15 tot 26 juli 2017 : Nog steeds rondtrekkend door Alaska
Daar ik gisteravond een mooie huisbroek voor Dick heb gezien moeten we voor we vertrekken nog even Fred Meyer binnen na het ontbijt op zaterdag 15 juli. Gelukkig vindt Dick de broek ook acceptabel en met weer een aankoop vertrekken we uit Soldotna en rijden rechtstreeks door naar Homer, waar we de “Homer Spit” oprijden, een landtong die in zee steekt. We zijn benieuwd of we (het is zaterdag) op campground aan de Fishing Hole een plekje kunnen vinden. We hebben geluk want een Chinees stel verlaat net het door ons zo gewenste plekje met zicht op de fishing hole. Het is een smal plekje maar naast ons staat slechts een kooi en koelbox en verder niets dus we hebben ruimte voldoende. Helaas is het wel koud, door de ijzige wind niet warmer dan 8 graden, dus van buiten zitten komt niet veel. We pakken de fietsen en gaan op verkenning uit over de Spit. Naast enkele campgrounds zijn er wat winkeltjes, restaurantjes en natuurlijk een haven en visverwerkingsbedrijf. Al met al een drukte van jewelste op een klein stukje land. We rijden eerst naar een winkeltje waar we kaartjes hopen te verkrijgen voor de musical “Chicago”. Op de Homer Spit staat namelijk een theater “Pier One,” waar enkele malen gedurende het zomerseizoen toneelvoorstellingen worden gegeven. Drie jaar geleden hebben we daar “The Odd Couple “gezien, wat een fantastische voorstelling was, dus natuurlijk willen we vanavond ook naar de voorstelling.
Helaas zijn alle kaartjes al uitverkocht, maar we kunnen ons vanavond op de “waiting list” laten zetten en zo misschien toch nog toegang krijgen. We fietsen verder, kijken naar het schoonmaken van de gevangen zalmen en halibut en werken aan ons verhaal voor de website. Door dat laatste vergeten we haast de tijd. Gelukkig ziet Dick dat het half 6 is en loopt naar het theater toe wat zich nog geen 50 meter achter onze camper bevindt. Als hij niet terugkomt ga ik ook polshoogte nemen en als blijkt dat we nummer 7 en 8 op de wachtlijst zijn, pak ik onze bodywarmers en ga ook buiten wachten. Het is best koud buiten maar in de luwte van “Pier One theater” is het wel uit te houden. Samen met de andere mensen die ook hopen nog toegang te krijgen (allemaal uit Homer) wachten we en ons geduld wordt beloond want om 7. 15 uur mogen we het theater binnen.
Traditiegetrouw wordt bij de aanvang van de voorstelling gevraagd waar iedereen vandaan komt en degene die het verst heeft moeten reizen om hier te komen krijgt een verrukkelijke versgebakken koek. Nu waren we drie jaar geleden de gelukkige winnaar van deze koek en ook nu weer zijn we de enigen die van buiten de USA dit theater bezoeken, dus opnieuw een heerlijke koek cadeau. We vinden dat niet echt erg want door het lange wachten hebben we nog geen hap kunnen eten en de enorme bakken popcorn die alle andere aanwezigen eten zijn aan ons niet besteed. De voorstelling van de musical Chicago is schitterend en we genieten. In de pauze kopen we toch nog twee van die heerlijke koeken (ze smaken zo voortreffelijk) en na het tweede deel van de voorstelling kopen we nog twee koeken om die morgen te nuttigen. Rond half 11 is de theatervoorstelling helaas afgelopen en na de acteurs (allemaal mensen uit Homer) hartelijk bedankt te hebben lopen we naar de camper en genieten we met een wijntje na van deze heerlijke avond. Het was de laatste avond dat deze musical draaide dus we hebben echt geluk gehad.
Als we zondagochtend wakker worden hangen de wolken laag over het water. Echt weer om wat wassen te draaien. Naast onze campground is een winkel met visbenodigdheden waar ook een laundry is en daar lopen we naar toe. Helaas is er slechts één machine beschikbaar zodat ik de komende uren bezig ben met wassen en drogen. Maar als ik half twee terugloop naar de camper zijn de wolken weggetrokken en schijnt de zon volop. Het is schitterend weer geworden maar wel blijft het erg koud, de temperatuur komt niet boven de 10 graden dus van buiten zitten komt niet veel. Ach het is leuk om naar de mensen in de fishing hole te kijken en dat kunnen vanuit onze camper.
Vandaag is de laatste dag dat je mag “snaggen”. Dat betekent dat je vissen uit het water mag halen via een andere methode dan de vis in een haak te laten bijten. Meestal gebeurt dat met een harpoenachtige haak die in de rugvin van de zalm wordt geslagen. Het is een dynamische manier van vissen en erg leuk om naar te kijken. De fishing hole staat helemaal vol met snaggers en de ene na de andere King Salmon wordt naar boven gehaald. Niet alleen aan de kant maar ook in het water zijn kapers zichtbaar die zalmen willen verschalken. In de fishing hole zwemmen tenminste 10 seals rond die zo nu en dan even boven water een kijkje nemen maar verder op jacht gaan naar die enorme zalmen.
Ook de Seaotters laten zich regelmatig zien en na hun maaltje van de bodem te hebben gehaald drijven ze rustig verder. Het is woest in dit deel van Alaska waar de weg letterlijk eindigt en alleen nog boten en vliegtuigen verder verkeer naar bv. de Aleutians eilanden mogelijk maken. Maandag 17 juli is het weer bewolkt maar omdat de wind is gaan liggen voelt het niet zo koud aan. Nadat we afscheid genomen hebben van 6 Amerikanen in huurcampers die we eerder in Hope zijn tegengekomen, pakken we de fietsen en rijden naar het stadje Homer. Het is altijd leuk om over de Spit te fietsen. We zoeken de bibliotheek op zodat Dick weer eens kan publiceren en kunnen daar meteen onze mail beantwoorden.
Dat betekent dat we wel enige tijd in de bibliotheek vertoeven en pas in de middag rijden we weg om nog wat caches in het dorp te zoeken, lekker wat te eten in de Save u More en natuurlijk kijken we rond in wat winkeltjes om te zien of er iets heel bijzonders te koop is, eten een “klein” ijsje (Dick) en een milkshake (Tita) en genieten van de schitterende bergwereld met gletschers om ons heen. Ik vind een tweedehands boekwinkeltje, werkelijk volgepropt met boeken, je kunt er nauwelijks lopen, laat staan goed boeken zoeken. De eigenaar is een Rus en dat is zichtbaar vanwege zijn kleding die je zo uit een prentenboek zou hebben kunnen halen. Hij heeft enkele boeken te koop uit de serie “Wagons West” van Dana Fuller Ross, die ik graag compleet wil hebben. Ik wil echter een paar boeken en hij wil er tien tegelijk verkopen en ook nog tegen een belachelijk dure prijs, dus helaas, de koop gaat niet door. Ik zal elders mijn serie moeten aanvullen. Pas eind van de middag zijn we weer terug op de Spit waar we gezellig kletsen met onze buren uit Californië en natuurlijk genieten we samen van de vissers die zalmen proberen te verschalken in de fishing hole. Nu er weer gewoon gevist moet worden is de belangstelling wel veel minder.
Ondanks het vuurtje dat onze buren bouwen vinden we het na twee uur buiten zitten wel erg koud worden dus de rest van de avond (die lang is omdat het maar licht blijft) kijken we vanuit de camper naar buiten. Dinsdag 18 juli regent het als we opstaan. Wat hebben we gisteren geluk gehad met het weer want 35 km fietsen in de regen was geen pretje geweest. Na het ontbijt besluiten we Homer te verlaten. Het ziet er niet naar uit dat het weer verbetert. Om 11.00 uur zijn we al in Soldotna. De wolken hingen de gehele weg bijna op de grond en daarnaast stortregende het dus het had geen zin in de kleine dorpjes onderweg te stoppen. Na bij Fred Meijer getankt te hebben met 30 cent korting rijden we naar Kenai City. Omdat de harde regen gestopt is lopen we wat rond en zoeken geocaches. Dat is leuk maar alle caches zijn diep in de bossen verstopt waar het gras minstens een meter hoog staat en ook nog eens drijfnat is. Met gevolg dat wij, na twee uur rondlopen en zoeken en met een toename van regendruppels, drijf en drijfnat zijn en alleen nog bij de warme kachel willen kruipen met droge kleding. Woensdag ochtend schrikken we wakker van een ”Raven” die met een plastic dopje op het dak tikt. Hij denkt dat er mogelijk wat eten in verstopt zit. Nadat Dick zijn hoofd door het dakluik heeft gestoken en de vogel heeft weggejaagd staan we op het is dan al half negen. We rijden even later naar de bibliotheek in Kenai zodat Dick de Engelse tekst kan publiceren en omdat we in een apart studiekamertje in de Library zitten, kan ik weer eens gezellig skypen met tante Ank. Heerlijk om van haar weer alle nieuwtjes te horen. Ik mis haar wel hoor, maar dat kan niet anders als je gewend bent om iedere week samen gezellig een dagje met elkaar door te brengen. Nadat we enkele uren bezig zijn in de bibliotheek zoeken we de laundry op want onze kleding van gisteren is nog steeds drijfnat. Met zoveel vocht en kou, het is slechts 14 graden, lukt het niet onze kleding te drogen. Gelukkig doen de machines hun werk goed zodat we om 4 uur eindelijk naar het strand kunnen rijden om naar het “dipnetten” te kijken. We zitten midden in de periode waarop het Alaskanen toegestaan is zalm uit zee te halen met hun grote schepnetten. Helaas zijn alle parkeerplekken vol maar bij het Visitor Center vertellen ze ons waar we morgen kunnen gaan kijken. En passant kunnen we dan meteen het oude Kenai bekijken. Daar het al tegen zessen loopt rijden we maar terug naar Walmart in Kenai. We hebben inmiddels van Dick en Kaye begrepen dat onze luchtbalgen in Seward zijn aangekomen en gaan die vrijdag ophalen. Zowaar, de zon schijnt weer eens als we donderdag 20 juli bij Walmart wegrijden. Het tapijt in de camper is stinkend smerig en dus, voor we het oude Kenai gaan verkennen rijden we eerst naar een autowas station waar ook stofzuigers zijn en zuigen de camper uit.
Daarna zetten we de camper bij het Visitor Center en lopen het oude deel van Kenai in. Direct al zien we een Moose met jong rondlopen bij, hoe kan het anders, Moose Headquarters. Natuurlijk sluipen we door het hoge gras dichterbij en maken veel foto’s. Kenai is een oude Russische nederzetting geweest en er zijn nog oude Russische kerkjes te zien. Helaas zijn ze niet open maar ook van buiten zijn ze prachtig. En het ligt op onze weg naar het strand. Bij het strand aangekomen kunnen we Granger, Bethany en hun twee kinderen helpen met hun koelbox en andere spullen naar het strand sjouwen. Aan de dipnetten mogen we niet komen want alleen al het dragen ervan levert een forse boete op. We boffen het is opkomend tij en de beste tijd om de zalmen op te vissen die zich lui met de stroom mee laten drijven naar de riviermonding.
De hele kust staat vol met Alaskanen die tot op borsthoogte in het water staan met hun dipnetten. En nu maar hopen dat een zalm erin zwemt. En dat gebeurt, keer op keer lopen mensen terug naar het strand met in hun net een zalm verstrikt. De “Sockeye’s” (rode zalmen) zijn gearriveerd. Ik snap dat er zalmenkoorts heerst. Wat is het leuk om in de zee te staan en keer op keer een zalm in je netten laten verstrikken. Ieder Alaskaans gezinshoofd mag in het seizoen (van 10 tot 30 juli) 25 zalmen met een dipnet uit zee halen en voor ieder gezinslid nog eens 10 extra. Je kunt je voorstellen dat het even duurt voordat je alle zalmen uit zee hebt gehaald. Wel is het jammer dat je als niet- Alaskaan niet mag dipnetten, zelfs het even vasthouden van een dipnet is verboden. Wat had ik anders graag even in zee gestaan. Maar op het strand ertussen staan en beleven hoe dit dipnetten er aan gaat is al een avontuur. Nadat de zalm gevangen en doodgeknuppeld is, moet direct een stuk van de staartvin afgeknipt worden. Hiermede is voor iedereen duidelijk dat de zalm met een dipnet gevangen is en dus niet doorverkocht kan worden. Een zalm op deze manier gevangen is immers voor eigen gebruik. We blijven uren op het strand rondhangen en kijken naar de ontelbare zalmen die uit het water worden gehaald. Soms wordt de zalm al terplekke schoongemaakt wat een feestmaal betekent voor de ontelbare meeuwen die feilloos de in zee gegooide strengen zalm-eieren weten op te vissen.
Ik kan er geen genoeg van krijgen om te kijken, te kletsen en foto’s te maken maar na enkele uren vindt Dick het welletjes en lopen we naar “Veronica’s ” toe, een kleine eetgelegenheid vlakbij het Russische kerkje waar we echt voortreffelijk eten en daarna, om de hoeveelheid eten wat makkelijker te verteren, kijken we nog rond bij oude “cabins” die bewaard gebleven zijn. Als we tegen de avonds terug zijn op ons oude plekje bij Walmart kijken we terug op een bijzondere dag. Vrijdag 21 juli is het duidelijk ander weer. De zon schijnt en er waait geen wind zodat de thermometer ’s ochtends al 18 graden aangeeft. Na het ontbijt rijden we naar Seward toe waarbij we onderweg even stoppen om een Moose te bewonderen die in een van de vele meertjes langs de weg in het water staat. Dick, Kaye en Carl komen we in Seward tegen en nadat we de camper hebben neergezet arriveren zij ook.
Het is een goed weerzien en we kletsen gezellig bij. Uiteindelijk gaan we de camper herpakken. Onze reserve dieseltank gooien we leeg, de motorolie plaatsen we in de banken in plaats van in de achterbak en onze Amerikaanse gasfles laten we bij Dick en Kaye achter. Zo hopen we wat gewicht te besparen en dan nemen we afscheid van elkaar. We hopen één dezer jaren weer terug te kunnen keren naar deze ongelooflijk hartelijke vrienden. De afstand naar Anchorage is slechts drie uur, de zon schijnt volop en om half zeven zijn we bij Cabela’s waar nog volop plek is om onze camper te stallen voor de nacht. Ondanks de stralende zon waait er een venijnig windje zodat we binnen gaan zitten en de rest van de avond zijn we verdiept in onze spannende boeken. Dick en Kaye hebben voor ons uitgetekend waar we in Talkeetna kunnen overnachten dus zaterdagochtend rijden we bijtijds weg uit Anchorage. Het is stralend weer, er is geen wolkje aan de hemel en de wind is gaan liggen zodat de temperatuur ook lekker aanvoelt. Rond het middaguur arriveren we in Talkeetna.
Helaas blijkt de campground in het stadje gedurende het toeristen niet toegankelijk voor RV’s dus zetten we de auto in een zijstraat en lopen het stadje in, op zoek naar een brandweer auto uit Limburg. Na enig zoeken vinden we bij de Fairview Inn een brandweerauto met spatlappen, waarop “Kronenburg-Hedel” staat, is dit soms de Limburgse brandweer auto? Niemand weet iets, alleen dat deze wagen in de jaren 60 hiernaar toe gekomen is. Sorry Richard, meer hebben we niet kunnen uitvinden. Na nog wat rondkijken in dit drukke toeristenstadje waar wij beiden geen klik mee hebben rijden we verder. Na natuurlijk wat foto’s bij het viewpoint van Talkeetna, waar Mount Mc. Kinley, tegenwoordig Mount Denali genaamd, wolkenloos in een staalblauwe lucht te zien is en een rondleiding door een fabriekje van Berkensiroop, rijden we naar het parkeerterrein van de South View Denali aan de Parks Highway.
Opnieuw genieten we van het schitterende zicht op Mt Denali en ’s avonds hebben we een gezellig samenzijn met de overige hier aanwezige camperaars als we allen op het parkeerterrein samen kletsen en natuurlijk kijken we bij de hoogste berg van Noord Amerika als de zon erachter verdwijnt. Pas om half 12 gaan we naar bed. Alhoewel Mount Denali ook zondag 23 juli nog goed zichtbaar is zijn er wel meer wolken en ook de zon is meer versluierd. Wat hebben we gisteren ongelooflijk geluk gehad met het weer. We stoppen op weg naar Fairbanks natuurlijk even bij het Visitor Center van Denali National Park om de film van het park te bekijken en een stempeltje in ons National Parks paspoort te halen. Duidelijk wordt dat Denali National park niet om de hoogste berg van Noord Amerika draait maar om de “wilderness” en het wildleven. Het is klaarblijkelijk niet druk want er is plek aanwezig op de campground maar wij rijden verder naar Fairbanks waar we om 5 uur arriveren. Er staat een harde wind en er valt zelfs wat regen maar gelukkig wordt het ook weer droog. Maandag is het zwaar bewolkt en valt er ook wat regen. Echt weer tijd om te wassen en boodschappen te doen. Ik heb inmiddels twee paar schoenen weg moeten doen omdat ze na 3 en 5 jaar echt versleten waren en laat nu hier in Fairbanks zich een REI bevinden, een fantastische sportzaak die Keens schoenen verkoopt. Ik slaag wonderbaar en verlaat tevreden de winkel met Keens en daarna kijken we rond bij het Visitor Center waar een voorstelling is van de Atabascan Nations. Dat laatste blijkt erg leuk en al snel bevind ik mij op het podium om mee te dansen met de Native Indians op muziek die duidelijk geïnspireerd is door de Ierse immigranten naar deze regionen. Helaas is het weer niet denderend dus als we weer terug zijn bij Walmart aan het einde van de middag duiken we in onze boeken tot het bedtijd is.
Dinsdag 25 juni is het nog steeds zwaar bewolkt en er vallen ook druppels regen naar beneden . Na het ontbijt en nog wat laatste boodschappen bij Fred Meijer rijden we weg. Al snel komen we langs de Airforce Base Eielson waar we de enorme vrachtvliegtuigen zien staan en jagers zien opstijgen. De rest van de weg naar Tok is redelijk saai en heel erg stil, op een Moose met kalf na, veel regen en rivieren die er meer als modderstromen uitzien, is er weinig te beleven. Om 2 uur arriveren we in Tok en na de camper op zijn plekje gezet te hebben lopen we naar de overkant van de weg waar, op Tok RV Park, Anne, Werner, Renate en Dieter staan, onze Duitse vrienden die ook door de USA reizen. Helaas hebben Anne en Werner problemen met hun koppeling zodat ze even niet verder kunnen reizen.
Het is een gezellig weerzien en gelukkig is het ook droog zodat we samen buiten van de koffie kunnen genieten. We kletsen wat af en spreken af dat we om 6 uur ’s avonds bij Fast Eddie’s enkele huizen verderop gaan eten. Het is een succes want het eten smaakt werkelijk voortreffelijk. En laat nu ook het weer opknappen zodat we de rest van de avond tot 11 uur heerlijk buiten kunnen kletsen onder het genot van een glaasje wijn.