7 juni tot 16 juni 2017 Canada in, Alberta en British Columbia
We staan woensdag 7 juni vroeg op omdat ik nog met tante Ank wil skypen Nu werkt immers onze Mifi nog. Straks als we Canada binnenrijden zijn we afhankelijk van Visitor Centers en kunnen we niet meer vanuit onze camper in nationale- of state/provincial parken ons internet gebruiken. Nadat we heerlijk bijgekletst hebben en ook onze mail hebben opgehaald verlaten we Glacier National park en rijden over de 93 naar het noorden. Een weg omzoomd door dennenbomen. Om 11 uur staan we bij de grens. Nadat we ontkennend antwoorden op de vraag naar vuurwapens, onze Bearspray is toegestaan, en aangeven dat we zo’n 4 weken in Canada verblijven, krijgen we een stempel en mogen we doorrijden. Al snel verschijnen de hoge bergen voor en naast ons.
Helaas kunnen we door de rij auto’s achter ons niet stoppen voor een enorme Moose die langs de weg in het water staat, maar in Sparwood stappen we wel uit om een foto van de grootste truck ter wereld te maken. Op de Crowsnest pas krijgen we bij het Visitor Center de Nationale Park pas van Canada. Dit jaar, vanwege het 150 jarig bestaan van Canada, is deze gratis. Langzaam laten we de bergen achter ons en komen op vlaktes met landerijen, eindeloze akkerlanden, tot we in Lethbridge arriveren. Daar blijven we bij Walmart staan. Natuurlijk loop ik rond om te kijken of er iets van mijn gading is terwijl Dick Canadees geld pint. De Canadese dollar is iets meer dan 70 cent, wat betekent dat dit land nu goedkoper is dan de USA. Nadat ik een prachtige witte korte broek heb gekocht zitten we nog enige tijd buiten in het gras naast de camper. Pas als de zon enige tijd onder is koelt het wat af.
Donderdagochtend na het ontbijt rijden we verder naar het noordoosten, opnieuw over kale, vlakke landerijen. Het landschap is eentonig en saai maar er is praktisch geen verkeer zodat we om 1 uur al in Drumheller staan bij het Royal Tyrell museum. In deze omgeving zijn enorme aantallen skeletten gevonden van verschillende dinosauriers en die willen we bekijken. Als senior blijken we gratis toegang te hebben tot dit museum maar ook als ik de entree van 14 dollar had moeten betalen was ik er gaan kijken. De vele en verschillende skeletten zijn imponerend. Met name de Tyrannosaurus Rex is enorm.
Ik ben blij dat ik niet in die tijd leefde. Een paar uur brengen we door in dit museum en na ook nog wat gegeten te hebben rijden we eind van de middag naar het terrein van Walmart waar we samen met nog wat caravans blijven overnachten. Het is de hele dag drukkend warm geweest maar om 9 uur ’s avonds gaat het heel hard waaien en al snel gaat de storm gepaard met donderslagen, bliksemschichten en ook harde regen. Onze half openstaande ramen waaien open. Snel sluiten we alles en vanwege de enorme rukwinden verplaatst Dick ook onze camper en zet hem achter een grote caravan. Nu hebben we in ieder geval wat beschutting. Daar mijn recycled Walmart tasje is weggewaaid en halverwege de berg hangt waar we naast staan klim ik de berg op om deze weer op te halen. Gelukkig lukt dat ondanks de bliksem en regen en kom ik weer ongeschonden beneden. Dick zegt dat ik gek ben om, voor een tasje dat 1 dollar waard is, in zulk weer een berg op te klimmen.
Als we vrijdagochtend 9 juni om half zeven wakker worden is de storm geluwd en schijnt de zon een beetje. Wel zijn grote modderstromen de berghelling afgekomen en moeten we de blokken, waar de camper op stond, ontdoen van een laag modder. Helaas hangen er nog veel wolken en ook de temperatuur is zeker 15 graden gezakt zodat het aangenamer is om nu met lange broek en hoodie te lopen. We rijden nog voor achten weg via smalle binnenwegen naar Banff. Daar aangekomen (rond 11.15 uur) krijgen we te horen dat de campground vol is maar we kunnen op de overflow gaan staan. Of het nu door de grote drukte is of omdat een deel van de campground (188 plaatsen) niet toegankelijk is door werkzaamheden weten we niet maar nadat we de overflow parking gezien hebben (op de weg pal naast een bomenrij en ook nog voor $28,- per nacht) besluiten we te vertrekken en door te rijden naar Lake Louise.
Een goede beslissing want daar blijkt volop plek te zijn op de campground. We krijgen een heerlijke plek zonder bomen toebedeeld, zetten de camper neer en lopen naar het centrum. Ook hier blijkt gisteren een zware storm gewoed te hebben met als gevolg dat de elektriciteit overal is uitgevallen. Veel winkels zijn derhalve gesloten. Gelukkig is mijn favoriete sportzaak open zodat ik een fluffy trui van Kühl kan kopen. Mijn oude is na 6 jaar volledig versleten en dus nodig aan vervanging toe. En dit is één van de weinige winkels waar je dit merk kunt kopen. Ook vinden we hier crampons, de ijzers die je onder je schoen kunt vastzetten waarmee je makkelijker over ijs en sneeuw kunt lopen. Na bij het Visitor Center gefacetimed te hebben met onze vrienden die een duikweekend hebben van onze duikclub, met mijn zusje Hannah (die over een paar weken hier ook rondrijdt met Henk) en onze mail te hebben gelezen, lopen we langzaam weer naar de campground. Helaas is het door de vele wolken en harde wind te koud om buiten te zitten maar binnen in de camper is het ook erg aangenaam.
Zaterdag 10 juni staan we om half zeven op omdat we bijtijds naar Lake Moraine willen rijden. We zijn gewaarschuwd dat je niet tussen 10:00 en 18:00 uur hier naar toe moet gaan omdat er dan boven echt geen parkeerruimte is. Helaas werkt het weer niet echt mee want de wolken hangen laag en een deel van de imposante bergwereld verdwijnt erachter. Maar tot op heden hebben we nooit naar dit meer kunnen rijden omdat de weg versperd was door meters hoge bergen sneeuw. Nu rijden we over een volledig sneeuwvrije weg naar boven. Daar aangekomen maken we een wandeling die ons boven het meer brengt. Het water is Emerald groen, helaas zijn de hoge pieken van de bergen die dit meer omringen nauwelijks zichtbaar. Ik kan me voorstellen dat het een schilders droom is om hier te zitten als de zon schijnt. De kleur van het water zal je betoveren. Zelfs met deze wolken is het een schitterend bergmeer en we genieten van de majestueuze bergen rondom ons. Ik had gehoopt dat hier op 1850 meter hoogte nog wel veel sneeuw zou liggen, in ieder geval genoeg om onze net aangeschafte crampons uit te proberen, maar helaas, er is nergens sneeuw te bekennen dus we zullen elders een sneeuwveld moeten opzoeken.
Gelukkig zijn we vroeg zodat we nog alle ruimte hebben om rond te kijken en foto’s te maken want als we na ruim een uur teruglopen via een smal bergpad storten we bijna de afgrond in om de “parapluie-parade” te ontwijken van een grote groep Chinezen. Het is inmiddels een beetje gaan sneeuwen en daar zou je nat van kunnen worden. Op de terugweg naar beneden verandert de natte sneeuw in grote droge vlokken sneeuw maar als we in Lake Louise Village aankomen is het zowaar droog. De bakery heeft heerlijke cappuccino en sausage rolls en nog belangrijker wifi, zodat we gezellig kunnen facetimen met Hannah en onze vrienden die een duikweekend in Zeeland hebben. Daarna wordt het tijd om ons met de andere gasten te bemoeien en al snel zijn we in een geanimeerd gesprek verwikkeld met Ralph en Margie uit California. Anderen willen ook graag een zitplaats zodat we toch naar het Visitor Center lopen om daar nog even wifi te gebruiken, waardoor Dick de Engelse versie van ons verhaal op de website kan publiceren en uiteindelijk rijden we terug naar de campground. Buiten zitten in miezer is geen optie dus zitten we binnen met de standkachel aan, want het is slechts 8 graden. Gelukkig stopt de regen rond drie uur, waardoor we nog even naar de village lopen en opnieuw een cappuccino drinken. Heel smakelijk en je bent er even uit. De wolken trekken wat op en bieden uitzicht op de omliggende bergen. Helaas blijft het te koud om buiten te zitten en ondanks enkele zonnestralen hou je het buiten niet lang vol. Zondagochtend staan we vroeg op en na dumpen en schoon water vullen rijden we de Icefield Parkway op. De wolken hangen hoog zodat we gelukkig wel zicht hebben op de hoge bergen om ons heen. We hebben deze weg al verschillende malen gereden maar stoppen toch regelmatig om foto’s te maken. Bij de Columbia Gletscher hangen de wolken laag en miezert het wat dus rijden we direct verder. Langs het glazen platform van de Glacier Walk, volgens ons grote nep want het platform hangt in de verste verte niet boven een gletscher.
Regelmatig wisselen regen en miezer elkaar af maar wanneer we bij de Athabasca Falls stoppen is het gelukkig droog. Er stort ongelooflijk veel water naar beneden. Wel moet je geduld hebben om een foto te maken want er is net een buslading Aziaten gedropt die niet stoppen met het maken van foto’s. Het lijkt wel of iedereen drie camera’s bij zich heeft waar een foto mee gemaakt moet worden en dan heb ik het nog niet over de selfies die daarna komen. Tegen het middaguur zijn we bij Whistlers campground in Jasper. Er is nog voldoende plek maar niet meer met elektra. We krijgen een ruime plek in het bos waar, als er zon zou schijnen, de stralen kunnen doordringen maar helaas, het blijft zwaar bewolkt. Echt weer om te gaan wassen. Dus rijden we de 5 km naar Jasper. De laundry waar we altijd wassen bestaat nog wel maar is deels winkel geworden. Daardoor is het er wel schoner. Al snel zitten al onze kleren in de machines. Pas als alle was schoon en opgevouwen is, komen we erachter dat er ook wifi was. Jammer want verder is wifi in Jasper moeilijk tot niet te vinden dus blijft iedereen even verstookt van berichten van ons. Het is nog steeds koud en we zijn blij dat we onze lange broeken, truien en jas aan hebben. Buiten zitten op de campground is er niet bij. Maandag 12 juni verslapen we ons zodat we pas om half 10 wegrijden van de campground. Maar de lucht is blauw en de zon schijnt. Ons doel is Lake Maligne en op weg ernaartoe zien we onze eerste Black Bear. Een enorm exemplaar die alle tijd neemt om wortels op te graven en niet rondkijkt. Als we langs Medicine Lake rijden zien we dat eindelijk vol water staan. Dit in tegenstelling tot 6 jaar geleden toen het droog stond. De indianen geloofden dat het meer door “Big Medicine” (magic) verdween. Nadat we een wandeling hebben gemaakt bij Lake Maligne en de hoge besneeuwde bergen hebben bewonderd rijden we weer naar beneden waar we langs de weg nog een Moose met baby Moose, 3 Bighorn Sheep en een mank lopende Black Bear zien.
Het geeft wel verkeers opstoppingen als deze beesten ergen langs of op de weg verschijnen en camera’s blijven klikken maar het blijft een schitterend gezicht om deze dieren in de natuur te treffen. Daar we toch langs Maligne Canyon rijden stoppen we daar ook nog even. De grote hoeveelheden water die hun weg door de smalle canyon zoeken blijven spectaculair om te zien en we kunnen er meteen ook een Earthcache zoeken.Uiteindelijk hebben we voldoende rondgelopen en snakken we naar koffie. In Jasper gaan we buiten op een terrasje zitten want het is inmiddels 26 graden en zelfs in de schaduw is het aangenaam buiten.
Half 5 zijn we weer terug op de campground waar Dick de fietsen pakt en ik buiten in het zonnetje de administratie doe. Het is heerlijk weer geworden en in het zonnetje zelfs heet. Na 6 uur fietsen we naar Jasper om daar heerlijk bij Smitty’s te eten. Als we weer terug zijn bij de camper kunnen we nog lekker buiten zitten want het koelt maar weinig af. Dinsdag 13 juni is het weer erg bewolkt maar het is droog en omdat er praktisch geen wind staat voelt het niet koud. We rijden via Hinton naar het noorden. Een weg die ons regelmatig langs spiegelgladde meertjes voert waarin de weerspiegeling van de omliggende bergen mooi te zien is. Na Hinton pakken we de 40, een scenic highway naar Alaska. Het is een prachtige en rustige weg die ons door heuvelachtig gebied voert met zo nu en dan steile hellingen. Om drie uur stoppen we bij Kakwa River Provincial Recreation Area. Er is een mooie campground met gratis brandhout en naast ons zijn er ook nog twee vissers. Er zijn wel heel veel (grote) muggen die klaarblijkelijk uitgehongerd zijn en zich op ons storten dus maken we maar meteen een vuurtje wat een beetje helpt om deze hongerige beesten te verdrijven.
Als we gegeten hebben komen de vissers even terugrijden om te zeggen dat ze net een Grizzly met jong hebben gezien dus we moeten wel oppassen als we buiten zijn. Helaas, op de campground laten de Grizzly’s zich niet zien en om alleen met Bearspray gewapend ze te gaan zoeken, lijkt ons toch niet zo’n goed idee. We zijn woensdagochtend vroeg op pad en hopen nog wat wildlife te zien maar merken al snel dat dat op deze weg niet zal lukken. Een eindeloze stroom vrachtwagens en grote trucks komt ons tegemoet die zo nu en dan een modderige zijweg inrijden. Overal om ons heen zijn namelijk olie- en gasvelden. We zijn dus blij als we deze weg kunnen verlaten. Natuurlijk moeten we in het plaatsje Grande Cache een cache zoeken en als we BC (British Columbia) binnenrijden onze klok weer een uur verschuiven. Inmiddels hebben we 9 uur tijdsverschil met Nederland.
Uiteindelijk arriveren we in Dawson Creek, waar we natuurlijk foto’s maken van het Mile Zero punt op de Alaska Highway en ook de Milepost kopen waar, zoals de naam aangeeft, per mile beschreven staat wat er langs de Alaska highway te zien is. Daar we nog niet om half 1 willen stoppen rijden we nog even door tot Fort St. John waar we bij Walmart mogen overnachten. De ijshal waar ook het Visitor Center zich bevindt is bijzonder om te zien. Beneden zijn twee ijshockey velden, op de eerste verdieping een speedskating baan en op de derde verdieping een hardloop circuit, een imposant gebouw. Helaas ligt er momenteel geen ijs maar hierdoor kunnen we wel over de ijsbaan lopen. We boffen met het weer want het blijft droog tot 7 uur ’s avonds wanneer het weer gaat regenen. Donderdag 15 juni hangen de wolken nog laag maar het is in ieder geval droog en nadat we diesel en propaan getankt hebben rijden we verder de Alcan (Alaska Highway) op die dit jaar zijn 75 jarig bestaan viert.Wat een weg en wat een prestatie om deze in 7 maanden aan te leggen. Alleen al om Whitehorse, Yukon te bereiken zullen we nog 1340 km moeten afleggen. Via lange en vaak steile hellingen rijden we door eindeloze bomen rijen, tanken in Fort Nelson, drinken koffie en eten taart ter ere van de verjaardag van Hugo en stoppen om 4 uur bij Summit lake, een schitterend meer op 1280 meter hoogte.
Er is nog een plekje aan het meer maar omdat het slechts 7 graden is gaan we toch maar niet buiten zitten. Tussen buien door probeer ik wat vuil van de camper te halen maar als het echt door gaat regenen is het alleen in de camper aangenaam.
Op onze Griekse regendag is het heerlijk genieten van je laatste 2 verhalen.
Wat is het toch mooi daar en zo afwisselend.
Geniet ervan, wij genieten mee.
Liefs, Doreen en Walter