in our car. This is actually better because it is raining heavily.

Waiting for a new battery

Fortunately, there is not much traffic on the road on these first days of the new year, so we arrive at the storage at 9 am and have a chat with the employees. Unfortunately, our motorhome does not start, so after using an electronic starting aid we drive to our Fiat garage, two km away. After almost 5 years and a long standstill in the past year, the car battery has failed. The old battery may still last this holiday because we drive every day, but we prefer to be on the safe side. It will be much worse if we end up somewhere in a remote spot and cannot go any further. After waiting for an hour and a half we drive home with a new battery.

At home I load everything that needs to be taken into the RV, while Dick fills up with drinking water. Unfortunately, this does not work very well because this water leaves the watertank at the same speed through the bottom. No matter which buttons we turn, the water continues to flow away. Even a telephone call for help to our RV dealer offers no relief. Without water it is annoying to travel around, so when everything is loaded we decide to drive to Raema, our RV-dealer, and get help there.
Initially the plan is to drive there early tomorrow morning, but because it is dead quiet on the roads we may manage it today and yes, at 5 pm we drive onto the dealer premisses. Then it becomes apparent that during the annual camper service, buttons were opened that we did not even know, let alone that we ever used them. Half an hour later we can leave. We have a running engine and a full tank of drinking water.

It is dark now, but we only have to drive half an hour and then we arrive in Thorn. It’s 6 pm. It is pouring rain and water flows past the RV. So it is not surprising that no one else is parked here.

Ready to eat.

We stay close to the river Maas but assume that the dike will keep the water away. If a critical water level is reached (which is not unthinkable given the heavy rain that has fallen in recent months) we will undoubtedly be informed in time.

Thursday January 4 it is cloudy, but fortunately storm Henk, which has prevailed in recent days, has weakened. Following our itinerary makes no sense now because we are too far east and after consulting the map we leave. Our destination today will be Beauvais in France. A good choice because as soon as we cross the border, some blue sky appears and we bask in the sun’s rays. Normally we drive about  90 till 150 miles per day, but the chosen destination is a bit further away so we don’t arrive at the parking in Beauvais until 4.30 pm. We don’t feel like walking to the nice cathedral anymore, so when the RV is parked I walk to the large supermarket on the other side of the road. I love strolling around those big supermarkets. Dick on the other hand doesn’t like this so he stays in the RV. When I finally return it is already dark outside. Time to relax. When I try to open the bottle of wine with the lightweight corkscrew I just bought, it doesn’t work at all. The cork is pulverized. I can forget taking this opener with me on the Camino. But… we have another opener so we can raise our glass to a good journey.

The next day we don’t get up until 8 am. The sun is shining so it is wonderful to go out and buy a fresh baguette. We leave after breakfast. We soon notice that farmers are also protesting against agricultural policy here. The place name signs of every village and town we pass, have been turned upside down. A better protest than in our country where the farmers hang our national flag upside down. As we drive further south, the sky continues to close and becomes dark gray and soon we can admire beautiful rainbows. The vast farmlands around us are completely under water. Western Europe has been ravaged by rain for months.

Honfleur harbor

Upon arrival in Honfleur, the sky partly opens again and we are welcomed with some blue sky and sun. Unfortunately, after an hour and a half the sky closes again and it starts to rain. Fortunately, I put on a rain coat over my down jacket so when I climb the hills above Honfleur, I don’t immediately get soaked.
Dick stayed at home (read: RV-Frankia) because he did not want to attempt the steep climb over the bumpy cobblestones yet. However, I want to find the two geocaches that have been hidden here since our last visit. Fortunately, the rain stops quickly and I enjoy the view over Honfleur and the river Seine. I find the two caches quickly.
After I descend into the town and buy some groceries, I walk back to our Frankia and a little later I walk back again. “Our” kebab restaurant is open and we can’t resist getting food here. A good choice because the meal tastes delicious.

It rains on Saturday morning and because I don’t feel like walking into town, we eat custard and yoghurt and then we leave. Of course, after first dumping our gray and black water. We also fill up with clean water. The latter is particularly important because at this time of year the water is turned off at many parking for RV’s. Despite the fact that we drive 125 miles, we arrive already in Pontorson at 1 pm. After parking our camper behind the Carrefour supermarket, we walk to the “laverie” and soon the washing machine is running. Our bedding is not in the wash yet because we used it for only a few days, although, with all our sniffling and coughing, it would be better to wash that bedding too. Once everything is clean, dry and put away, I walk to the supermarket to get some baguette. Now we can eat that tonight with a cup of soup and the leftover meat. That’s nice because I am not really feeling well right now either I don’t want to cook extensively. Because it is freezing outside, we turn the heater on extra high. We won’t make it very late. Although Dick has improved a lot, he has not yet fully recovered.

We wake up on Sunday morning, January 7, when it gets light. At this time of year that means sleeping until half past eight. Unlike the previous days, there are no longer clouds to be seen. The sky is steel blue and the sun is shining brightly. Unfortunately, the thermometer gets stuck at 36 degrees fahrenheit.

Salt winning lakes Guerande

After a breakfast with fresh baguette we leave. Finally Dick managed to make me sick too and I cough and splutter like crazy. To those around me I am a walking bacteria bomb.
But the sun has a cathartic effect and as we get further south I improve considerably. At half past two we arrive in Guerande, the French region where seasalt is extracted.

Salt shop “Terre de Sel”

We stop at “Terre de Sel” to buy salt. Not regular salt but salt enriched with herbs. We buy three packs so, for the time being, Henk has enough for his pizza dough. Then we drive further between the water basins, in the full sun. We have to pay for the parking in Guerande and since we don’t like doing that, we decide to drive another 11 miles to Pornichet. There is a free parking near the horse race course. The parking is not really special and there are already many RV’s parked, but we still manage to find a spot. Because there are some caches around the racecourse and I also have to walk miles, I’m going to walk around a bit. Unfortunately, most horse races have already taken place. When I’m almost back home I see people walking to the stands. So there will probably be another horse race tonight. Since I am now thoroughly cold, I don’t want to wait for that and I return to our nice warm camper. Dick spoils me with a glass of red wine.

The cold remains. An icy wind is blowing on Monday, January 8.
We eat survival bread (long lasting bread) and then we leave. Unfortunately, the blue sky quickly disappears behind a thick cloud cover, so the view from the high bridge at St. Nazaire is somewhat gloomy. We stop in La Roche sur Yon to dump and then drive on quiet roads to Marans. Here we spend the night behind the supermarket and, more importantly, we clean our Frankia. And that is not superfluous with the heavy rain of the past few days. The outside is extremely dirty.
So soon Dick takes the high-pressure spray and I pick up a brush and together we tackle the outside of our Frankia. You see the dirt disappear and eventually we can drive a reasonably clean RV into its parking spot.

Parking in Marans

As soon as we have finished our well-deserved coffee, we put the insulation mat in front of the windshield. Not an unnecessary luxury because the temperature has now dropped to 36 degrees fahrenheit. Then I walk to the center of this town to buy cough syrup. In the meantime I am also looking for a geocache that I can just reach. On my way back it doesn’t work anymore. The water level in the river has now risen so much that the deck next to the quay is flooded and you really have to cross it to get the cache hidden in the quay wall. The high water level is not only here in France.
From Hannah and Henk, who cycle in the Netherlands, we receive pictures that clearly show how entire forest paths are flooded. Dick turned up the heating in the RV and the warmth is good for my numb body. The food in a Thai takeaway next to the parking doesn’t look very appealing, so we cook ourselves. The burger with lettuce and baguette tastes great.

After showering on Tuesday, we remove the insulation mat from the windshield. Again it was not an unnecessary luxury to have this in front of the window because last night it was only 33 degrees fahrenheit. Now we attached the isolationmat a few times, it works in no time and we leave. Soon we drive through the still barren vineyards of Bordeaux. At first the sky is gray, but soon the sun breaks through the clouds and blue sky can be seen everywhere.
We arrive early afternoon in Artigues pres Bordeaux and decide to continue driving. Not much later we drive through Les Landes, the vast plains south of Bordeaux.

Walking in Pissos

It is clearly the southernmost part of France and around us you can see many Spanish and Portuguese trucks, all returning to their homeland. We look for a new place to spend the night and after another stretch of narrow back roads, driving through endless forests, we arrive in Pissos.
It’s a small village where you can park behind the church. When we wander through town a little later, the only restaurant turns out to be closed, but luckily there is a small shop where we can buy food. So we don’t have to use our emergency food supply.

We light a candle in the church

 

 

After also lightning a candle in the church, to say thank you for life, we walk back to the Frankia.

Dick want to clean the windows and I want to look for a geocache, further on in the forest. Just before 5 pm I am back and we put the insulation mat on. Tonight it will not be warmer than 33 degrees Fahrenheit  and the exuberant sun this afternoon has now disappeared behind the trees.

 On Wednesday morning, January 10, I walk into church with my fresh baguette to lit our candle but it is already lit. Very sympathetic because yesterday it could only burn for a short time until the church doors closed.
After breakfast we leave this quiet place. Yesterday we drove a lot further south than planned so today we will drive shorter. The weather changed and it is foggy with little sun and every now and then some snowflakes. We drive for a long time on small tree-lined roads.
When we arrive in Irun, Spain we first look for a gas station. We are surprised by the low price of diesel. This is at least $ 1,35 a gallon below the price in France. Later this gas station turns out to be an exception because we only find such low prices every now and then. Given the low clouds and the drizzle, we are not considering driving over narrow mountain passes to park in a parking lot high in the mountains. Although I would love to spend the night in that spot, I discovered it while walking the Camino del Norte in May. Now we drive to San Sebastian where we look for the parking lot near the university.

Colourful fruits and vegetables

Although this is a paid parking lot, the location is more favorable than the parking lot at the arena on the mountain above town. After finding a spot among many other parked campers, we walk into San Sebastian. It is drizzling a bit, a cold wind is blowing and it is 37 degrees fahrenheit, but despite this people are sitting outside on the terraces in front of the bars that are everywhere. Wearing thick coats. That goes a bit too far for us, so we just look and continue walking. It’s surpising how many fruitshops we see. After 2 miles we call it a day and walk back.
Looking at my phone I see that the boulevard is not really far away, so I walk outside again. Now without Dick because he knows this boulevard and the sea from previous visits to San Sebastian.

Rough sea with big waves

 

 

Maybe he is right because when I arrive at the coast, the sky is grey and waves crash on the coast. Not really attractive. After founding my geocache (was also hidden here) I walk back.

“The Good Burger”

 

 

 

 

 

 

 

An hour later we go out again. We want to eat at the “The Good Burger”. Although we are alone, the food tastes good and the soft drinks with the menu can be replaced by a glass of wine so we can raise our glass of wine.

The next day it is still grey weather, it’s cold and drizzling.
We now have breakfast with Oroweat, multigrain bread that we have often bought in the USA, it tastes good. Then we dump, fill up with clean water and leave San Sebastian. Soon we are driving through the fog on a highway. Is this a toll road or not? Dick’s Hakuna wants to leave this road, my Hakuna wants to keep driving on it. And we both have set: “avoid toll roads”. Sometimes we see signs indicating that a toll must be paid, but this can also apply to trucks. We keep driving and climb higher into the mountains. At an altitude of 2132 ft the drizzle turns into snow. Now we understand the presence of so many snow plows everywhere along the road. They wait until they can take action. Before that happens, we have left this altitude and the highway and arrive in Vitoria Gasteiz.

RV-parking Vitoria-Gazteiz

One of our favorite places. Not only because of the parking, there is also a good supermarket and a “lavanderia”. However, today I will not wash our clothes. I feel miserable. Spent the whole night throwing up. Could the milk and custard, which were both expired, be the culprits after all? In any case, it wasn’t due to dinner because Dick has no problems, but Dick refuses to eat or drink anything that is out of date. Once we are parked, I go to bed and don’t show up again for the rest of the afternoon. Towards the evening I feel a bit better and together we walk to Eroski (the supermarket) to buy something easy to digest. It will be lettuce and baguette. Poor Dick, he will have to do with this meal.

We get up at half past eight on Friday January 12.
What I already thought turned out to be correct. I have a bladder infection. All symptoms point to it. Fortunately, I still have medication that I was given in case this happened to me during the Camino, so I can start with antibiotics. It brings immediately relief.We leave Vitoria at 10 am and arrive in Burgos 2.5 hours later. First we park at the large La Plata shopping center, but tomorrow morning there is a market so this parking lot must be cleared before six am. That’s why we park elsewhere and walk back to the shopping center. It is still cold, only 41 degrees fahrenheit, but the sky is steel blue and the sun is shining brightly. End of the afternoon we are back and enjoy the sun and strolling Spaniards. When the sun has set behind the surrounding apartment buildings, we apply the insulation mat and enjoy a home-cooked meal from burgers and bread.

To the “Lavanderia” in Zamora

We wake up on Saturday January 13th, the sun shines but it’s already half past eight. What a difference a little sunshine makes, it feels warmer. Unfortunately, we cannot enjoy the sun for long because when we are on our way to our next destination, the clouds take over and we are occasionally surprised with a rain shower. At 1 pm we arrive in Zamora. Here is plenty of choice for parking. Close by is a lavanderia, so after having a coffee, I collect all our clothes and bedding and we walk there with two laundry bags. Unfortunately, only one washing machine is available so I have to wait until the other machine is done but that is inherent to the washing process in the small lavanderias. Finally, thanks to the help of Dick who walks back and forth three times and folds everything, we are finished at half past four. Our bed is made and everything is neatly stored in the cupboards.

Castle in Zamora

Because it is still daylight we decide to explore town. After all, I will also pass this town during my pilgrimage. At the same time it offers the opportunity to try out my “Camino app”. We only see a small part of the old town, but it is enough to fall in love with it. At the supermarket we buy a pizza that ends up in the oven and offers us a nice meal. At night it rains for a long time, the temperature does not drop below 43 degrees fahrenheit.

Dumpstation Zamora

 

It is still raining on Sunday morning, January 14, so we really need our rain jacket when we dump and fill up with water. Fortunately, the rain stops when we leave Zamora and climb higher into the mountains. I soon see on my “Buen Camino app” that we cross the Via de la Plata. I manage to take some pictures of the paths that Netta and I will walk in April. Now Dick can see the landscape we will walk through. It is quite hilly. Dick is admirable because he keeps smiling despite the fact I keep pointing over and over again the paths where I will walk. At 1 pm we arrive in Ciudad Rodrigo, a beautiful old town not far from the Portuguese border. There is only one camper in the parking lot and again we have every choice to find a nice spot. While I make coffee, Dick helps the Spaniard of the other camper who is unable to get satellite reception. After Dick’s explanation that he really has to get away from the bare tree, he moves his camper and we get a happy face and thumbs up.

Narrow street in Ciudad Rodrigo

Because it is dry, we walk into the old fortified town. We have to climb a lot but all these old towns are built on top of the mountain and of course our parking lot is located all the way down. But we succeed and we arrive at the fortress around 2 pm. Unfortunately the church is just closing so we cannot visit it. Then it turns out that everything here is closed and therefore extinct. It is Sunday and only 55 degrees fahrenheit. After a long walk around the fortress wall and through the narrow medieval streets, we arrive at the Plaza Mayor where we have lunch in a restaurant. The menu is not bad but the fried eggs float in the oil and that bothers us for the rest of the afternoon. Back in our Frankia, our French propane tank appears to be empty. Considering the cold, this tank has lasted quite a long time.

When we get up on Monday, January 15, it is raining again. Not only the Netherlands has rain day in, day out, this region is also ravaged by it. But after the long hot summer, people are probably happy with it. Finally, the water reservoirs can be brought up to standard.
Once again we drive through dense fog and clouds. It is mountainous and the narrow countryside road climbs to an altitude of 3215 feet. Fortunately it clears up a bit when we drive past the large waterreservoirs. Thanks to my app I can discover the Camino paths I will walk. We are now driving in the Extremadura, climbing and descending constantly and only after endless descents we leave the mountains behind us and arrive in Merida.

There we quickly find the guarded parking lot in the center. We want to look around this old Roman town. Every street goes either steeply up or down. Dick’s knees take a beating. But there are nice streets and everywhere you see a history of the Romans.

Diana’s temple in Merida

The temple of Diana is impressive, the old Roman bridge is beautiful, but the old fortress wall of Al Razi brings you back in history. It is also noticeable that orange trees are scattered throughout the city, full of these delicious orange fruits. Of course my app picks up the Camino route again. Confusing is that the signs show the name “Camino Mozarabe de Santiago”. Finally, at the end of the afternoon, after a 4 miles walk, we return to the Frankia. There we chat with English neighbors who also have a Frankia camper. Just like us, they are very satisfied with it. For the first time it is pleasantly warm outside, the thermometer shows 64 degrees fahrenheit.

Tuesday January 16, it is already 57 degrees Fahrenheit even though there is a breeze. Unfortunately it is cloudy, but as we get further south the sky clears and the sun still breaks through. It is very hilly here so we climb and descend a lot.

Jambon Iberico – Monesterio

 

 

We turn off at the town of Monesterio. The town is famous for its Jamon Iberico and I would like to take a look at the Museo de Jamon. But no matter how we look, we don’t find this museum. There are buses everywhere, they probably block our view. So we drive on. I might take a look while I’m walking through here. After a final slope at 2200 feet altitude we start a steady descent to Seville. Dick, who always has a good sense of direction, drives flawlessly to the port area. I only recognize where we are when we take the exit to the parking of a car company. It’s busy, but luckily we find a spot. It is still dry when we make our way to the center, but then it starts to rain. At first it is drizzly, but soon serious rain falls. Luckily we put on a rain jacket.

Torre del Oro – Sevilla

We walk through picturesque streets towards the river and pass albergue Triana. When the door opens I can’t resist walking in and of course Dick has to enter too. We talk for a while and then continue. The airport busstop is across the river at the Torre del Oro. We just see it just leaving. It’s good to know that there is a bus stop here because when we arrive at the airport we can take this bus and walk to the albergue. Because the rain is pouring down now, we decide to walk back and after a 5.5 miles walk we arrive soaking wet.  Since we left it became increasingly difficult to open the side door from the outside, now it is no longer possible and we have to enter through the driver’s side door. Dick immediately turns on the heater and while drinking hot chocolate we warm and dry up. It has rained so hard that my rain jacket also shows wet spots on the inside. We slowly turn rosy and at half past nine we are already in bed.

When we get up on Wednesday, January 17, the rain stopped, the sun is shining and you can even see some blue sky. Still we’re leaving today. But first we want to dump. It is busy so we have to wait a while, but that doesn’t matter because it gives us the opportunity to talk to other people. There is a line of RV’s waiting to leave the site but also a line of trucks waiting to unload their cargo of passenger cars (which are parked here). The mystery of how the car company knows in this complete chaos whether all those departing RV’s have paid is solved when we see a van parked across the road at the end of the access road. He only clears the road after checking its papers.

Through the mountains to Ronda

The wind is blowing quite hard and there are still a lot of clouds, but it is 64 degrees Fahrenheit so we don’t complain. We drive straight through the mountains to Ronda. We leave civilization behind us and enjoy the high rocks that loom in the distance. Every now and then a bright rainbow shows that there is still rain in the sky. But through the heavy clouds the sun also shines. In Ronda it is very busy at the parking, but we manage to find a spot opposite the washing machines. Great, because now I can keep an eye on our washing process from the camper. The weather is nice and at least 66 degrees Fahrenheit, so in my T-shirt I walk back and forth between our Frankia and the washing machine.

Washing machine’s in Ronda

Because there is only 1 washing machine and 1 dryer and a Norwegian man spends a long time drying clothes, the process takes a lot of time. Finally, at 5 pm everything is clean and dry. In between Dick has vacuumed the Frankia. He does that much more carefully than I do, so I’d like to leave it to him. RV’s come and go all afternoon, but at 6 pm, the sign “completo” is brought out and the barrier no longer opens.
Threatening clouds have gained the upper hand and it start to rain. We have sauerkraut so we don’t have to go out to do any shopping.

After we get up on Thursday, January 18, I first cut Dick’s hair. This is urgently needed because he has now grown a lot of hair. Because we stay another day we have plenty of time. When Dick looks handsome again, we shower and during breakfast we overlook the bathroom opposite us. We are amazed of the large number of people who walk in, dressed in bathrobes. Strange because in a camper you have a bathroom and shower.

The famous gorge in Ronda

Once we have done the dishes (in the camper and not at the sink outside) we walk to the center of Ronda. The sun is shining and it is pleasant to be outside. The town of Ronda is divided by a deep gorge, which is beautiful to see. This time we arrive at a different place and walk along the gorge. Despite the drizzling rain we enjoy the deep and wild gorge. With all that walking around we have an appetite for coffee and at a bakery we also find a delicious pastry. We sit inside because the temperature does not exceed 54 degres Fahrenheit and we do not have the Spanish genes. After our 6.5 miles walk we are back and Dick says this distant is not enough for me. I have not yet reached the required number of walking miles, so I leave again. This time I walk to the Lidl. I saw this supermarket in the distance and want to take a closer look. It takes some effort to get there because I don’t take the normal road but walk over undeveloped terrain, which means I bump into a fence, but eventually I find the right way. The result is that we eat potato salad, lettuce and bratwurst in the evening and I end up walking 9 miles.

Friday, January 19, a strong wind is blowing and after dumping and filling up drinking water we leave. We drive through the beautiful mountain landscape of the Sierra de los Neves. Unfortunately it’s very cloudy and it is drizzling a bit. Then we arrive at the coast in Marbella. It’s a tourist town and as far as you can see, all the slopes are completely built up. There is not even a patch of green to be seen. Every now and then we see a glimpse of the sea, but the apartment buildings conceal everything.  But eventually we see the Rock of Gibraltar looming in front of us. Behind several RV’s, including one of American size, we drive to the access road of the parking lot in La Linea de Conception, the Spanish town on the border with Gibraltar.

The RV’s in front of us are apparently not known here. They hesitate and stop at an intersection, we pass them and manage to get a nice spot at the harbor. We have been here several times but we have never seen it this busy. Fortunately an additional parking area has been opened up. The oversized RV is not happy with us because it now has to park on the site behind us. By the way, I wonder if this colossus could have park at the harbor without blocking the entire road.

Walking on the runway Gibraltar airport

Fortunately, the black clouds clear in the afternoon so we can walk to Gibraltar in the sun.
The traffic situation in Gibraltar has changed drastically, car traffic is being diverted and no longer drives over the runway. Only pedestrians and cyclists still traverse Gibraltar’s runway. It is not that busy in Gibraltar and we wander through the center. Before walking back to Spain we sit down at a bakery and eat a croissant. In the distance we see the rain coming down but luckily we keep it dry during our 4 miles walk. Because we are not allowed to take milk or meat from Gibraltar to Spain, I still walk to the Mercadona at the end of the afternoon.
It is now 5 pm and pleasantly busy. How different the street scene in Spain looks at the end of the afternoon, after the siesta. Towards the evening it starts raining and the wind blows so hard that our roof hatches cannot remain in the ventilation position.

Africa in the background

When we get up January 20, the sun shines in a clear blue sky. There is little wind and it is already 54 degrees fahrenheit. What a beautiful weather. After breakfast we grab our bikes to ride around Gibraltar. We soon cross the border, waving our passports. Today we are cyclist 314 and 315 who arrive in Gibraltar. We cross through the busy traffic and drive up and down steep streets to the south side of town. The coast of Africa looks dark against the blue sky and we enjoy a high waterfall. Finally, after cycling through a long tunnel, we arrive at the southernmost tip of Gibraltar.

Waterfall on the rock of Gibraltar

What beautiful weather it is and how nice is it to look at another continent. On the way back we stop at a bay where a geocache is hidden. Unfortunately the water in this bay is too deep to walk through. I also don’t have water shoes or waders with me, so we’ll try to get this cache next time. Because of the nice weather there are several terraces in the shopping street and since the “fish and chips” are tempting, we lock our bicycles together and have lunch among the many Spaniards. They apparently also see Gibraltar as a weekend destination. Finally, at the end of the afternoon we cycle back to the border, wave our passports again, no one takes a second look at it, and arrive back at our Frankia. Dick puts the bikes back in the garage and together we enjoy a beautiful sunset at the harbor at the end of the afternoon. It was wonderful to cycle again.

The weather picture is significantly different on Sunday and some rain falls from the gray cloudy sky every now and then. We have to be patient to fill up with water and dump because we are 3 in line. Fortunately we are early because when it is finally our turn after 20 minutes, 8 other RV’s are waiting behind us. At 10 am our tanks are full/empty and we leave in the drizzle. To our surprise, the clouds soon disappear and when we arrive in Cadiz the sky is steel blue again and we park in the full sun in the parking lot in the port area. Soon afterwards we walk through Cadiz and admire the old buildings and narrow streets.

Square in front of the Cathedral in Cadiz

It’s busy everywhere. Benches are full of people and on terraces it is difficult to get a seat. It seems like all the residents of Cadiz are outside on the streets. On the square in front of the Cathedral we manage to get a table where we have a drink and eat a sandwich. There is little wind here and the sun shines brightly, so the temperature even reaches 68 degrees fahrenheit. Ultimately we walk further, look for some geocaches and at 4 pm, after an 5 miles walk, we are back.

Because of the nice weather I take a look at the pier that extends into the sea. It is busy here with hikers. Everyone is enjoying the beautiful weather on this Sunday afternoon. After the sun sets we admire the beautifully colored sky, we eat rice with chicken and watch TV. We won’t make it very late.

The sun also shines in a clear blue sky on Monday. How we have missed this weather in recent months, when it rained a lot. After we have paid for the parking, we leave. We soon drive past Seville. From a high bridge we have a beautiful view of our parking at the harbor and at half past one we arrive in Ayamonte. Here is a gas company located where we can fill up our tanks with propane. That’s good because at this point in the trip our propane tanks can use some filling. After all three tanks have been filled and we have paid, we go to the supermarket to do some shopping and then we drive to the parking lot in Ayamonte.

RV parking in Ayamonte

It is a bit difficult to get onto the site because one barrier has to close before the next barrier opens, but with some maneuvering we succeed and we can get a beautiful spot next to the river, in the full sun. It’s 71 degrees fahrenheit. After having a cup of coffee we walk through the small border town of Ayamonte.

It remains fairly flat along the river, but if we want to return to the end of the harbor we have to climb enormously. There is half a mountain between us and the river.

Boulevard Ayamonte

Poor Dick, climbing isn’t going so smoothly with his new knee. Finally we are back at half past five where we enjoy the boat traffic on the river. The ferry to Portugal on the other side runs quite often. After another beautiful sunset, the temperature drops quickly. We raise our glass to a wonderful holiday.

Unfortunately, it is a lot colder on Tuesday, January 23, despite the fact that the sun is shining brightly. A chilly breeze means that the temperature does not exceed 50 degrees fahrenheit. When I want to pay after breakfast, that turns out not to be possible. According to the computer, our RV is not present on the parking lot and without a license plate I cannot pay. No matter which button I press, nothing works, so at my wits’ end I try to reach the telephone number on the computer. I can’t get hold of anyone there either and again I press a few buttons. And then suddenly there is movement in the barriers and again after some maneuvering and pressing buttons, Dick manages to get past the barriers outside the camper site. Finally we leave the site and without paying. I won’t be standing here again anytime soon.

Portugal is on the other side of the river, so as soon as we cross the border we leave the highway. In the parking lot we can link my Visa card to our license plate in a machine. If we accidentally end up on a toll road, the toll will simply be deducted. Immediately afterwards we leave the toll road and drive north on narrow back roads past endless cork forests. The large number of storks is striking. Every 100 feet you can find a pole where a stork couple has built a nest.

It is not possible to park in the town of Evora. All places are occupied and there is no visible movement that could lead to departure. Unfortunately. We look at the other parking lot in this town, but the uneven sandy plain full of potholes is not really attractive, so we drive on.

Entrance gate in Estremoz

In the fortified town of Estremoz we manage to drive through the small entrance gate, but then we have to find our own way. Our Hakuna takes us to increasingly narrow streets, so we have to go backwards every time. Eventually we manage to get to the large town square in the center of town and we park the RV. The temperature has now risen to 63 degrees Fahrenheit and we enjoy our walk through this Portuguese town. Once again there are orange trees everywhere and I wonder if the fruits are edible. According to Dick not because otherwise the fruits would be removed from the trees. While we walk around we look for a restaurant, but they are either closed or the dishes are not to our taste, so tonight we prepare our own food.

Estremoz parking place

 

 

 

 

In the evening the many parked cars have left the square and we are almost alone. It is simply magical with the illuminated churches and on the mountain behind us the beautifully illuminated 13th century castle of Estremoz. From this castle, King Manuel ordered the explorer Vasco da Gama to discover India.
Despite the fact that we had an extra hour today (it is an hour earlier in Portugal) we did not have time to walk to this castle so we will definitely come back.

The next morning at 9 am we drive through Elvas where the sun is already shining on the beautifully restored aqueduct. At 9.30 am we cross the border with Spain and it is 10.30 am again. We drive north on a narrow, quiet road, again through forests of cork trees. What is striking is the amount of water along the road.

Steep streets in Caceres

We arrive in Caceres at 12 pm. It’s a good thing we’re so early because there are still a few spots available. After a cup of coffee we walk into this old town, I will also walk through on my camino. To get to the center we have to climb up through narrow steep streets. Often a flat stone is placed next to the lump stones so that we do not have to walk over these uneven stones. Finally we arrive at the Centro Historico where the terraces on Plaza Mayor are too tempting to ignore. So a little later we sit in the sun and have the “Menu del Dia”. It’s 70 degrees Fahrenheit, we can even sit in our T-shirts. The food tastes great and we enjoy it!

Full of energy, after this excellent lunch we climb further up to explore the other narrow streets. The geocaches hidden here take us through the most beautiful streets to the most beautiful buildings and of course, while wandering around, we regularly encounter the yellow Camino arrow. Finally, at the end of the afternoon we are back at the camper, the sun quickly disappears behind the mountains. It cools down immediately, but it is wonderful to listen to the birds tweeting everywhere. Because we had such an extensive meal at 2 pm, we don’t have to cook anymore.

On Thursday, January 25, the sun shines early in the blue sky. There is no wind and the thermometer already shows 52 degrees fahrenheit. It is a relief to see blue skies  every day. After having breakfast, washing dishes, filling and dumping water, we leave. At 10 am we dive into the fog that hangs over the fields. So it’s a good thing we didn’t take the shortcut along the reservoir. We wouldn’t have any visibility there now. It is very hilly here and that is why we climb out of this thick fog after some time. Along the road we regularly see herds of sheep accompanied by a shepherd who, leaning on his stick, keeps an eye on his flock.

At half past one we drive into Salamanca in the bright sun. First we look at the parking lot on the river close to the center, but we leave there quickly. The water level in the river is very high and traces of recent flooding are visible everywhere in this bumpy spot. So a little later we park our camper in the parking lot next to the Repsol gas station. We stayed here also in 2016.

Old Roman bridge in Salamanca

The distance to the center is about 3 miles, so Dick takes out the bicycles and soon we cycle along separate bicycle lanes to the old center. It’s 62 degrees Fahrenheit. We cycle to the center over the “Puente Mayor”, the old Roman bridge which the Via de la Plata also passes.

Salamanca has a high “woooow” factor with its many churches and monumental buildings. Wandering through the narrow streets you feel like you are in the Middle Ages. It is really enjoyable and we are amazed. When we arrive at the impressive facade of the oldest University of Espana (from the year 1218), we look for the “Rana de la Suerte”, the tiny lucky frog that is somewhere on a skull. Unfortunately we cannot discover it. Unfortunately because it is said that discovering the frog brings happiness and a long life.

De Rana de la Suerte

When I arrive in Salamanca again, during my Camino, I have to look for it. But… it is also said that if you get any help in finding the frog, “luck” or “longevity” does not apply. So do I qualify for this after looking at postcards and pictures to see what the frog looks like?
A more logical explanation is that the frog warned young male students against the temptations of life, drinking too much beer but also venereal diseases that the former prostitutes carried with them.

Elsewhere in the city, on the richly decorated portal of the Catedral Nueva you will find an astronaut. It raises questions because this building is centuries old. But during the restoration in 1992, the church wanted to show that it is moving with the times and the contemporary symbol of the astronaut was added. We were also unable to discover this symbol despite searching.

Cafe con Leche with cake

Salamanca is a real student town, it is lively everywhere and all the terraces are full, so when a table becomes available in the sun we sit down. At the end of the afternoon we cycle back to the gas station. While Dick puts the bikes away, I walk to the Lucky shop. It is wonderful to wander around these Chinese bazars and I forget the time because when I come outside again after 1.5 hours it is already dark. Fortunately, we are not very hungry after lunch and our dinner consists of just toast and cheese. There is a lot of traffic in this parking lot at a roundabout, but the fresh air still makes us fall asleep quickly.

On Friday, January 26, despite the traffic noise, we didn’t wake up until 8:30 am. It is foggy and cold outside, the temperature is not higher than 4 degrees. It is a happy day because today, after 5 years, I can take my last pill against breast cancer. Unfortunately, after breaking my wrist in May, a new pill was introduced to prevent osteoporosis, but luckily I only have to take this once a week.

We dump our gray and black water, fill up with clean water and then leave in thick fog. You cannot even see the Cathedral, which is normally visible from a distance.

With full laundry bags to the Lavanderia

Accompanied by this fog, we arrive in Zamora an hour later. It’s nice that we arrive here at 11 am because it gives us the opportunity to wash again. Again we have two laundry bags full. So after the Frankia is parked and we have had coffee, we walk to the lavanderia. The two washing machines I need are available so I can load all our laundry. Because the locals dry their laundry here, there is only 1 dryer available when our laundry is done. So it takes up to 2 hours before everything is dry and put away.
In the meantime, Dick has vacuumed the entire RV, hung up my sports tops and Camino socks (not allowed in the dryer) and walked to the lavanderia several times to see if he could help with folding and carrying it back.

In this street is the Alberque in Zamora

Despite the cold and fog (it is now 46 degrees fahrenheit) I walk into town in the afternoon. Dick prefers to stay inside. It gives me again the opportunity to try out my “Buen Camino” app. I walk to and from the route and take a look at the nice “albergue de peregrino” in town.

Everywhere storks in Zamora

The storks also enjoy it here because from every church tower you can hear their clapping and see these iconic birds. Finally I walk back and look for the warmth inside. Together we raise a glass and eat spaghetti. Zamora stole my heart. What a wonderful place this is.

Early on Saturday morning, January 27, we see the first rays of sunshine breaking through the fog. It froze last night and it is 36 degrees fahrenheit. The frozen mist droplets on our insulation mat glisten towards us. After a delicious breakfast with an egg cooked by Dick we leave and soon drive through a deserted hilly landscape. Only the stone walls stacked everywhere give evidence of habitation. We climb and descend in this mountainous landscape and see clouds hanging in deep valleys. There is a steel blue sky and sun around us. We soon cross the border into Portugal and park our camper at the foot of the hill on top of which stands the Castelo de Braganca. It’s dead quiet and I don’t really feel like staying here. Dick doesn’t understand it and I can’t explain why I want to continue, but after some discussion we leave anyway and continue through the mountains. Sometimes we drive in the sun, sometimes we dive into the fog.

Finally we arrive in Chaves, Portugal at 1.30 pm. There we find a spot in the parking lot of a clearly closed museum. This parking lot is not far from the center and we soon walk in the sun along the river to the center. Here is the Agua Termal Quente, the hot springs that provides water at 163 degrees fahrenheit. At the outside tap I drink the hot water, it tastes salty. Unfortunately we cannot take a bath in the nearby thermal baths.

Walking along the river in Chaves

The doors will not open again until February 1. So we walk around the town, along the river and through the parks and look for geocaches. When we are almost home our paths split. Dick goes back while I take a look at the Decathlon on the edge of the town. It is a bit of a walk and ultimately disappointing because this Decathlon (sporting goods store) is very small. Fortunately, there is also a large Leclerc supermarket nearby where I find an offer for Cola Cola Zero, so I can surprise Dick with his favorite soft drink. After I have delivered my purchases at home, I walk back to the town where Dick discovered a Kebab restaurant. A little later we have a good meal and enjoy a beautiful sunset. At night it turns out that the area is used for car-racing because it is very noisy, but nevertheless we have a good night’s sleep.

When we get up on Sunday morning it is very foggy and only 41 degrees fahrenheit. It’s a good thing we attached our insulation mat last night. After breakfast we leave and drive further west through ghostly villages. The road winds in this border region, then we drive into Spain and then into Portugal. Every now and then the sun manages to penetrate the fog for a while, but only when we climb higher into the mountains we leave the fog behind us and have sun and blue sky. We arrive in Ourense at 11 am. There is no space available in the parking lot for our Frankia. Fortunately, Dick sees movement in one of the RV’s. When I walk towards it, it turns out that it will leave within fifteen minutes, so we wait patiently until the camper has left and park our Frankia in this, extremely suitable spot for a large camper.

Old fire trucks in Ourense

We are still early, it is only 11.30 am and we walk leisurely to the center. We take the walking path along the river that takes us to old fire trucks. It’s fun to see these old cars and imagine what it would be like to take them out.

After passing a futuristic bridge that resembles a roller coaster, probably you can climb it, we walk over the Ponte Vella, the old Roman bridge, into the center of Ourense. We don’t have to look for the way because there are scallop shells cemented into the sidewalk everywhere.

Old city center in Ourense

Once again we walk on the Via de la Plata. So time to take another picture. The center of Ourense is built on a hill and we have to climb quite a bit to get there. Later we see that some side streets have escalators going up, but then we are already at the top. When we find a vacant table in the sun on the Plaza Mayor, we take a break while drinking a Cafe con Leche. We don’t linger as long as the Spaniards, who enjoy a coffee for hours.

As soon as the coffee is finished we leave again to explore another part of town. Here too there are narrow streets and imposing buildings. A geocache takes us to a small square with a hot spring. We look around and then pass the “albergue de peregrino”. When we look there, the manager is just arriving. We have a chat and when I ask how the occupancy is, I learn that there is always a place to sleep available here. Reassuring to know. When we walk back, the streets are almost deserted. The terraces are removed, the tables and chairs are stacked. It’s siesta and everything is closing, so we leisurely walk back. Since Dick has no desire to climb the “Puente del Milenio”, I walk back alone.

“Puente de Milenio”

This futuristic bridge was inaugurated on September 1, 2001 and became a symbol of contemporary Ourense. The path, made in an elliptical shape, leads 72 feet up to the sky via 100 steps and then descends 72 feet down to the river. At the start of the climb I have to swallow hard. The steps lead steeply up. However, the climb is easy and at the top I am rewarded with a beautiful view.

Time for the descent

 

 

 

 

But then comes the steep descent, my heart pounds in my throat and I am happy when I am back at river level. Yet I have to experience the same feelings again, this time with the ascent and descent on the other side. But many residents do this and from the fact that they move easily you can deduce that it is not the first time they have climbed this bridge. And the sun that is now shining fully is the reward. Once I have completed the entire ellipse, I leisurely walk back. What a nice experience this was. Unfortunately Dick wasn’t here.
Our evening meal (rice with vegetables, lettuce and meatballs) tastes very good after all that fresh air today.

On Monday, January 29, we leave Ourense after breakfast. We will definitely return. Not only to climb the bridge together but also to take a bath in the hot springs here. We drive through a beautiful rugged mountain landscape to Santiago de Compostella.
Blue-yellow signs with a scallop shell regularly remind us that we are driving along the Camino Sanabres. Now I can also explore the last part of my Camino.
And then we arrive at the large parking lot near the center of Santiago. We pay the daily rate, have a chat with the guard and then park our RV in the almost empty parking lot. While Dick makes coffee, I dump our black water. We haven’t had the opportunity to do that in recent days. After coffee we walk to the bus stop on the road. Bus #1 is just arriving so we get on. It is not really necessary to take the bus because it is only a 1 mile walk to the center, but if the bus arrive…

We get out at the market hall and look around. Unfortunately we are too late, there are only a few stalls left open. Most have now closed. So we soon continue walking and wander through the narrow streets of the old town.

Bar “La Tita”

We look around at shops and then Dick points to Bar “La Tita”. It is busy and all tables are occupied, but when a table becomes available outside, Dick has already taken a seat. At this time, before 1 pm, that is still possible. A little later, while we are already enjoying “Hamburguesa Tita”, we see people waiting on the edge of the opposite arcades until it is finally their turn to eat or drink something. The food tastes good and of course I send a picture to Hannah and Henk. When they arrived in Santiago by bike, they also had dinner here. They had rain, while we have a faint sun with a temperature of 61 degrees fahrenheit.

Strengthened by the food, we wander further through Santiago.Because all streets lead to the Cathedral, it does not take long before we enter this impressive church.
Unfortunately, the Botafumeiro, the largest censer in the world, is not there. According to tradition, it was used to purify the air in the Cathedral from impurities and malodors from the pilgrims. Now, seeing the censer swinging around in church, is more of a tourist attraction. Unfortunately, you never know when it will happen.
Fortunately, we saw the censer in operation when I ended my first Camino. Very impressive because the enormous censer rises very high when swinging.

Apostel Santiago in the cathedral

As we wander around the silent cathedral we see that it is again possible to embrace the statue of apostol Santiago, an emotional gesture that represents gratitude, respect and the end of a long journey. Unfortunately, it was not possible to hug Santiago when I completed my pilgrimage. The corridor leading to it had been closed since the outbreak of Corona. Now it is possible and it is quiet so we climb the stairs to the statue. I don’t understand why, but as I climb the stairs tears flow from my eyes and I hug the apostol while crying. It really is a moment of great emotion. Even for someone who wasn’t raised with saints.
Dick clearly has less interest and follows me without even thinking about a hug.

We spend some time in the Cathedral and then we walk outside again where we take a look at the Pilgrim Office. Today 43 pilgrims arrived there. How different this was when I arrived here in September 2022 after walking the Camino Frances. Then long lines of pilgrims stood inside and outside waiting to get their Compostella.

Every day along the camino you receive a stamp at the church or albergue in the “Credencial de Peregrino”, a credential issued by the church that proves that you are a pilgrim. Upon arrival in Santiago, the stamps are proof that you walked or cycled the required number of miles and you can receive a “Compostela”, a certificate that indicates that the pilgrimage has been completed.
Hopefully I will be here again at the end of May 2024 to receive a Compostella after completing the Via de la Plata and Camino Sanabres.

The large square in front of the cathedral in Santiago

And then we arrive at the large square in front of the Cathedral. It is always a magical moment when you arrive here, even if you are not walking. We sit on an edge for some time and look over the almost empty square. Eventually we’ve wandered around enough and we walk back to the street from where the bus leaves to the parking lot. Once there, I walk to the supermarket further away while Dick stays at the parking. He thinks he has walked enough with 6.5 miles. When I get back it has become a lot cooler and the temperature does not exceed 50 degrees fahrenheit. It is expected to be even colder tonight. We therefore place our insulation mat in front of the window and then drink a glass of wine and talk about this special day in Santiago de Compostella.

It is already light on Tuesday January 30 when we get up at 8.30 am. We notice that we are further west, in the morning it stays dark longer, but in the evening we have light for longer. After breakfast, dumping, filling water (requires a key) and paying, we leave this nice parking lot and drive through the mountainous landscape of Galicia past endless eucalyptus forests.

RV parking with a view in Fisterra

At 12.30 pm we drive into the parking lot by the sea in Fisterre. The sky is steel blue, the sun is shining, there is no wind and it’s 62 degrees fahrenheit.

We park where we always park and have a chat with our German neighbors who live here for at least 6 years. While we are talking, the manager of this parking lot arrives and immediately recognizes us and a hug follows. After having a nice chat and drinking coffee, which is a regular occurrence when we arrive somewhere, we walk into this nice little town. We look at the harbor and stroll through the narrow streets. The weather forecast is favorable so we will definitely stay tomorrow.

Hairdresser Victor in Fisterra

I’ve been trying to get a haircut for weeks, but it did not work because many people were waiting or the hairdresser was closed. But as we walk around, Dick sees a hairdresser that just has opened, so while Dick walks back, I climb the stairs and open a door. After fifteen minutes I can sit in the hairdresser’s chair and my long locks are finally cut.
How happy I am when I stand outside again. Apparently it is not too short because even Dick, who likes long hair, nods approvingly when he looks at the hairdresser’s work. Together we walk to the fish market, but because we cannot find a place that meets this requirement, we return. In the evening we walk to the harbor again, this time to eat. The season has clearly not started yet because many restaurants are renovating, but luckily we find one restaurant that is open. The food is excellent.

Sunrise in Fisterra

 

 

 

 

After a beautiful sunrise on this last day of January and a delicious breakfast with a boiled egg, we walk to the lavanderia with our two laundry bags. While I start the washing process, Dick walks back to the camper where he vacuums the floor. He regularly comes back to see if he can help with folding (we use our legs instead of our mobile phones) and around 1 pm everything is put away in the cupboards and our bed is covered. Now that our chores are done, it’s time to go out. When Dick takes out the bicycles, his front tire turns out to be flat.

Patching a tire in the sun

Fortunately the weather is beautiful, so he can repair the tire while sitting outside and not much later we are on our way.
We drive leisurely through town to the Cabo de Fisterre, which used to be the end of the world. Down by the water, is a geocache hidden. Shoes have been left everywhere and you find clothing hidden under rocks. Tradition wanted pilgrims to burn their clothes and shoes here. Nowadays that is prohibited. There has probably been a cleaning campaign because there is considerably less here than when we climbed around here a year ago. Of course I also greet Apostol Santiago (St. James) who is standing near the cross on the rocks.

My beloved pilgrim song tells about this:

“Et tout la bas au bout du continent
“Messire Jacques nous attend            
“Depuis toujours son sourire fixe      
“Le soleil qui meurt au Finisterre   

And over there at the end of the continent
Awaits us Lord James
Since always his smile has been on his face
Looking at the sun setting in Finisterre.

It’s beautiful here on the Cape with the sun reflecting in the water and we hang around for a while. Of course we take a picture at kilometer marker 0.0 and another at the image of the pilgrim making his way against the wind and then we leisurely cycle back. Of course I can’t resist the Chinese bazaars, there are even two in this town, and I walk around there a little later. Then we talk a bit with the manager who tells us where we can wash our dirty RV.
He advises us also to visit the Ezaro waterfall, which is worthwhile. So we decide to stay another day. Our parking spot will be held so we don’t have to worry about that.
We’re leaving and don’t have to pay yet. Here, at the end of the world, there is still confidence in humanity.
In the evening all restaurants in the harbor are closed. Fortunately, a Turkish snack bar is open where we eat kebab. We walk back in the night through a dead quiet Fisterre.

Special RV wash box in Cee

The first day of February starts again with a steel blue sky and sun, but when we are on our way to Cee we encounter a thick cloud cover.
The washing area is high enough for our camper and after we put money in the machine, a lot of green foam appears and we can soap our camper. You see the dirt loosening from the sides. Finally, after a lot of soaping, scrubbing and spraying, the camper is sparkling clean again and we drive further along the bay from where we can regularly take a look at the Cabo Fisterre.

Waterfall in Evora

In Evora we have to look for the waterfall, but eventually we find a parking and walk to the beginning of the waterfall. The water rushes down and against the rock wall with great force and is impressive, we feel the water splashes. And we are really a long way from the waterfall. The original path to the foot of the waterfall continues but has decayed and is therefore hermetically sealed.

It’s a pity that we are still in the shade with the low sun at this time of year. I will definitely come back here in high summer. After many photos from different angles, we eventually walk back and drive back to Fisterre where we park the Frankia in our reserved spot.

Because it is still early afternoon, I walk to the beautiful church at the end of town. But when I get there I see that it is only a short distance to climb to the “Ermida de San Guillerme”. There I have a beautiful view of the entire bay. And then it turns out to be only a short distance to the Cape, so I continue walking. It’s fun to descent the mountain to the ocean.

View from Cabo Fisterra

When you see the endless mass of water, it is understandable that, in earlier times, this place on the Costa da Morte was referred to as “the end of the world”. It is not without reason that you can see the last sunset on the European mainland from here. With the steel blue sky and sun it is enchanting. After a last look at the apostol Santiago (St. James), I walk back. It’s nice that I now cycled and walked to the Cape.

Farewell to the camp manager

 

 

 

 

At home we have a nice chat with the manager, pay for the nights we spent here and promise to return soon. At 7 pm we walk again to the harbor where, fortunately, our restaurant is open and again we enjoy a good meal.

We leave Fisterre on Friday, February 2 at 8.30 am. The sun is shining brightly, but an icy wind is blowing. We drive straight through mountainous Galicia to the north coast where we find a parking lot in Foz, on a large lawn on the bay. It is low tide and in front of us stretches a bare sandy plain, only crossed by a few water streams that flow towards the sea. After heavy fog in the mountains, we have steel blue sky and sun here, so we explore town. I can only say one word: it is deadly boring, there is no shop in sight, no supermarket and there are no people on the streets.

Rocky beach in Foz

Eventually we reach the coast where we descend to the beach and find a cache between the rocks and caves. This part of Foz, as well as the wild boulders in the sea, make our walk still fun. Unfortunately, more and more clouds have arrived and when we are back, it is gray and icy cold. It takes some time to warm up again.We don’t go out in the evening anymore. I still have some cans of Chili con Carne that we heat up and eat with bread. It is not bad.

It becomes clear that this is a place where many people like to stay when one camper after another arrives at the end of the afternoon. In the evening all places are occupied and we have at least 40 Spanish neighbors.

When we get up at 8 am on Saturday, February 3, it is still dark. Although the sun tries to color the sky, a thick cloud cover rises and when we leave at 9 am we only see a faint sun. Through sometimes heavy fog banks we drive straight through the mountains to Ponferada where the sun comes out again and at 1 pm we park between the apartment buildings in Astorga. The sky is now steel blue, the sun is shining and it is 64 degrees fahrenheit. Good that we left the north coast. Even though we have wandered around Astorga many times, this remains a place we like to visit every time. We have a drink on a terrace on the Plaza Mayor, enjoy the sun and the people strolling around.

In the evening we walk again to the center where we eat in the Irish tabern not far from the albergue peregrino. A good choice, the food is good, it is not without reason that all tables are occupied. We walk back in the evening past the beautifully illuminated Cathedral and Gaudi’s Palacio. It is busy on the streets and people are still sitting outside on the terraces everywhere, at 50 degrees fahrenheit. There is a really different way of life in Spain.

We wake up before 8 am on Sunday February 4 and after breakfast we drive to the arena where we dump our gray and black water. It is freezing, so it is questionable whether there is drinking water, but when we turn on the tap, water comes out and we can fill up.

Valverde La Virgin

We stop in the small town of Valverde La Virgin, on the Camino Frances, and take pictures of the storks nesting on the church tower. Because there is no wind and plenty of sun, it does not really feel cold, although the temperature is still 41 degrees fahrenheit. We arrive in Burgos at 1 pm where we park next to the La Plata shopping center. Because the weather is so nice, we walk to the center. To do this, we only have to follow the yellow arrows that are everywhere. After all we walk the Camino Frances. Before arriving at the cathedral we pass the albergue municipal. We look into the lobby and from the street I show Dick the roof terrace where I dried my laundry. I’m talking Dick’s ears off. Poor Dick, he’s probably heard this already several times. Only now he has an image of it.

 

The cathedral in Burgos

 

Not far from the albergue is the cathedral that we enter. I brought our credentials (yes, Dick has one too) so, in addition to a stamp, we both receive a pilgrim discount on the entrance fee and then walk inside. The outside of the cathedral is already impressive, but inside it is unbelievable how richly decorated this church is. Everywhere there are aisles with statues, richly decorated altars and beautiful paintings. We can’t get enough of it, it’s impressive.

Inside the cathedral

After walking through endless cloisters, full of marble statues and beautiful tapestries and after one last view of the cathedral courtyard, we leave this beautiful cathedral again.
We walk back leisurely in the warm sun. Because it is already 6 pm, we enter the shopping center on our way back and order a menu at the restaurant. After the 6.5 miles walk, the three-course meal tastes great. In the evening we only drink coffee and watch TV. It was a lovely day.

Fortunately, we attached the insulating mat for the windshield last night because when we get up at 8 am on Monday morning, the thermometer shows 30 degrees fahrenheit. The parked cars around us have a thick layer of ice on the windshield.
We arrive in Vitoria Gasteiz at 11 am. It is still very quiet, but as the day progresses more and more campers arrive and by the evening almost all places are occupied. Unfortunately we left the sun and blue sky behind in Burgos, here it is gray.
That’s not a bad thing because it’s laundry day again. I only have to cross the parking lot and then I reach the lavanderia. In the meantime, Dick is going to take care of the windows because they are really dirty, but he also has time to vacuum the camper and help me fold the laundry. At 3 pm we have finished all our chores and walk past some geocaches. Fortunately the sun has broken through again and it is very pleasant outside. Of course we also go to Eroski, the supermarket across the street. We buy dinner and pick out dessert. The Judia Plana (string beans) with baked potato and minced meat tastes good.

Unfortunately, when we get up at 8 am on Tuesday, February 6, it is foggy again and it is cold. After breakfast we dump and fill up with water and leave. On the opposite way of the road we see enormous rows of tractors and long traffic jams form. Farmers’ protests also take place here.
We arrive early in Pamplona, just in time because there are already rows of tractors ready to block the road. Pamplona has several parkings and we choose the one closest to the center. Fortunately there is a spot empty. After paying we walk to the elevator that takes us to the upper town. That’s nice because now we don’t have to climb the steep city walls. We stroll around the narrow streets of Pamplona. Of course I show Dick the albergue municipale, located in an old church, and then we arrive at the beautiful square in the center.

Bocadillo in Pamplona

We cannot resist the sight of a delicious Bocadillo with Jamon and after first buying cream for sore muscles at the Pharmacia, we enjoy the fresh bread outside. All the bars are closed now. With a full stomach we walk around the city walls and then we arrive back at the elevator that takes us to the lower city.

We are back at 4 pm. Because we passed a Decathlon on our way to the parking, only 2 miles away, I decide to take a look around there. It turns out to be a great idea because I find nice thin hiking pants and an orange rain jacket. The latter is important because the zippers on the pockets of my old rain jacket are broken. I can return the purchase if I don’t like it. However, that is not necessary because Dick also likes my purchase. We had the enormous Bocadillo at 3 pm so we don’t have much appetite anymore and I don’t need to cook anymore.
At night the temperature drops to freezing point so our heating starts.

On Wednesday, February 7, the sun shines and the sky is steel blue, but it is cold, only 36 degrees fahrenheit. Nice weather to cross the Pyrenees. So after dumping and filling up with water we leave. After we have driven through Pamplona we arrive at the narrow mountain road that leads to France. The fields around us are white with frost and we regularly cross the Camino Frances.

Today no snow!!

At an altitude of 3100 feet we stop at the pass and enjoy the sun. Unlike last year, there is no snow here now. Everything is deserted in Roncesvalles so we drive on. We stop briefly at Roldan’s monument. In the year 778, the Battle of Roncevaux took place here and a Basque force defeated Charlemagne’s army, army leader Roeland was killed. The epic “Chanson de Roland” is based on this.

We look around at the beautiful mountain world and then follows a steep descent to Saint Jean Pied de Port, France or called in the Basque language: Donibani Garazi. We park at the parking for RV’s. It is very quiet because there is only one other camper.

Saint Jean Pied de Port

Even though it is a small village, it is very picturesque and especially now that the sun is shining it is wonderful to walk around here. Unfortunately, just like last year, our sports shop, Boutique du Pellerin, is still closed. So it won’t be possible to buy a new rain poncho here. It’s a pity because the one I would like to buy is attractively displayed in the front porch. Dick, who anticipated this closure, sent an email but did not receive any response.

It is not the only store that is closed. On our walk through town, many more shops appear to be closed. After lighting a candle in church, we slowly walk back. Then I walk to the other end of the town where two geocaches are hidden and there is also a Lidl where I buy fried rice with meat that turns out to taste good.

There is a thick cloud cover on Thursday, February 8, but it is not cold, 56 degrees fahrenheit. We drive north on narrow back roads. At one point we miss a sign because we arrive at a bridge that is prohibited for more than 7716 Lb and therefore for our Frankia. But having a detour will take many extra miles, so we take the chance and cross the narrow bridge. Fortunately, oncoming traffic only arrives when we are almost at the other side and with some maneuvering we manage to pass each other. Not much later we park the Frankia at the former station in Creon. The parking is completely empty. After a cup of coffee we walk around the dead town. The weather is also gloomy so no one goes outside for fun.

Artiques pres Bordeaux

So when we are back we decide to continue driving to Artigues pres Bordeaux. At 5 pm we arrive at the parking lot next to the old Romanesque church. Fortunately, a large group of hikers, who had parked their cars here, are just leaving, freeing up space to park our camper. That’s nice because we don’t like driving any further. Nearby is a geocache that we need for a challenge so I walk there. Because we arrived late, it is already dusk when I get back. We eat simple, bratwurst and lettuce and watch TV.

On Friday February 9, the church bells wake us up, they chime 8 times. Many of the campers that parked here last night have already left. We are on our way at 9 am and drive through the Bordeaux wine region. At this time of year the vines are still bare and the sky is gray and cloudy so it looks a bit gloomy. As we drive further northwest it rains regularly. The landscape changes and the vines make way for the flat coastal landscape with water basins where shellfish are farmed. Just before noon we cross the bridge to Ile d’Oleron. It’s low tide. Above the island we see blue sky appearing.
Road construction means that we have to detour virtually the entire island before arriving in St. Pierre d’Oleron. We park the camper in the large parking lot of LeClerc. Signs state that parking for long periods of time is not allowed, but we think this does not apply to us, especially at this time of year and because we are leaving again tomorrow. After coffee we walk into the town. Unfortunately it is located inland, so you do not notice that we are on an island. However, the sun is shining and it is wonderful to walk around.

Laterne des Morts

Geocaches take us to beautiful places in the town. The “Laterne des Morts” is special, the towering stone tower as a constant reminder of the deceased. The fire that burns high above is the symbol of the immortality of the spirit. Beautiful.
At the end of the afternoon we are back, the sun is still shining and it is 64 degrees Fahrenheit. We are lucky. Because we have run out of French propane, we walk together to the gas station where we can exchange our tank. Propane has become cheaper because we pay a few euros less than at the beginning of January. Of course I also walk into the large supermarket. Not only to buy food for tonight but also to look around, Dick prefers to stay at home. When it gets dark I emerge again and start cooking.  Dick says the cauliflower, burgers and fried potatoes taste good.
It rains long and hard at night. It is a good thing that our Frankia undergoes an annual waterproofing test.

When we get up at 8 am on Saturday, February 10, it is dry. Again we have to drive around half the island to reach the bridge to the mainland. All around us in this tidally marked country we see basins where shellfish are farmed. This area is apparently also attractive for storks because stork nests have been built on every high-voltage pylon and all these nests are also populated.

Old postcard La Roche sur Yon

Before we know it, we are already in Rochefort. At the capitainery (the harbor) we can dump and fill up with water and because our tanks are full (grey water) and empty (clean water) that works out well. After 20 minutes we drive further and at 12.30 pm we arrive in La Roche sur Yon. It’s nice that we are so early because now we can follow the funeral of dear old Francien on our laptop. She passed away on February 1 at an old age. After the funeral we walk into the town.

Tonight we have a geocache event in the center and we want to see where it is.
Various mechanical animals reside in the Bassins on Place Napoleon. They are connected to a control panel that allows the audience to move parts of the animal. Of course we want to see that too. A narrow path along the river leads to the center. Although there are many clouds, the sun is shining so it is nice outside. When we arrive at the basins, many control panels appear still out of order.

Mechanical Hippopotamus in park Place Napoleon

Disappointing because even though it is nice to see a huge hippo in the water, it cannot be brought to life. Only parts of frogs can be moved. We quickly got tired of these animals and when we are caught by a rain shower, we enter a bakery where we drink coffee and of course order a pastry. When we are outside again the sun is shining again, a good timing. We stroll through the streets for a while before returning to the camper.

At 6.30 pm we walk back and wait for other geocachers on a windy and cold square. It is not really warm outside and we are pleasantly surprised when the attendees enter a pub.

Geocache event

 

Upon inquiry this appears to be customary. Once every two months they get together here, drink a beer and talk about their geocache experiences and travel plans. It’s nice to chat with each other and we warm up nicely.

At 8 pm we say goodbye to each other as friends. If we are ever in the area again, we will definitely visit again. Drinking a beer together indoors is a very good tip for our geocache events, especially if the weather conditions are not optimal. In the Netherlands we regularly get outside to chill. Full of this experience we walk back to the camper where we eat some toast and soup. All the restaurants were overcrowded and we could nowhere to go for our dinner.

We are on our way before 10 am on Sunday, February 11. There is little traffic so within 4 hours we cover the 161 miles to St. Malo. We park our camper in the parking lot near the sea. There is only one other camper, strange because other times it was always busy here. The dark clouds we saw along the way have all disappeared and blue sky and sun appears. It is cold due to an icy wind and the temperature does not exceed 48 degrees fahrenheit. Dick prefers to stay inside but I will take a look at a cape where a geocache is hidden.

Low tide in the bay of Saint Malo

It is low tide so I try to find my way across the partly dried up part of the bay. Not only is it much more fun, it is also considerably shorter. However, it does require a lot of climbing and clambering over dry rocks and you have to be careful where to put your feet because there are water holes everywhere between the rocks. But it’s fun and to my great pleasure I find some beautiful scallops, symbol of the Camino. I’m not the only one clambering around here. Whole families climb up and down the rocks.

They don’t look for scallops but for crabs and other sea creatures to have a meal tonight. Eventually I have had enough and clamber to the other edge of the bay where I reach the mainland via some stone steps worn out by the sea. After arriving on the top I walk to the very end of the Cape. This walk also appears to be a favorite outing for the French, given the crowds around me. After a lot of searching and searching, I finally find the geocache, which is cunningly hidden between the boulders, and then I walk back. I descend again to the beach, walk across the dried-up part of the bay and finally arrive at our Frankia, blown away and satisfied with my expedition. The macaroni in the evening with chicken and bacon tastes excellent.

Although some clouds can be seen on Monday, February 12, they soon clear and we can welcome blue sky and sun. We eat our last Spanish Oroweat bread. Unfortunately because it is delicious bread and you cannot buy this type of bread in France. Then we walk to the bus stop at the edge of the parking lot and take bus 6 to the city center of St. Malo. The cold wind makes the temperature feel like 45 degrees Fahrenheit and we don’t like cycling in this cold. Despite the fact that it is Monday morning, we are not alone in the narrow streets of the walled city center of St. Malo. There are quite a few people walking. It is cold and we regularly look for a sunny spot to warm up.

Cathedral St. Vincent in Saint Malo

St. Vincent’s Cathedral appears to be open and of course we take a look inside. This church was seriously damaged in 1944, but after restoration a beautiful House of God was created.
A little further on I see a nice hoodie in the shop window and I can’t resist the urge to try it on. It turns out to fit perfectly and is very warm and if there is also a 50% discount I can’t resist buying this beautiful hoodie, while Dick is the one who needs new hoodies. However, he don’t want to look for new ones. After a while we walk to the pier that extends far into the sea and is completely in the sun.

The pier in Saint Malo

 

 

 

 

 

 


It is wonderful to walk here after the cold in the narrow, shaded streets within the walls. Finally we walk back again.
If a menu looks good, we enter a restaurant. We have a good lunch and with a full belly we leave the restaurant at 3 pm. We walk over the city walls towards the bus stop while enjoying the view of the sea and beach. Just before 4 pm the bus drops us off again at Parking Le Davier. There we discover the cause of the lack of campers, it turns out to be “forbidden” to spend the night here. Because we don’t want to push our luck, we decide not to stay another night but to leave. Unfortunately, the parking lot at the supermarket in Cancale is too small, so we drive to Pontorson where we arrive at 6.30 pm. That’s nice because now I can do some shopping. Not for tonight’s dinner because we have already eaten, but for the coming days. In the meantime, Dick logs the geocaches we found in St. Malo.

Tuesday September 13th is gray, really weather for washing, so after breakfast I collect all our laundry, remove the bedding and together we walk to the laverie located on the road. At this early hour there is no one else yet so I can use the machines I want. While Dick walks back to the camper, cleans the windows and vacuums, I wait at the machines until they are ready. Some items of clothing have dirty stripes. It almost never happens, but now I have encountered a dirty washing machine. I put everything in the dryer anyway, it will disappear the next time I wash it. As always, Dick is back at the laverie on time to help fold all the laundry and together we walk all the clean clothes back.
In the afternoon I walk to the other side of Pontorson to the Lidl supermarket. Of course this is strange when you’re parked next to a supermarket, but it gives me a purpose to walk. In the meanwhile Dick cleans the front and back of the Frankia. It is very dirty again after the heavy rain of the past few days. It is striking that the farmlands are covered with water. It rained a lot here too. When I get back we walk into our supermarket together. The TjingTao beer is in the advertisement, so in the evening we drink a delicious Chinese beer with our rice dish. Just like in many cities in France, the street lights are turned off at 8 pm so we stay in a pitch black parking.

Unfortunately for Dick, who did his best to make the Frankia presentable again, there is a strong wind and it rains every now and then when we are on our way to Cherbourg on Wednesday morning. We arrive in Cherbourg at noon, again with a dirty camper. The parking is located next to the port of Cherbourg and because of the refugees, separated by high fences and barbed wire with razorblades. Unfortunately, many of the parking spaces intended for campers are occupied by parked RV’s and many, many parked cars. But we’re lucky, a car is just leaving so we can park our Frankia.

Passenger terminal “Cité de la Mer”

We take a look at the quay where the museum “Cite de la Mer” is located. It is housed in the “Gare Transatlantique de Cherbourg” where the large cruise ships moor. The submarine “Le Redoutable” is located in the outdoor area. It is France’s first nuclear submarine, which served from 1971 to 1991 and could accommodate a crew of 135 people. During that time, it spent approximately 90,000 hours underwater. We have previously visited this impressive submarine from the inside, but now we will only take a look at the outside (also because there is a geocache here).

Because the gates are open at the end of the long quay, we walk through. It’s not allowed because we are not authorized, but the local fishermen do it too. We are now on the quay where the Titanic started its great journey across the Atlantic Ocean. How that fatal journey went and what happened after a collision with an iceberg can be followed very clearly in the museum. Even though it has been 5 years since we saw that film, we still remember it. Because it is actually too cold to walk around in just a hoodie so we walk back to the camper, get our jacket and then walk to the center of Cherbourg.

Painting for sale “Only $ 1525”

We both believe that you can always enjoy walking around here. I see a painting in a shop window and immediately fall in love. Unfortunately, it remains in the shop because when I ask about the price inside, it turns out that I have to pay 1400 euros. We both think this is too expensive. Unfortunately, I could already see it hanging on our wall. To warm up we drink coffee in a pastry shop and then continue walking through the city. When we arrive at the Montagne du Roule (a high rock) we go our separate ways. Dick walks leisurely back to the camper while I climb the mountain. In the heart of this mountain there are defenses with a system of corridors and viewpoints in various places. During the Second World War it was used to defend the port of Cherbourg.

View on Cherbourg

 

 

 

The steep climb is a good practice for my pilgrimage and when I reach the top I am rewarded not only with a beautiful view of Cherbourg but also with a geocache. I won’t be back until the end of the afternoon, but I am satisfied. At 7 pm we walk along the harbor to our Thai. Even though we haven’t been here for a year, the food we are served still tastes good. We drive to Cherbourg again and again for this Thai restaurant alone.

Because there is some blue sky and sun on Thursday, February 15, and we are still ahead of our travel schedule, we decide to stay another day. After breakfast, Dick takes out the bikes and a little later we cycle in the sun. Around 12.30 pm we pass a bakery. It’s very busy and after our bicycles are chained up we walk inside. The filled baguettes convince us and we soon enjoy our bread and coffee. Later we ride along the foot of the “Montagne du Roule” and decide to cycle up to enjoy the view. Unfortunately, the clouds have increased and it even starts to drizzle, so the view is disappointing. We cycle back to the camper and then I want to walk to the Action (cheap shop with all different articles). I need more exercise. It means that I have to go through half Cherbourg, but I have a nice goal to walk to.
The sun shines again and it is considerably warmer, so it is a pleasant walk. I buy 2 sports tops but as I cannot try it on in the shop I expose my upperbody in the nearby bushes and try them on. The sports tops appears to fit well so I continue my walk. I don’t know what the passing motorists were thinking. After all, it’s still winter and the bushes are still bare. When I return home at 6 pm Dick is waiting for me with hot chocolate.

Diner in the “Thai restaurant”

In the dark evening we walk to our Thai restaurant and again we are served an excellent meal. The green curry I ordered is even better. When we get back home we don’t make it late, we are both rosy.

On Friday, February 16, we get up at 7.30 am and it is still dark, but when we leave at 9 am we see blue skies, only a few clouds can be seen in the horizon. Until the town of Caen we drive on a 4-lane road, but then we follow very narrow roads to the north. The last part to Honfleur we have to take the toll road. I still find it strange that there is no toll-free route for heavy vehicles (cars over 7716 Lb). There is enough parking place in Honfleur so we can park our camper at our regular spot. Because the weather is so nice I want to go out, Dick prefers to stay with the camper. So I decide to walk to Leclerc’s large supermarket. When I’m almost there I see that the Pont de Normandie is not that far anymore, so I continue walking.

Pont de Normandië

 

This Pont de Normandie opened in January 1995 and was at that moment the longest cable-stayed bridge in the world and has a span between the pylons of 2808 feet. This toll bridge, running high over the river Seine, consists of 4 lanes with on both sides a narrow bicycle lane and, separated from it by a stone ledge, a small footpath. Unfortunately, the sun disappears behind a thick layer of clouds when I walk onto the bridge. There is a virtual geocache at the first pylon, no hidden box but you have to take a picture of yourself on the bridge. Despite the climb up, it is easy to walk, you just get dizzy from the endless stream of trucks rushing by at 55 miles per hour. Finally I reach the first pylon where I take a picture and look into the horrifying depths below me. It is no longer that far to the middle of the bridge, but there is a strong wind so high on the bridge. Walking to the middle of the bridge will happen another time when there is less wind. Preferably with Dick because it’s scary so high above the Seine. It is a relief to be off the bridge again.

After buying some food at Leclerc, I leisurely walk back home. I end up walking 7 miles. In the evening I walk to the Kebab restaurant to get food. Unfortunately, it closed for renovation just after our last visit in January. The small supermarket next door gets a new owner and is also dismantled, so it’s good that I bought some food this afternoon after my bridge escapade. We eat simply, bread with meat and salad, because I don’t want to cook extensively.

Chalk cliffs in Fecamp

Unfortunately, it is gray when we get up at 8 am on February 17. Our plan was to walk together onto the Pont Normandy from the Le Havre side, but when we drive over the bridge it is raining and clouds hang over the top of the bridge. We therefore abandon our plan and drive on to Fecamp. According to our camper app, the parking no longer exists here, but when we arrive we still see a parking lot for campers and cars. It is smaller and there are no longer dump facilities, but you don’t have to pay anything anymore. While we drink coffee, the clouds partly disappear, so in the afternoon we walk through Fecamp in the sunshine. Here too, the tourist season has not yet started and only locals are walking around. To be on the safe side, we reserve a table in a restaurant at the harbor for tonight.

Then we alternately walk through narrow streets, over piers and along the wide boulevard. The chalk cliffs on both sides of the beach are impressive and because the beach consists only of pebbles you can constantly hear them rolling back and forth as the otherwise calm sea hits the beach. We enjoy it and just like in Finisterre, it feels like spring here.

Sunset in Fecamp

When we get back to the camper, we manage to decipher the location of a geocache based on data we found along the way, so at the end of the afternoon I walk to the boulevard. There the sun is sinking further and further towards the sea. It is busy on the pebble beach, many people do not want to miss this magical moment. I also stay here for a while and take pictures, but eventually I tear myself away and walk back.
At 7 pm we walk towards the beach again and enter our restaurant. The food is very tasty. We will definitely come back here.

On Sunday February 18, it rains and there is a thick cloud cover. We drive to Boulogne sur Mer on back roads. Every now and then we see a glimpse of the gray sea. Here too, the fields are covered with a layer of water. As we approach Boulogne the visibility is 0.0 due to fog banks. Unfortunately, the RV parking lot behind the casino is not available. A new apartment building is being built and the question is whether you will ever be able to park here again. So we drive on and 16 miles further north we park in Wissant.

Rainbow from the RV parking in Wissant

We walk through this unknown town and let ourselves be guided by geocaches. We finally reach the beach. The sun drives away the clouds more and more and it is wonderful to walk around. On the boulevard it’s even busy with people strolling along. We are back at our Frankia at the end of the afternoon. Just in time because a little later it starts to rain very heavily. At the same time, the sky turns red-orange through the trees, which contrasts strangely with the black sky above our camper.

Unfortunately, the sky is gray when we get up at 8 am on Monday, February 19. This parking has no drinking water but we can dump our gray and black water. Then we leave and after passing Calais we drive inland. Our destination is Revin and the road there takes us now and then through Belgium. Traces of farmers’ protests can be seen everywhere along the road, stacked tractor tires pushed aside, but at various roundabouts also piled up hay under the car tires is still smoldering. Glad we weren’t here when the protests were going on.
We arrive in Revin at 2 pm. To our surprise, the parking for RV’s is completely deserted. We have never experienced that. It is our last day in France so while Dick cleans the windows I walk to the supermarket to do some last shopping in France  and I also take a look at the other side of the river Meuse. Except for a few raindrops, it remains dry, but unfortunately the sun that shone briefly along the way, is no longer visible. When I am home, Dick is also ready. As always he has cleaned dirt from the front and rear of the camper.

We saw that there is a Kebab restaurant in the village, so I walk there in the evening. We have some confusion about the chosen meal (I want a dish instead of a filled sandwich), but in the end I leave with two “Assiettes Kebab”. It tastes great. After our meal we apply the insulation mat in front of the windshield because tonight the temperature will drop to 40 degrees fahrenheit.

The clouds hang low over the river on Tuesday and after breakfast with a freshly boiled egg we leave. After an hour’s drive on back roads and through endless forests we leave France and a motorway takes us to Arlon in Belgium. Once again we are surprised that the parking space behind the fire station is so empty. It is usually busier at this location near the highway to the south. We assume that due to the persistent bad weather many campers have driven to more southern regions.

Walking in Arlon

After coffee, Dick sends me out. After all, I have to make miles and soon I’m walking through Arlon searching some geocaches. Unfortunately it is cold, due to the icy wind. Although the thermometer is at 45 degrees fahrenheit, the perceived temperature is significantly lower. Luckily I put on a down jacket under my rain jacket. Of course I have to climb to the church high up on the hill. Unfortunately the clouds have dropped so I don’t have a nice view of the city. But all that climbing in Arlon makes me nice and warm. But what really warms me is the cup of soup that Dick makes when I get back. Together with the leftover macaroni we have a good evening meal. Late at night the parking lot, which can accommodate 5 campers, appears to be full. A sign at the entrance says: it is full.

Apparently we left the beautiful weather in the south behind because when we get up on Wednesday, February 21, the weather is cloudy and gray and it’s only 42 degrees fahrenheit. So it was good to attach our insulation mat last night. The road from Arlon to the north takes us to Martelange, a small town in Luxembourg, no more than a street’s length but enough to accommodate at least 12 gas stations. Since fuel in Luxembourg is cheaper than in the surrounding countries, we fill up and then drive on. We park in Sittard. Fortunately, a faint sun appears as we walk around the border area of the Netherlands/Germany. Considering the paths we walk on, this sun has not appeared for a long time because our shoes are soaking everywhere in the very boggy soil.

Long distance walking path: Pieterpad and Camino pad

Sometimes there are even such deep puddles of water on the paths that we have to make our way straight through the forest. It is nice that at one point we end up on the Pieterpad and the scallop shell shows that this is also the pilgrimage route to Santiago de Compostella.
After 5 miles of paving our way through the swamp we are back home. Dick doesn’t feel like going out anymore, but I walk to the center of Sittard. There is a webcam cache. This is a geocache where you take a photo of yourself while appearing on a webcam. It is a type of cache that can still be found abroad, but in the Netherlands there are only two webcams. Possibly as a result of our privacy legislation.

After warming up, it still feels like 39 degrees outside, I walk back into town. This time to get Chinese food. Until now it has always been tasty, but after the meal we conclude that the food is of much lower quality. We won’t buy food here anymore.

On the way to the RV-shop in Nederweert

On Thursday, February 22, we have breakfast at 7.30 am and after washing the dishes and dumping our gray and black water, so that doesn’t have to be done at home, we drive home. The weather is gray but it is not raining and even when we unload the camper at the end of the morning it remains dry. After the camper has been cleaned inside and outside, we park it behind our house. Fortunately, there is an empty spot where we can leave the camper overnight. Tomorrow Dick will take it to Nederweert, to our RV dealer where the lock of the camper door will be checked. How nice it will be if we can simply enter our Frankia through the side door again.

We look back on a wonderful holiday. Although we did not really have warm weather, there was often sun and blue skies. After months of gray sky and rain in Western Europe, it was a relief.
We drove 5240 miles, cycled only 34 miles and walked 149 miles.

 

 

 

 

 

 

 

 

Geplaatst in ENGLISH VERSION, EUROPA | Reacties uitgeschakeld voor Finally, we go out again

Eindelijk er weer op uit !!!

Via Sevilla naar Gibraltar

Het is bijna zover. We gaan er weer eens op uit met de camper. Dick’s knie is zodanig hersteld dat zijn laatste fysiotherapie erop zit en dus ga ik me over een reisroute buigen. We hebben nog even tijd want het is 23 december 2023.
Omdat Hugo ons graag weer wil hebben in het vuurwerk wordt onze voorlopige vertrek dag bepaald op 3 januari 2024.

Ons reisdoel wordt Spanje. Niet omdat het daar zo lekker warm is in dit jaargetijde, die illusie heb ik inmiddels laten varen, maar omdat ik in 2024 opnieuw een pelgrimstocht loop, de “Via de la Plata” en de “Camino Sanabres’” die vanaf Sevilla naar Santiago de Compostela voert en 1000 km lang is.

Sevilla – Alberque Triana

Ik loop deze Camino samen met Netta, die ik van het Genootschap van St. Jacob ken.
We hebben al de vlucht naar Sevilla geboekt en ook is in albergue Triana in Sevilla een slaapplek gereserveerd. Onze route passeert enkele plaatsen langs deze Camino zodat Dick, maar ook ik een idee kan krijgen wat deze te bieden heeft. Het is best puzzelen.
Ik ben het maken van een route helemaal verleerd want afgelopen jaar zijn we slechts twee maal een weekje erop uit getrokken met de camper. Uiteindelijk heb ik dan toch een idee hoe de route zal lopen en net voordat we de vuurwerkperikelen ingaan is deze zodanig klaar dat ik er niet meer veel aan hoef te sleutelen. 

En dan is het nieuwe jaar ingegaan, het is 3 januari 2024. Dick is beroerd. Tijdens het werken met allemaal snotterende mensen heeft hij teveel bacteriën opgepikt en dus pakt hij niet de bus naar de stalling maar rijden we met onze auto er naar toe. Eigenlijk is dit ook fijner want het regent inmiddels hard.
Gelukkig is op deze eerste dagen van het nieuwe jaar nog niet veel verkeer op de weg dus zijn we om 09:00 uur al bij de stalling waar we even met de medewerkers praten.

Wachten op een nieuwe accu

Helaas start de camper niet dus nadat we gebruik hebben gemaakt van een elektronische  starthulp rijden we naar onze Fiat garage die twee km verderop ligt. Na bijna 5 jaar en een lange tijd stilstaan in het voorbije jaar heeft de auto accu het begeven. Mogelijk houdt de oude accu het deze vakantie nog vol omdat we iedere dag rijden maar we nemen liever het zekere voor het onzekere. Veel erger is het als we straks ergens op een afgelegen plekje staan en niet verder kunnen. Na anderhalf uur wachten kunnen we naar huis rijden met een nieuwe accu.

Thuis laad ik alles in wat mee moet, terwijl Dick het water gaat vullen. Helaas lukt dat niet zo goed want met dikke stralen verlaat dit water de tank via de bodem. Aan welke  knopjes we ook draaien het water blijft wegstromen. Zelfs een telefonische hulpkreet naar onze camperdealer biedt geen soelaas. Zonder water is het vervelend rondtrekken dus als alles ingeladen is besluiten we naar Raema te rijden en daar hulp te zoeken.
Eerst is het plan er pas morgenochtend vroeg naar toe te rijden maar omdat het doodstil op de weg is lijkt het vandaag nog te lukken en ja, om 17:00 uur rijden we het terrein van onze dealer op. Daar blijkt dat tijdens de camperbeurt knoppen opengezet zijn die wij  niet eens kennen, laat staan dat we ze ooit gebruikt hebben. Een half uur later kunnen we dan toch echt vertrekken met een lopende motor en een volle watertank.
Het is inmiddels donker maar we hoeven slechts een half uur te rijden en om 18:00 uur arriveren we in Thorn. Het stortregent en het water stroomt van de camper af. Het is dus niet verwonderlijk dat er verder niemand hier geparkeerd staat.

Alles staat klaar voor de maaltijd

We staan vlakbij de Maas maar gaan ervan uit dat de dijk het hoge water zal houden. Als een kritische waterstand  bereikt wordt (wat met de vele regen die de afgelopen maanden is gevallen niet ondenkbaar is) zullen we ongetwijfeld bijtijds geïnformeerd worden.

Donderdag 4 januari is het bewolkt maar storm “Henk”, die de afgelopen dagen heerste is gelukkig gaan liggen. Ons reisschema volgen heeft nu geen zin want we bevinden ons te ver naar het oosten en na even de kaart te hebben geraadpleegd vertrekken we. Ons einddoel vandaag is  Beauvais in Frankrijk. Een goede keuze want zodra we de grens over zijn verschijnt wat blauwe lucht en we koesteren ons in de zonnestralen. Normaliter rijden we zo’n 150 tot 200 km per dag maar de gekozen bestemming ligt wat verder weg en dus arriveren we pas om half 4 op de parking in Beauvais.
We hebben geen zin meer om naar de kathedraal te lopen en dus wandel ik, als de camper geparkeerd staat, naar de grote supermarkt aan de overzijde van de weg. Ik vind het heerlijk om in die grote supermarkten rond te kijken. Dick vindt dit niets dus blijft hij in de camper. Als ik uiteindelijk weer terug ben is het al donker. Tijd om lekker bij de kachel te zitten. We openen een fles wijn om op een goede reis te drinken. Als ik de fles probeer te openen met de lichtgewicht kurkentrekker die ik net gekocht heb, blijkt deze voor geen meter te werken. De kurk wordt verpulverd. Ik kan het vergeten om deze opener mee te nemen op de Camino.

De volgende dag staan we pas om 8 uur op. De zon schijnt dus het is heerlijk om even aan de overkant een vers stokbrood te halen. Na het ontbijt vertrekken we. Al snel merken we dat de boeren ook hier protesteren tegen het landbouwbeleid. De plaatsnaambordjes van ieder dorpje en stad die we passeren zijn omgedraaid. Wel een beter protest dan in ons land waar de boeren onze nationale vlag omdraaien. Terwijl we zuidelijker rijden trekt de lucht steeds verder dicht en al snel kunnen we schitterende regenbogen bewonderen maar ook zien we uitgestrekte landerijen die volledig onder water staan. Heel West  Europa is de afgelopen periode door regen geteisterd.

Haven van Honfleur

Bij aankomst in Honfleur trekt de lucht weer deels open en worden we met wat blauwe lucht en zon ontvangen. Helaas trekt na anderhalf uur de lucht weer volledig dicht en gaat het wat regenen. Gelukkig heb ik een regenjack aangetrokken over mijn donsjack zodat, als ik de  heuvels boven Honfleur beklim, ik niet direct doorweekt raak.
Dick is thuis (lees: camper) gebleven want wilde zich nog niet wagen aan de steile beklimming over de hobbelige keitjes. Ik wil echter de twee geocaches zoeken die hier sinds ons laatste bezoek verstopt zijn. Gelukkig stopt de regen snel en kan ik genieten van het uitzicht over Honfleur en de Seine. Ook de twee caches vind ik snel.
Nadat ik afgedaald ben naar het stadje en nog wat levensmiddelen heb gekocht, loop ik terug naar de camper om even later al weer  terug te lopen. Ons kebab restaurant is open en we kunnen het niet weerstaan daar eten te halen. Een goede keuze want de maaltijd smaakt heerlijk.

Zaterdagochtend regent het en omdat ik geen zin heb om naar het stadje te lopen eten we vla en yoghurt en gaan dan op weg. Natuurlijk nadat we eerst ons grey- en black water gedumpt hebben en ook schoon water hebben getankt. Met name dat laatste is belangrijk want in deze tijd van het jaar is op veel camperplekken het water afgesloten. Ondanks het feit dat we 200 km rijden zijn we om 13:15 uur al in Pontorson. Nadat de camper achter de Carrefour geparkeerd staat lopen we naar de “laverie” en al snel draait de wasmachine. Ons beddengoed zit nog niet in de was want we zijn pas enkele dagen onderweg, alhoewel, met al dat gesnotter van ons, het beter zou zijn dat ook te wassen. Als alles schoon, droog en opgeborgen is loop ik nog even naar de supermarkt om stokbrood te halen. Nu kunnen we dat vanavond met een kop soep en het restje vlees eten. Wel prettig want ik voel me wat gammel en heb weinig zin om uitgebreid te koken. Omdat het buiten waterkoud is stoken we de kachel extra hoog. Erg laat maken we het niet. Dick is weliswaar een stuk opgeknapt, ook hij is nog niet 100% hersteld.

Zondagochtend 7 januari worden we wakker als het licht wordt en in dit jaargetijde betekent dat tot half negen slapen. In tegenstelling tot de voorgaande dagen is er geen wolk meer te zien. De lucht is staalblauw en de zon schijnt volop. Helaas blijft de thermometer steken op 2 graden.

De zoutwinning in Guerande

Na een ontbijt met vers stokbrood gaan we op weg. Eindelijk  is het Dick gelukt ook mij aan te steken en ik hoest en proest naar hartenlust. Voor mijn omgeving ben ik een wandelende bacteriën bom.

Maar de zon heeft een louterend effect en naarmate we zuidelijker komen knap ik aanzienlijk op. Om half drie zijn we in Guerande, de streek waar zout gewonnen wordt.

Zout kopen bij Terre de Sel

Bij “Terre de Sel” stoppen we om zout te kopen. Geen gewoon zout maar zout verrijkt met kruiden. We kopen enkele busjes zodat Henk voorlopig voldoende heeft voor zijn pizzadeeg en rijden dan verder tussen de waterbassins, in de volle zon. Voor de camperplek in Guerande moet inmiddels betaald worden en daar we hier geen zin in hebben besluiten we nog 17 km door te rijden naar Pornichet, waar vlakbij de renbaan een gratis parkeerplek is. De plek is niet echt bijzonder en er staan al veel campers maar we weten toch een plekje te vinden. Omdat rondom de renbaan enkele caches liggen en ik ook kilometers moet maken ga ik nog een rondje te lopen. Helaas zijn de meeste races al geweest. Als ik bijna terug ben zie ik mensen naar de tribunes lopen. Er zal dus waarschijnlijk vanavond nog een paardenrace volgen. Daar ik inmiddels door en door koud ben, heb ik geen zin om daar op te wachten en ik zoek onze lekkere warme camper op waar Dick mij verwent met een glaasje rode wijn.

De koude blijft. Ook maandag 8 januari waait er nog een ijzige wind.
We eten overlevingsbrood (lang houdbaar brood) en gaan dan op weg. Helaas verdwijnt de blauwe lucht snel achter een dik wolkendek zodat het zicht op de hoge brug bij St. Nazaire wat somber is. In La Roche sur Yon stoppen we om te dumpen en rijden dan nog even over doodstille wegen naar Marans. Hier kunnen we achter de supermarche overnachten en wat nog belangrijker is, onze camper afspuiten. En dat is met de vele regen van de afgelopen dagen niet overbodig. De buitenzijde is ontzettend smerig. Dus al snel neemt Dick de hoge druk spuit en ik een borstel ter hand en nemen we de buitenzijde van onze camper ter hand. Je ziet het vuil verdwijnen en uiteindelijk kunnen we een redelijk schone camper op zijn plekje rijden.

Parkeren in Marans

Zodra we onze welverdiende koffie op hebben zetten we samen de isolatie mat voor de voorruit. Geen overbodige luxe want de temperatuur is inmiddels naar 2 graden gezakt en dan wandel ik nog even naar het centrum van dit stadje om hoestsiroop te kopen. Onderwijl zoek ik ook nog een geocache die ik nog net kan bereiken. Op de terugweg lukt het niet meer. Het waterpeil in de rivier is inmiddels zover gestegen dat de vlonder naast de kade ondergelopen is en daar moet je echt over om de cache die in de kademuur verborgen is te pakken. Niet alleen hier is het hoog water.
Van Hannah en Henk, die in midden Nederland aan het fietsen zijn, krijgen we foto’s waarop duidelijk zichtbaar is hoe complete bospaden onder water staan. In de camper heeft Dick de verwarming inmiddels goed opgestookt en de heerlijke warmte doet goed aan mijn verkleumde lijf. Het eten in een Thais afhaal tentje naast de camper ziet er niet echt aanlokkelijk uit dus koken we zelf. De burger met sla en stokbrood smaakt prima.

Zodra we dinsdag gedoucht hebben halen we de isolatiemat van de voorruit. Het was geen overbodige luxe deze voor de ruit te hebben want vannacht was het slechts 1 graad. Nu we dit al enkele keren gedaan hebben is het zo gebeurd. Na het ontbijt gaan we op weg. Al snel rijden we door de nu nog kale wijngaarden van de Bordeaux. Is de lucht eerst nog grijs, al snel breekt de zon door de wolken en is overal staalblauwe lucht te zien.
We arriveren vroeg in Artigues pres Bordeaux en besluiten toch nog even door te rijden. Niet veel later rijden we door Les Landes, de uitgestrekte vlaktes ten zuiden van Bordeaux.

Wandelen door Pissos

Het is duidelijk het zuidelijkste deel van Frankrijk en om ons heen zijn veel Spaanse en Portugese vrachtwagens te zien, allemaal terugkerend naar hun vaderland. We hebben inmiddels een nieuwe overnachtingsplek gevonden en na nog een stuk over smalle binnenwegen, waarbij we door eindeloze bossen rijden, arriveren we in Pissos.

Een klein dorpje waar je achter de kerk mag parkeren. Als we even later door het mini stadje dwalen blijkt het enige restaurant gesloten maar er is gelukkig een kleine winkel waar we eten kunnen kopen.

We steken een kaars aan

Onze noodvoorraad eten hoeven we dus niet aan te spreken. Nadat we ook nog een kaars hebben aangestoken in de kerk om dank te zeggen voor het leven, lopen we terug naar de camper.
Dick gaat de ramen poetsen en ik loop nog een stukje door het bos om een geocache te zoeken. Net voor vijven zijn we beiden weer in camper en hebben ook de isolatiemat weer aangebracht. Ook vannacht wordt het hier niet warmer dan 1 graad en de zon die de hele middag uitbundig heeft gestraald is inmiddels achter de bomen verdwenen.

Woensdag 10 januari zie ik als ik ’s ochtends met mijn verse stokbrood nog even de kerk inloop, dat onze kaars weer is aangestoken. Heel sympathiek want gisteren kon deze totdat de kerkdeuren dicht gingen, nog maar even branden. Na het ontbijt vertrekken we van deze rustige plek. Omdat we gisteren een stuk zuidelijker zijn gekomen dan gepland rijden we vandaag korter. Het weer is omgeslagen en het is mistig met zon en zo nu en dan wat sneeuwvlokken. Langdurig rijden we over door bomen omzoomde wegen.
Als we in Irun, Spanje arriveren zoeken we eerst een tankstation op. We worden verrast door de lage prijs van de diesel. Deze ligt zeker 35 cent onder de prijs in Frankrijk. Later blijkt dit tankstation een uitzondering want dergelijke lage prijzen vinden we slechts zo nu en dan. Gelet op de laaghangende bewolking en de miezerregen denken we er niet aan om over smalle bergpassen te gaan rijden om hoog in de bergen op een parking te gaan staan. Alhoewel ik graag op dat plekje zou overnachten, ontdekt toen ik in mei over de Camino del Norte liep. Nu rijden we door naar San Sebastian waar we de parking nabij de universiteit opzoeken. Weliswaar is dit een betaalde parking, de ligging is gunstiger dan de parking bij de arena op de berg.

Fruit kleurrijk uitgestald.

Nadat een plekje is gevonden tussen veel andere geparkeerde campers, lopen we San Sebastian in.
Het miezert wat, er waait een koude wind en het is 3 graden maar desondanks zitten de mensen buiten op de terrasjes voor de overal aanwezige barretjes. Wel met dikke jassen aan.

Voor ons gaat dat wat te ver en dus kijken we alleen maar en wandelen verder. Ook zijn er vele winkeltjes met fruit, buiten op rekken uitgestald. Een kleurrijk geheel. Na 3 km houden we het voor gezien en lopen terug.
In de camper zie ik dat de boulevard niet echt ver weg is dus wandel ik opnieuw naar buiten. Nu zonder Dick want die weet wel hoe de boulevard en zee eruit ziet van eerdere bezoeken aan San Sebastian.

Ruwe zee met flinke golven

En misschien heeft hij wel gelijk want aangekomen bij de zee zie je een grauwgrijze lucht en beukende golven op de kust. Niet echt aanlokkelijk dus. Nadat ik de hier verborgen geocache heb gevonden wandel ik weer terug.

Eten bij “The Good Burger”

 

 

 

 

 

 

Een uurtje later lopen we opnieuw naar buiten. Nu naar “The Good Burger”. Weliswaar zitten we er alleen, het eten smaakt goed en de frisdrank bij het menu kan vervangen worden door een glas wijn dus we kunnen ook nog op onze reis klinken.

De volgende dag is het nog steeds grijs, koud en het miezert wat.
We ontbijten inmiddels met Oroweat, meergranen brood dat we ook vaak in de USA hebben gegeten en lekker smaakt. Daarna dumpen we en vullen met schoonwater en verlaten San Sebastian. Al snel rijden we door de mist op een autoweg. Is dit nu wel of geen tolweg. Dick’s Hakuna wil deze weg verlaten, mijn Hakuna wil erop blijven rijden. En beiden hebben we “tolwegen vermijden” ingesteld. Soms zien we borden die aangeven dat er tol betaald moet worden maar dat kan ook voor vrachtwagens gelden. We blijven maar doorrijden en klimmen hoger de bergen in. Op 650 meter hoogte gaat de miezer over in sneeuw. Nu snappen we de aanwezigheid van sneeuwschuivers overal langs de weg. Ze wachten tot ze in actie kunnen komen. Voor het zover is hebben wij deze hoogte en de snelweg weer verlaten en arriveren in Vitoria Gasteiz.

Camperplek Vitoria-Gazteiz

 

Een van onze favoriete plekken. Niet alleen vanwege de fijne parking, ook is er een goede supermarket en een “lavanderia”. Van wassen zal vandaag echter niets komen. Ik voel me  beroerd. Heb de hele nacht rondgespookt en moest overgeven. Zou de melk en vla die beiden over datum waren dan toch de boosdoeners zijn?
Aan het avondeten heeft het in ieder geval niet gelegen want Dick heeft nergens last van, maar Dick weigert iets te eten of te drinken wat over de datum is.
Als de camper op zijn plekje staat duik ik achterin onder de wol en laat me de rest van de middag niet meer zien. Tegen de avond voel ik me wat beter en samen lopen we naar Eroski (de supermarkt) om wat licht verteerbaars te kopen.
Het wordt sla en stokbrood. Arme Dick zal het hier mee moeten doen.

Vrijdag12 januari staan we om half negen op. Wat ik al een week dacht, blijkt juist. Ik heb blaasontsteking. Alle symptomen wijzen erop. Gelukkig heb ik nog medicatie die ik mee kreeg voor het geval mij dit zou overkomen tijdens de Camino en dus kan ik meteen beginnen aan een antibiotica kuur. Het brengt direct verlichting.
Om 10:00 uur verlaten we Vitoria en 2,5 uur later arriveren we in Burgos. Eerst kijken we bij het grote winkelcentrum La Plata maar we blijven hier niet omdat er morgenochtend markt is en deze plek voor zessen vrij moet zijn. We parkeren dus op de andere parking en wandelen vervolgens terug naar het grote winkel centrum. Het is slechts 5 graden maar de lucht is staalblauw en de zon schijnt volop. Eind van de middag zijn we weer terug en genieten van de zon en rondslenterende Spanjaarden. Pas als de zon achter de ons omringende flats is gezakt brengen we de isolatiemat aan en genieten we van een zelf gekookte maaltijd, burgers met brood.

Naar de lavanderia inZamora

We worden zaterdag 13 januari wakker doordat de zon de camper beschijnt. Het is al half negen. Wat maakt een zonnetje verschil. Helaas kunnen we niet lang genieten van de zon want als we onderweg zijn naar onze volgende bestemming krijgen de wolken de overhand en worden we zo nu en dan verrast met een regenbui. Om 13:00 uur arriveren we in Zamora waar keus te over is om te parkeren. We ontdekken dat zich op nog geen 200 meter een lavanderia bevindt dus, nadat we koffie hebben gedronken, verzamel ik al ons wasgoed en met twee volle waszakken lopen we daar naar toe. Helaas is slechts 1 wasmachine vrij dus moet ik wachten tot de andere machine ook vrij komt maar dat  is inherent aan het wasproces in de kleine lavanderia’s. Uiteindelijk, ook dankzij de hulp van Dick die wel drie maal heen en weer loopt en alles opvouwt, zijn we om half 5 klaar. Ons bed is gedekt en alles weer schoon opgeborgen in de kastjes.

Kasteel in Zamora

Omdat het nog steeds droog is besluiten we het stadje te gaan verkennen. Per slot van rekening kom ik hier tijdens mijn pelgrimage. Het biedt tegelijkertijd de gelegenheid om mijn “Camino app” uit te proberen. We zien slechts een klein deel van het oude stadje, maar het is voldoende om er verliefd op te worden. Bij de supermarkt halen we een pizza die, als we terug zijn, in de oven terechtkomt en ons een lekkere maaltijd biedt. ‘s Nachts regent het langdurig, de temperatuur zakt niet verder dan 6 graden.

Dumpstation Zamora

Zondagochtend 14 januari regent het nog steeds zodat we echt ons regenjack nodig hebben als we dumpen en water vullen. Gelukkig stopt de regen als we vanuit Zamora hoger de bergen inklimmen. Al snel zie ik op mijn “Buen Camino app” dat we de Camino de la Plata kruisen. Het lukt om enkele foto’s van de paden te maken waarover Netta en ik in april zullen lopen. Dick kan nu het landschap zien waar we doorheen zullen lopen. Het is wel erg geaccidenteerd.
Volgens mij heeft Dick, na eenmaal aanwijzen, de paden wel gezien en ondergaat hij gelaten dat ik blijf aanwijzen waar ik zal lopen.

Om 13:00 uur arriveren we in Ciudad Rodrigo, een mooi oud stadje niet ver van de Portugese grens verwijderd. Op de  parking staat slechts een camper en opnieuw hebben we alle keus om een mooi plekje te vinden. Terwijl ik koffiezet gaat Dick de Spanjaard uit de andere camper helpen. Het lukt hem niet satelliet ontvangst te krijgen maar na Dicks uitleg dat hij echt bij de kale boom weg moet, verplaatst hij zijn camper en krijgen we een blij gezicht en uitgestoken duimpje.

Nauw straatje in Ciudad Rodrigo

Omdat het droog is wandelen we na de koffie het oude vestingstadje in. We moeten daarvoor wel klimmen maar al deze oude stadjes zijn nu eenmaal boven op de berg gebouwd en laat onze parking helemaal beneden aan de weg gesitueerd te zijn. Maar het lukt en we arriveren tegen tweeën in de vesting. Helaas gaat de kerk net dicht dus die kunnen we niet bezoeken. Dan blijkt dat alles hier gesloten en daarmee ook uitgestorven is. En dat terwijl het zondag en 13 graden is.  Na lang rond dwalen over de vestingmuur en door de smalle middeleeuwse straatjes, komen we op de Plaza Mayor waar we in een restaurant wat gaan eten. Het menu is absoluut niet slecht maar wel drijven de gebakken eieren in het vet en de rest van de middag hebben we daar last van.  Terug in de camper blijkt onze Franse gasfles leeg te zijn. De kou in aanmerking nemend heeft deze fles het best wel lang volgehouden.

Als we maandag 15 januari opstaan regent het weer. Niet alleen Nederland heeft dag in, dag uit regen, ook deze streek wordt erdoor geteisterd. Maar na de lange warme zomer is men er hier waarschijnlijk blij mee. Eindelijk kunnen de waterreservoirs op peil komen.
Opnieuw rijden we door dichte mist en wolken. Het is bergachtig en de smalle binnenweg klimt tot 980 meter hoogte. Gelukkig klaart het wat op als we langs de grote stuwmeren rijden waar ik straks zal lopen. En ik kan dankzij mijn app de Camino paden ontdekken. We rijden inmiddels in de Extremadura, klimmen en dalen voortdurend en pas na eindeloze afdalingen laten we de bergen achter ons en arriveren in Merida.
Daar vinden we al snel de bewaakte parking midden in het centrum. We willen poolshoogte nemen in deze stad. Iedere straat gaat of steil omhoog of omlaag. Dicks knieën krijgen het zwaar te verduren. Maar er zijn wel leuke straatjes en overal zie je een verleden van de Romeinen.

De tempel van Diana in Merida

De tempel van Diana is indrukwekkend, de oude Romeinse brug is prachtig maar ook de oude vestingmuur van Al Razi is indrukwekkend. Ook valt op dat in de hele stad verspreid sinaasappelbomen staan vol hangend met deze heerlijke oranje vruchten. Natuurlijk pakt mijn app ook hier weer de Camino route op. Wel is verwarrend dat op de bordjes alleen de naam “Camino Mozarabe de Santiago” staat. Uiteindelijk zijn we eind van de middag, na 6 km lopen, weer terug bij de camper. Daar praten we nog even met Engelse buren die ook een Frankia camper hebben. Net als wij zijn ze daar bijzonder tevreden mee. Voor het eerst is het buiten aangenaam warm, de thermometer wijst 18 graden aan.

Dinsdag 16 Januari is het al 14 graden ook al staat er een windje. Helaas is het wel bewolkt maar naarmate we zuidelijker komen klaart de lucht op en breekt toch de zon door. Het is hier erg heuvelachtig dus we klimmen en dalen veel.

Jambon Iberico – Monesterio

 

Bij het stadje Monesterio buigen we af. Het stadje is beroemd om zijn Jamon Iberico en ik wil graag een kijkje nemen in het Museo de Jamon. Maar hoe we ook kijken, geen museo. Wel staan overal bussen, waarschijnlijk benemen deze ons het zicht. Dus rijden we verder. Mogelijk kan ik er een kijkje nemen als ik hier doorheen loop. Na een laatste helling op 670 meter hoogte beginnen we aan een constante afdaling naar Sevilla. Dick die altijd al een goed richtingsgevoel heeft, rijdt feilloos naar het havengebied. Zelf herken ik pas waar we zijn als we de afslag nemen naar de parking bij het autobedrijf. Het is er druk maar we vinden gelukkig nog een plekje. Het is nog droog als we op weg gaan naar het centrum maar al snel begint het te regenen. Eerst is het nog miezer maar al snel valt er serieuze regen. Gelukkig hebben we een regenjack aangetrokken.

Torre del Oro – Sevilla

Door schilderachtige straatjes lopen we richting rivier en passeren albergue Triana. Wanneer de deur open gaat kan ik het niet weerstaan om even binnen te lopen en Dick moet natuurlijk mee. We praten even en gaan dan weer verder. Aan de overkant van de rivier bij de Torre del Oro is de halte van de airport bus. We zien hem net wegrijden. Wel fijn om deze bus stop te zien want vanaf hier kun je goed naar de albergue wandelen. Omdat het water inmiddels in stromen neer gutst besluiten we terug te lopen naar de camper waar we na 8.5 km lopen drijfnat arriveren.
Inmiddels kunnen we de camperdeur alleen nog van binnen openen zodat we via de bestuurderskant de camper in moeten. Al vanaf ons vertrek werd het steeds lastiger de zijdeur aan de buitenkant te openen maar nu lukt het helemaal niet meer. Dick zet direct de standkachel aan en al snel warmen en drogen we op. Het heeft zo hard geregend dat in ieder geval mijn regenjack ook wat natte plekken aan de binnenkant vertoont. Langzaam worden we rozig en om half 10 liggen we al onder de wol.  

Als we woensdag 17 januari opstaan is het droog, schijnt de zon en is zelfs wat blauwe lucht te zien. Toch vertrekken we vandaag maar eerst willen we dumpen. Het is druk dus we moeten even wachten maar dat is niet erg want dat geeft de gelegenheid met andere wachtenden te praten. Er staat niet alleen een rij campers te wachten tot ze het terrein kunnen verlaten ook staat er een rij vrachtwagen te wachten tot zij hun lading personenauto’s (die hier gestald worden) kunnen lossen. Het raadsel hoe het autobedrijf in deze complete chaos weet of al die vertrekkende campers betaald hebben wordt opgelost als we aan het einde van de toegangsweg een busje dwars over de weg zien staan die pas de weg vrijmaakt na controle van zijn papieren.

Door de bergen naar Ronda

Het waait best hard en er zijn nog veel wolken maar het is 18 graden dus we klagen niet.  Dwars door de bergen rijden we naar Ronda. We laten de bewoonde wereld achter ons en genieten van de hoge rotspartijen die in de verte opdoemen. Zo nu en dan laat een felle regenboog merken dat er nog regen in de lucht is. Maar door de zware bewolking schijnt ook de zon. In Ronda is het erg druk op de camperplek maar we weten nog een plekje te vinden en wel tegenover de wasmachines wat natuurlijk heerlijk is want nu kan ik uit de camper ons was proces in de gaten houden.
Het is lekker weer en zeker 18 graden dus heerlijk om in mijn T-shirt heen en weer te lopen tussen camper en wasmachine.

Zicht op de wasmachine’s

Omdat er slechts 1 wasmachine en 1 droger is en een Noor langdurig bezig is met drogen kost het wassen veel tijd. Uiteindelijk is om 17:00 uur alles schoon en droog en heeft Dick de camper gestofzuigd. Hij doet dat veel zorgvuldiger dan ik dus ik laat het graag aan hem over. De gehele middag is het een komen en gaan van campers maar nu, 18:00 uur, is toch echt het bord “completo” tevoorschijn gehaald en de slagboom gaat niet meer open.
Dreigende wolken hebben inmiddels de overhand gekregen en het is gaan regenen maar we hebben nog zuurkool dus hoeven er niet meer uit om boodschappen te doen.

Nadat we donderdag 18 januari opstaan ga ik eerst Dicks haren snijden. Dat is dringend nodig want hij heeft inmiddels een dikke haardos gekregen en omdat we toch nog een dagje blijven hebben we alle tijd. Tijdens het ontbijt hebben we zicht op de was gelegenheid die deze camperplek heeft en we verbazen ons over het grote aantal mensen die in badjas hiernaar binnengaat. Ook de afwas gelegenheid wordt zeer druk gebruikt. Bijzonder want in de camper heb je toch gewoon een douche en afwasbak?

De beroemde kloof in Ronda

Als wij (in de camper) afgewassen hebben wandelen we naar het centrum van Ronda. De zon schijnt een beetje en het is aangenaam om buiten te wandelen. Ronda wordt in tweeën gedeeld door een diepe kloof, die prachtig is om te bekijken. Ditmaal lopen we, mede door een geocache, vanaf een andere zijde ernaartoe waardoor we langer langs de kloof lopen en ondanks de miezerige regen genieten we. De wolken hangen laag maar toch genieten we van de diepe en woeste kloof. Met al dat rondwandelen hebben we wel trek gekregen in koffie en bij een bakker vinden we er ook nog een heerlijk gebakje bij. Wel zitten we binnen want de temperatuur komt niet boven de 12 graden en wij hebben niet de Spaanse genen. We hebben 10 km gelopen maar Dick vindt dat niet genoeg, volgens hem kom ik nog niet aan het vereiste aantal loop kilometers, dus vertrek ik opnieuw, nu naar de Lidl. Deze heb ik in de verte gezien en ik wil er even polshoogte nemen. Het kost wat moeite om er te komen omdat ik niet de normale weg pak maar over onontgonnen terrein loop waardoor ik, zowel op de heen- als terugweg tegen een hek aanloop, maar uiteindelijk vind ik de juiste route. Het gevolg is dat we ’s avonds heerlijk aardappelsalade, sla en bratwurst eten en ik uiteindelijk 14 km loop.

Vrijdag 19 januari waait er een harde wind maar het is droog en na dumpen en water vullen vertrekken we. We rijden door het schitterende berglandschap van de Sierra de los Neves. Helaas hangen de wolken laag en miezert het wat. Dan arriveren we bij de kust in Marbella waar alle heuvels volgebouwd zijn. Er is geen stukje groen meer te zien. Zo nu en dan zien we een glimp van de zee maar de bebouwing blijft alles verhullen tot we uiteindelijk voor ons de rots van Gibraltar zien opdoemen. Achter enkele campers, waaronder één van Amerikaans formaat, rijden we naar de toegangsweg van de parking in La Linea de Conception, het Spaanse stadje aan de grens met Gibraltar.
Omdat onze voorgangers hier klaarblijkelijk niet bekend zijn, op een kruising aarzelen en stil gaan staan, rijden we hen voorbij waardoor wij een mooi plekje aan de haven weten te krijgen. De oversized camper is hier niet blij mee want moet op het terrein achter ons staan. Ik vraag me trouwens af of deze kolos aan de haven had kunnen staan zonder de gehele weg te blokkeren. Het is maar goed dat er een extra terrein is opengesteld. We zijn hier toch al verschillende malen geweest maar zo druk hebben we het nog nooit gezien. Gelukkig trekken de zwarte wolken in de middag weg zodat we in de zon naar Gibraltar kunnen lopen.

Wandelend over de start-landingsbaan

De verkeerssituatie is drastisch gewijzigd, autoverkeer wordt omgeleid en rijdt niet meer over de startbaan. Alleen voetgangers en fietsers traverseren nog de start- en landingsbaan van Gibraltar. Het is niet zo druk in Gibraltar en we dwalen door het centrum. Bij een bakery gaan we even zitten en eten een heerlijke croissant alvorens weer terug te lopen naar Spanje. In de verte zien we het regenen maar wij houden het gedurende onze 6,5 km lange wandeling gelukkig droog. Omdat je uit Gibraltar geen melk of vlees naar Spanje mag meenemen loop ik eind van de middag nog even naar de Mercadona.
Het is inmiddels 5 uur en gezellig druk. Wat ziet het straatbeeld in Spanje er eind van de middag toch anders uit. Tegen de avond gaat het alsnog regenen en zo hard waaien dat zelfs onze dakluikjes niet op de ventilatiestand kunnen blijven staan.

Als we 20 januari opstaan schijnt de zon aan een strakblauwe hemel. Er is weinig wind en het is al 12 graden. Wat een schitterend weer. Na het ontbijt pakken we onze fietsen om in Gibraltar rond te rijden. Al snel zijn we, wapperend met onze paspoorten, de grens over.

Afrika ligt aan de overkant

 

We zijn vandaag fietser 314 en 315 die hier komen. We crossen door het drukke verkeer en rijden door steile straten omhoog en omlaag naar de zuidzijde van de stad. De kust van Afrika steekt donker af tegen de blauwe lucht en we genieten van een hoge waterval. Uiteindelijk, na een lange tunnel doorgefietst te hebben arriveren we op het zuidelijkste puntje van Gibraltar.

Waterval op de Rots van Gibraltar

Wat is het schitterend weer en wat leuk om zo naar een ander continent te kijken. Op de terugweg stoppen we even bij een baai waar een cache moet liggen. Helaas is het water te hoog om er naar toe te lopen. Ik heb ook geen waterschoenen of waadpak bij me, dus deze cache proberen we een volgende keer te pakken te krijgen. Vanwege het mooie weer staan in de winkelstraat enkele terrasjes en daar de “fish and chips” verleidelijk is zetten we de fietsen aan elkaar vast en gaan te midden van de vele Spanjaarden eten. Zij zien Gibraltar klaarblijkelijk ook als uitje. Uiteindelijk fietsen we einde van de middag terug naar de grens, wapperen opnieuw met onze paspoorten, die niemand een blik waardig keurt en arriveren weer bij onze camper. Dick bergt de fietsen op en samen genieten we eind van de middag van een schitterende zonsondergang aan de haven. Het was heerlijk om weer eens een stuk te fietsen.

Het weerbeeld is beduidend anders op zondag en uit de grijze wolkenlucht valt zo nu en dan wat regen. We moeten geduld hebben om water te tanken en te dumpen wat we zijn nr. 3 in de rij. Gelukkig zijn we vroeg want als wij eindelijk na 20 minuten aan de beurt zijn staan achter ons 8 campers te wachten. Om 10 uur zijn onze tanks vol/leeg en vertrekken we in de miezerregen. Tot onze verrassing verdwijnen de wolken al snel en als we in Cadiz arriveren is de lucht opnieuw staalblauw en in de volle zon parkeren we onze camper op het parkeerterrein in het havengebied. Al snel daarna wandelen we het stadje door de smalle straatjes.

Plein voor de Kathedraal in Cadiz

Het is overal druk. Bankjes zitten vol mensen en daar waar terrasjes zijn is het moeilijk nog een stoel te bemachtigen. Het lijkt wel of alle inwoners van Cadiz buiten op straat zijn. Op het plein voor de Kathedraal weten we een tafeltje te bemachtigen waar we wat drinken en een tosti eten. Er is hier weinig wind en de zon schijnt volop dus de temperatuur bereikt hier zelfs 20 graden. Uiteindelijk lopen we verder, zoeken nog wat geocaches en om 16:00 uur, na 8 km lopen, zijn we weer terug bij de camper.
Vanwege het mooie weer kijk ik nog even op de in zee stekende pier. Ook hier is het druk met wandelaars. Iedereen geniet van het schitterende weer op deze zondagmiddag. Nadat de zon ondergaat en we de schitterend gekleurde lucht mogen bewonderen eten we rijst en kip en kijken TV. Heel laat maken we het niet.

Ook maandag staat de zon al aan een strakblauwe lucht. Wat hebben we dit weer de afgelopen maanden, waarbij het heel veel regende, gemist. Nadat we de parking betaald hebben vertrekken we. Al snel rijden we langs Sevilla waar we een prachtig zicht hebben op onze camperplek aan de haven en om half 1 arriveren we in Ayamonte waar het gasbedrijf zit waar we onze tanks met propaan kunnen vullen. Heel prettig want op dit moment van de reis kunnen onze gastanks wel wat vulling gebruiken. Nadat alle drie de tanks gevuld zijn en we betaald hebben rijden we naar de supermarkt om inkopen te doen en dan rijden we naar de parking in Ayamonte.

Camperplek Ayamonte

 

Het is wat lastig om op het terrein te komen want de ene slagboom moet dicht voordat de volgende slagboom open kan maar met wat manoeuvreren lukt het en kunnen we in de volle zon een schitterend plekje bemachtigen naast de rivier. Het is 22 graden. Nadat we iets gedronken hebben wandelen we door Ayamonte.

Boulevard Ayamonte

Langs de rivier blijft het redelijk vlak maar als we aan het einde van de haven langs een andere weg terug willen moeten we enorm klimmen. Er bevindt zich nl een halve berg tussen ons en de rivier.

Arme Dick, met zijn nieuwe knie gaat het klimmen nog niet zo soepel. Uiteindelijk zijn we om half zes weer terug bij de camper waar we genieten van het  bootverkeer op de rivier. De ferry naar Portugal aan de overkant, vaart best vaak. Na opnieuw een prachtige zonsondergang daalt de temperatuur snel. Wij heffen het glas op een heerlijke tijd.

Helaas is het dinsdag 23 januari een stuk kouder ondanks het feit dat de zon volop schijnt. Een kil windje maakt dat de temperatuur niet hoger dan 10 graden komt. Als ik na het ontbijt wil betalen blijkt dat niet te lukken. Volgens de computer is onze camper niet aanwezig en zonder kenteken kan ik niet betalen. Op welk knopje ik ook druk niets lukt dus ten einde raad probeer ik het telefoonnummer te bereiken wat op de computer staat. Ook daar krijg ik niemand te pakken en weer ik druk ik op enkele knopjes. En dan is er plotseling beweging in de slagbomen en weer na enig manoeuvreren en knopjes drukken, lukt het Dick langs de slagbomen buiten de camperplek te komen. Uiteindelijk zijn we het terrein af en ook nog zonder betalen. Hier zal ik niet gauw weer gaan staan.
Aan de overzijde van de rivier ligt Portugal dus zodra we over de grens zijn verlaten we de autoweg. Op de parking kunnen we in een automaat mijn Visacard aan ons kenteken te koppelen. Mochten we nu per ongeluk op een tolweg belanden dan wordt de tol gewoon afgeschreven. Direct hierna verlaten we de tolweg en rijden over smalle binnenwegen langs eindeloze kurkwouden naar het noorden. Opvallend is het grote aantal ooievaars. Iedere 20 meter is wel een paal te vinden waar een ooievaars echtpaar een nest heeft gebouwd.

Helaas lukt het niet om in Evora een parkeerplekje te vinden. Alle plaatsen zijn bezet en nergens is beweging te zien die tot een mogelijk tot vertrek leidt. Jammer. We kijken nog bij de andere parking in dit stadje maar de ongelijke zandvlakte vol kuilen is niet echt aanlokkelijk dus rijden we verder.

Toegangspoort in Estremoz

In het vestingstadje Estremoz lukt het nog wel de toegangspoort door te rijden maar dan moeten we toch zelf onze weg zoeken. Onze Hakuna brengt ons naar steeds smallere straatjes waardoor we telkens achteruit moeten. Uiteindelijk lukt het op het grote stadsplein in het centrum van het stadje te geraken en parkeren we de camper. De temperatuur is inmiddels opgelopen naar 17 graden en we genieten van onze wandeling door dit Portugese stadje. Opnieuw staan overal bomen met appelsienen en ik vraag me af of de vruchten eetbaar zijn. Volgens Dick niet want anders zouden ze wel van de bomen worden gehaald. Terwijl we rondlopen zoeken we naar een restaurant maar deze zijn of gesloten of de gerechten vallen niet in de smaak dus vanavond bereiden we zelf ons eten.

Estremoz, verlicht kasteel op de achtergrond

 

 

 

’s Avonds hebben de vele geparkeerde auto’s het plein verlaten en staan we bijna alleen. Het is gewoon feeërieke met de verlichte kerken en op de berg achter ons het mooi verlichte 13e-eeuwse kasteel van Estremoz. Vanuit dit kasteel gaf koning Manuel opdracht aan de ontdekkingsreiziger Vasco da Gama om India te ontdekken. Ondanks het feit dat we vandaag een extra uur hadden (het is een uur vroeger in Portugal) hebben we geen tijd gehad om ook nog naar dit kasteel te lopen dus komen we zeker terug.

De volgende ochtend rijden we om 9:00 uur al door Elvas waar de zon al het prachtig gerestaureerde aquaduct beschijnt. Half 10 steken we de grens met Spanje weer over en is het weer half 11. Over een smalle stille weg rijden we noordelijk, opnieuw door wouden van kurkbomen. Opvallend is het vele water wat langs de weg ligt.

Steile straatjes in Caceres

Om 12:00 uur arriveren we in Caceres. Maar goed dat we zo vroeg zijn want nu zijn er nog enkele plekjes vrij. Na een kop koffie wandelen we dit oude stadje in waar ik straks ook zal doorlopen. Om in de stad te geraken moeten we omhoog klimmen door smalle steile straatjes. Vaak is naast de knobbelsteentjes een platte steen aangebracht zodat we niet over deze ongelijke stenen moeten lopen. Uiteindelijk arriveren we in het Centro Historico waar de terrasjes op het plaza Mayor te aanlokkelijk zijn om te negeren. Dus even later zitten we in de zon aan het “Menu del Dia”. Het is 21 graden, we kunnen zelfs in ons T-shirt zitten. Het eten smaakt prima en we genieten!
Vol energie klimmen we na deze voortreffelijke lunch verder omhoog om de verdere smalle straatjes te verkennen. De hier verborgen geocaches brengen ons door de mooiste straatjes naar de mooiste gebouwen en natuurlijk komen we tijdens dit ronddwalen regelmatig de gele camino pijl tegen. Uiteindelijk zijn we eind van de middag weer terug bij de camper waar nu snel de zon achter de bergen verdwijnt. Het koelt meteen af maar het is heerlijk om naar de overal twitterende vogels te luisteren. Omdat we om 14:00 uur zo uitgebreid hebben gegeten hoeven we niet meer te koken.

Donderdag 25 januari schijnt de zon al vroeg aan de blauwe lucht en omdat er geen wind is geeft de thermometer al 11 graden aan. Het is een verademing om weer iedere dag blauwe lucht te zien. Nadat we ontbeten, afgewassen, water gevuld en gedumpt hebben, vertrekken we. Om 10:00 uur duiken we de mist in die over de velden hangt. Het is dus goed dat we niet de binnenweg langs het stuwmeer hebben genomen. Daar zouden we nu geen enkel zicht hebben. Het is hier erg heuvelachtig en daarom klimmen we na enige tijd weer uit deze dikke mist. Langs de weg zien we regelmatig kuddes schapen vergezeld van een schaapsherder die, leunend op zijn stok, zijn kudde in de gaten houdt.
Om half 1 rijden we in de stralende zon Salamanca binnen. Allereerst kijken we bij de parking aan de rivier aan de voet van het centrum maar daar vertrekken we snel. De rivier staat erg hoog en sporen van recente overstroming zijn op deze hobbelige plek overal zichtbaar. Dus even later zetten we onze camper op de parking naast het benzinestation van Repsol waar we in 2016 ook al verbleven.

Oude Romeinse brug in Salamanca

De afstand naar het centrum is zo’n 5 km dus haalt Dick de fietsen tevoorschijn en al snel fietsen we over aparte fietsstroken naar het oude centrum. Het is 16 graden. Over de “Puente Mayor”, de oude Romeinse brug waarover ook de Camino voert, fietsen we naar het centrum.

Salamanca heeft een hoog “woooow” gehalte met zijn vele kerken en monumentale gebouwen. Dwalend door de smalle straatjes waan je je in de middeleeuwen. Het is echt genieten en we kijken ons ogen uit. Als we bij de indrukwekkende facade van de oudste Universiteit van Espana komen (uit 1218) zoeken we de “Rana de la Suerte”, de piepkleine geluks-kikker die zich ergens op een doodskop bevindt. Helaas kunnen we hem niet ontdekken. Wel jammer want er wordt beweerd dat het ontdekken van de kikker geluk en een lang leven meebrengt. Een meer logische verklaring is dat de kikker jonge mannelijke studenten waarschuwde tegen de verleidingen van het leven, teveel bier drinken maar ook geslachtsziekten die de vroegere prostituees met zich meedroegen. Elders in de stad, op het rijk gedecoreerde portaal van de Catedral Nueva vind je een astronaut. Het roept vragen op want dit gebouw is eeuwenoud. Maar tijdens de restauratie in 1992 wilde de kerk laten zien dat ze met de tijd meegaat en werd het hedendaagse symbool van de astronaut toegevoegd. Als ik tijdens mijn Camino in Salamanca arriveer moet ik er toch eens naar zoeken.

De Rana de la Suerte

 

Helaas wordt ook gezegd dat als je enige hulp krijgt bij het zoeken naar de kikker “geluk” of  “lang leven” niet van toepassing is. Dus of ik hiervoor in aanmerking kom na op ansichtkaarten en foto’s gekeken te hebben hoe de kikker eruit ziet?
Salamanca is een echte studentenstad, overal is het levendig en alle terrasjes zitten vol.

Cafe con Leche met gebak.

Dus als er in de zon een tafeltje vrijkomt gaan we lekker zitten.
Eind van de middag fietsen we terug naar de camper. Terwijl Dick de fietsen opbergt loop ik nog even naar de Lucky shop. Het is heerlijk om in deze Chinese bazars rond te dwalen en ik vergeet de tijd want als ik na 1,5 uur weer buiten kom is het al donker. Gelukkig hebben we door de middag maaltijd niet veel trek en bestaat ons avondeten uit slechts toast en kaas. Op deze parking aan een rotonde is wel veel verkeer maar de buitenlucht maakt toch dat we snel inslapen.

Vrijdag 26 januari worden we ondanks het verkeerslawaai pas om half 9 wakker. Buiten is het mistig en koud, de temperatuur ligt niet hoger dan 4 graden. Het is een heuglijke dag want vandaag, na 5 jaar kan ik mijn laatste pil slikken tegen borstkanker. Helaas is na het breken van mijn pols in mei er wel een nieuwe pil gekomen om botontkalking tegen te gaan maar die hoef ik gelukkig maar 1 x per week in te nemen.
We dumpen ons grey- en black water, vullen met schoon water en vertrekken dan in dikke mist. Zelfs de Kathedraal die normaliter van verre af zichtbaar is, kun je niet zien.

Met volle waszakken naar de Lavanderia

Vergezeld door deze mist arriveren we een uur later in Zamora. Wel fijn dat we hier om 11:00 uur al zijn want het geeft ons de gelegenheid om te wassen. Inmiddels zijn er twee waszakken vol. Dus nadat de camper op zijn plekje staat en we koffie hebben gedronken lopen we naar de lavanderia. De twee wasmachines die ik nodig heb zijn vrij dus ik kan meteen alle wasgoed inladen. Doordat de plaatselijke bevolking hun was hier komt drogen is, als onze was klaar is, nog slechts 1 droger beschikbaar. Dus duurt het nog tot 2 uur voordat alles droog is en opgeborgen. Dick heeft ondertussen de hele camper gestofzuigd, mijn sporttops en camino sokken opgehangen (mogen niet in de droger) en is diverse malen  in de lavanderia komen kijken of hij al kon helpen met opvouwen en terug sjouwen.

In dit straatje is de Alberque van Zamora

 

Ondanks de kou en mist (het is inmiddels wel 7 graden) wandel ik in de middag toch nog even Zamora in. Dick blijft liever in de camper. Het geeft me de gelegenheid om mijn Camino app ook in de stad te proberen. Ik loop naar de route en er weer vanaf en neem een kijkje bij de leuke albergue de peregrino in het centrum.

De ooievaars in Zamora

De ooievaars hebben het hier ook naar hun zin want vanaf iedere kerktoren hoor je hun geklepper en zie je deze iconische vogels staan. Uiteindelijk ben ik uitgewandeld en zoek de warmte van de camper weer op. Samen heffen we het glas en eten heerlijk spaghetti. Zamora heeft mijn hart gestolen. Wat is dit een heerlijk plaatsje.

Vroeg op zaterdagochtend 27 januari zien we de eerste zonnestralen door de mist heen breken. Het heeft vannacht gevroren en het is 2 graden. De bevroren mistdruppels op onze isolatiemat glinsteren ons tegemoet. Na een heerlijk ontbijt met een door Dick gekookt eitje vertrekken we en al snel rijden we door een verlaten heuvelachtig landschap. Alleen de overal opgestapelde stenen muurtjes geven blijk van bewoning. We klimmen en dalen in dit bergachtige landschap en zien in diepliggende dalen de bewolking hangen. Om ons heen is een staalblauwe lucht en zon. Al snel steken we opnieuw de grens over naar Portugal en zetten onze camper neer aan de voet van de heuvel waar bovenop het Castelo de Braganca staat. Het is er doodstil en ik heb eigenlijk geen zin om hier te blijven. Dick snapt er niets van en ik kan ook niet uitleggen waarom ik door wil maar na wat discussiëren vertrekken we toch en rijden verder door de bergen, soms in de zon soms duiken we de mist in.
Uiteindelijk zijn we om half 1 in Chaves, Portugal. Daar vinden we op de parking van een duidelijk gesloten museum een plekje. Deze parking is niet ver van het centrum en al snel lopen we in het zonnetje langs de rivier naar het centrum waar we een kijkje willen nemen bij de Agua Termal Quente” de heetwaterbronnen die water geven van 73 graden Celsius. Bij de buitenkraan proef ik het hete water, het smaakt zoutig. Helaas kunnen we in de nabije thermen geen bad nemen.

Langs de rivier in Chaves

Per 1 februari gaan de deuren pas weer open. Dus wandelen we rond door het stadje, langs de rivier en door de parken en zoeken geocaches. Als we bijna thuis zijn splitsen onze wegen. Dick gaat terug naar de camper terwijl ik nog een kijkje neem bij de Decathlon aan de rand van het stadje. Het is een stukje lopen en uiteindelijk teleurstellend want de Decathlon is erg klein. Gelukkig is er vlakbij ook nog een grote Leclerc supermarkt waar ik een aanbieding literflessen Cola Cola Zero vind en dus Dick kan verrassen met zijn favoriete frisdrank. Nadat ik mijn inkopen thuis heb afgeleverd loop ik opnieuw terug naar het stadje waar Dick een Kebab restaurant heeft ontdekt. Even later zitten we in de camper aan een heerlijke maaltijd en genieten van een mooie zonsondergang. In de nacht blijkt dat de omgeving gebruikt wordt om rond te scheuren met auto’s want het is erg lawaaierig maar desondanks hebben we een goede nachtrust.

Als we zondagochtend opstaan is het erg mistig en slechts 5 graden. Het is maar goed dat we gisteravond onze isolatiemat bevestigd hebben. Na het ontbijt vertrekken we en door spookachtige dorpjes rijden we verder naar het westen. De weg kronkelt in deze grensstreek, dan weer rijden we in Spanje dan weer in Portugal. Een enkele maal lukt het de zon om even door de mist te dringen maar pas als we hoger de bergen inklimmen laten we de mist onder ons en hebben we zon en blauwe lucht. Om 11:00 uur zijn we in Ourense. Op de parking is geen plekje vrij om onze camper neer te zetten. Gelukkig ziet Dick beweging in één van de campers. Als ik ernaar toe loop blijkt dat deze binnen een kwartier vertrekt, dus wachten we geduldig totdat de camper vertrokken is en parkeren onze camper op dit, voor een grote camper, uitermate geschikte plekje.

Oude brandweerwagens in Ourense

We zijn nog vroeg, het is pas half 12, en wandelen op ons gemak naar het centrum. We pakken het wandelpad langs de rivier die ons bij oude brandweerwagens brengt. Het is leuk om deze oude auto’s te zien en te fantaseren hoe het zou zijn om ermee uit te rukken.

Nadat we een futuristische brug gepasseerd zijn die op een achtbaan lijkt en je waarschijnlijk kunt beklimmen, wandelen we over de Ponte Vella, de oude Romeinse brug, de binnenstad van Ourense in. We hoeven niet de weg te zoeken want overal zijn Jacobsschelpen in het trottoir gemetseld.

Oude centrum van Ourense

Opnieuw wandelen we over de Camino de la Plata. Tijd dus om weer eens een foto te nemen. Het centrum van Ourense is op een heuvel gebouwd, we moeten stevig klimmen om er te komen. Als we in de zon een net vrijgekomen tafeltje vinden op het Plaza Mayor puffen we daar even uit terwijl we een Cafe con Leche drinken. Wij blijven niet zo lang hangen als de Spanjaarden, die uren van een koffie genieten. Zodra de koffie op is vertrekken we weer om een ander deel van de stad te verkennen. Ook hier zijn smalle straatjes en imposante gebouwen. Een geocache brengt ons naar een pleintje met een heetwaterbron. We kijken er rond en komen dan langs de “albergue de peregrino”. Als we er kijken komt de beheerder net aan. We maken een praatje en op mijn vraag hoe het met de bezetting is verneem ik dat hier altijd wel een slaapplek beschikbaar is. Geruststellend om te weten. Als we terugwandelen zijn de straten bijna uitgestorven. De terrasjes worden weggehaald, de tafels en stoelen opgestapeld. Het is siësta en alles sluit, dus wandelen we op ons gemakje terug naar de camper. Daar Dick geen behoefte heeft aan de beklimming van de “Puente del Milenio” loop ik weer terug.

Puente de Milenio

Deze futuristische brug werd in gebruik genomen op 1 september 2001 en werd een symbool van het eigentijdse Ourense. Het in een ellips-vorm gemaakte pad leidt, middels 100 treden, 22 meter omhoog naar de hemel en daalt dan weer 22 meter omlaag naar de rivier. Bij de start van de beklimming moet ik even slikken. De traptreden leiden steil omhoog. De klim is echter goed te doen en boven word ik beloond met een schitterend uitzicht.

Na de klim komt de afdaling

 

Maar dan komt de steile afdaling, mijn hart bonkt in mijn keel en ik ben blij als ik weer op rivierniveau sta. Toch moet ik dezelfde gevoelens opnieuw ondergaan nu met de beklimming en afdaling aan de andere zijde. Maar veel inwoners doen dit en uit het feit dat ze zich makkelijk bewegen kun je afleiden dat het niet de eerste keer is dat ze deze brug beklimmen. En de zon die inmiddels volop schijnt is de beloning. Als ik de hele ellips heb voltooid loop ik op mijn gemakje weer terug naar de camper. Wat was dit een leuke belevenis, jammer dat Dick er niet bij was. Onze maaltijd (rijst met groente, sla en gehaktballetjes) smaakt na al die buitenlucht van vandaag zeer goed.

Maandag 29 januari rijden we direct na het ontbijt weg uit Ourense. We zullen hier zeker terugkeren. Niet alleen om de brug opnieuw te beklimmen maar ook om een bad te nemen in de hier aanwezige warmwaterbronnen. Door een prachtig woest berglandschap rijden we naar Santiago de Compostella.
Middels blauw-gele borden met een Jacobsschelp worden we er regelmatig aan herinnert dat we langs een Camino rijden (nu genaamd: Camino Sanabres). Nu kan ik ook het laatste deel van mijn route verkennen. En dan arriveren we bij de grote parking vlakbij het centrum. We betalen het dagtarief, maken een praatje met de bewaker en parkeren dan de camper op het bijna lege parkeerterrein. Terwijl Dick koffie maakt ga ik ons black water dumpen. Daar hebben we de afgelopen dagen geen gelegenheid voor gehad. Na de koffie wandelen we naar de bushalte die zich aan de weg bevindt. Bus #1 komt er net aan dus we stappen in. Echt nodig is het niet om de bus te pakken want het is slechts 1.5 km lopen naar het centrum maar als de bus er toch aankomt…

Bij de markthal stappen we uit en kijken rond. Helaas zijn we te laat, Er zijn nog slechts enkele stalletjes open. De meesten zijn inmiddels gesloten. Dus al snel wandelen we verder en dwalen door de smalle straatjes van Santiago.

Bar “La Tita”

Kijken rond bij winkeltjes en dan wijst Dick naar Bar “La Tita”. Het is er druk en alle tafeltjes zijn bezet maar als buiten een tafeltje vrijkomt heeft Dick er al plaatsgenomen. Op dit tijdstip, nog voor enen, kan dat nog. Iets later, als wij al heerlijk smikkelen van “Hamburguesa Tita”, zien we mensen op de rand van de tegenoverliggende arcades wachten tot ze eindelijk aan de beurt zijn om hier wat te eten of te drinken. Het eten smaakt goed en natuurlijk stuur ik een foto naar Hannah en Henk. Die hebben, toen ze met de fiets in Santiago aankwamen, ook hier gegeten. Zij hadden toen regen terwijl bij ons een vaag zonnetje tevoorschijn komt en de temperatuur op 16 graden ligt. Gesterkt door het lekkere eten dwalen we verder door Santiago.Omdat alle straatjes naar de Kathedraal leiden duurt het niet lang of we kunnen deze imposante kerk betreden.

Helaas hangt de Botafumeiro er niet, het grootste wierookvat ter wereld. Volgens overlevering werd het gebruikt om de lucht in de Kathedraal te zuiveren van onreinheden en onwelriekende geuren van de pelgrims. Nu is het rondslingeren ervan meer een toeristische attractie. Helaas weet je nooit of het plaatsvindt. Gelukkig hebben wij het wierookvat in bedrijf gezien. Zeer imposant want het enorme wierookvat komt heel hoog tijdens het slingeren.

Apostel Santiago in de kathedraal

Terwijl we ronddwalen door de stille kathedraal zien we dat het weer mogelijk is het beeld van Santiago te omhelzen, een emotioneel gebaar wat staat voor dankbaarheid, respect en het einde van een lange reis. Helaas was het niet mogelijk apostel Santiago te omhelzen toen ik mijn pelgrimstocht voltooid had. Al sinds de uitbraak van Corona was de gang ernaartoe afgesloten. Nu is het wel mogelijk en het is stil dus beklimmen we de trap op naar het beeld. Ik snap niet waarom maar terwijl ik de trap beklim stromen de tranen uit mijn ogen en huilend omhels ik de apostel. Het is echt een moment van grote emotie. Zelfs voor iemand die niet met heiligen is opgevoed.    
Dick heeft duidelijk minder met heiligen en loopt achter mij aan zonder zelfs te denken aan een omhelzing. Nog enige tijd vertoeven we in de Kathedraal en dan lopen we weer naar buiten waar we een kijkje nemen bij het Pelgrimsbureau. Vandaag zijn daar 43 pelgrims aangekomen. Hoe anders was dit toen ik hier in september 2022 arriveerde na de Camino Frances te hebben gelopen. Toen stonden binnen en buiten lange rijen pelgrims te wachten tot zij hun Compostella konden halen.
Op de Credencial de Peregrino, een geloofsbrief, uitgegeven door de kerk die aantoont dat je pelgrim bent, krijg je iedere dag op je route een stempel bij kerk of herberg. Bij aankomst in Santiago is dit een bewijs dat je het vereiste aantal kilometers hebt gelopen of gefietst en kun je een Compostella krijgen, een certificaat dat aangeeft dat de pelgrimstocht volbracht is. Hopelijk sta ik hier eind mei weer om een Compostella in ontvangst te nemen na het voltooien van de Camino de la Plata en Camino Sanabres. 

Plein voor de Kathedraal in Santiago

En dan komen we op het grote plein voor de Kathedraal. Het is altijd een magisch moment als je hier aankomt, ook al is het nu niet lopend. We zitten enige tijd op een randje en kijken over het bijna lege plein. Uiteindelijk hebben we genoeg rondgedwaald en lopen we weer terug naar de straat vanwaar de bus vertrekt naar de parking. Daar aangekomen wandel ik nog even naar de supermarket verderop terwijl Dick bij de camper blijft. Hij vindt dat hij met 11 km genoeg heeft gelopen. Als ik weer terug ben is het een stuk koeler geworden en de temperatuur komt niet hoger dan 10 graden. De verwachting is dat het vannacht nog kouder wordt. We plaatsen derhalve onze isolatiemat voor de ruit en drinken dan een glaasje wijn waarbij we napraten over deze bijzondere dag in Santiago de Compostella.

Dinsdag 30 januari is het al licht als we om half negen opstaan. Je merkt wel dat we westelijker zitten, ’s ochtends blijft het langer donker maar in de avond hebben we langer licht. Na het ontbijt, het dumpen, water vullen (is een sleutel voor nodig) en betalen, verlaten we deze fijne parking en rijden door het bergachtige landschap van Galicia langs eindeloze eucalyptus bossen.

Camperplek met uitzicht in Fisterra

Om half 12 rijden we de camperplek met uitzicht op zee in Fisterre op. De lucht is staalblauw, de zon schijnt volop, het is windstil en 16 graden.
We staan op de plek waar we altijd staan en maken een praatje met onze Duitse buren die hier al zeker 6 jaar wonen. Terwijl we praten komt de camperbeheerder eraan die ons direct herkent en er volgt een omhelzing. Nadat we even gezellig praten en koffie gedronken hebben, vaste prik als we ergens aankomen, wandelen we dit leuke stadje in. We kijken bij de haven en slenteren door de smalle straatjes. De weersvooruitzichten zijn gunstig dus morgen zullen we zeker nog blijven.

Kapper Victor in Fisterra

 

Al weken probeer ik mijn haren te laten snijden maar telkens lukt dat niet omdat veel mensen wachten of de kapper gesloten is. Maar als we rondlopen ziet Dick een kapper die net open is dus, terwijl Dick terug wandelt naar de camper loop ik de trap op waar ik een deur open. Na een kwartier kan ik plaatsnemen in de kappersstoel en worden mijn lange lokken eindelijk afgeknipt. Wat ben ik blij als ik een uur later weer buitensta met een geknipt koppie. Klaarblijkelijk is het niet te kort want zelfs Dick, die van lang haar houdt, knikt goedkeurend als hij het werk van de kapper aanschouwt. Samen lopen we naar de vismarkt maar omdat we nergens een plek vinden die hieraan voldoet gaan we weer onverrichterzake terug. ’s Avonds lopen we opnieuw naar de haven, nu om te eten. Het seizoen is duidelijk nog niet begonnen want veel restaurants zijn aan het verbouwen maar gelukkig vinden we één restaurant dat open is. Het eten is er voortreffelijk.

Zonsopkomst Fisterra

 

Na een prachtige zonsopkomst op deze laatste dag van Januari en een heerlijk ontbijt met een gekookt eitje wandelen we met onze twee waszakken naar de lavanderia. Terwijl ik het was proces opstart loopt Dick terug naar de camper waar hij de vloer stofzuigt. Regelmatig komt hij even terug om te kijken of hij al kan helpen met opvouwen (we gebruiken onze benen in plaats van onze mobieltjes) en rond twaalven is alles opgeborgen in de kastjes en ons bedje schoon gedekt. Nu onze chores (klusjes) gedaan zijn is het tijd om erop uit te gaan. Als Dick de fietsen tevoorschijn haalt blijkt zijn voorband lek.

Band plakken op de camperplek

Gelukkig is het stralend weer dus kan hij buiten zittend de band repareren en niet veel later kunnen we op weg. Door het stadje rijden we op ons gemakje naar de Cabo de Fisterre, in vroeger tijden het einde van de wereld. Beneden bij het water is niet alleen de geocache verstopt, overal zijn ook schoenen achtergelaten en vind je onder rotsen verstopte kleding. De traditie wilde namelijk dat pelgrims hier hun kleding en schoenen verbrandden. Tegenwoordig is dat verboden. Er is waarschijnlijk een schoonmaakactie geweest want er ligt aanzienlijk minder dan toen we hier twee jaar geleden rond klommen. Natuurlijk neem ik ook een kijkje bij Apostel Santiago die bij het kruis op de rotsen staat.

Mijn geliefde pelgrimslied verhaalt hierover:

“Et tout la bas au bout du continent
“Messire Jacques nous attend            
“Depuis toujours son sourire fixe      
“Le soleil qui meurt au Finisterre.

En ginds aan het einde van het continent
wacht ons heer Jacobus
sinds altijd zijn glimlach gericht
op de zon die ondergaat in Finisterre.

Het is prachtig hier op de Cabo met de zon die in het water weerkaatst en we blijven  enige tijd rondhangen. Natuurlijk maken we nog een foto bij km 0,0 en het beeld van de pelgrim die zich tegen de wind in zijn weg baant en dan fietsen we op ons gemakje weer terug naar de camper. Natuurlijk kan ik de Chinese bazars niet weerstaan, er zijn in dit stadje zelfs twee stuks, en daar loop ik even later rond. Dan praten we nog even wat met de beheerder die ons vertelt waar we (onze inmiddels smerige) camper kunnen wassen.
Hij adviseert ons vandaar nog een stukje door te rijden en de waterval van Ezaro te bezoeken die de moeite waard is. Dus besluiten we nog een dag te blijven. Ons plekje zal worden vastgehouden dus daar hoeven we ons geen zorgen over te maken.
We vertrekken (al is het maar voor een ochtend) maar hoeven nog niet te betalen. Hier, aan het einde der wereld is nog vertrouwen in de mensheid. ’s Avonds zijn alle restaurants gesloten in het haventje. Gelukkig is een Turkse snackbar open waar we kebab eten. Door een doodstil Fisterre lopen we laat in de avond weer terug naar de camper.

Speciale camper wasbox in Cee

De eerste dag van Februari begint opnieuw met een staalblauwe lucht en zon maar als we op weg zijn naar Cee geraken we toch in een dik wolkendek. De wasplaats is hoog genoeg voor onze camper en nadat we euro’s in de machine hebben gestopt verschijnt er veel en groen schuim en kan onze camper ingezeept worden. Je ziet het vuil gewoon losweken van de camper. Uiteindelijk na veel inzepen, boenen en spuiten is de camper weer stralend schoon en rijden we verder langs de baai vanwaar we regelmatig een blik op de Cabo Fisterre kunnen werpen.

Waterval in Evora

In Evora moeten we de afslag zoeken naar de waterval maar uiteindelijk kunnen we de camper parkeren en lopen we naar het begin van de waterval. Met veel kracht stort het water zich naar beneden en tegen de rotswand en is imposant, we voelen de waterspetters. En we zijn echt een stuk van de waterval verwijderd. Het oorspronkelijke pad naar de voet van de waterval loopt verder door maar is vermolmd en dus hermetisch afgesloten. Jammer dat we met de laagstaande zon in dit jaargetijde nog in de schaduw staan. Hier kom ik hoogzomer zeker nog eens terug. Na veel foto’s uit verschillende hoeken lopen we uiteindelijk terug naar de camper en rijden weer terug naar de camperplek waar we de camper terugzetten op het voor ons gereserveerde plekje.
Omdat het nog vroeg is loop ik in de middag nog naar het mooie kerkje aan het einde van Fisterre maar als ik daar ben zie ik dat het slechts een klein stukje is om bij de Ermida de San Guillerme te klimmen. Daar heb ik een schitterend uitzicht op de hele baai. En dan blijkt het nog maar een klein stukje naar landpunt zodat ik doorloop. Het is leuk om vanaf de berg naar de oceaan af te dalen.

Cabo Fisterra

Als je de eindeloze watermassa ziet is begrijpelijk dat deze plek aan de Costa da Morte in vroeger tijden als ”het einde der wereld” aangeduid werd. Niet voor niets zie je vanaf hier de laatste zonsondergang van het Europese vasteland. Met de staalblauwe lucht en zon is het betoverend. Na een laatste blik op de apostel Santiago wandel ik weer terug naar de camper. Wel fijn dat ik nu én naar de Cabo ben gefietst én ernaartoe ben gelopen.

Afscheid van de camp beheerder

 

 

 

Op de camperplek praten we nog gezellig met de beheerder, betalen voor de nachten dat we hier hebben gestaan en beloven snel weer terug te keren. Om 19:00 uur wandelen we opnieuw naar de haven waar ons restaurant gelukkig weer open is en we opnieuw van een goede maaltijd kunnen genieten.

Vrijdag 2 februari vertrekken we om half 10 uit Fisterre. De zon schijnt volop maar er waait een ijzige wind. Dwars door het bergachtige Galicia rijden we naar de noordkust waar we in Foz, op een groot grasveld aan de baai, een parking vinden. Het is eb en voor ons strekt zich een kale zandvlakte uit alleen doorkruist door enkele waterstroompjes die richting zee afvloeien. Na de vele mist in de bergen hebben we hier staalblauwe lucht en zon dus gaan we het stadje verkennen. Ik kan maar één woord uitbrengen: het is hier dodelijk saai, er is geen winkel te zien, geen supermarket en er zijn geen mensen op straat.

Strand met rosten in Foz

Gelukkig komen we uiteindelijk bij de kust waar we naar het strand afdalen en tussen de rotspartijen en grotten een cache vinden. Dit stuk van Foz alsmede de woeste rotsblokken in zee maken dat onze wandeling toch nog leuk wordt. Helaas zijn er steeds meer wolken gekomen en als we weer bij de camper arriveren is het grijs en ijzig koud. Het duurt enige tijd voor we weer opgewarmd zijn.
’s Avonds gaan we er niet meer op uit. Ik heb nog wat blikjes Chili con Carne die we opwarmen en met brood eten. Het is niet slecht. Dat dit wel een plek is waar veel mensen graag staan blijkt wel als eind van de middag de een na de andere camper aankomt. ‘s avonds staat alles vol en hebben we zeker 40 Spaanse buren.

Als we zaterdag 3 februari om 8:00 uur opstaan is het nog donker. Alhoewel de zon de hemel probeert te kleuren rukt een dik wolkendek op en als we om 9:00 uur vertrekken zien we alleen nog een vaag zonnetje. Door soms zware mistbanken rijden we dwars door de bergen naar Ponferada waar de zon weer tevoorschijn komt en om 13:00 uur parkeren we onze camper tussen de flatgebouwen in Astorga. De lucht is inmiddels staalblauw, de zon schijnt volop en het is 18 graden. Goed dat we de noordkust hebben verlaten. Ook al hebben we al heel vaak door Astorga rondgedwaald toch blijft dit een plaatsje waar we iedere keer graag komen. We drinken wat op een terrasje op de Plaza Mayor, genieten van de zon en de overal rond slenterende mensen.
’s Avonds lopen we opnieuw naar het centrum waar we, niet ver van de albergue peregrino in de Irish tabern eten. Een goede keuze, het eten is goed, niet voor niets zijn alle tafeltjes bezet. Langs de prachtig verlichte Kathedraal en het Palacio van Gaudi lopen we ’s avonds terug. Het is druk op straat en overal zitten de mensen nog buiten op de terrasjes en dat bij 10 graden. In Spanje is echt een ander levenspatroon.

Zondag 4 februari zijn we voor achten op en na het ontbijt rijden we naar de arena waar we ons grey- en black water droppen. Het vriest dus het is de vraag of er wel water is maar als we de kraan opendraaien blijken we te kunnen vullen.

Valverde La Virgin

We stoppen in het kleine stadje Valverde La Virgin, aan de Camino Frances, om foto’s te maken van de zich op de kerktoren nestelende ooievaars. Doordat er geen wind is en volop zon voelt het niet echt koud hoewel de temperatuur nog steeds 5 graden aangeeft.

Om 13:00 uur arriveren we in Burgos waar we naast het winkelcentrum La Plata onze camper parkeren. Omdat het zulk mooi weer is wandelen we naar het centrum. Daartoe hoeven we alleen maar de overal aanwezige gele pijlen te volgen, we lopen immers over het traject van de Camino Frances. Alvorens bij de kathedraal te arriveren komen we langs de albergue municipal. We kijken in de ontvangsthal en vanaf de straat laat ik Dick het dakterras zien waar ik mijn was ophing. Ik praat Dick de oren van zijn hoofd. Arme Dick, waarschijnlijk heeft hij dit al diverse keren gehoord. Alleen heeft hij er nu een beeld bij.

Kathedraal in Burgos

Niet ver van de albergue is de kathedraal waar we naar binnen lopen. Onze credentials heb ik meegenomen (ja, Dick heeft er ook één) dus krijgen we, naast een stempel, beiden pelgrimskorting op de toegangsprijs en wandelen dan naar binnen. De buitenkant is al indrukwekkend, binnen is niet te geloven hoe rijk deze kerk gedecoreerd is. Overal zijn zijbeuken met beelden, rijk gedecoreerde altaren en schitterende schilderingen. We raken niet uitgekeken, het is indrukwekkend.

Pracht en praal in de kathedraal

Nadat we door eindeloze kloostergangen hebben gelopen, vol met marmeren beelden en prachtige wandkleden en na nog een laatste zicht op de binnenplaats van de kathedraal verlaten we deze schitterende kathedraal weer.
In het warme zonnetje wandelen we op ons gemakje terug. Omdat het al half 6 is lopen we op de terugweg het winkelcentrum in waar we bij het restaurant een menu bestellen. Na de 11 km rondlopen smaakt de, uit drie gangen bestaande, maaltijd prima.’s Avonds drinken we alleen nog koffie en kijken TV. Het was een heerlijke dag.

Gelukkig hebben we gisteravond de isoleermat voor de voorruit bevestigd want als we maandagochtend om 8:00 uur opstaan wijst de thermometer -1 graad aan. De geparkeerde auto’s om ons heen hebben een dikke ijslaag op de voorruit. Iets over elven arriveren we in Vitoria Gasteiz. Het is nog erg stil maar gaande de dag lopen steeds meer campers binnen en tegen de avond staan bijna alle plekken vol. Helaas hebben we de zon en blauwe lucht in Burgos achtergelaten, hier is het grijs. Erg is dat niet want het is weer eens wasdag. Ik hoef alleen de parking over te steken en ben dan bij de lavanderia. Dick gaat onderwijl de ramen onderhanden nemen want die zijn stinkend smerig maar heeft ook nog tijd om de camper te stofzuigen en mij te helpen met opvouwen van het wasgoed als dat uit de droger komt. Om drie uur zijn we klaar met al onze chores en wandelen we nog even langs enkele geocaches. De zon is gelukkig weer doorgebroken en het is buiten erg aangenaam. Natuurlijk gaan we samen ook nog even naar Eroski de prachtige supermarket aan de overkant. We halen avondeten en zoeken een dessert uit. De Judia Plana (snijbonen) met gebakken aardappel en gehakt smaakt prima.

Helaas is het dinsdag 6 februari als we om 8:00 uur opstaan weer mistig en het is koud. Na het ontbijt dumpen we en vullen met water en vertrekken. Op de tegenoverliggende rijbaan komen we enorme rijen tractoren tegen en we zien lange files ontstaan. Boeren protesten vinden hier dus ook plaats. Gelukkig arriveren we vroeg in Pamplona want daar staan al rijen tractoren klaar om de weg te blokkeren. Pamplona heeft verschillende camperplekken en we kiezen degene die het dichts bij het centrum is. Gelukkig is er een plekje. Nadat we hebben betaald wandelen we naar de lift die ons naar de bovenstad brengt. Wel fijn want nu hoeven we niet de steile stadsmuren te beklimmen. Door de smalle straatjes van Pamplona slenteren we rond. Natuurlijk laat ik Dick de albergue zien die in een oude kerk gevestigd is en arriveren uiteindelijk op het mooie plein in het centrum.

Bocadillo in Pamplona

De aanblik van een heerlijke Bocadillo met Jamon kunnen we niet weerstaan en nadat we bij de Pharmacia eerst crème voor pijnlijke spieren gekocht hebben, smullen we op een bankje van het verse brood. Inmiddels zijn alle barretjes dicht dus kunnen we nergens meer wat nuttigen. Met een gevulde maag wandelen we nog de stadsmuren rond en uiteindelijk arriveren we weer bij de lift die ons naar de benedenstad brengt.

Om 16:00 uur zijn we terug bij de camper. Omdat we op onze weg naar de camperplek langs een Decathlon kwamen en die slechts 2.5 km weg is besluit ik nog even daar rond te kijken. Het blijkt een prima idee want ik vind er een mooie dunne wandelbroek en een nieuw oranje regenjack. Dat laatste is wel belangrijk want de ritsen op de zakken van mijn oude regenjack zijn kapot gegaan. Ik mag de aankoop indien hij niet bevalt terug brengen. Dat hoeft echter niet want mijn aankoop valt ook bij Dick in de smaak. Omdat we pas tegen drieën de enorme Bocadillo aten hebben we weinig trek meer en dus wordt er niet meer gekookt. ’s Nachts daalt de temperatuur tot het vriespunt en de verwarming slaat weer eens aan.

Woensdag 7 februari schijnt de zon, is de lucht staalblauw maar is het met 2 graden wel koud. Echt weer om de Pyreneeën over te steken. Dus gaan we na dumpen en water vullen op weg. Nadat we heel Pamplona zijn doorgereden komen we op de smalle N 135 die naar Frankrijk leidt. Om ons heen zijn de velden wit van de vorst en regelmatig kruisen we de Camino Frances.

Op 800 meter nu zonder sneeuw

Op 800 meter hoogte stoppen we op de pas en genieten van de zon. In tegenstelling tot afgelopen jaar ligt hier nu geen sneeuw. In Roncesvalles is alles uitgestorven dus rijden we verder. We stoppen even bij het monument van Roldan. In het jaar 778 vond de slag bij Roncevaux plaats waarbij een Baskische strijdmacht het leger van Karel de Grote versloeg. Legerleider Roeland sneuvelde daarbij. Het epische “Chanson de Roland” is hierop gebaseerd.
We kijken even rond over de schitterende bergwereld en dan volgt een steile afdaling naar Saint Jean Pied de Port of in het Baskisch: Donibani Garazi. Op de camperplek parkeren we onze camper. Het is heel stil want er is slechts één andere camper.

Saint Jean Pied de Port

Ook al is het een klein dorpje toch is het erg pittoresk en zeker nu de zon schijnt is het heerlijk om hier rond te lopen. Helaas is, net als vorig jaar, onze sportzaak, Boutique du Pellerin nog gesloten. Het zal dus niet lukken om hier een nieuwe poncho te kopen. Wel jammer want het exemplaar wat ik graag wil kopen staat aanlokkelijk in het voorportaal. Dick die deze sluiting voorzag heeft derhalve een mail gestuurd maar daar evenmin enige reactie op gehad. Het is trouwens niet de enige winkel die gesloten is. Op onze tocht door het stadje blijken veel meer winkels gesloten te zijn. Na natuurlijk een kaars te hebben opgestoken in de kerk wandelen we langzaam weer terug. Daarna loop ik toch nog even naar het andere einde van het stadje waar nog twee geocaches verborgen zijn en ook een Lidl is waar ik nasi haal die ‘s avonds goed blijkt te smaken.

Donderdag 8 februari is er veel meer bewolking maar het is met 13 graden niet koud. Over smalle binnenwegen rijden we naar het noorden. Op een gegeven moment missen we een bord want we arriveren bij een brug die verboden is voor meer dan 3.5 ton. Maar nu omrijden kost wel heel veel extra kilometers dus wagen we het erop en steken de smalle brug over. Gelukkig komen er pas tegenliggers als we bijna aan de overzijde zijn en met wat manoeuvreren lukt het elkaar aan het begin te passeren. Niet veel later zetten we de camper neer bij het voormalige station in Creon. De camper plek is helemaal leeg. Na een kop koffie lopen we rond in het doodse stadje. Het is ook somber weer dus niemand gaat voor zijn plezier naar buiten. Als we dus terug zijn  besluiten we verder te rijden naar Artigues pres Bordeaux.

Artiques pres Bordeaux

Om 17:00 uur arriveren we bij de parking naast de oude Romaanse kerk. Gelukkig vertrekt net een grote groep wandelaars die hier hun auto’s geparkeerd hadden zodat plek vrijkomt om onze camper te parkeren. Wel fijn want we hebben weinig zin om nog verder te rijden. Wel loop ik nog een stukje om een cache te zoeken die ik voor een challenge nodig heb. Omdat we pas laat aankwamen wordt het al schemerig als ik weer terug ben. We eten lekker bratwurst en sla en kijken TV.

Vrijdag 9 februari maken de kerkklokken ons wakker, ze  slaan 8 maal. Veel van de campers die hier vannacht op doortocht gestaan hebben zijn al vertrokken. Om 9:00 uur zijn ook wij op weg. We rijden door de wijnstreek van de Bordeaux. In dit jaargetijde zijn de wijnranken nog kaal en ook de lucht is grijs bewolkt dus het ziet er wat somber uit. Terwijl we verder naar het noordwesten rijden regent het regelmatig. Ook het landschap verandert, de wijnranken maken plaats voor het vlakke kustlandschap met waterbassins waar schelpdieren worden opgekweekt. Iets voor twaalven rijden we de brug over naar Ile d’ Oleron. Het is laag tij. Boven het eiland zien we blauwe lucht verschijnen. Werkzaamheden maken dat we praktisch het hele eiland moeten omrijden alvorens aan te komen in St. Pierre d’Oleron. Op het grote parkeerterrein van LeClerc zetten we de camper neer. Op borden staat dat langere tijd parkeren niet toegestaan is maar wij denken dat dit niet op ons slaat, zeker in dit jaargetijde, want morgen vertrekken we weer. Na de koffie wandelen we het stadje in. Helaas ligt het in het binnenland dus merk je hier niet dat we op een eiland staan. De zon schijnt echter en het is heerlijk om buiten rond te wandelen.

Laterne des Morts

Geocaches brengen ons op mooie plekjes in het stadje. Bijzonder is “Laterne des Morts” de hoog oprijzende stenen toren als voortdurende herinnering aan de overledenen. Het vuur dat hoog bovenin brandt is het symbool van de onsterfelijkheid van de geest. Prachtig.
Eind van de middag zijn we weer terug bij de camper, de zon schijnt nog steeds en is het 18 graden. We boffen. Omdat ons Franse gas op is lopen we samen naar het benzinestation waar we onze fles kunnen omwisselen. De propaan is goedkoper geworden want we betalen enkele euro’s minder dan begin januari. Natuurlijk loop ik ook nog de grote supermarket in. Niet alleen om eten voor vanavond te halen maar ook om lekker rond te snuffelen. Jullie zullen begrijpen dat Dick liever thuis blijft. Pas als het donker wordt kom ik weer tevoorschijn. Thuis kan ik meteen aan het eten beginnen. Gelukkig vindt Dick de bloemkool, burgers en gebakken aardappeltjes goed smaken. “s Nachts regent het lang en hard. Het is maar goed dat de camper jaarlijks een waterdichtheidstest ondergaat.

Als we zaterdag 10 februari om 8 uur opstaan is het droog. Weer moeten we het halve eiland omrijden om de brug te bereiken naar het vasteland. Overal om ons heen zie je in dit door getijde getekende land, bassins waar schelpdieren gekweekt worden. Voor ooievaars is dit gebied klaarblijkelijk ook aanlokkelijk want op iedere hoogspanningsmast zijn wel enkele ooievaarsnesten gebouwd en al deze nesten worden ook bevolkt.

Kaart in La Roche sur Yon

Voor we er erg in hebben zijn we al in Rochefort. Bij de capitainerie kunnen we dumpen en water vullen en omdat onze tanks vol/leeg zijn komt dat goed uit. Na 20 minuten rijden we verder en om 12:00 uur komen we aan in La Roche sur Yon. Wel fijn dat we zo vroeg zijn want nu kunnen we op de laptop de uitvaart van de lieve, oude Francien volgen die 1 februari op hoge leeftijd is overleden. Na afloop van de uitvaart lopen we het stadje in.

Vanavond hebben we in het centrum een geocache event en we willen kijken waar dat is. Daarbij verblijven in de Bassins op de Place Napoleon verschillende mechanische dieren. Ze zijn verbonden met een bedieningspaneel waarmee het publiek delen van het dier kan bewegen. Dat willen we natuurlijk zien. Een smal pad langs de rivier leidt naar het centrum. Alhoewel er veel wolken zijn schijnt de zon dus is het heerlijk buiten. Als we bij de bassins aankomen blijken veel bedienings panelen nog buiten bedrijf. 

Mechanische Nijlpaard in park Place Napoleon

 

Wel teleurstellend want ook al is het leuk een enorm nijlpaard in het water te zien, hij kan niet tot leven gebracht worden. Alleen delen van kikkers kunnen bewogen worden. Snel zijn we dus uitgekeken op deze beestenboel en omdat we plotseling worden overvallen door een regenbui duiken we een boulangerie in waar we koffie drinken en natuurlijk ook een gebakje bestellen. Als we weer buiten zijn schijnt de zon weer, dus goed getimed. We slenteren nog even door de straatjes alvorens terug te keren naar de camper.
Om half 7 lopen we opnieuw naar de stad waar we op een winderig en koud plein wachten op andere geocachers. Echt aangenaam is het niet buiten en we zijn dan ook aangenaam verrast als de aanwezigen op een gegeven moment de kroeg induiken.

Geocache event in het café

 

 

 

Op onze navraag blijkt dat gebruik. Eens in de twee maanden komen ze hier samen, drinken een biertje en praten over hun geocache ervaringen en reisplannen. Het is gezellig om met elkaar te kletsen en we warmen heerlijk op.
Om 8 uur nemen we als vrienden afscheid van elkaar. Mochten we ooit weer in de buurt zijn dan komen we zeker weer langs. Binnen samen een biertje drinken is, zeker als de weersomstandigheden niet optimaal zijn, wel een heel goede tip voor onze geocache events. In Nederland staan we namelijk regelmatig buiten te kleumen. Vol van deze ervaring lopen we weer terug naar de camper waar we nog wat toast en soep eten. Alle restaurantjes zaten namelijk overvol en we konden nergens terecht voor ons avondeten.

Zondag 11 februari zijn we voor tien uur al op weg. Er is weinig verkeer dus binnen 4 uur hebben we de 260 kilometers naar St. Malo afgelegd. Op de parking bij zee zetten we onze camper neer. Er staat slechts een andere camper. Wel raar want andere keren was het hier altijd druk. De donkere wolken die we onderweg nog zagen zijn allemaal verdwenen en we zien nu veel blauwe lucht en zon. Wel is het koud door een ijzige wind en de temperatuur komt niet hoger dan 9 graden. Dick blijft liever in de camper maar ik wil graag een kijkje nemen op een landtong waar een geocache verborgen is, dus wandel ik even later naar het strand.

Baai bij Saint Malo

Het is eb dus ik probeer de route over het drooggevallen deel van de baai te nemen. Niet alleen is dat veel leuker, het is ook aanzienlijk korter. Wel vergt het veel klimmen en klauteren over drooggevallen rotspartijen en moet je oppassen waar je je voeten neerzet want tussen de rotspartijen zijn overal waterpoeltjes. Leuk om te speuren en tot mijn grote plezier vind ik enkele mooie Jacobsschelpen. Ik ben niet de enige die hier rond klautert. Hele families klimmen de rotsen op en af.
Niet om Jacobsschelpen te zoeken maar naar krabbetjes en andere zee-beesten zodat ze vanavond een maaltijd hebben. Uiteindelijk heb ik er genoeg van en klauter naar de andere rand van de baai waar ik middels enkele door de zee uitgesleten stenen treden op het begin van de landtong kom. Daar wandel ik door naar het uiterste puntje. Ook deze wandeling blijkt, gezien de drukte om me heen, een favoriet uitje voor de Fransen. Na heel veel zoeken en speuren vind ik uiteindelijk de geocache, die listig tussen de rotsblokken verborgen ligt en wandel dan weer terug. Daal weer af naar het strand loop over het drooggevallen deel van de baai en arriveer uiteindelijk bij de camper, uitgewaaid en tevreden met mijn expeditie. De macaroni ’s avonds met kip en spekjes smaakt voortreffelijk.

Alhoewel maandag 12 februari eerst nog wat wolken te zien zijn trekken die al snel weg en kunnen we blauwe lucht en zon begroeten. We eten ons laatste Spaanse Oroweat brood. Wel jammer want het is lekker brood en dit soort brood kun je niet in Frankrijk kopen. Dan lopen we naar de bushalte aan de rand van het parkeerterrein en pakken bus 6 naar de binnenstad van St . Malo. Door de koude wind voelt de temperatuur als 7 graden en we hebben geen zin om met deze kou te fietsen. Ondanks het feit dat het maandagochtend is zijn we niet alleen in de smalle straatjes van de ommuurde binnenstad van St. Malo. Er lopen best wel wat mensen. Wel is het koud en regelmatig zoeken we een zonnig plekje om even op te warmen.

Kathedraal St. Vincent

 

De Kathedraal St. Vincent blijkt open en daar kijken we natuurlijk even rond. In 1944 is deze kerk ernstig beschadigd maar na restauratie is een prachtig Godshuis ontstaan. Iets verderop zie ik in de etalage een mooie hoodie en ik kan de drang niet weerstaan te passen. Het blijkt perfect te zitten en is heel warm en als er ook nog 50% korting is kan ik het niet weerstaan deze schitterende hoodie te kopen. En dat terwijl Dick degene is die nieuwe hoodies nodig heeft. Die heeft echter geen zin om naar nieuwe exemplaren te zoeken. Om weer wat op te warmen wandelen we naar de pier die ver de zee insteekt en die volledig in de zon ligt.

 

De pier in Saint Malo

 

 

 

Het is heerlijk om hier te wandelen na de kou in de smalle, in de schaduw gelegen, straatjes binnen de muren. Uiteindelijk wandelen we weer terug de ommuurde stad in.
Als een menu er goed uitziet lopen we een restaurant in. We eten lekker en met een vol buikje verlaten we rond drie uur weer het restaurant. Over de stadsmuren wandelen we richting bus onderwijl genietend van het uitzicht op zee en strand. Iets voor vieren zet de bus ons weer af bij Parking Le Davier. Daar ontdekken we de oorzaak van het uitblijven van campers, het blijkt “verboden” om hier te overnachten. Omdat we ons geluk niet willen tarten besluiten we niet nog een nacht te blijven maar te vertrekken. Helaas is de parking bij de supermarket in Cancale te klein dus rijden we door naar Pontorson waar we om half 6 aankomen. Wel fijn want nu kan ik mooi nog even wat inkopen doen. Niet voor het eten van vanavond want we hebben al gegeten maar voor de komende dagen. Onderwijl logt Dick de geocaches die we in St. Malo hebben gevonden.

Dinsdag 13 september is het grauw en grijs, echt weer om te wassen dus na het ontbijt verzamel ik al ons wasgoed, haal de bedden af en samen we lopen naar de laverie die zich aan de weg bevindt. Op dit vroege uur is er nog niemand anders dus ik kan de door mij gewenste machines gebruiken. Terwijl Dick terugloopt naar de camper, daar de ramen poetst en stofzuigt wacht ik bij de machines tot ze klaar zijn. Enkele kledingstukken hebben vieze strepen. Het gebeurt bijna nooit maar nu heb ik toch een vervuilde machine getroffen. Ik stop toch alles in de droger, bij een volgende wasbeurt verdwijnt dit wel weer. Zoals altijd is Dick op tijd weer bij de laverie om alle wasgoed te helpen opvouwen en samen lopen we alle schoon goed terug naar de camper. In de middag wandel ik nog even naar de andere kant van Pontorson waar zich een Lidl supermarket bevindt. Wel raar natuurlijk als je naast een supermarket geparkeerd staat, maar het geeft een doel aan een wandeling. Dick loopt niet mee maar gaat de voor en achterkant van de camper schoonmaken. Die is na de vele regen van de afgelopen dagen weer heel smerig. Opvallend is wel dat er  erg veel water op de landerijen ligt. Het heeft hier dus ook heel veel geregend. Als ik terug ben lopen we samen ook nog even onze supermarket in. Het TjingTao bier is in de reclame dus ’s avonds drinken we bij de nasi een heerlijk Chinees biertje. Net als in veel steden in France gaat de straatverlichting om 8 uur uit dus we staan in het aardedonker.

Helaas voor Dick, die zo zijn best heeft gedaan om de camper weer toonbaar te maken, staat er als we woensdagochtend op weg zijn naar Cherbourg een harde wind en regent het zo nu en dan. Om 12:00 uur arriveren we in Cherbourg. De camperplaats bevindt zich naast het met hoge hekken en veel consertines omheinde haventerrein. Helaas worden veel van de voor campers bestemde parkeerplekken bezet door gestalde campers en anderzijds door veel, heel veel geparkeerde auto’s. Maar we boffen, er vertrekt net een auto zodat we onze camper kunnen neerzetten.

Bunker bij passagiersterminal “Cité de la Mer”

We nemen een kijkje op de kade waar zich het museum “Cite de la Mer” bevindt. Het is gehuisvest in het “Gare Transatlantique de Cherbourg” waar de grote cruise schepen aanleggen en waar op het buitenterrein de onderzeeer “Le Redoutable” zich bevindt. Het is de eerste nucleaire onderzeeër van Frankrijk, die van 1971 tot 1991 dienst deed en plaats bood aan een bemanning van 135 personen. Gedurende die tijd heeft het ongeveer 90.000 uur onder water doorgebracht. Eerder hebben we deze indrukwekkende onderzeeër al eens van binnen bezocht, nu nemen we alleen een kijkje aan de buitenkant (ook omdat zich hier een geocache bevindt).

Omdat aan het einde van de lange kade de hekken openstaan lopen we erdoor. Het mag niet want we zijn niet geautoriseerd maar de plaatselijke vissers doen het ook. We bevinden ons nu op de kade waar onder andere de Titanic aan zijn grote reis over de Atlantische Oceaan begon. Hoe die fatale reis verliep en wat er gebeurde na een botsing met een ijsberg is in het museum heel aanschouwelijk te volgen. Ook al is het 5 jaar geleden dat we die film hebben gezien nog steeds zie ik hem op mijn netvlies. Omdat het eigenlijk te koud is om slechts in een hoodie rond te lopen wandelen we terug naar de camper, halen ons jack en lopen dan door naar het centrum van Cherbourg. Beiden vinden we dat je hier altijd weer kunt rond slenteren.

Te koop “schilderij 1400 Euro”

In een etalage zie ik een schilderij waar ik op slag verliefd wordt. Helaas blijft het erbij want als ik binnen naar de prijs vraag blijk ik 1400 euro te moeten betalen. Beiden vinden we dit te duur. Helaas want ik zag het al bij ons aan de wand hangen. Om op te warmen drinken we koffie in een patisserie en wandelen dan weer verder door de stad. Als we bij de Montagne du Roule (een hoge rots) arriveren gaan we ieders ons weegs. Dick wandelt op zijn gemakje terug naar de camper terwijl ik de berg beklim. In het hart van deze berg bevinden zich verdedigingswerken met een gangenstelsel en op verschillende plaatsen uitzichtpunten. In de 2e wereldoorlog werd het gebruikt ter verdediging van de haven van Cherbourg.

Uitzicht op Cherbourg

 

 

 

 

De steile klim is een goede oefening voor mijn pelgrimstocht en boven aangekomen word ik niet alleen beloond met een schitterend zicht op Cherbourg maar ook met een geocache. Eind van de middag ben ik pas terug maar wel tevreden. Om 19:00 uur lopen we langs de haven naar onze Thai. Ook al zijn we er anderhalf jaar niet geweest het eten wat we voorgeschoteld krijgen smaakt nog onveranderd goed. Alleen al voor dit Thaise restaurant rijden we telkens weer naar Cherbourg.

Omdat donderdag 15 februari wat blauwe lucht en zon te zien is en we ook nog voorlopen op ons reisschema besluiten we nog een dag te blijven. Na het ontbijt haalt Dick de fietsen tevoorschijn en even later fietsen we in het zonnetje. Rond half 1 passeren we een boulangerie waar het erg druk is en nadat de fietsen aan de ketting liggen lopen we naar binnen. De heerlijk belegde baquettes halen ons over en al snel smullen we van onze baquettes. We zijn nu vlakbij de Montagne du Roule en besluiten omhoog te fietsen zodat we nog van het uitzicht kunnen genieten. Helaas is de bewolking toegenomen en is het zelfs gaan miezeren, dus het uitzicht valt tegen. We fietsen terug naar de camper waar ik besluit om nog even naar de Action te lopen. Het betekent dat ik half Cherbourg door moet maar dan kan ik ook lekker rondsnuffelen. De zon is weer doorgebroken en het is aanzienlijk warmer dus het is een aangename wandeling en voldaan kom ik om 18:00 uur weer thuis waar Dick met warme chocomel op mij wacht.

Eten bij de “Thai”

Om 7 uur lopen we opnieuw naar ons Thais restaurant en opnieuw krijgen we een voortreffelijke maaltijd voorgeschoteld. De groene curry die ik besteld heb is zelfs nog beter.  Als we weer thuis zijn maken we het niet laat, beiden zijn we rozig.

Vrijdag 16 februari staan we om 07.45 uur op en het is nog donker maar als we om 09:00 uur vertrekken zien we blauwe luchten, alleen aan den einder zijn enkele wolken te bespeuren. Tot Caen rijden we over een 4-baans weg maar daarna volgen we soms zeer smalle wegen naar het noorden. Het laatste stukje naar Honfleur moeten we tolweg rijden. Ik blijf het raar vinden dat er geen tolvrije route is voor wagens boven de 3.5 ton. In Honfleur is volop plek dus we kunnen onze camper op ons vaste plekje neerzetten. Omdat het zulk mooi weer is wil ik erop uit, Dick blijft liever bij de camper. Dus besluit ik naar de grote supermarket van Leclerc te lopen. Als ik daar bijna ben zie ik dat de Pont de Normandie niet meer zo ver is dus ik wandel door. Helaas verdwijnt de zon achter een dik pak wolken als ik de brug oploop maar nu ga ik door want bij de eerste pilaar is een geocache. Je moet daar een foto van jezelf op de brug maken.

Pont de Normandië

De tolbrug bestaat uit 2 rijstroken, er pal naast een smalle fietsstrook en na een smalle stenen richel een voetpad. Ondanks de klim omhoog is er goed te lopen maar je wordt bijna duizelig door de oneindige stroom vrachtwagens die met 100 km per uur langs razen. Uiteindelijk ben ik toch bij de eerste pilaar waar ik een foto maak en in de huiveringwekkende diepte onder mij kijk. Het is niet meer zo ver naar het midden van de brug maar zo hoog op de brug staat een stevige wind dus dat komt wel een andere keer bij minder wind. Het liefst met Dick want zo hoog boven de Seine is het ook wel eng. Het is een verademing om weer van de brug af te zijn en na ook nog even wat eten gehaald te hebben bij Leclerc wandel ik op mijn gemakje weer terug huis waar blijkt dat ik pas 10 km heb gelopen.
‘s Avonds loop ik naar het Kebab restaurant om eten te halen. Helaas, het blijkt net na ons laatste bezoek in januari gesloten wegens renovatie. De zich ernaast bevindende kleine supermarket krijgt een nieuwe eigenaar en is ook helemaal onttakeld dus het is maar goed dat ik vanmiddag na de brug-escapade nog even wat eten heb ingeslagen. We eten wel simpel, brood met vlees en sla want eigenlijk heb ik niet zoveel zin om uitgebreid te koken.

Helaas is het grijs en grauw als we 17 februari om 08:00 uur opstaan. Ons plan was om aan de Le Havre zijde samen de Pont Normandië op te lopen maar als we over de brug rijden regent het en hangen de wolken over de bovenkant van de brug. We laten ons plan derhalve varen en rijden door naar Fecamp. Volgens onze camper-app bestaat de parking hier niet meer maar als we aankomen zien we nog steeds een parking voor campers en auto’s, wel is deze kleiner, zijn er geen dumpvoorzieningen meer, maar het is nu wel gratis. Terwijl wij koffie drinken trekken de wolken deels weg dus lopen we ’s middags in een heerlijk zonnetje door Fecamp. Ook hier is het toeristenseizoen nog niet begonnen en alleen de plaatselijke bevolking loopt rond. Bij een restaurant aan de haven reserveren we voor alle zekerheid een tafeltje voor vanavond. Afwisselend wandelen we door smalle straatjes, over pieren en langs de brede boulevard.

Krijt rotsen in Fecamp

 

De krijtrotsen die zich aan beide kanten van het strand bevinden zijn imposant en omdat het strand alleen uit kiezels bestaat hoor je voortdurend het heen en weer rollen ervan als de overigens kalme zee zich op het strand werpt. We genieten en net als in Finisterre voelt het hier als voorjaar. Als we terug bij de camper zijn weten we aan de hand van gegevens die we onderweg hebben gevonden de vindplek van een geocache te ontraadselen dus wandel ik eind van de middag nog even naar de boulevard.

Zonsondergang Fecamp

 

Daar blijkt net de zon steeds verder richting zee te zakken. Het is druk op het kiezelstrand, veel mensen willen dit magische moment niet missen. Ook ik blijf enige tijd staan en maak foto’s maar uiteindelijk ruk ik mij los en wandel terug.
Om 19:00 uur lopen we opnieuw richting strand en gaan ons restaurant binnen. Het eten is erg lekker. Hier komen we zeker terug.

Zondag 18 februari regent het en er hangt een dik wolkendek. Over binnenwegen rijden we naar Boulogne sur Mer. Zo nu en dan zien we een glimp van de grijze zee. Ook hier zijn de landerijen bedekt met een laag water. Als we Boulogne naderen is het zicht 0,0 door mistbanken. Helaas is de parkeerplaats voor campers achter het casino niet beschikbaar. Er wordt een nieuw flatgebouw gebouwd en het is de vraag of je hier ooit nog kunt parkeren.

Regenboog op camperplek in Wissant

Dus rijden we verder en 25 km noordelijker parkeren we onze camper in Wissant. Aan de hand van enkele geocaches wandelen we door dit, voor ons onbekende, stadje. We blijken vlakbij het strand te staan. Omdat de wolken steeds meer verdreven worden is het heerlijk rondwandelen en op de boulevard is het zelfs druk met flanerende mensen. Eind van de middag zijn we weer terug bij de camper. Net op tijd want even later gaat het heel hard regenen. Tegelijkertijd kleurt de lucht door de bomen rood oranje wat vreemd afsteekt tegen de zwarte lucht boven onze camper. Gelukkig hoeven we er niet meer uit.

Helaas is de lucht grijs als we maandag 19 februari om 08:00 uur opstaan. Helaas is hier geen water, wel kunnen we ons grey- en black water dumpen. Daarna gaan we op weg en na Calais gepasseerd te zijn rijden we het binnenland in. Onze bestemming is Revin en de weg ernaartoe leidt ons een stuk door België. Overal langs de weg zijn sporen van boerenprotesten te zien, bergen aan de kant geschoven tractorbanden maar op diverse rotondes ook bergen hooi onder de autobanden die nog steeds smeulen. Blij dat we hier niet waren toen de protesten bezig waren. Om 14:00 uur arriveren we in Revin. Tot onze verbazing is de camperplek helemaal verlaten. Dat hebben we hier nog nooit meegemaakt. Het wordt onze laatste dag in Frankrijk dus terwijl Dick de ramen poetst loop ik naar de supermarkt om nog wat laatste inkopen te doen. Als die in de camper zijn opgeborgen neem ik ook nog even een kijkje aan de andere zijde van de rivier de Meuse. Op enkele regendruppels na blijft het gelukkig droog maar de zon die onderweg nog even scheen laat zich helaas niet meer zien. Thuis gekomen is Dick ook klaar, hij heeft weer vuil van de voor- en achterzijde van de camper gepoetst. We hebben gezien dat er een Kebab restaurant in het dorp is dus ’s avonds loop ik daarnaartoe. Er is even wat verwarring over de gekozen maaltijd (ik wil een schotel in plaats van gevuld broodje) maar uiteindelijk vertrek ik met twee “Assiettes Kebab”. Het smaakt prima. Na onze maaltijd brengen we de isolatiemat voor de voorruit aan want de temperatuur daalt vannacht naar 5 graden.

De wolken hangen dinsdag laag over de rivier en na een ontbijt met weer eens een vers gekookt eitje vertrekken we. Na een uurtje rijden over binnenwegen en door eindeloze bossen verlaten we Frankrijk, en een autoweg brengt ons naar Arlon in België. Opnieuw verbazen we ons dat de parkeerplek achter de brandweer kazerne zo leeg is. Meestal is het op deze plek vlak bij de autobaan naar het zuiden drukker.

Wandelen in Arlon

Na de koffie stuurt Dick mij erop uit. Ik moet immers kilometers maken en al snel wandel ik aan de hand van enkele geocaches door Arlon. Helaas is het door de ijzige wind koud. De thermometer staat weliswaar op 7 graden, de gevoelstemperatuur ligt beduidend lager. Gelukkig heb ik onder mijn regenjack een donsjack aangetrokken. Natuurlijk moet ik naar de kerk hoog boven op de heuvel klimmen. Helaas zijn de wolken gezakt dus heb ik geen mooi uitzicht over de stad. Wel wordt ik door het vele klimmen in Arlon lekker warm. Maar wat echt warmt is de kop soep die Dick maakt als ik terug ben. Samen met het restje macaroni hebben we een goede avondmaaltijd. ‘s Avonds laat blijkt de parking waar 5 campers kunnen staan toch vol te staan, bij de ingang is een groot hek, het is vol.

We hebben klaarblijkelijk het mooie weer in het zuiden achtergelaten want als we woensdag 21 februari op staan is het weer bewolkt en grijs en slechts 6 graden. Het was dus goed om ook vannacht onze isolatiemat te bevestigen. De weg vanuit Arlon voert ons naar Martelange, een klein stukje door Luxemburg, niet meer dan een straatlengte maar voldoende om tenminste 12 tankstations te herbergen. Daar de brandstof in Luxembourg goedkoper is dan in de omringende landen tanken we vol en rijden dan verder. In Sittard parkeren we onze camper. Gelukkig verschijnt er een vaag zonnetje als we rondlopen door het grensgebied van Nederland en Duitsland. Gezien de paden waar we op lopen is dat lange tijd niet tevoorschijn gekomen want overal soppen onze schoenen door de zeer drassige bodem.

Pieterpad en Camino pad

Soms liggen er zelfs zulke diepe plassen op de paden dat we ons een weg dwars door het bos moeten banen. Wel is leuk dat we op een gegeven moment op het Pieterpad belanden en aan de Jacobsschelp is te zien dat dit ook de pelgrimsroute is naar Santiago de Compostella. Na 7,5 km een weg banen door de drassigheid zijn we weer thuis. Dick heeft geen zin meer maar ik loop nog even naar het centrum van Sittard waar zich een webcam cache bevindt. Dat is een geocache waarbij je een foto maakt van jezelf terwijl je op een webcam verschijnt. Het is een type cache die in het buitenland nog wel te vinden zijn maar in Nederland zijn er nog slechts twee webcams. Mogelijk als gevolg van onze privacy wetgeving.
Nadat ik in de camper weer opgewarmd ben, buiten voelt het nog steeds als 4 graden, wandel ik toch weer naar de stad. Ditmaal om Chinees eten te halen. Tot op heden was het altijd lekker maar na de maaltijd concluderen we dat het eten veel minder van kwaliteit is. Hier zullen we niet snel meer komen. Om 10 uur duiken we ons bed in.

Donderdag 22 februari zitten we om half acht al aan het ontbijt en na het afwassen en dumpen van ons grey- en black water, dan hoeft dat thuis niet te gebeuren, rijden we naar huis. Het is grijs weer maar het regent niet en ook als we eind van de ochtend de camper uitladen blijft het droog. Nadat de camper van binnen en buiten schoongepoetst is zetten we hem achter ons huis. Er blijkt gelukkig een plekje waar we de camper vannacht kunnen laten staan.

Onderweg naar de dealer in Nederweert

Morgen brengt Dick hem naar Nederweert naar onze dealer waar het slot van de camperdeur nagekeken zal worden. Wat zal het fijn zijn als we weer gewoon via de zijdeur de camper kunnen betreden.

We kijken terug op een heerlijke vakantie. Weliswaar hebben we niet echt warm weer gehad, wel was er regelmatig zon en blauwe lucht. Na maanden grijze lucht en regen in West Europa was dat een verademing. We hebben 8434 kilometer gereden, slechts 55 kilometer gefietst en 239 kilometer gelopen.  

Geplaatst in EUROPA | 1 reactie

To North Spain in January-February 2023

It is necessary to go out
January-February 2023

Now it’s clearly that we will not leave for the USA this year.
It would be possible with a departure at the end of October 2023, but we do not like to start that season and so we will suspend our trip to the USA for a year.

Route Camino del Norte

We can’t travel because quite a bit needs to be done on the facades of our house and this work will start around May 2023.
When construction work starts Dick thinks it’s better that I am not there and I agree. So in May I am going on a pilgrimage. This time I will walk the Camino del Norte, the pilgrimage route that follows the north coast of Spain.
That means that I want to take a closer look at these regions, so in January 2023 we plan a trip with our motorhome to the north coast of Spain. Not really the best time of the year to look around in this area but, given our other appointments, we have no choice.

January 12th 2023 early morning Dick gets the motorhome out of the storage. He parks behind our house and we load everything we will need. We have plenty of time. Before leaving we first have an appointment about the floor insulation of our house. It’s going well, our floor will also be insulated and end of the afternoon we leave. We drive to Vijfhuizen, under the smoke of Amsterdam, because tomorrow we have to go to our IVECO/FIAT garage first.

This morning the weather was still reasonable, gray but dry, now it is raining hard and the wind is blowing.
To prevent sinking into the mud, we are advised not to park on the grass but on the path between. There are few motorhomes so that is not a problem and early evening we have a place. Although the Frankia shakes back and forth due to the heavy gusts of wind and rain (we hope the motorhome rinses clean) we sleep deeply.

Waiting in the IVECO/FIAT shop

It is a bit disappointing when the next morning our alarm clock wakes us up at 5.30 am. After a quick breakfast we leave this motorhome parking that we  only saw in the dark. At the truck garage, mechanic Jeremy tells us what he is going to do about the fact that we are unable to fill up our diesel tank completely and then we wait, but with good coffee. Unfortunately there is more work involved than expected so after an hour we leave again. When we get back in March, the motorhome will be taken care of. We drive to Bergen op Zoom where we enjoy the wild inland sea and a faint sunshine for the rest of the afternoon. It’s storming now. I walk to some shops, the non-alcoholic wine is on sale and Dick works on the inventory count of the dive shop. That has to happen as well.

Boulevard Bergen op Zoom

You notice that the weather plays a role in going out because we are all alone on the boulevard.
Because it is raining quite hard on Saturday January 14th, Dick drives the Frankia closer to the supermarket so I can buy croissants and will not get wet. After breakfast and dumping our gray and black water we leave. We cannot fill up with clean water because the water tap is closed due to the frost, something that we will encounter more often on our route.

It’s pretty quiet on the road. There are not even traffic jams at Antwerp. The sky is uniformly grey, it storms and rain falls regularly. The thermometer hits  just 45 degrees Fahrenheit. It’s not weather to go out.

Parking St. Martin de Boulogne

As soon as we set foot on French soil, we exchange our empty propane-tank and then continue our trip along the Côte Opale to St. Martin de Boulogne. We will spend the night in the parking lot of an Auchan. An ideal place because it offers me a chance to look around the supermarket. After the motorhome is parked, with the front to the wind, I walk inside. And I am lucky, there is a sale of towels, they are 70% discounted and Dick just complained about our almost threadbare, 10 year old towels.

For a long time I search between the piles of towels. They are constantly replenished and finally I leave with six new, thick towels. In the near future we won’t have to rub our bodies dry. Although the storm continues, it clears up end of the afternoon, but since neither of us want to go out, we stay inside. We read, cook a simple meal and watch the news before going to bed. Apparently we have contracted a virus because the handkerchiefs cannot be dragged on and so is the case with the cough syrup. Although the latter is well overdue, it still helps.
At night we are not bothered by the big lights in the parking lot because after closing time all lights are turned off and it becomes pitch dark outside.

Sunday January 25th it rains incessantly, there is still a very strong wind and it is only 40 degrees. After our breakfast with a delicious fresh baguette we drive south. At the Pont de Bretonne we cross the Seine. I love this because with the current weather conditions it is not really wise to take the Pont de Normandy, high above the Seine.
We arrive in Honfleur at 3 pm. There is hardly anyone on the parking lot and soon we find a nice spot. The weather doesn’t tempt us to go outside at all, so we read, heat up a can of sauerkraut and watch the news. We sleep like marmots.

On Monday it is still raining and there are strong gusts of wind, but with the motorhome as a barrier against the wind, we manage to fill our water tank completely. Then we leave. At 11 am the sky finally breaks open and the sun shows itself for a while, but unfortunately not for long because when we approach Fougeres it rains again. Unfortunately, we cannot park at the motorhome parking I selected. That car park is only accessible to passenger cars, so we take a look at our app and quickly find a spot in Liffre, again in the parking of a supermarket.

Fortunately end of the afternoon it clears up and we bask in the nice warm sun before it disappears behind the buildings on this industrial area.

Mc.Donalds diner in the camper

In the evening we buy a burger at Mc.Donalds. It’s edible, but we’ve had better. In this car park the lights are also turned off after closing time and we sleep deeply and undisturbed.

Tuesday January  17th it is considerably colder and the thermometer shows only 35 degrees. After a breakfast with fresh croissants we leave. It is not busy on the road so around noon we arrive in Cholet. There is a large parking lot with sufficient space not far from the center of town, but we decide to drive for another half hour and park our Frankia in Les Herbiers. Here we are greeted by the sun.

On the outskirts of town I saw a Decathlon so after a cup of coffee I walk there. Dick don’t want to walk along and stays in the motorhome. Although it’s more fun to walk together, it’s nice to be alone when wandering around this sporting goods store. It offers more possibilities to sniff around extensively. And not without results because I find super lightweight pants (and discounted). They will be great to wear on my pilgrimage. This purchase is partly due to Dick calling me and saying that I have to stay in the store because the weather is bad. Rain and hail is pouring down.

Park with geocache in Les Herbiers

When the weather has cleared and its dry, I leave the store with my purchase, look for another geocache in a beautiful park nearby and then come home where I proudly show Dick my new pants. We spend the rest of the evening reading and cooking a meal.

Wednesday we don’t wake up until 9 am. It is a good thing that we placed our insulation mat in front of the window because last night it froze hard. The sun is shining and despite the cold it is nice to be outside so I don’t mind walking to the boulangerie. A little later we enjoy our breakfast with an egg cooked by Dick. Here the water is also shut off, but we still have enough clean water in our tank.
We arrive in Rochefort at 12.30 pm. The parking lot has changed but there is still space to park.

With laundry to the Laverie in Rochefort

Because we stay close to a marina, there is a laundromat where we want to go after we collect our laundry. While I supervise the washing- and drying process, Dick walks to the Capitainerie (harbor office). Here is a dump station and a working water tap. Great, tomorrow morning we can get rid of our dirty water and fill up with clean water. When our clean clothes are put away, I walk to the Lidl. I only have to walk 1,5 miles and am pleased to do so for our dinner, after all there is no restaurant in the area. After a simple meal of baked potatoes, with lettuce, cucumber, tomato and meatballs, we watch TV before going to bed. Now our insulation mat is placed on the windscreen every evening and night because the freezing cold remains.

 

Lot’s of water on the fields

Thursday, January 19th we dump and fill water at the Capitainerie and then drive further south. The farmlands around us are flooded, due to the heavy rain. On the outskirts of Bordeaux, next to an old Romanesque church, we want to spend the night, but it is raining steadily, so after a short walk we continue and finally we stop at 5 pm in Villeneuve de Marsan. There are already 4 other motorhomes parked and we go to the remaining spot. Then I walk into town.

Lavoir in Villeneuve de Marsan

There are geocaches hidden at some “Lavoirs” (medieval washing places) and I like to find them. The walk is not very pleasant because it is water cold and it is also drizzling. But I find the geocache and admire the lavoir behind the old church. Early in the evening the wind picks up, it blows so hard that our satellite cannot find any channels, so we read instead of watching TV.

Friday January 20th we are awakened by the sun at 9 am. So it is not a punishment to walk to the supermarket and get a baguette. After our breakfast, dumping and filling water (yes, that is available) we leave.

The most southern part of West France looks attractive, also because the sun is shining brightly, but the parking for motorhomes in the middle of Saint Jean de Luz is unfortunately too short for our Frankia, so we drive on to Hendaye. When we get there, the parking lot is completely empty. Probably the result of the fact that recently a group of illegal immigrants wanted to break into a motorhome. So we drive on, pass the station where I arrive by train in May, cross an invisible border and stop at a supermercado in Irun to buy bread. We are back in Spain. And, more important, from the motorhome I was able to view the road I have to walk to get to the albergue in Irun, Spain after arriving by train in Hendaye, France.

View on Sanctuario Guadelupe

We are looking for our way into the mountains. That is not so easy. The road gets narrower and narrower and we have to drive backwards. After studying the roads again on our Hakuna, we see another road that is suitable for our motorhome and a little later we climb higher and higher into the mountains to the Sanctuario Guadelupe. Here is a large parking lot where we can spend the night. On my first walking stage I will climb up here, so we look around, visit the old church, take a picture at the large scallop shell (the symbol of the pilgrims to Santiago) and admire the view over the city of Irun, deep below us.

 

Sanctuario Guadelupe

My first stage on the Camino del Norte is truly a mountain stage, what a climb up.
The parking lot is very deserted, so after we look at everything carefully and I also heard from a local farmer how to continue my walk further up the mountain, we leave. In Irun we pass the still closed Albergue and then we drive on to San Sebastian. There we spend the night in the parking lot of a large football stadium. There are quite a few motorhomes and we have a chat with one of our neighbors. Because it is now 4 pm we don’t go out anymore. Tomorrow we will stay another day and then we will explore Donostia, the Basque name for San Sebastian. We already found out that in this part of Spain you don’t get along very well with Spanish. Everything here is mentioned in the Basque language.

It is only 34 degree when we wake up at 9 am on Saturday morning. We sleep a lot in our motorhome. Although there are still a lot of clouds, we also see some blue sky and it is getting warmer by the hour. Although there should be a bus connection to the center, we walk down. That means going down many, many stairs, but when we arrive at the stadium, we can walk a normal road. On our way we look for some geocaches. One of them takes us to an elevator, hidden in the façade, to a beautiful viewpoint over the city and the cathedral.

Promenade in Donostia

Of course we visit the church a little later and then we head for the promenade of Donostia. It’s pleasantly busy here. Everyone gets a breath of fresh air along the bay. Fortunately there is no wind and the sun breaks through the clouds so the temperature even rises to 47 degrees. It’s great to walk around here and I facetime with Hannah. After all, this city is her favorite destination. Then a geocache leads us to the old town of Donostia, consisting of narrow streets. Here is also the Basilica de Santa Maria del Coro, the oldest church in the city that looks impressive. Again we look around inside this church.  It’s nice also because of the music being played. End of the afternoon we walk back, again there is no escaping the more than 150 steps up. Tired but satisfied, we end this wonderful day by raising our glasses. This is a really a city to return to.

On the way to Santander

Sunday January 22 the sun is shining again and after breakfast and dumping of gray and black water we drive further west. Soon we enter the mountains on a narrow road where from the height of 1650 feet thick packs of snow lie along the side. But the road itself is clean and its sunny weather so we continue our way over the many mountain ranges. Fortunately there is no traffic at all because the width of the road does not make it easy for two cars to pass. After endless climbing and descending we finally arrive in lower regions and the road also becomes a bit wider. Now we are dealing with countless numbers of cyclists who regard the road as their own. So there is no rushing.

After passing the big city of Bilbao we arrive in Santander. We have to drive through some narrow and very steep streets to the motorhome parking. It is quite busy but there are still some places available. Before the steep descent we saw a supermarket where I first buy some food and then I like to look for some geocaches in the park in front of us. Dick is not coming because he wants to clean our windows and the back of our motorhome. That’s necessary. Due to the bad weather of the past few days, the backside isn’t white anymore and we can hardly see through the windows. It is 48 degrees, there is no wind and the sun is shining, real weather to be busy outside.

Unfortunately, the weather changed completely on Monday January 23th. The sky is gray and regularly there is some drizzle. A good time to do our laundry. Dick takes me to the laundromat and then drives back because there is no parking space in this narrow street. When the laundry is clean and dry I put everything in the laundry bags and walk back in the drizzling rain.

Escolators to the center of the town

It is more descending than walking because the parking is in the valley and the laundromat on the mountain. I am back just in time because now it starts to rain seriously.

Despite the unappealing weather, it is 45 degrees, windy and raining, we put on our rain jackets and after coffee we walk to the center of Santander. That is a special experience because to get to the center we first have to climb a mountain after which we can descend to the harbor. To please people, the walking paths uphill consist of escalators and on very steep parts elevators are available. Of course we try what it is like to walk up or down the steep streets, in comparison the streets of San Francisco fade.

The ferry in the Santander harbor

 

 

 

 

At the harbor we take a look at the Ferry. I will use this on my pilgrimage to cross the bay. Unfortunately the weather is too unpleasant otherwise we would probably have sailed back and forth. Now we reward ourselves after a lot of climbing with coffee and delicious cake. There are not many people in the harbor area, only those waiting for the ferry and a few fishermen who actually hooked a fish. Finally we climb back to the motorhome. Our Frankia Titan has been joined by another Frankia Titan. Inside our Frankia we have a chat with Frans and Hennie. It is nice to exchange experiences.

The next morning, Tuesday January 24th, the sky is gray and it rains, the temperature does not rise above 45 degrees. Because of the heavy rain here I decide to bring my rainjacket in addition to my poncho on my trip. Fortunately, after breakfast the rain stops so we can dump and fill up with water and don’t get soaked. Then we drive further west along the north coast. Regularly I check my camino app and see how the path of the Camino del Norte winds along the coast. We even see one brave pilgrim walking with a very heavy backpack. Probably unavoidable in this cold season.

We only drive 75 miles and end of the morning we arrive in Ribadesella. Next to the “Cuevas de Tito Bustillo” is a parking spot. It’s low tide so the river in front is dry. Unfortunately, the Cuevas are being renovated and are therefore closed. A pity because this cave with paintings of more than 14,000 years old must be worth a visit. So we will definitely return here. In the afternoon, when it is only drizzling, we walk to the beach to get a breath of fresh air.

High cliffs at the Ribadesella coast

After we are back I am not tired and I walk to the town where unfortunately everything is closed. So I climb to the high cliff at the end of town and enjoy the view of the raging sea below as well as the steeply rising cliffs. It’s a good thing Dick didn’t come because the path up is quite steep and uneven due to the many chunks of stone. After taking a lot of pictures and of course phoning Dick, I descend again.

My way is shown by scallops, after all the Camino del Norte runs through this town. At home we drink coffee and again I update my diary and write down our expenses. It starts to rain heavily. In the evening the river is filled with water (high tide) and the lights of the district on the other side reflect beautifully.

Wednesday, January 25th, it is fortunately dry and the high mountains stand out clearly against the sky. They are covered in snow. The Camino Primitivo passes through this mountain range but I will continue to follow the Camino del Norte and cross the mountains further west.
After breakfast, we have again Oroweat bread, we leave and continue to follow the coast. On my phone I regularly see the path I hope to walk. The route to Aviles is not attractive because of large industrial areas where orange flames can be seen from afar. This heavy industry surrounds the historic city center which dates back to the 12th century.

Old streets in Aviles

We stop at a busy parking lot on the edge of the center. Fortunately there are still two places for motorhomes available and we park our Frankia. Then we walk into town. Using geocaches we find our way. It is cold but dry and every now and then the sun comes out.

Aviles is a pleasant old town with surprising streets and squares and beautiful old houses. We enjoy. Because of all that wandering around, we get hungry so when we see an eatery on the Plaza Major we soon enjoy a burger and chips. On the way back we stop at a bakery where we can’t resist the tempting pastries. They turn out to taste delicious.

Nice and warm beanie with neckie

 

At 5 pm I walk back to the center. In a shop window we saw this afternoon a beautiful beanie with neckie, irresistible. The store was closed but is now open and I walk back with my new purchase. Of course I also take a look at the nearby Albergue. Only the hospitaleros (hosts) are present, no pilgrim is to be seen and I am allowed to look around. In my faltering Spanish I ask about the crowds in May. Then it’s still low season so reservations will not be necessary. I say goodbye, see you in May and get a friendly wave. Back in the motorhome I tell Dick about my experiences, show my purchase and then I walk to the other side of the square, to a China Bazaar. In a city I don’t get much rest.
It’s a nice looking store and although I don’t buy anything, it’s fun to walk through. At least for me because Dick sees things differently and if possible he won’t come along.
It remains busy in this car park and all parking spaces for motorhomes fill up.

The next morning we have to knock on the side of a van for some time to wake up the owner. He is parked at the dump site and before we leave we want to get rid of our dirty water. Fortunately, after some time there is some movement and another 10 minutes later the van leaves and we can empty and fill our tanks. Again we drive through a very hilly landscape where my app indicates that the Camino del Norte winds along the road.
After Ribadeo we leave the coast and climb higher and higher inland. The sky closes, fog surrounds us and visibility drops to 4 feet. But when we descend blue skies and sun appear. It is therefore good to arrive in Betanzos. Last year we were here too, but then we arrived with rain and stayed in a different parking lot. Now we are parked on a large sandy plain near an Eroski supermarket between the passenger cars. It is quiet in the city but also boring. How different it was last May when we arrived on a Gallic holiday. Everyone walked around, enjoying the music played in the square or sitting on an outside terrace with a drink while the rain poured down from the sky.

Shopping at Eroski

Still, it’s nice to wander around and get some fresh air. On our way back we walk to the Eroski to buy food. We see many pig heads at the butcher and wonder who is buying this. We limit ourselves to a meal salad and bread. Of course we call Hannah to hear how things went today. In the park where Henk and Hannah have their holiday home, the boundary markers have been hammered to indicate their terrain. They got more land. We eat simple, German bratwurst, cheese and baguette and it tastes great.

Friday January 27th we leave at 8.30 am and drive straight through beautiful Galicia. Everywhere are Eucalyptus trees, the landscape is green and very hilly. A lone pilgrim has to push his bicycle up the hill, it’s too steep to cycle up.
At 12 pm we arrive in Muxia. The ocean is in front of us, the sun is shining brightly and the sky is getting bluer. It is 52 degrees but there is a strong wind. In the middle of the center, between the parked buses, we find the parking lot where we can spend the night. Our Frankia gets a spot here.

Jagged coastline in Muxia

Soon we leave the narrow streets of the small town and walk along the jagged coastline to the “Nosa Senora de Barca”, a stone’s throw away. This church, which was completely destroyed by a fire in 2013 but has since been restored. It appears to be closed, but we can take a look inside through a window.

Of course we climb over the rock-covered plain towards the waterline where the waves crash on the rocks. Here we find two rocks: the Pedra dos Cadris, a sail-like rock and the Pedra de Abelar, the boat-like rock.

7 Times crawling the Pedra dos Cadris

Of course we take pictures and because I read somewhere that you have to crawl under the Pedra dos Cadris 7 times, I do that. Later I read that you have to go under it 9 times and it does not give a blessing to your pilgrimage but is good for back pain. Not really logical because you have to wriggle in strange turns to get under the rock. But I get a second chance to crawl under when I arrive here as a pilgrim.

Monument “A Ferida”

 

 

 

 

 

On our way back we pass the monument “A Ferida” a cracked, high rising stone. The crack in the stone symbolizes the wound caused by the terrible oil spill caused by the sinking of the oil tanker Prestige in 2002.
After a moment of reflection, we climb the hill next to the church from where we have a magnificent view of Muxia and the Costa del Morte.

 

Stone cross on the hilltop

At the highest point on the hill stands a stone cross and close to it is also a geocache hidden en we also search this one. Luckily we do find this geocache. It is striking to see that every available spot towards the coastline is used for vegetable gardens. Finally we are back at the motorhome. We warm ourselves with a cup of hot chocolate because despite the lovely sun it is quite cold due to the strong wind. Because the weather is so nice, I want to walk to Fisterre tomorrow. In earlier times people thought it was the end of the world, it’s a distance of 18 miles. To prove that Muxia is my starting point, I walk to the Albergue Municipal where I get a stamp. Then I pack my backpack. I am ready to walk tomorrow.

Unfortunately it starts to rain late in the evening and early morning there is still rain so instead of getting up at 6 am I stay in bed. The walk to Fisterre will have to take place at another time, hopefully in June. At 8.30 am Saturday morning the sun is shining again, but the temperature dropped to 43 degrees, so my intention not to walk today does not change. After breakfast we leave Muxia and head for Santiago de Compostela. We decide to continue to Lugo. Our journey takes us along the Camino Frances through the towns of A Salceda, Arzua and Melide, places that I still vividly remember. It is therefore very wise that in May I will walk another Camino.

Walking to the center of Lugo

After the motorhome has found a place in the parking lot in Lugo, we walk to the center via endless steps. We are warmly wrapped because despite a bright sun, the temperature feels like 36 degrees. It’s freezing cold and I’m glad I didn’t go for a walk to Fisterre. After walking past the imposing city walls, we enter the center through one of the city gates, where we enjoy wandering around. It is quiet but with the current temperatures that is not surprising. To warm up we have lunch in the restaurant of a Hyper Froid. The menu consist of vegetables with egg, a burger, rice with bell pepper and Tiramisu. It’s tasty but it’s a lot of food, so it is good that we walk around some time after this meal. We are not back until 5 pm. Immediately we install the insulation mat in front of the window and set the vehicle heater to a high temperature to warm up again. I don’t have to prepare a meal anymore, we ate enough this afternoon.

After a frosty night we get up at 8.30 am on Sunday January 29th. The sky is steel blue and clouds are gone. The thermometer shows 30 degrees. To our surprise this parking lot has water. We fill up our tank and then we leave. The road is quiet and the snow covers the high mountains we drive through. Even on the high mountain passes, the tallest is 4000 feet, there is no snow on the road.
At 11.50 am we arrive in Astorga. No one is parked in the area between the apartment buildings, so we continue to a laundromat where I unload our laundry. Unfortunately I can’t start washing immediately because all machines are occupied. I wait inside, finally load two machines and supervise the drying process.

Meanwhile Dick is vacuuming our motorhome. He does that considerably more precisely than I do. When his chores are done he arrives with a pot of coffee, I am spoiled. I don’t know how he can time it so precisely, but if the laundry can be taken out of the dryer and needs to be folded, he is back again and soon we walk back with all the folded laundry. A moment later we stand in our favorite spot.

The Plaza Mayor is empty

It’s time to walk around Astorga. It is much more pleasant than yesterday with a temperature of 47 degrees and plenty of sun. After checking the albergue de peregrinos (it’s still there and Dick hears all the stories again) we walk over the city walls and enjoy the sun and a view of the wide surroundings and the snow-capped mountains in the distance.

Then we walk back to the main square. When it is warmer, there are terraces everywhere, but now the square is empty. A little further on is an Irish Pub where we can eat. The many tourists and pilgrims may have influenced the mealtimes. We have a good meal and the glass of wine is delicious after the walk. Unfortunately we cannot buy cheese on our walk back.
The supermercado is closed and the outdoorshop is even closed until March. Although the plan was to visit a few towns on the camino Frances (I want to show Dick as much as possible), we decide different because the narrow roads through the wild mountain area are better to explore in the summer.

We change our route for the umpteenth time and after breakfast on Monday January 30th we drive to Vitoria Gasteiz, the capital of Spanish Basque Country. It has frozen, last night it was only 22 degrees and you feel that, our heating is on all night. The insulation mat is frozen stiff, it is almost impossible to roll it up and I am glad I manage to store it in the empty crate.

Moments later we ride the camino in the opposite direction.
Time and time again I see places where I walked. Again Dick is overloaded with stories about my camino experiences. Everything comes back to life.

The “Endless Meseta road” to Vitoria-Gazteig

Soon we pass Leon and we drive up the Meseta, the at least 125 miles long high plateau with endless agricultural fields and of course the camino follows this plain. The view is a bit monotonous but the sun is shining brightly in a steel blue sky and I only see memories. In Burgos we leave the meseta, drink a coffee and then drive on. After endless tunnels through rugged rocky areas we arrive in Vitoria Gasteiz. The parking here is much more pleasant to spend the night than in Burgos. The large Eroski supermercado on the edge of the car park is a pleasure to see. I have never seen such a beautiful vegetable department. We walk between the vegetables and finally know what to choose for our meal and then walk back. We are too late to walk to the center and now that the sun disappears behind the buildings, the temperature drops to 37 degrees. But inside it is pleasantly warm, especially after placing our isolation mat, and we enjoy the evening.

On the last day of January we get up at 8 am. The sky is completely cloudy but it is dry and there is no wind. Fortunately, the clouds disappear quickly and when we drive to Pamplona we see some blue sky and the sun appears. Fortunately, because now we can take the mountainpass at Roncesvalles on our way to Saint Jan Pied de Port in France. After filling up in Spain where the diesel is really cheaper than in France, we start climbing the mountains.

Snow on the Camino Frances

We pass the albergue in Zumiri and a little later we stop in the mountains. Here the camino crosses the mountain road.

This road is clear of snow but the surrounding landscape is covered with it and a little later I am standing in the snow on the camino.
This is completely different from the path I walked in August. It’s no wonder that the pilgrims we see now all walk along the edge of the road instead of taking the snow-covered trails.
Later at the pilgrimsoffice in St Jean I hear that many trails are even completely closed in winter. The higher we get the narrower the road becomes. Especially in the small villages the road is so narrow because of the many snow that has pushed away and I am glad there is no oncoming traffic.

Narrow streets with snow

 

 

 

In Roncesvalles it snows and we drive into a thick fog. Now you should not be here as a pilgrim.
But it is beautiful outside, the frost has frozen the fog on the branches and the landscape turned into a winter wonderland. The long descent towards France is slow because there are regularly slabs of snow on the road and we must descend carefully. The snow and fog disappears when we are at the height of 1300 feet. Blue sky appears and so does the sun. The parking in St Jean Pied de Port is quiet (there are only two other motorhomes) and we park the Frankia in the full sun. Then we walk into town. Unfortunately everything is closed, not only because of the lunch break but also because many shops, under which our “Boutique de Pelerin” are closed for months. They open again in March. It’s a pity because I would love to look inside.

Looks like spring in Saint Jean Pied de Port

The church is open so of course we light a candle (out of gratitude) and then we walk at our leisure the medieval street and enjoy the sun and the warmth. Unlike Roncesvalles, where it was winter, here it feels like spring. It is 50 degrees. With these low temperatures it goes fast with our propanetank and already a few days ago our French tank indicated to be empty, so we walk to the adjacent supermarket where we exchange it for a full tank.
Late in the afternoon I walk to the Bureau de Peregrinos to get a new credential (Pilgrim’s passport). I need this for my new pilgrimage. The sky is still steel blue and the reflection in the river of the church, surrounded by old houses, is beautiful. No wonder you fall in love with this town.

On Wednesday, February 1st, the sun shines early and because there is no wind, the thermometer shows 46 degrees. We are back in France so we have breakfast with a fresh baguette and then leave. We drive east along the imposing, snow-capped mountain range of the Pyrenees. At 1.30 pm we arrive in Lourdes where we park our motorhome in the center and walk to the “Sanctuary of Our Lady of Lourdes”.

Famous cave in Lourdes

In 1858 Holy Mary appeared in a cave to the girl Bernadette and those apparitions kept repeating themselves several times. Since then, Lourdes has been a leading Catholic sanctuary, visited by at least 6 million people every year. Visitors caress the walls of the cave, place candles and drink the water from the fountains, which are said to have medicinal effects. However, it is too cold at this time of year, so when we arrive at the Sanctuary, only a few people walk around. That’s why we can admire in peace the two basilicas that dominate the large entrance square. Of course we walk into the churches and climb many stairs because one basilica is built on top of the other. There are many images of Mary to be seen.

The Mary content is too high for us. We prefer the Spanish cathedrals with a single Mary and other statues, such as Apostle Santiago. We have more with that. We don’t light a candle because the prices are absurdly high and we can’t drink the water, it is shut off because of the frost. So we walk along the walls of the small cave, which I vaguely remember.
About 40 years ago we visited this cave, but I don’t remember anything about the imposing square and the basilicas. After two hours we have seen enough and walk back through the town. It is clear that the season has not yet started, because almost the entire street is dead, the shops are closed with shutters and only a single souvenir stall is open.

Having a nice diner in Arzacq opposite the motorhome parking

Back at the motorhome we decide not to stay and after looking for a destination further north we leave Lourdes. At 4 pm we park our Frankia in Arzacq. A small town with beautiful arcades. When we drove away this morning we left the cable in the electrical box, causing the cable to break. It’s clear we are not used to be connected. While Dick repairs this cable, I walk around town to look for a geocache. Despite the steel blue sky and bright sun it is cold but the walk to another lavoir is fun.
In the evening we have dinner in a small restaurant across the street. The food is good.

After another freezing cold night, we have breakfast with, of course, a fresh baquette and then continue our journey to the north. We drive inter-village on quiet country roads through the region Les Landes. A beautiful road where farmlands are interspersed with dense forests.

In Artigues pres Bordeaux we park next to a Romanesque church, drink coffee and then go out. There are some nice geocaches in the area.

Climbing trees to find the geocaches

The weather is good because there is not a breath of wind and in the afternoon the temperature rises to 59 degrees. The hike is fun and the geocaches require me to climb trees several times. Always fun, especially if you manage to get hold of the hidden geocache. At the end of the afternoon we are back.

Friday, February 3rd, we wake up at 8 am by the bells of the Romanesque church. The sky is still steel blue and the sun is shining brightly. The temperature is only 34 degrees, last night it froze hard.

After a breakfast with old Spanish bread we leave and drive over the Route du Vin through the Bordeaux region. Unfortunately, the vines are still in winter outfit and we only see bare branches.

Motorhome parking in Rochefort

When we arrive in Rochefort, we can’t park at our usual parking, the place is cordoned off because work is in progress, so we drive to a parking near the shipyard where there is plenty of space. Unfortunately, the steel blue sky and sun disappear behind a thick cloud cover, so the temperature now does not exceed 45 degrees. But nevertheless we walk around this nice town on the banks of the Charente and famous for its maritime past. Not only were ropes made here for the Royal Navy, the Ecole de Medicine Navale was also founded in Rochefort. Here, for the first time in the world, surgeons were trained to go on warships. Today, a museum has been set up in this school, unfortunately it’s still closed.

Of course I walk to the Lidl at the end of the afternoon where I buy green beans and cordon bleu, we have dinner tonight. It remains quiet at this place, we stay here with three motorhomes. It may even be a better spot than the one between the apartment buildings. While the full moon shines on the motorhome, we sleep deeply.

Romanesque church in Vouvant

Saturday, February 4th, the sky is gray and the temperature does not rise above 41 degrees. We dump and fill up our clean water tank and then set off. Before noon we arrive in Vouvant, a small village with a large Romanesque church, founded in the 11th century. Time has stood still here. Medieval streets are connected by squares and alleys and the impressive tower and fortress walls take you back to times gone by. Fortunately, there are some geocaches hidden in the most special places so that we can explore the village properly. We enjoy wandering around. Special is the Romanesque church with an imposing portal.
Above the doors are representations of both the Last Supper and the Ascension. Thanks to the film running in the crypt, we are alerted to this. Of course we also come to a lavoir. This time one where water was heated in large cauldrons. These lavoirs were public washing places that had to be paid for. Actually only the rich paid for its use, the poor could wash their clothes for free but….they had to wash in the dirt water of the rich.

View on the river in Vouvant

End of the afternoon we are back at our motorhome, parked on the outskirts of the town. We don’t stay long because half past six we walk back to the town. To get to the restaurant Maitre Panetier, we climb the steep steps carved into the rock to the Melusine Tower from where we have a magnificent view of the river meandering below us. We enjoy a delicious meal in the only restaurant that is open and enjoy the French cuisine. Returning to the motorhome in the dark, we avoid the rocky steps and walk down the road. A little safer with the wine we had.

We do not wake up until half past eight on Sunday morning. We slept deeply. It is therefore dead quiet at this parking where only one other motorhome stays. To get a baguette I climb the rock steps to the high tower. This is considerably shorter than taking the normal road and after a good breakfast (Dick once again boiled an egg) we drive away. Unfortunately the sky is still gray but as the morning progresses more and more blue skies appear and the sun breaks through.

Nice walk in Grand Foucheray

We drive further north on dead quiet roads and park our Frankia in the Breton village of Grand Fougeray. The sun is shining brightly now and so we put on our hiking boots and let ourselves be guided by the geocaches hidden here.
We are not disappointed because we see the nice places in the town and enjoy a wonderful walk in the woods. Also in this village is a big tower. Unfortunately everything is closed so we can’t eat out but the quiche with meatballs tastes too.

We are not in a quiet spot because from 5 am the next morning it is very busy due to passing cars. It has frozen hard again last night and with difficulty we roll up the insulation mat. After breakfast we drive away. After 62 miles we arrive in Pontorson. Time to do laundry so after the motorhome is parked next to the supermarket I collect our laundry.

Shopping car with laundry in Pontorson

When Dick has fetched a shopping cart, we load everything and walk to the laundromat in the front. All machines are available and the washing machines are loaded and after 2.5 hours we have a clean bed and everything is stored in the cupboards again. In the afternoon we walk through Pontorson, well packed because despite the radiant sun there is a chilly wind. But if we can shelter from the wind it is pleasantly warm. After 2.5 hours we are back, do some shopping at the supermarket and Dick puts the geocaches in the computer.
In the evening we hear on TV that there has been a huge earthquake in Turkey. A big contrast because we enjoy an undisturbed trip. The night is clear and it freezes hard.

Tuesday February 7th we don’t wake up until half past eight. The supermarket is already open and I can buy a baguette. Again the sun is shining but it is icy cold. After our breakfast we leave and after one last look at Le Mont St Michel we drive into Normandy. We will visit the Mont when it is warmer.
It is not busy on the road, but a passing car manages to throw up a stone which, again, creates a star in our windscreen. Already the third on this trip.

It seems as if we are driving in Alaska where we could not avoid thrown stones hitting our window. When we arrive in Cherbourg at half past twelve there is nowhere to park. Beside the French motorhomes parked for the winter, every available spot is occupied with passenger cars. Even at the dump site cars are parked. There must be something going on in “La Cité de la Mer”. It’s a maritime museum in the cruise terminal of Cherbourg, built in 1933.
Fortunately two passenger cars leave so that we can park our Frankia and after having a coffee, a better spot becomes available and we quickly park our Frankia. It is only 36 degrees but the sun is shining so a little later we walk into Cherbourg.

Narrow streets in Cherbourg

It’s a town we can never get enough of. Whatever the time of year, there is always something to discover in the narrow streets of the old center. Previously we discovered here Parc Liais with its exotic plant species and huge ferns. End of the afternoon we are back and we warm up with a cup of hot chocolate. At 6.30 pm we walk back to the center and we have dinner in restaurant Khao Thai. We are the only guests but the curry is excellent so next time we are in Cherbourg we will return. On our walk back we enjoy the reflection of the lights in the harbor before we go to bed.

Wednesday February 8th we are wake up at 8 am. It is 27 degrees and we are happy with our insulation mat. After finally leaving the traffic chaos in Cherbourg, we drive on country roads to Honfleur. Hardly anyone stays on the motorhome parking. It is already 34 degrees and there is no wind, the sky is steel blue and the sun is shining so we quickly walk to the center of Honfleur. It’s not really busy, only on the terraces that are full in the sun, all seats are occupied. Drinking a cup of coffee is therefore not an option. So we walk on and enjoy. We are back at the end of the afternoon. My shoes appear to be smeared with dog poop so I first spend some time cleaning my soles with twigs and later some water. At times like this, dogs are not my best friends. In the evening, of course, I buy us a Turkish meal, kebab with fries. After our walk in the cold outdoors it tastes great.

Sunrise in Honfleur

 

Thursday February 9th it is still freezing in the morning. Even the water of the inner harbor is frozen, but we enjoy a beautiful sunrise.
After a nice breakfast and filling our watertank, we leave Honfleur and drive along the Seine to Rouen where we can cross the river.
At 12.30 pm we are in Beauvais and walk into the city center. Because in 1940 two-thirds of the city center went up in flames as a result of a bombing raid, very little remains of the ancient houses from the Middle Ages. Fortunately, the impressive cathedrale St Pierre was spared. Of course we walk in but don’t stay there very long.

Cathedrale with houses around in Beauvais

It is so incredibly cold inside that we are numb to our bones. It is a relief when we are outside again where the temperature is really not higher than 36 degrees. Before we walk back to the motorhome, we buy some food at the large supermarket and I walk to a geocache that is hidden further down the road. In the evening we have stew of Chinese cabbage with sausages. It tastes great and suits the current temperatures. Due to the low temperatures, our propane tank is empty again, so we can exchange it before we leave France.

When Dick wakes up the next morning he thinks it’s 8 am and we get up. After showering it is still very dark outside. Then it turns out that it is an hour earlier, the alarm clock is not set properly or Dick has not looked at it properly. The supermarket is still closed so we eat old bread from Spain and leave for Paris. At 10 am we pass Charles de Gaulle airport and a little later we leave the motorway and continue on small country roads.

Imposing church in l’Epine

 

 

At 1 pm we arrive in L’Epine. Because the clouds have dissipated and the sun is shining brightly, we go out. We have found some geocaches before, but apparently never put them in the computer, so we look for them again and have a nice walk. No punishment with the admittedly cold, but radiant weather.
Again we enter the imposing church. I like to be here. It is a place to express your gratitude and to drink the ice cold water from the water source. There is also a statue of St Jacques (St James).

Prayer Saint Jacques

 

 

We see a prayer. It’s moving so I’m sending it to my fellow pilgrims. Immediately I get an app back from Danielle from Brasil, my walking buddy. Back in the motorhome I have to clean our soles again. Apparently when we walked the Stations of the Cross we hit clay soil because a thick layer sticks under our shoes and is difficult to remove. Only after rooting with twigs do I manage to get our soles clean again. In the evening the cathedrale is beautifully lit, but I don’t feel like walking there anymore. I will do that at a time of year when it no longer freezes so hard.

Saturday, February 11th, it is still freezing when we get up and we see the sun appear as a red sphere above the horizon. The bakery is nearby and open at 5 am so I buy bread and then we leave L’Epine. We drive to Verdun where we exchange our French propane tank for a full one. Then we continue our way to Dudelange in Luxembourg. We haven’t been able to fill up with water since Honfleur and we found out that in Dudelange is water. Here we also refuel cheaply and because we are on our way to Mettlach, Germany, this is hardly a detour. With a full tank of  clean water, a full diesel tank and empty waste watertanks we drive the last part to Mettlach through a hilly area on a narrow road between the woods. Every now and then we can catch a glimpse of the river Saar meandering below us. No one is parked in the parking lot of the Abtei Brau van Mettlach, so we have plenty of choice where we want to stay.

Then I walk to the tourist information in town to pay for the parking lot, it’s 5 euro. Dick stays in the motorhome. Again he will clean the windows. Not a luxury because they are filthy and he continues to work on the inventory of the dive shop. Because it’s early afternoon and I didn’t walk much for a few days, I keep walking from the village to a few shops further away. Here I look around before walking back home. The weather is significantly less than the last few days. The grey sky is not really inspiring, but there is no wind and with 41 degrees it is good walking weather.

Diner in the “Abtei Brau” in Mettlach

When I get home around 4 pm, Dick has already installed the insulation mat for the window and cleaned everything. Of course I talk Dick’s head off, he needs to know what I ‘ve been through ad then write down my experiences. Suddenly it is 6.30 pm and time to walk to the Abtei Brau. After all, the reason to go to Mettlach is the delicious food here. And we are not disappointed. The steak (for Dick) and the schnitzel (for me) and the freshly tapped brewery beer are excellent again.

Sunday February 12th we wake up at 7 am. That’s the result when you get up at this time two days in a row. The supermarket is closed on Sundays and it is dead quiet in the parking lot. The drinking water is still shut off, but because we filled up in Dudelange yesterday, we don’t need water anymore. Along the banks of the Saar we drive to Trier and then we get on the autobahn. That’s why we’re making progress because within 4 hours we’ve driven 164 miles and we arrive in Bruggen, Germany.
There are quite a lot of motorhomes parked, but there is still room. Soon we walk to the center of Bruggen. Although everything is closed, many people walk around to get some fresh air. Despite the fact that the sky is gray, it doesn’t really feel cold outside. Because there is not a breath of wind, it is around 48 degrees. After walking around the town, we discover that a number of geocaches are hidden in the forest 2 miles away. Dick doesn’t feel like going out again, but I still have too much energy and I have to practice walking, so I want to go out again.

Geocachen in Brüggen

Dick loads the geocaches into my GPS and then I set off. It turns out to be a nice forest walk. I don’t meet anyone and walk all alone. Apparently people limit their walk to the town.
When twilight is not so long in coming, I’ve found all the geocaches and after some calculation I also found the place where the bonus cache is hidden and I walk back. Just before dark I am home. In the evening I buy Turkish food across the road. It tastes delicious as always and I enjoy not having to cook. Being outside so long makes me feel rozy so I am in bed before 10 pm. Dick stays up longer, but he gets by with less sleep.

A complex of houses is being built next to the parking lot so it’s not an option to sleep long in the morning. At 7 am we are awakened by the sounds on the construction site. We still have some old croissants from Spain and eat them for breakfast and after we have handed in a few German bottles and collected the deposit we are on our way. We drive on narrow country roads and arrive in Winterswijk, Netherlands at 11.30 am

Because our Dutch propane tank is also empty, we fill it at gas filling station Wilmerink. The filling here is much cheaper than in Rotterdam. Then we drive to Obelink (an outdoorshop) where we walk around and because our restaurant Enzovoort in Varsseveld is closed on Mondays, we also have lunch there.

Tita after the haircut

Thereafter we drive to Varsseveld where we park the motorhome in front of the sports hall. We have a nice chat with the owners of the butterfly dogs that we often meet when we are here.
Because the sun has dispelled the gray sky and it is not really cold, I walk through the town in the afternoon, find a geocache and at Dick’s insistence I make an appointment at the hairdresser for tomorrow morning. It’s time because my hair is so long now that it flutters in my eyes. In the evening we only have a sandwich, read a book and watch the news.

The next morning, after breakfast, I walk to the hairdresser where I get my haircut at 9 am. What a wonderful start of Valentine’s Day. Then we drive back home. The weather is radiant. That’s nice because now we can unload everything properly at home.

Cleaning the motorhome

 

 

After the motorhome is empty and everything is piled up in house, I start cleaning the roof of the Frankia. Not a tedious chore when the weather is so nice. It feels like spring. When the roof is clean I start cleaning everything inside while Dick continues to clean the outside of the camper. We are not in a hurry because tomorrow we will bring the motorhome to the garage in Amsterdam so we can do everything at ease. Fortunately, there is a place behind our house to park.

While Dick brings the Frankia to Amsterdam the next day, I scrub our carpet in the garden. It can dry well because the sun is shining. Rain is expected again after tomorrow.

We drove 3725 miles, the E-bikes didn’t leave the garage during this trip and despite the very cold weather we walked 112 miles.

Whoever can enjoy his memories lives twice

 

In the following days, Dick books a train ticket from Paris to Hendaye early May. Before that we will spend two more days together in Paris.

So Dick can wave me goodbye from the trainstation in Paris.
My second pilgrimage will become reality.

Although my memories of the first pilgrimage are still very fresh in my mind and I think back on it a lot, the best remedy for nostalgia for a pilgrimage is to walk one again.

Geplaatst in ENGLISH VERSION | Reacties uitgeschakeld voor To North Spain in January-February 2023

Naar Noord Spanje in januari-februari 2023

Het is noodzakelijk om er op uit te gaan
Januari- februari 2023

Inmiddels is zeker dat we dit jaar niet naar de USA gaan.
Het zou nog mogelijk zijn bij vertrek eind oktober maar dat vinden we geen prettige vertrektijd en dus zullen we onze reis naar de USA een jaar opschorten.

De Camino del Norte

De reden dat we niet kunnen afreizen is dat er nogal wat gedaan moet worden aan de gevels van ons huis waarvan de werkzaamheden niet eerder dan in mei kunnen beginnen.
Als er zo gesloopt en gebouwd gaat worden lijkt het Dick beter dat ik daar niet bij ben en daarin geef ik hem gelijk. Dus ga ik in mei opnieuw pelgrimeren. Ditmaal over de Camino del Norte, de pelgrimsweg die de noordkust van Spanje volgt.
Dat betekent wel dat ik graag polshoogte wil nemen in deze regionen en dus plannen we in Januari 2023 een reis met onze camper naar de noordkust van Spanje. Niet echt het beste jaargetijde om in deze omgeving rond te kijken maar het kan niet anders gezien onze andere afspraken.

Op 12 januari 2023 haalt Dick in alle vroegte de camper en nadat deze achter het huis staat laden we alles wat mee moet. We hebben alle tijd want, voor we kunnen vertrekken, is er eerst nog een afspraak over de vloerisolatie van ons huis. Nadat die naar tevredenheid is verlopen (ook onze vloer zal ook worden geïsoleerd) vertrekken we eind van de middag. We rijden naar Vijfhuizen, onder de rook van Amsterdam, want morgen moeten we nog langs onze IVECO/FIAT Garage.
Was het weer vanochtend nog redelijk, grijs maar droog, inmiddels is het hard gaan regenen en waaien. Om te voorkomen dat we wegzakken in de modder wordt ons op de camperplek in Vijfhuizen geadviseerd niet op het gras te gaan staan maar op het pad tussen de grasvelden. Er zijn maar weinig campers dus dat is geen probleem en begin van de avond staan we op een pad. Hoewel de camper heen en weer schudt door de zware windstoten en hopelijk weer wat schoon regent, slapen we als rozen.

Wachten in de IVECO garage

Het valt wel even tegen als de wekker ons de volgende ochtend al om half zes wakker maakt. Na een snel ontbijt rijden we weg van deze camperplek die we alleen in het donker hebben kunnen aanschouwen. Bij de vrachtwagen garage vertelt monteur Jeremy wat hij gaat doen aan het feit dat we onze dieseltank niet vol kunnen tanken en dan is het wachten, wel met lekkere koffie. Helaas blijkt er nu weinig gedaan te kunnen worden aan de ontluchting van onze dieseltank dus na anderhalf uur vertrekken we weer. Als we in maart terug zijn zal de camper alsnog onder handen genomen worden. Via ons huis rijden we naar Bergen op Zoom waar we de rest van de middag genieten van de woeste binnenzee en een vaag zonnetje. Het stormt inmiddels. Terwijl ik wat winkels afloop, de alcoholvrije wijn is in de reclame, werkt Dick aan de voorraad inventarisatie van de duikwinkel. Ook die moet af.

Harde wind op de boulevard in Bergen op Zoom

Je merkt wel dat het weer een rol speelt om er op uit te gaan want we staan helemaal alleen aan de boulevard.
Omdat het zaterdag 14 januari best hard regent rijdt Dick de camper dichterbij de supermarkt zodat ik redelijk droog croissantjes kan halen en na een ontbijt en het dumpen van ons grey en black water vertrekken we. We kunnen geen schoon water tanken want door de vorst is de waterkraan afgesloten, iets wat we later op onze route vaker zullen tegenkomen.

Op de weg is het redelijk rustig. Er zijn zelfs geen files bij Antwerpen. De lucht is egaal grijs, het stormt en regelmatig valt er regen. De thermometer raakt net de 7 graden, het is geen weer om er lekker op uit te gaan

Parking St. Martin de Boulogne

Zodra we voet op Franse bodem zetten wisselen we onze lege propaanfles voor een volle en zetten dan verder koers langs de Côte Opale naar St. Martin de Boulogne. Op de parking van een Auchan kunnen we de nacht doorbrengen. Een ideale plek want het biedt me de kans om lekker in de supermarket rond te snuffelen. Nadat de camper op een plekje staat, met de neus in de wind, wandel ik naar binnen. Er is net een uitverkoop bezig van handdoeken (een korting van 70%) en laat Dick nu net geklaagd hebben over onze bijna kaal gesleten, 15 jaar oude, handdoeken.
Lang zoek ik tussen de stapels handdoeken die telkens weer aangevuld worden en vertrek uiteindelijk met zes nieuwe, dik aanvoelende, handdoeken. De eerstkomende tijd hoeven we onze lijven niet droog te schuren. Hoewel het blijft stormen klaart het einde van de middag toch nog even op, maar daar we geen van beiden zin hebben om er nog op uit te gaan blijven we lekker binnen. We lezen, koken een simpele maaltijd en kijken naar het nieuws voor we ons bed induiken. Klaarblijkelijk hebben we een virus opgelopen want de zakdoekjes zijn niet aan te slepen en de hoestdrank evenmin. Ook al is deze laatste ruim over tijd, ze helpt nog wel.
We hebben ’s avonds geen last van de grote lampen want na sluitingstijd doven alle lichten en wordt het pikdonker op de parking.

Zondag 15 januari regent het onophoudelijk, er staat nog steeds een zeer harde wind en het is slechts 5 graden. Na ons ontbijt met een heerlijke verse baguette rijden we zuidwaarts. Bij de Pont de Bretonne rijden we de Seine over. Wel fijn want met de huidige weersomstandigheden is het niet echt verstandig de hoge Pont de Normandy te nemen.
Tegen drieën arriveren we in Honfleur. Er staat bijna niemand op de camperplek en we hebben snel een plekje naar onze zin. Veel doen we niet, het weer lokt helemaal niet om naar buiten te gaan dus we lezen, warmen een blik zuurkool op en kijken naar het nieuws. We slapen als marmotjes.
Maandag regent het nog steeds en er zijn zware windstoten maar met de camper als barrière tegen de wind weten we onze watertank helemaal te vullen. Dan vertrekken we. Om 11 uur breekt eindelijk de lucht open en laat de zon zich even zien maar helaas niet voor lang want als we Fougeres naderen regent het opnieuw. Helaas kunnen we niet op de door mij uitgekozen camperplek staan. Die parking is alleen toegankelijk voor personenauto’s dus kijken we even op onze app en vinden al snel een plekje in Liffre, opnieuw op de parking van een supermarket.

Gelukkig klaart het eind van de middag op en kunnen we ons koesteren in het lekkere warme zonnetje alvorens dit achter de gebouwen op dit industrieterrein verdwijnt.

Mac Donald diner in de camper

‘s Avonds halen we een burger bij
Mac Donald. Het is te eten maar we hebben wel eens betere genuttigd. Ook op deze parking gaan de lichten uit na de winkelsluiting en we slapen diep en ongestoord.

Dinsdag 17 januari is het aanzienlijk kouder en de thermometer wijst slechts 2 graden aan. Na een ontbijt met verse croissants vertrekken we. Het is niet druk op de weg dus rond het middaguur arriveren we in Cholet. Er is een grote parking met voldoende plek aan de rand van de stad maar toch besluiten we nog een half uur door te rijden en uiteindelijk parkeren we onze camper in Les Herbiers, waar we door een lekker zonnetje begroet worden.

Aan de rand van het stadje heb ik een Decathlon gezien dus na een kop koffie wandel ik daar naar toe. Dick heeft niet zoveel zin om mee te gaan en blijft lekker in de camper. Hoewel het leuker is om samen te lopen is het voor het ronddwalen in deze sportzaak wel fijn om alleen te zijn. Het biedt meer mogelijkheden uitgebreid rond te neuzen. En niet zonder resultaat want ik vind een super lichtgewicht broek (ook nog afgeprijsd) die straks goed van pas komt op mijn pelgrimstocht. Deze aankoop is mede te wijten aan Dick die me belt en zegt dat ik nog maar een uurtje in de winkel moet blijven omdat het noodweer is, de regen komt met bakken uit de hemel.

Park met geocache in Les Herbiers

Als het weer droog is verlaat ik met mijn mooie aankoop de winkel, zoek in een mooi park vlakbij nog een geocache en kom dan weer thuis waar ik vol trots Dick mijn nieuwe broek show. De rest van de avond lezen we lekker en koken zelf een potje.

Woensdag worden we pas om 9 uur wakker. Het is goed dat we onze isolatiemat voor de ruit hebben aangebracht want het heeft vannacht hard gevroren. De zon schijnt volop en ondanks de ijzige koude is het buiten goed toeven dus ik vind het niet erg naar de boulangerie te lopen. Even later genieten we van ons ontbijt met een door Dick gekookt eitje. Ook hier is het water afgesloten maar we hebben nog voldoende in onze tank. Om 12.30 uur zijn we in Rochefort. De parking is wat veranderd maar er is nog plek.

Met wasgoed naar de Laverie in Rochefort

Omdat we vlakbij een jachthaven staan is er een laverie waar we, nadat we al ons wasgoed hebben verzameld, naar toe lopen. Terwijl ik het was- en droogproces begeleid, wandelt Dick naar de Capitainerie waar zowel een dump als een werkende waterkraan is. Fijn, nu kunnen we morgenochtend ons vuile water kwijt en schoon water vullen. Als de schone was is opgeborgen wandel ik nog naar de Lidl. Ik moet er twee kilometer voor lopen maar dat heb ik graag over voor ons avondeten. Nergens in de buurt is namelijk een restaurant te vinden. Na een eenvoudige maaltijd van gebakken aardappeltjes, met sla, komkommer, tomaat en gehaktballetjes, kijken we nog lekker TV voor we ons bedje induiken. Onze isolatiemat zit nu iedere avond en nacht voor de voorruit want de vrieskoude blijft.

Veel water op de landerijen

Donderdag 19 januari ontbijten we met vers stokbrood, dumpen en vullen water bij de Capitainerie en rijden dan verder zuidelijk. Het water staat hoog op de landerijen. Het gevolg van heel lang en heel veel regen. Aan de rand van Bordeaux, naast een oude Romaanse kerk, willen we overnachten maar het regent gestadig dus na een kort wandelingetje rijden we door om uiteindelijk om 5 uur in Villeneuve de Marsan te stoppen. Nadat de camper op zijn plekje staat, er is niet veel keuze want er staan al 4 andere campers, wandel ik nog even het stadje in.

Lavoir in Villeneuve de Marsan

Er zijn bij enkele lavoirs (middeleeuwse wasplaatsen) geocaches verstopt en die wil ik graag vinden. Erg aangenaam is het wandelingetje niet want het is waterkoud en het miezert ook. Vroeg in de avond steekt de wind op. Het waait zo hard dat onze satelliet geen zenders kan vinden zodat we ’s avonds lekker lezen.
Vrijdag 20 januari worden we om 9 uur gewekt door de zon. Het is dus geen straf om naar de supermarket te lopen en een baquette te halen. Na ons ontbijt, het dumpen en water vullen (ja dat is beschikbaar) vertrekken we.

Het meest zuidelijke stukje van West France ziet er aanlokkelijk uit, ook omdat de zon volop schijnt, maar de camperplek midden in Saint Jean de Luz is helaas te kort voor onze Frankia dus rijden we door naar Hendaye. Als we daar arriveren is de parkeerplek volledig verlaten. Waarschijnlijk het gevolg van het feit dat recentelijk een groep illegalen hier een camper wilde openbreken. We rijden daarom maar door, langs het station waar ik in mei met de trein aankom, passeren een onzichtbare landgrens en stoppen bij een supermercado in Irun om brood te kopen. We zijn weer terug in Spanje. En, nog belangrijker: ik heb gezien hoe ik na aankomst met de trein in Hendaye in Frankrijk, naar de albergue in Irun in Spanje, moet lopen.

Uitzicht bij het Sanctuario Guadelupe

We zoeken de weg de bergen in. Dat gaat niet zo eenvoudig. De weg wordt smaller en smaller dus rijden we achterwaarts terug. Na op onze Hakuna de wegen bestudeerd te hebben zien we een andere weg die wel geschikt is voor onze camper en niet veel later klimmen we hoger en hoger de bergen in naar het Sanctuario Guadelupe. Hier ligt een grote parking waar we de nacht kunnen doorbrengen. Op mijn eerste wandeletappe klim ik ook hiernaar toe, dus kijken we rond, bezoeken de oude kerk, maken een foto bij de grote Jacobsschelp en bewonderen het uitzicht over de stad Irun, diep beneden ons.

Sanctuario Guadelupe

 

Mijn eerste etappe op de Camino del Norte is met recht een bergetappe, wat een klim omhoog.
De parking is wel erg verlaten dus als we alles goed bekeken hebben en ik ook van een plaatselijke boer gehoord heb hoe ik vanuit hier verder omhoog moet lopen, vertrekken we. In Irun rijden we nog even langs de nog gesloten Albergue en dan door naar San Sebastian. Daar kunnen we op de parking van een groot voetbalstadion overnachten. Er staan best wat campers en we maken even een praatje met een van de buren. Omdat het nu 4 uur is gaan we er niet meer op uit. Morgen blijven we nog een dag en dan gaan we Donostia, de Baskische naam voor San Sebastian, verkennen.

Het is slechts 1 graad als we zaterdagochtend om 9 uur wakker worden. Wat slapen we toch lang in de camper. Hoewel er nog veel wolken zijn zien we ook stukjes blauwe lucht en met het uur wordt het wat warmer. Hoewel er mogelijk ook een bus naar het centrum rijdt wandelen we naar beneden. Dat betekent heel veel trappen af maar als we bij het stadion aankomen, kunnen we een gewone weg volgen. Onderweg zoeken we wat geocaches. Een ervan brengt ons via een in de gevel verborgen lift naar een mooi uitzichtpunt over de stad en de kathedraal.

Promenade in Donostia

Natuurlijk dwalen we even later in de kerk rond en dan zetten we koers naar de promenade van Donostia waar het gezellig druk is. Iedereen haalt hier, langs de baai, even een frisse neus. Er is gelukkig geen wind en de zon schijnt volop dus de temperatuur stijgt zelfs naar 8 graden. Het is heerlijk om rond te lopen en ik facetime even met Hannah. Deze stad is immers haar favoriete bestemming. Een geocache leidt ons daarna nog naar het oude stadsdeel van Donostia bestaande uit smalle straatjes. Hier bevindt zich ook de Basilica de Santa Maria del Coro, de oudste kerk van de stad die er imponerend uitziet en waar we enige tijd rondkijken. Eind van de middag lopen we weer terug naar de camper, waarbij niet te ontkomen is aan de meer dan 150 traptreden omhoog. Moe maar tevreden besluiten we deze prachtige dag met het heffen van ons glas. Dit is een stad om naar terug te keren.

Onderweg naar Santander

Zondag 22 januari schijnt de zon opnieuw volop en na het ontbijt en dumpen van grey en black water rijden we verder westelijk. Al snel geraken we op een smalle weg de bergen in waar vanaf de hoogte van 500 meter dikke pakken sneeuw langs de weg liggen. Maar de weg is schoon en het is zonnig weer dus we vervolgen onze weg over de vele bergketens. Gelukkig is er helemaal geen verkeer want de breedte van de weg maakt het niet makkelijk dat twee auto’s elkaar passeren. Na eindeloos klimmen en dalen komen we uiteindelijk in lagere regionen en wordt de weg ook wat breder. Nu hebben we wel te maken met ontelbare aantallen fietsers die de weg als de hunne beschouwen. Opschieten is er dus niet bij.
Nadat we de grote stad Bilbao gepasseerd zijn arriveren we in Santander waar we via enkele smalle en zeer steile straatjes naar de camperplek rijden. Het is er best druk maar er zijn nog wat plekken beschikbaar. Voor de steile afdaling hebben we een supermarket gezien waar ik eerst wat eten haal en daarna wil ik graag in het park voor onze camper wat geocaches zoeken. Dick gaat niet mee want hij wil onze ruiten en de achterkant van de camper kuisen. Ook heel noodzakelijk want door het slechte weer van de afgelopen dagen is de achterkant zwart en kunnen we haast niet meer door de ramen kijken. Het is 9 graden en windstil, ook de zon schijnt volop, echt weer om buiten bezig te zijn.

Helaas is het weer maandag 23 januari volledig omgeslagen. De lucht is grijs en regelmatig is er wat miezer. Een goed moment om een was te draaien. Dick brengt me naar de laverie en rijdt vervolgens terug naar de camperplek omdat in dit smalle straatje nergens een parkeerplek te vinden is. Als de was schoon en droog is stop ik alles in de wastassen onder vuilniszakken en loop in de miezerregen terug naar de camper.

Roltrappen op weg naar het centrum

Het is meer afdalen dan lopen want de camperplek ligt in het dal en de laverie op de berg maar uiteindelijk  ben ik toch bij de camper. Net op tijd want nu begint het serieus te regenen.

Ondanks het weinig aanlokkelijke weer, het is 7 graden, het waait en regent, trekken we ons regenjack aan en wandelen na de koffie naar het centrum van Santander.
Dat is een aparte belevenis want om in het centrum te kunnen komen moeten we eerst een berg beklimmen waarna we kunnen afdalen naar de haven.
Om de mensen ter wille te zijn bestaan de wandelpaden bergop uit roltrappen of rolbanen en op sommige plekken waar het erg steil is zijn liften aanwezig.
Toch willen we ook even proeven hoe het is om de steile straatjes omhoog of naar beneden te lopen. De straten van San Francisco verbleken erbij.

De Ferry bij de aanlegplaats in Santander

 

 

Bij de haven nemen we een kijkje bij de Ferry. Hier zal ik op mijn pelgrimage gebruik van maken om de baai over te steken. Het is helaas te onaangenaam weer anders waren we waarschijnlijk even heen en weer gevaren. Nu belonen we ons na het vele klimmen maar met koffie en lekker gebakje. In het havengebied zijn niet veel mensen, alleen de wachtenden op de ferry en een enkele visser die zowaar een vis aan de haak slaat. Uiteindelijk klimmen we terug naar de camper. Onze Frankia Titan heeft gezelschap gekregen van een andere Frankia Titan en we maken een praatje met Frans en Hennie. Wel in de camper want het is hard gaan regenen. Het is leuk ervaringen uit te wisselen.

De volgende ochtend, dinsdag 24 januari, is het nog steeds grijs en regenachtig en komt de temperatuur niet hoger dan 7 graden. Gelukkig stopt na het ontbijt de regen dus kunnen we droog dumpen en watervullen en dan rijden we langs de noordkust verder naar het westen. Het is leuk om regelmatig op mijn camino app te kijken en te zien hoe de Camino del Norte zich langs de kust slingert. We zien zelfs 1 dappere pelgrim die wel met een heel zware rugzak rondloopt. Waarschijnlijk is dat niet te vermijden in dit koude jaargetijde. We rijden slechts 122 km dus arriveren eind van de ochtend al in Ribadesella. Naast de “Cuevas de Tito Bustillo” is een mooi parkeerplekje langs een rivier die nu bij laagtij droog is gevallen. Helaas worden de Cuevas verbouwd en zijn dus gesloten. Wel jammer want deze grot met schilderingen van meer dan 14.000 jaar oud moet de moeite waard zijn om te bezoeken. We zullen hier dus zeker terugkeren. In de middag, als het alleen nog maar miezert, lopen we naar het strand toe om even uit te waaien.

Uitzicht op de woeste zee in Ribadesella

Nadat we terug zijn ben ik nog lang niet moe en ik wandel nog even naar het stadje toe waar helaas alles gesloten is. Dus wandel ik verder naar de hoge klif aan het einde van het stadje, beklim deze en geniet van het uitzicht over de woeste zee beneden me evenals van de steil oprijzende kliffen. Het is maar goed dat Dick niet mee is want het pad ernaartoe is best steil en oneffen door de brokken steen. Na vele foto’s daal ik weer af. Mijn weg wordt gewezen door Jacobsschelpen, want ook door dit stadje voert de Camino del Norte. Thuis drinken we koffie, ga ik weer eens mijn dagboek bijwerken en onze uitgaven noteren. Het is weer harder gaan regenen. ‘s Avonds staat de rivier weer vol water waarin de lichtjes van het stadsdeel aan de overzijde prachtig weerkaatsen.

Woensdag 25 januari is het gelukkig droog en zien we de omringende bergen scherp afsteken tegen de lucht. Ze zijn bedekt met sneeuw en torenen hoog boven ons. De Camino Primitivo loopt hier door heen. Zelf zal ik deze niet volgen. Tot Santiago de Compostela zal ik de Camino del Norte blijven volgen. Ook dan moet ik een bergketen overtrekken maar verder westelijk.
Na ons ontbijt, we hebben weer vers Oroweat bread, vertrekken we en volgen verder de kust. Opnieuw zie ik regelmatig het pad dat ik hoop te lopen. De aanrij route naar Aviles is niet aanlokkelijk vanwege grote industriegebieden waar oranje vlammen al van ver te zien zijn. Deze zware industrie omringt het historische stadscentrum dat uit de 12e eeuw dateert.

Oude straatjes in Aviles

Aan de rand van het centrum stoppen we op een drukke parkeerplek. Gelukkig zijn er nog twee plekken voor campers beschikbaar en we parkeren onze Frankia. Dan lopen we het stadje in. We volgen onze weg aan de hand van geocaches. Het is koud maar droog en zo nu en dan komt de zon even tevoorschijn.

Aviles is een aangenaam oud stadje met verrassende straatjes en pleinen en mooie oude huizen. We genieten. Door al dat ronddwalen, krijgen we wel trek dus als we op het Plaza Major een eettentje zien waar we wat kunnen eten genieten we al gauw van een burger en fritekes. Op de terugweg stoppen we bij een bakker waar we de aanlokkelijke gebakjes niet kunnen weerstaan. Ze blijken heerlijk te smaken.

De muts en neckie zijn heerlijk warm

Om 5 uur loop ik nog even naar de binnenstad. Vanmiddag hebben we in een etalage een prachtige warme muts met neckie gezien, onweerstaanbaar.  De winkel was dicht maar gaat nu open en even later kan ik met een nieuwe aankoop  terugwandelen. Natuurlijk neem ik ook nog een kijkje bij de vlakbij gelegen Albergue. Alleen de beheerders zijn aanwezig, geen pelgrim is te bekennen en ik mag even rondkijken. Met mijn hakkelende Spaans vraag ik naar de drukte in Mei. Het is dan nog laagseizoen en reserveren zal niet nodig zijn. Na hartelijk bedankt te hebben zeg ik gedag, tot in Mei. Terug in de camper verhaal ik Dick over mijn belevenissen, toon mijn prachtige aankoop  en dan wandel ik naar de overkant van het pleintje waar een China Bazaar is. Het is een mooi uitziende winkel waar het heerlijk ronddwalen is. Veel koop ik niet want ik heb eigenlijk niets nodig maar het rondsnuffelen is wel erg leuk. Nu ja voor mij dan, Dick voelt dit toch beduidend anders en gaat als het even kan niet mee.

Het blijft druk op deze parking en alle parkeerplekken voor campers raken vol. De volgende ochtend moeten we enige tijd op de zijkant van een busje kloppen om de eigenaar te laten ontwaken. Hij staat op de dumpplek en voor we wegrijden willen we ons vuile water kwijt. Gelukkig is er na enige tijd beweging en nog 5 minuten later vertrekt het busje van zijn plek en kunnen wij onze tanks legen en vullen. Opnieuw rijden we door een zeer heuvelachtig landschap waarbij mijn app aangeeft dat de Camino del Norte zich langs de weg kronkelt. Na Ribadeo verlaten we de kust en klimmen hoger en hoger het binnenland in. De lucht trekt dicht, de nevel omringt ons en het zicht daalt naar een meter. Maar als we de bergketen over zijn verschijnt blauwe lucht en zon. Het is dus goed aankomen in Betanzos. Afgelopen jaar waren we hier ook al maar toen stonden we op een andere parkeerplek. Nu staan we op een grote zandvlakte vlakbij een Eroski supermarket tussen de personenauto’s geparkeerd. Het is rustig in de stad maar ook saai. Hoe anders was het vorig jaar mei toen we hier op een Gallische feestdag waren, iedereen buiten rondliep, van de muziek genoot die op het plein ten gehore werd gebracht of op een buitenterras zat met een drankje en dat terwijl de regen met bakken uit de hemel viel.

Boodschappen doen bij Eroski

Toch is het lekker hier rond te dwalen en een frisse neus te halen. Als we terug zijn lopen we nog naar de Eroski om eten te halen. De uitgestalde varkenskoppen laten we liggen maar ik bestudeer ze wel  en vraag me af wie dit nu eet. We beperken ons tot een maaltijdsalade. Natuurlijk bellen we Hannah om te horen hoe het vandaag gelopen is. In het parkje waar Henk en zij hun vacantiehuisje hebben zijn vandaag de piketpalen geslagen die de grenzen aangeven van ieders terrein. We eten makkelijk, Duitse bratworst, kaas en stokbrood en het smaakt prima.

Vrijdag 27 januari rijden we om half negen weg, dwars door het mooie Galicië. Overal staan Eucalyptus bomen, het landschap is groen en zeer geaccidenteerd. Een eenzame pelgrim moet zijn fiets de heuvel opduwen, deze is te steil om omhoog te fietsen.
Om 12 uur arriveren we in Muxia. De oceaan ligt voor ons, de zon schijnt volop en de lucht wordt steeds blauwer. Het is 11 graden maar er staat een straffe wind. Midden in het centrum vinden we, tussen de geparkeerde bussen, de parking waar we kunnen overnachten en we zetten er onze camper neer.

De grillige kustlijn in Muxia

Al snel verlaten we de smalle straatjes en wandelen we langs de grillige kustlijn naar de op een steenworp gelegen “Nosa Senora de Barca”. Deze kerk, die door een brand in 2013 geheel verwoest raakte maar inmiddels gerestaureerd is, blijkt gesloten maar door een venstergat kunnen we een blik naar binnen werpen.

Natuurlijk klimmen we over de met rotsen bedekte vlakte richting waterlijn waar de golven op de rotsen kapotslaan. Hier vinden we twee rotsen:  de Pedra dos Cadris, een op een zeil gelijkende rots en de Pedra de Abelar, de op een boot gelijkende rots.

Zeven keer kruipen onder de Pedra dos Cadris

Natuurlijk maken we foto’s en omdat ik ergens gelezen heb dat je 7 maal onder de Pedra dos Cadris moet kruipen doe ik dat maar. Later lees ik dat je er 9 maal onderdoor moet en het niet een zegen geeft aan je pelgrimage maar goed is tegen rugpijn. Niet echt logisch want je moet je wel in rare bochten wringen om onder de rots door te komen. Gelukkig krijg ik nog een herkansing als ik hier als pelgrim arriveer.

Monument “A Ferida”

 

 

 

 

Op de terugweg komen we langs het monument “A Ferida” een doorgescheurde, hoog oprijzende steen.
De scheur in de steen symboliseert de wond die de verschrikkelijke olieramp veroorzaakte door het vergaan van de olietanker Prestige in 2002.

Na er even bij stil te staan beklimmen we de heuvel naast de kerk vanwaar we een schitterend uitzicht hebben over Muxia en de Costa del Morte.

 

 

Stenen kruis op de heuvel

Op het hoogste punt staat een stenen kruis en vlak daarbij ligt ook een geocache. Het is apart te zien dat naar de kustlijn toe elk beschikbaar plekje gebruikt wordt voor groentetuinen. Uiteindelijk zijn we weer terug bij de camper. We warmen ons op aan een kop warme chocomel want ondanks de heerlijke zon is het door de harde wind best koud. Omdat het weer zo mooi is wil ik morgen naar Fisterre lopen, het einde van de wereld, een afstand van 30 km. Om te bewijzen dat Muxia mijn vertrekpunt is loop ik naar de gemeentelijke Albergue waar ik een stempel krijg. Als ook mijn rugzak voor deze wandeling gepakt is ben ik gereed om morgen van start te gaan.

Helaas begint het laat op de avond te regenen en ook vroeg in de ochtend valt er nog regen dus in plaats van om 6 uur op te staan blijf ik lekker in bed liggen. De wandeling naar Fisterre zal op een later moment (hopelijk in Juni) moeten plaatsvinden. Om halfnegen zaterdagochtend schijnt gelukkig de zon weer maar de temperatuur is gekelderd naar 6 graden dus mijn voornemen om vandaag niet te wandelen verandert niet. Na het ontbijt verlaten we Muxia en zetten koers naar Santiago de Compostela. We hebben besloten door te rijden naar Lugo. Onze tocht voert langs de Camino Frances door de stadjes A Salceda, Arzua en Melide, plaatsen die ik mij nog levendig herinner. Het is dus heel verstandig dat ik in Mei een andere Camino, de Norte ga lopen.

Naar het centrum van Lugo over veel traptreden

Nadat de camper op de parking in Lugo geparkeerd staat wandelen we naar het centrum toe via eindeloze traptreden. We zijn warm ingepakt want ondanks een felle zon voelt de temperatuur als 2 graden. Het is ijzig koud en ik ben blij dat ik vandaag niet naar Fisterre ben gaan wandelen. Nadat we langs de imposante stadsmuren zijn gelopen stappen we via een van de stadspoorten de binnenstad in waar we heerlijk ronddwalen. Het is stil maar met de huidige temperaturen is dat niet verwonderlijk. Om op te warmen eten we in het restaurant van een Hyper Froid. Het menu bestaande uit groente met ei, een burger, rijst en paprika en Tiramisu is smakelijk maar is wel erg veel dus het is goed dat we na deze maaltijd nog enige tijd door Lugo rondlopen. Pas om 5 uur zijn we terug bij de camper waar we meteen de isolatiemat voor de ruit aanbrengen en de standkachel op een hoge temperatuur zetten om weer op te warmen. Een maaltijd hoef ik niet meer te bereiden want we hebben vanmiddag voldoende gegeten.

Na een nacht met veel vorst staan we zondag 29 januari om half negen op. De lucht is staalblauw en er is geen wolkje aan de hemel te zien. De thermometer wijst min 1 graad aan. Tot onze verrassing is er water dus vullen we onze tank en vertrekken dan. De weg is stil en de sneeuw bedekt de hoge bergen waar we doorheen rijden. Zelfs op de hoge bergpassen, de hoogste ligt op 1220 meter, ligt er geen sneeuw op de weg. Om 12 uur arriveren we in Astorga. Op de plek tussen de flatgebouwen staat niemand dus we rijden door naar een laverie waar ik ons wasgoed uitlaad. Helaas kan ik niet direct beginnen met wassen want alle machines zijn bezet. Terwijl ik in de laverie wacht, uiteindelijk twee machines kan beladen en het droogproces begeleid, stofzuigt Dick de camper. Hij doet dat aanzienlijk preciezer dan ik. Als zijn chores geklaard zijn komt hij met een pot koffie naar de laverie, wat word ik verwent. Hoe hij het zo precies kan timen weet ik niet maar als de was uit de droger kan en opgevouwen moet worden staat hij er opnieuw en snel kunnen we met alle opgevouwen was terug naar de camper lopen en even later staat hij op zijn vaste plekje geparkeerd.

Het Plaza Mayor in nu erg leeg

Het is tijd om rond te dwalen in ons favoriete Astorga. Het is heel wat aangenamer dan gisteren met een temperatuur van 8 graden en volop zon. Na gekeken te hebben of de albergue de peregrinos er nog staat (Dick krijgt weer alle verhalen over zich heen) wandelen we over de stadsmuren en genieten van zon en uitzicht over de weidse omgeving en de met sneeuw bedekte bergen in de verte. Dan lopen we weer terug naar het grote plein in het centrum. Als het warmer is staat het hier vol met terrasjes maar nu is alles leeg. Iets verderop is een Irish Pub waar we kunnen eten. De invloed van toeristen en pelgrims hebben mogelijk de etenstijden verruimd. We eten heerlijk en ook het glas wijn is lekker na het rondlopen. Op de terugweg naar de camper kunnen we helaas geen kaas kopen, de supermercado is gesloten en de sportzaak zelfs tot 1 maart. Alhoewel het plan was nog enkele stadjes aan de camino Frances te bezoeken (ik wil Dick zoveel mogelijk alles laten zien) zien we daar toch van af omdat de smalle wegen door het woeste berggebied toch beter ’s zomers te verkennen zijn. We gooien onze route voor de zoveelste maal om en rijden maandag 30 Januari na het ontbijt naar Vitoria Gasteiz, de hoofdstad van Baskenland. Het heeft vannacht 6 graden gevroren en dat voel je best in de camper ook al staat de verwarming de hele nacht aan op een lage temperatuur. De isolatiemat is zo stijf bevroren dat deze bijna niet is op te rollen en ik ben blij als ik hem in de lege krat kan krijgen. Het is leuk de camino in omgekeerde richting te rijden, telkens weer zie ik plekken waar ik gelopen heb. Dick wordt horendol van mijn verhalen die mijn camino-belevenissen opnieuw tot leven laten komen.

De eindeloze “Meseta” op weg naar Vitoria-Gazteig

Al snel zijn we Leon gepasseerd en rijden we de Meseta op, de zeker 200 km lange hoogvlakte met eindeloze landbouw velden en natuurlijk de camino. Het uitzicht is wat eentonig maar de zon schijnt volop in een staalblauwe lucht en ik zie alleen maar herinneringen. In Burgos verlaten we de meseta, drinken een koffie en rijden dan verder. Na eindeloze autotunnels door woeste rotsgebieden arriveren we in Vitoria Gasteiz. Om te overnachten is de camperplek hier veel aangenamer dan in Burgos. Ook is de grote Eroski supermercado aan de rand van de parking een lust om rond te dwalen. Ik heb nog nooit zo’n schitterende groenteafdeling gezien. We dwalen samen tussen de groente en weten uiteindelijk wat te kiezen voor onze maaltijd en lopen dan weer terug. We zijn te laat om nog naar het centrum te wandelen en nu de zon inmiddels achter de gebouwen verdwenen is daalt de temperatuur naar 3 graden. Binnen is het, zeker na het plaatsen van onze  isomat, aangenaam warm en we genieten van de avond.

De laatste dag van januari staan we om 8 uur op. De lucht is volledig bewolkt maar het is droog en er staat geen wind. Gelukkig verdwijnt de bewolking snel en als we bij Pamplona rijden zien we wat blauwe lucht en zon verschijnen. Wel fijn want nu kunnen we op weg naar St. Jean Pied de Port de pas bij Roncesvalles nemen. Na nog de camper volgetankt te hebben in Spanje waar de diesel echt goedkoper is dan in Frankrijk beginnen we aan de beklimming van de bergen.

Sneeuw op de Camino Frances

We rijden langs de albergue in Zumiri en even later stoppen we als de camino de weg kruist.

De weg is schoon maar het omringende landschap is dik besneeuwd en even later sta ik in de sneeuw op de camino. Dit gelijkt niet op het pad waar ik in augustus rondstapte.

Het is geen wonder dat de caminogangers die we nu zien allemaal de rand van de weg lopen in plaats van de dik besneeuwde paden te nemen.

Later hoor ik op het bureau van de peregrinos in St. Jean Pied de Port dat veel paden in de winter zelfs volledig afgesloten zijn.
Hoe hoger we komen des te smaller wordt de weg, zeker in de kleine dorpjes is de weg door de vele weggeschoven sneeuw zo smal dat ik blij ben dat er geen tegemoetkomend verkeer is.

Besneeuwde smalle straten onderweg

 

In Roncesvalles sneeuwt het en rijden we een dikke mist in. Als pelgrim moet je hier nu niet zijn. Het is wel schitterend want door de vorst is de mist op de takken bevroren. Het landschap is veranderd in een winter wonderland. De lange afdaling richting Frankrijk gaat langzaam want regelmatig liggen er plakken sneeuw op de weg en voorzichtigheid is te betrachten. Gelukkig verdwijnt de sneeuw en de mist als we op een hoogte van 400 meter zijn. Blauwe lucht verschijnt en ook de zon. De camperplek aan de rand van St. Jean Pied de Port is stil (er staan slechts twee andere campers, we zetten de Frankia in de volle zon en lopen dan het stadje in. Helaas is alles dicht niet alleen vanwege de lunchpauze maar ook omdat veel bedrijven, waaronder onze “Boutique de Pelerin” maanden gesloten zijn en pas in maart weer hun deuren openen. Wel jammer want ik had er graag weer rondgekeken.

Voorjaar in St. Jean Pied de Port

De kerk is wel open en natuurlijk branden we een kaarsje en daarna wandelen we op ons gemakje verder door het middeleeuwse straatje en genieten van de zon en de warmte. In tegenstelling tot Roncesvalles, waar het winter was, voelt het hier als voorjaar. Het is 10 graden. Omdat onze propaantank enkele dagen geleden aangaf leeg te zijn wandelen we naar de naastgelegen supermarket waar we deze omruilen tegen een volle tank.
Laat in de middag loop ik nog naar het bureau de Peregrinos om een nieuwe credential (Pelgrimspaspoort) te halen. Voor mijn nieuwe pelgrimstocht heb ik deze weer nodig. De lucht is inmiddels staalblauw en de kerk omringt door oude huizen staat te stralen in de zon. Geen wonder dat je verliefd wordt op dit stadje.

Woensdag 1 februari schijnt al vroeg de zon en omdat het ook windstil is wijst de thermometer 8 graden aan. We zijn weer in Frankrijk dus ontbijten we weer met vers stokbrood en vertrekken dan. We rijden oostelijk langs de imposante, met sneeuw bedekte, bergketen van de Pyreneeën. Om half een arriveren we in Lourdes waar we in het centrum onze camper kunnen parkeren en wandelen naar het “Heiligdom van Onze Lieve Vrouwe van Lourdes “.

De beroemde grot in Lourdes

In 1858 verscheen in een grot Maria voor het meisje Bernadette en die verschijningen bleven zich enkele malen herhalen. Sindsdien is Lourdes een toonaangevend katholiek heiligdom dat jaarlijks door zeker 6 miljoen mensen bezocht wordt. Ze strelen de wanden van de grot, plaatsen een kaars en drinken het water uit de fonteinen, waarvan men zegt dat het een geneeskrachtige werking heeft. In dit jaargetijde is het echter te koud dus als we bij het Sanctuario arriveren, lopen er slechts enkele mensen. Zo kunnen we ons in alle rust vergapen aan de twee basilieken die het grote toegangsplein domineren. Natuurlijk lopen we de kerken binnen, beklimmen veel trappen omdat de ene basiliek bovenop de andere is gebouwd en zien de vele afbeeldingen van Maria. Voor ons is het Maria gehalte erg hoog. We geven de voorkeur aan de Spaanse kathedralen met een enkele Maria en verder andere beelden, zoals van Apostel Santiago. Daar heb ik toch meer mee. Een kaars branden we niet want de prijzen liggen absurd hoog en water kunnen we niet drinken omdat dat vanwege de vorst afgesloten is dus lopen we langs de wanden van de kleine grot, die ik mij vaag herinner. Zo’n 40 jaar geleden zijn we hier ook langs geweest. Maar van het imposante plein en de basilieken herinner ik me niets. Na een uurtje hebben we voldoende rondgekeken en lopen door het stadje terug. Dat het seizoen nog niet is begonnen is duidelijk te zien want bijna de gehele straat is doods, de winkels zijn afgesloten met luiken en slechts een enkel souvenirstalletje is open.

Restaurant in Arzacg tegenover de camperplaats

Terug bij de camper besluiten we niet te blijven en na een bestemming noordelijker te hebben gezocht verlaten we Lourdes en om 4 uur parkeren we onze Frankia in Arzacq. Een klein plaatsje met mooie arcaden.

Terwijl Dick de electra kabel repareert die afgescheurd is omdat we bij het wegrijden vanochtend de kabel in het electra kastje hadden laten zitten, wandel ik nog even rond om een geocache te zoeken. Ondanks de staalblauwe lucht en felschijnende zon is het koud maar de wandeling naar weer een lavoir is leuk. ’s Avonds eten we in een klein restaurantje aan de overkant. Na opnieuw een nacht met vrieskou ontbijten we met natuurlijk een baquette en zetten dan onze reis naar het noorden voort. We rijden interdorpelijk over stille landwegen door de streek Les Landes. Een mooie weg waarbij landerijen afgewisseld worden door dichte bossen.
In Artigues pres Bordeaux parkeren we de camper naast een Romaanse kerk, drinken koffie en gaan er dan opuit. In de omgeving liggen enkele leuke geocaches.

Boom klimmen om een geocache te vinden

 

Het is schitterend weer en omdat er geen zuchtje wind is loopt gaande de middag de temperatuur op naar 15 graden. De wandeling is leuk en de geocaches vereisen enkele malen dat ik een boom inklim. Altijd leuk zeker als het ook lukt om de daarin verborgen geocache te pakken te krijgen. Eind van de middag zijn we weer terug bij de camper.

Vrijdag 3 februari worden we om 8 uur wakker door het mooie klokgelui van de Romaanse kerk. De lucht is nog steeds staalblauw en de zon schijnt volop. De temperatuur is slechts 1 graad en vannacht heeft het hard gevroren.

Na een ontbijt met oud Spaans brood vertrekken we en over de Route du Vin rijden we door de Bordeaux streek. Helaas zijn de wijnranken nog in winterstand en zien we slechts kale takken.

Camperplek Rochefort bij jachtwerf

 

 

Als we in Rochefort aankomen, kunnen we niet op onze gebruikelijke camperplek staan omdat deze volstaat met wagens van de gemeentewerken dus rijden we naar de plek bij de jachtwerf waar volop plek is. Helaas is de staalblauwe lucht en zon achter een dik wolkendek verdwenen dus komt de temperatuur nu niet hoger dan 7 graden maar desondanks dwalen we ronddoor dit leuke stadje, aan de oever van de Charente en beroemd door zijn maritieme verleden. Niet alleen werden hier touwen vervaardigd voor de koninklijke marine ook is hier de Ecole de Medicine Navale opgericht. Als eerste ter wereld werden hier chirurgen opgeleid om mee te gaan op oorlogsschepen. Heden ten dage is in deze school een museum ingericht wat helaas nog gesloten is.

Uiteraard wandel ik eind van de middag nog even naar de Lidl waar ik boontjes en cordon bleu haal zodat we ’s avonds lekker eten. Het blijft stil op deze camperplek, we staan slechts met drie campers. Mogelijk is het zelfs een beter plekje dan die tussen de flatgebouwen. Terwijl de vollemaan de camper beschijnt slapen we diep.

Romaanse kerk in Vouvant

Zaterdag 4 februari is de lucht helaas grijs en de temperatuur komt niet boven de 5 graden. We dumpen weer eens en vullen onze schoonwater tank wat hier mogelijk is en gaan dan op pad. Nog voor twaalven arriveren we in Vouvant, een klein dorpje met grote Romaanse kerk en gesticht in de 11e eeuw. De tijd heeft er stilgestaan. Middeleeuwse straatjes worden verbonden door pleintjes en steegjes en de indrukwekkende toren en vestingmuren brengen je terug naar voorbije tijden. Al dwalend door dit dorpje genieten we. Apart is de Romaanse kerk met een imposant portaal. Boven de deuren zijn de voorstellingen van zowel het laatste avondmaal als de hemelvaart te zien. Dankzij de in de crypte draaiende film worden we hierop geattendeerd. Er zijn gelukkig enkele geocaches die op de meest bijzondere plekken verborgen zijn zodat we het dorp goed kunnen verkennen. Natuurlijk komen we ook nog bij een lavoir. Ditmaal één waar water ook warm werd gestookt in grote ketels. Deze lavoirs waren openbare wasplaatsen waar voor betaald moest worden. Met dien verstande dat de rijken voor het gebruik ervan betaalden maar de armen gratis hun kleding konden wassen. Wel moest dat dan gedaan worden in het vuil der rijken.

Uitzicht op de rivier

Pas einde van de middag zijn we terug bij onze camper die aan de rand van het stadje geparkeerd staat. Lang blijven we niet want half zeven lopen we terug naar het stadje. Om bij restaurant Maitre Panetier te komen beklimmen we de steile in de rotsen uitgehakte treden naar de Melusinetoren vanwaar een schitterend uitzicht is op de onder ons meanderende rivier. We eten heerlijk in het enige restaurant dat open is en genieten van de Franse keuken. Als we in het donker naar de camper terugkeren, vermijden we de rotsachtige traptreden en wandelen we langs de weg naar beneden. Iets veiliger met de wijn die we gedronken hebben.
Pas om half negen worden we zondagochtend wakker. We hebben diep geslapen. Het is dan ook doodstil op deze camperplek met slechts een andere camper. Om stokbrood te halen beklim ik toch maar de rots-treden naar de hoge toren want dit is toch aanzienlijk korter dan de gewone weg en na heerlijk ontbeten te hebben (Dick heeft weer eens een eitje gekookt) rijden we weg Helaas is de lucht nog grijs maar gaande de ochtend verschijnt steeds meer blauwe lucht en breekt de zon door.

Leuke wandeling in Grand Foucheray

Over doodstille wegen rijden we verder noordelijk en in het Bretonse dorpje Grand Fougeray parkeren we onze camper. De zon schijnt inmiddels volop en dus trekken we onze wandelschoenen aan en laten ons leiden door de hier verborgen geocaches. We worden niet teleurgesteld want we zien de leuke plekjes in het stadje en genieten van een heerlijke boswandeling. Helaas is alles gesloten dus kunnen we niet uit eten maar de quiche met gehaktballetjes smaakt ook prima.

We staan niet op een rustig plekje want al vanaf 5 uur de volgende ochtend is het een drukte van belang door langsrijdende auto’s. Het heeft de afgelopen nacht weer stevig gevroren en met moeite rollen we de isolatiemat op. Na een lekker ontbijt rijden we weg. Na 100 km zijn we al in Pontorson. Er moet gewassen worden dus nadat de camper op de parking van de supermarket staat verzamel ik ons wasgoed.

 

Winkelwagen met wasgoed in Pontorson

Als Dick een winkelwagentje gehaald heeft lopen we naar de laverie. Alle machines zijn beschikbaar dus al snel zit alle was erin en na 2,5 uur hebben we weer een schoon bed en is alles weer opgeborgen in de kastjes. In de middag wandelen we door Pontorson, wel dik ingepakt want ondanks de stralende zon staat er een kil windje. Maar als we tegen de wind kunnen schuilen is het aangenaam warm. Na 2,5 uur zijn we weer terug bij de camper waar we inkopen doen bij de supermarket en Dick de geocaches logt. Op de TV horen we ’s avonds dat er een enorme aardbeving in Turkije geweest is. Daar de ravage en wij rijden rond, wel een groot contrast. ‘s Nachts is het helder en het vriest hard.

Dinsdag 7 februari worden we pas om half negen wakker. De supermarket is open en ik kan een baquette halen. De zon schijnt weer volop maar het is ijzig koud. Na ons ontbijt vertrekken we en snel rijden we Normandy in, na nog een laatste blik op Le Mont St. Michel. De Mont bezoeken we wel als het warmer is. Het is niet druk op de weg maar toch weet een passerende wagen een steen op te werpen waarop opnieuw een ster in onze voorruit ontstaat. De derde al op deze reis.
Het lijkt wel of we in Alaska rijden waar we ook niet ontkwamen aan opgeworpen stenen. Als we om half een in Cherbourg aankomen is er nergens een plekje om te staan. Naast de voor de winter gestalde campers is ieder beschikbaar plekje bezet met personenauto’s. Zelfs op de dumpplek staan auto’s. Er moet iets aan de hand zijn in La Cité de la Mer. Gelukkig vertrekken twee personenauto’s zodat we de camper even kunnen neerzetten en nadat we een koffie hebben gedronken zien we een beter plekje vrijkomen waar we snel onze Frankia parkeren. Het is slechts 2 graden maar de zon schijnt volop dus even later wandelen we Cherbourg in.

Smalle straatjes in Cherbourg

Het is een stadje waar we nooit genoeg van krijgen. Welk jaargetijde ook, altijd is er wel wat te ontdekken in de smalle straatjes van het oude centrum. Hier hebben we eerder ook het Parc Liais ontdekt met zijn uitheemse plantensoorten en enorme varens. Pas eind van de middag zijn we weer terug bij de camper waar we opwarmen met een kop warme chocolademelk. Om half zeven lopen we opnieuw naar het centrum want natuurlijk gaan we bij restaurant Khao Thai eten. We zijn de enige gasten maar eten voortreffelijke curry dus een volgende keer zullen we hier zeker weer naar toe gaan. Op de terugweg genieten we van de weerschijn van de lichtjes in de haven voor we heerlijk ons bed induiken.

Woensdag 8 februari zijn we al om 8 uur wakker. Het vriest nog steeds drie graden en we zijn blij met onze isolatiemat. Na de verkeerschaos in Cherbourg eindelijk achter ons te hebben gelaten, rijden we over plattelands wegen naar Honfleur waar bijna niemand op de camperplek staat. Het is slechts 1 graad maar er is gelukkig geen wind, de lucht is staalblauw en de zon schijnt dus wandelen we al snel naar het centrum van Honfleur. Het is niet echt druk, alleen op de terrasjes die vol in de zon liggen zijn alle stoelen bezet. Een kopje koffie drinken is er dus niet bij. Dus lopen we verder en genieten. Eind van de middag zijn we weer terug. Mijn schoenen blijken besmeurd met hondenpoep zodat ik eerst enige tijd bezig ben mijn zolen te zuiveren met takjes en later wat water. Op dergelijke momenten zijn honden niet mijn beste vrienden. ‘s Avonds haal ik natuurlijk kebab met fritekes. Na onze wandeling in de kou smaakt dat prima.

Zon opkomst in Honfleur

Donderdag 9 februari vriest het in de ochtend nog steeds. Het water van de binnenhaven is zelfs bevroren maar we kunnen genieten van een prachtige zonsopkomst. Nadat we lekker ontbeten hebben en onze watertank gevuld hebben vertrekken we uit Honfleur en rijden langs de Seine naar Rouen waar we de rivier kunnen oversteken.
Om half een zijn we in Beauvais en wandelen we de binnenstad in. Omdat in 1940 tweederde van de binnenstad als gevolg van een bombardement in vlammen opging is slechts weinig overgebleven van de oeroude huisjes uit de middeleeuwen.

Vakwerk huis en kathedraal in Beauvais

Wel is gelukkig de indrukwekkende Cathedrale St. Pierre gespaard gebleven. Natuurlijk lopen we er naar binnen. Lang blijven we er niet. Het is zo ongelooflijk koud binnen dat we tot op ons bot verkleumen. Het is een verademing als we weer buiten zijn terwijl de temperatuur hier echt niet hoger dan 2 graden komt. Voor we naar de camper teruggaan, halen we nog eten bij de grote supermarket en loop ik naar een geocache die verderop aan de weg verborgen is. ‘s Avonds eten we stamppot van Chinese kool met worstjes. Het smaakt heerlijk en past bij de huidige temperaturen. Door de lage temperaturen is onze gasfles weer leeg dus die kunnen we nog omwisselen voor we Frankrijk verlaten.

Als Dick de volgende ochtend wakker wordt denkt hij dat het 8 uur is en we staan op. Nadat we gedoucht hebben is het nog steeds heel donker buiten. Dan blijkt dat het een uur vroeger is, de wekker staat niet goed of Dick heeft er niet goed op gekeken. De supermarket is nog dicht dus eten we oud brood uit Spanje en vertrekken richting Paris. Om 10 uur zien we langs de weg de airport van Charles de Gaulle liggen en even later verlaten we de autoweg en rijden verder over kleine landwegen vervolgen.

Imposante kerk in l’Epine

 

Om 1 uur arriveren we in L’Epine. Omdat de wolken verdreven zijn en de zon volop schijnt gaan we erop uit.
Enkele geocaches hebben we al eerder gevonden maar klaarblijkelijk nimmer op de computer gelogd dus zoeken we ze nog maar een keer en wandelen een leuk rondje. Geen straf met het weliswaar koude maar stralende weer.

Opnieuw lopen we de imposante kerk binnen. Ik kom hier graag. Het is een plek om te danken en om water te drinken uit de waterbron, met ijskoud water. Er bevindt zich ook een beeld van St Jacques.

 

We zien er een mooi gebed bij staan.
Het is mooi dus ik stuur het naar mijn medepelgrims.
Direct krijg ik een app terug van Danielle uit Brasil, mijn wandelmaatje.

Gebed St. Jacques

Terug in de camper moet ik opnieuw onze zolen schoonpoetsen. We hebben bij het lopen van de kruisweg klaarblijkelijk door kleigrond gebanjerd want een dikke laag kleeft onder onze schoenen en is lastig te verwijderen. Pas na wroeten met takjes weet ik onze zolen weer schoon te krijgen. ‘s Avonds is de cathedrale schitterend verlicht maar ik heb geen zin meer om er naar toe te lopen. Dat moet maar in een jaargetijde wanneer het niet meer zo hard vriest.

Zaterdag 11 februari vriest het nog steeds als we opstaan en we zien de zon als een rode bol boven de horizon verschijnen. Na een lekker ontbijt, de bakker is vlakbij en al om 5 uur open, vertrekken we uit L’Epine en rijden naar Verdun waar we onze Franse propaanfles omruilen voor een volle. Dan vervolgen we onze weg naar Dudelange in Luxembourg. Sinds Honfleur hebben we geen water kunnen tanken en we hebben uitgevonden dat daar wel water is. Tevens kunnen we er goedkoop tanken. Omdat we op weg naar Mettlach, Duitsland zijn is dit haast niet omrijden. Met een volle schoonwater tank, dieseltank en lege vuilwatertank rijden we het laatste stukje naar Mettlach door heuvelachtig gebied over een smalle weg tussen de bossen. Zo nu en dan kunnen we een glimp opvangen van de onder ons meanderende rivier Saar. Op de parking van de Abtei Brau van Mettlach staat niemand dus hebben we volop keuze waar we willen parkeren. Dan loop ik naar de toerist information in het stadje om voor ons verblijf te betalen. Dick blijft in de camper. Hij poetst weer eens de ramen wat geen overbodige luxe is en werkt verder aan de inventaris van de duikwinkel. Omdat het nog vroeg is en ik enkele dagen weinig rondgewandeld heb loop ik van het dorp naar enkele verderop gelegen winkels waar ik even rondkijk alvorens weer terug naar huis te lopen. Het weer is beduidend minder dan we enkele dagen hebben gehad. De grauwgrijze lucht inspireert niet echt maar er staat geen wind en met 5 graden is het goed wandelweer.

Eten in de Abtei Brau in Mettlach

Als ik tegen vieren thuis kom heeft Dick al de isolatiemat voor de voorruit aangebracht. Na natuurlijk Dick de oren van zijn hoofd te hebben gekletst schrijf ik mijn belevenissen op en dan is het al half zeven en tijd om naar de Abtei Brau te lopen. De reden om naar Mettlach te gaan is immers het heerlijke eten hier. En we worden niet teleurgesteld want de steak, schnitzel en het vers getapte brouwerijbier is weer uitstekend.

Zondag 12 februari zijn we om 7 uur wakker. Dat komt ervan als je al twee dagen op deze tijd opstaat. De winkel is dicht op zondag en het is doodstil op de parking. Het drinkwater is nog steeds afgesloten maar omdat we gisteren in Dudelange hebben volgetankt kunnen we daar tot huis mee toe. Langs de oevers van de Saar rijden we naar Trier en daarna komen we op de autobahn. Daardoor schieten we wel op want binnen de 4 uur hebben we 265 km gereden en arriveren we in Bruggen. Er staan best veel campers geparkeerd maar er is nog plek. Al snel wandelen we naar het centrum van Bruggen waar weliswaar alles gesloten is maar wel gezellig veel mensen rondlopen om een frisse neus te halen. Ondanks het feit dat de lucht grijs is voelt het buiten niet echt koud. Omdat er geen zuchtje wind staat is het rond de 9 graden. Nadat we een rondje door het stadje gelopen hebben ontdekken we dat er in het bos 2,5 km verderop een aantal geocaches verborgen zijn. Dick heeft geen zin meer om er op uit te gaan maar ik heb nog een teveel aan energie en moet oefenen met lopen dus wil er nog wel even op uit.

Geocachen in Brüggen

Dick laadt de geocaches in mijn GPS en dan ga ik op pad. Het blijkt een leuke ronde door het bos waar ik helemaal alleen rondloop. Klaarblijkelijk beperken de mensen hun wandeling tot het stadje. Uiteindelijk, de schemer laat niet zo lang meer op zich wachten, heb ik alle caches en de bonuscache gevonden en wandel ik terug naar huis. Net voor donker stap ik binnen. ’s Avonds haal ik aan de overkant van de weg Turks eten. Het smaakt zoals altijd heerlijk en ik geniet ervan niet te hoeven koken. Ik ben helemaal rozig dus lig nog voor tienen in bed. Dick houdt het iets langer vol maar die kan met minder slaap toe.

Uitslapen is er op deze camperplek voorlopig niet bij want ernaast wordt een complex woningen gebouwd dus om 7 uur worden we al wakker gemaakt door de geluiden op de bouwplaats. We hebben nog wat oude verpakte croissants uit Spanje en eten die als ontbijt en nadat we enkele Duitse flessen ingeleverd hebben en het statiegeld geïncasseerd gaan we op weg. We rijden over smalle plattelandsweggetjes en zijn om half 12 in Winterswijk. Omdat onze Nederlandse propaanfles ook leeg is vullen we deze bij gasvulstation Wilmerink waar het vullen veel goedkoper is dan in Rotterdam. Daarna rijden we naar Obelink waar we even rondlopen en omdat ons restaurant Enzovoort op maandag gesloten is lunchen we er ook.

Terug van de kapper

Dan rijden we naar Varsseveld waar we de camper parkeren bij de sporthal. We praten gezellig met de eigenaren van de vlinderhondjes die we vaak ontmoeten als we hier zijn. Omdat de zon is doorgebroken en het niet echt koud is wandel ik in de middag nog even door het stadje, vind een cache en maak, na aandringen van Dick, een afspraak bij de kapper voor morgenochtend. Wel fijn want mijn haardos is nu zo lang dat mijn haren in mijn ogen wapperen. ‘s Avonds eten we alleen nog een broodje, lezen wat en kijken naar het nieuws.
De volgende ochtend, na het ontbijt, loop ik naar de kapper waar ik om 9 uur geknipt word. Wat een heerlijk begin van Valentijnsdag. Daarna rijden we terug naar huis. Het is stralend weer. Wel fijn want nu kunnen we thuis alles goed uitladen.

De camper wordt schoon gemaakt

Nadat de camper leeg is en het huis volstaat, kan ik beginnen met het schoenpoetsen van het dak van de camper. Geen vervelend karweitje als het zulk heerlijk weer is. Het voelt als voorjaar. Als het dak schoon is begin ik in de camper alles te poetsen terwijl Dick de camper verder aan de buitenkant schoonmaakt. We hebben niet veel haast want morgen brengen we de camper naar de garage in Amsterdam dus kunnen alles op ons gemakje doen. Gelukkig is er een plekje achter ons huis om de camper neer te zetten.
Terwijl Dick de volgende dag de camper naar Amsterdam brengt boen ik in de tuin ons tapijt en spuit he schoon. Het kan nu nog goed drogen want de zon schijnt volop. Na morgen wordt er weer regen verwacht.

We hebben 5995 km gereden, de mee genomen fietsen hebben gedurende deze reis de garage niet verlaten en ondanks het zeer koude weer hebben we toch nog 180 km gewandeld.

Herinneringen

 

In de dagen erna boekt Dick een treinticket vanuit Paris naar Hendaye.
Daarvoor zullen we nog twee dagen samen in Paris doorbrengen. Dick kan mij dus  vanuit Paris uitzwaaien.
Mijn tweede pelgrimstocht zal werkelijkheid worden.

Alhoewel mijn herinneringen aan de eerste pelgrimage nog heel vers in mijn geheugen liggen en ik er veel aan terugdenk is toch de beste remedie voor weemoed naar een pelgrimstocht dat je er opnieuw één gaat lopen.

Geplaatst in EUROPA | 1 reactie