De laatste weken
Zondag 29 maart slapen we tot half acht uit. Was ook wel nodig want ik heb slecht geslapen. De gruwelijke beelden uit het POW (Prisoners of War) kamp bleven maar door mijn hoofd en in mijn dromen spelen. Uiteindelijk zijn we om half 10 toch echt op weg. Wel rijden we nog even over de vlakte waar het camp was om een laatste foto te nemen met ander zonlicht en dan verder over het platteland van Georgia. Na eindeloze velden met pindabomen zien we eindelijk de boomgaarden waar deze “Peach State” zijn naam aan ontleent, boomgaard na boomgaard met peach trees.
Sommigen zijn al in bloei maar het merendeel staat nog in knop en de echte bloemen moeten nog komen. Via Byron, het centrum van de perzik bomen komen we in Macon, volgens ons boek de ” Cherry Blossom Capital of the world”. Dit is HET seizoen voor de Cherry Blossom dus rijden we naar het centrum van Macon. We zien veel grote en imposante kerken en redelijk wat Cherry Blossom bomen maar het haalt het niet bij het meer in Washington DC, waar honderden Cherry Blossom trees omheen staan. Eigenlijk wel een beetje teleurgesteld vervolgen we onze reis naar een recreatie gebied ten westen van Macon waar volop plek is om te overnachten, alhoewel niet pal aan het meer.
We kiezen één van de mooiere plekjes met nog zicht over het water en natuurlijk volop in de zon en de rest van de middag besteden we aan wandelen, wassen, weer administreren, volop in de zon zitten en natuurlijk weer eens publiceren. Dat laatste kost wel wat tijd want ik heb net mijn stukje afgeschreven en Dick moet het én nog lezen, verbeteren, waar nodig aanvullen én alle foto’s erbij zoeken. Maar, eind van de middag, staat alles op de website en genieten we nog van een heerlijke zomeravond. De temperatuur is weer gestegen en ondanks de wind was het overdag 22 graden en na zonsondergang is het nog zeker 18 graden. Maandag is het erg bewolkt en als we wegrijden zien we een zwarte lucht opkomen waar al snel dikke regendruppels uitvallen. Ons zicht verdwijnt, zo grauw en donker is het. Het landschap is erg heuvelachtig en er zijn veel bossen waar het door de regen somber uitziet. Gelukkig stopt de regen na een uur. In McDonough, een plaats net ten zuiden van Atlanta, zoeken we een camping. Deze ligt aan de Interstate, helemaal tussen de bomen en in de verste verte is er geen openbaar vervoer te vinden waarmee je naar Atlanta kunt gaan. Derhalve rijden we door, nu over de Interstate om de drukte van het verkeer van deze grote stad te vermijden, naar Marietta, net ten noorden van Down Town Atlanta. Op weg ernaartoe zien we langs de weg overal bushokjes, wat veelbelovend is voor openbaar vervoer. Er blijkt in Marietta ook nog plek te zijn op de campground. Alleen ontraadt de camping eigenaar ons ten stelligste (zeker vijf maal) om met openbaar vervoer naar de stad te gaan. Wat ik ook probeer, ik krijg niet te horen waarom ze dat nu zo ontraadt. Dus, eigenzinnig als we zijn, zoeken we op de computer naar mogelijke bus verbindingen.
Die blijken er te zijn en na de route en busnummers uitgeprint te hebben gaat Dick op zoek naar kaartjes voor het grootste aquarium ter wereld en pak ik de fiets om in de buurt wat caches te zoeken. Deze liggen in een dicht bos en tegen half zes stop ik toch maar met zoeken want het is hier wel erg stil in het bos en ik moet ook nog terugfietsen. Na nog even met Les, ook een geocacher, één van de caches in het bos gevonden te hebben, fiets ik uiteindelijk terug naar de camping. Erg laat gaan we niet naar bed want morgenvroeg zal de wekker al om 6 uur afgaan. We hebben namelijk Early Bird tickets gekocht voor het aquarium en dat betekent dat we daar uiterlijk 9 uur moeten zijn. We verwachten dat de reis ernaar toe zeker 1 ½ uur in beslag zal nemen dus dat betekent vroeg uit de veren. Dinsdag is het bewolkt en slechts 14 graden maar het is droog. We boffen want nadat we naar de weg zijn gelopen komt al snel bus 10 die ons dwars door de voorsteden naar een treinstation van de Metro brengt. Het is daar even uitzoeken hoe het werkt met kaartjes, maar met behulp van een aardige African-American lukt het een pas te kopen die oplaadbaar is en gebruikt kan worden voor bus en trein. Het is slechts enkele haltes met de metro en dan nog 15 minuten lopen voor we (ruimschoots op tijd) bij het aquarium arriveren. Lang hoeven we niet buiten te wachten want iets over half negen worden we al binnengelaten. Wel moeten we dan nog tot 9 uur in een hal wachten voor we het echte aquarium in kunnen maar deze wachttijd is aanzienlijk leuker omdat we omringd worden door enorme Jacks die langs ons zwemmen.
Even na 9 uur mogen we naar binnen. Als eerste lopen we naar het grootste bassin waar we de enorme Manta Rays’s en Whale Sharks zien zwemmen. Nog nooit heb ik deze enorme beesten in een aquarium gezien. Slechts in Thailand en Indonesie hebben we het geluk gehad ze in het wild te mogen bekijken maar hier in het Georgia Aquarium – Atlanta, gevuld met meer dan “10 million gallons” water, zwemmen er van beide soorten 4 stuks en dat naast duizenden andere vissen. Normaliter staar ik eindeloos lang naar Napoleon vissen, de diverse soorten Sharks en de gigantische Potato Groupers, maar in dit unieke aquarium heb ik slechts oog voor de Manta’s en Whalesharks. De rest is eigenlijk bijzaak. Lang lopen we rond, kijken via verschillende ramen in het bassin en in de grote zaal met glazen wand gaan we zitten om deze onderwaterwereld te bewonderen.
Natuurlijk blijven we zitten als we horen dat de Whalesharks gevoerd worden wat middels het leeggooien van emmertjes voer voor hun opengesperde bek gaat. Dit gebeurd vanuit een rubberbootje aan de oppervlakte en is goed te volgen door de aan de oppervlakte staande camera’s zichtbaar op de grote beeldschermen in de grote zaal. We kunnen geen genoeg krijgen van dit aquarium maar uiteindelijk lopen we toch verder. De dolfijnenshow wacht. Met ons willen 1880 mensen ook een kijkje nemen dus het is even wachten in de rij maar uiteindelijk zitten we dan toch echt op de tribune en kijken we naar de capriolen van de 6 dolfijnen. Er moet hier ook Springbreak zijn want op deze doorde weekse dag zijn er enorm veel schoolgaande kinderen met hun ouders. Helaas Mogen er van deze show die volledig door een grote telefoonmaatschappij wordt gesponsord geen foto’s gemaakt worden. De show is leuk en de andere aquaria die we, na een heerlijke lunch, bewonderen zijn ook mooi, maar niet echt bijzonder vind ik. Dick denkt daar toch iets anders over. Alleen het koud water aquarium waar de Beluga’s rondzwemmen en waarvan één vrouwtje ieder moment een jong kan krijgen, is ook bijzonder.
Het tropisch aquarium valt wat tegen maar de “Jellyfish” en Weady Sea Dragon zijn prachtig om te zien. De dag vliegt om en voor we vertrekken dompelen we onszelf nog eenmaal onder in de wereld van de Manta’s en Whalesharks maar na 6 uur rondslenteren laten we toch echt het aquarium achter ons. Inmiddels is het buiten broeierig warm ondanks de vele wolken. Makkelijk vinden we de weg terug naar treinstation en bus en om 6 uur zijn we weer terug op de campground waar we nog heel even buiten kunnen zitten alvorens dikke regendruppels naar beneden vallen. De rest van de avond en nacht regent het onophoudelijk maar als we woensdag 1 april om 7 uur opstaan is het droog. Wel fijn, want nu hoeven we geen parapluie mee te nemen op onze wandeling naar de bus. Het is al vroeg 18 graden en als we in de bus zitten maken de wolken plaats voor blauwe lucht. De reis gaat wat minder voorspoedig. We wilden nu helemaal met bussen naar Downtown Atlanta en de trein skippen (reis is goedkoper als je alleen bussen neemt) maar als we op het transfer station arriveren blijkt de laatste bus om acht uur vertrokken te zijn zodat we toch maar weer onze bus 10 pakken naar het treinstation. Het betekent wel dat we voor niets een omweg hebben gemaakt. Desondanks arriveren we even na tienen in Downtown Atlanta.
Naast het aquarium ligt “The World of Coca Cola” waar we moeten zijn. De rijen voor de kassa zijn inmiddels opgelost en we kunnen direct het pand van de beroemde frisdrank betreden. In 1886 werd in Atlanta door John Pemberton de drank Coca Cola uitgevonden en natuurlijk willen we er een kijkje nemen. Na een welkomstfilm en praatje gaan we op zoek naar de beruchte Coca Cola formule die al meer dan 129 jaar een groot geheim is. We worden meegenomen in de geschiedenis van Coca Cola, zien dat de uitvinder wel kon uitvinden maar geen zakeninstinct had want hij verkocht de formule van Coca Cola voor 2300 dollar aan een slimme zakenman die de frisdrank naar ongekende hoogte wist te brengen en het bedrijf uiteindelijk verkocht voor 25 million dollar. Natuurlijk maken we een foto met de ijsbeer van Coca Cola, vinden de kluis waar de formule zou zijn opgeborgen en komen uiteindelijk bij het proefstation waar iedere bezoeker ongelimiteerd alle Cola producten kan proeven.
Niet alleen de echte Coca Cola soorten maar ook de frisdranken die in de loop der tijden wereldwijd aan het Coca Cola concern gelieerd zijn. Het is ongelooflijk leuk om allerlei frisdranken, die over de wereld te koop zijn, te proeven. Sommige zijn verrassend smakelijk, andere mierzoet en gewoon niet lekker. Met ons vinden ook honderden anderen, waaronder veel schoolklassen, dat proeven leuk zodat de vloer en eigenlijk alles waar je maar aankomt of overheen loopt kleverig en plakkerig is. Kontant loopt er een schoonmaker rond die vloer en proefopstellinge schoon probeert te houden. Het is maar goed dat vlak naast deze proeverij grote hoeveelheden toiletten aanwezig zijn want dat is met al die prikdrankjes geen overbodige luxe. Het is heerlijk om ook bekertjes chocolademelk te kunnen drinken die na al de prik erg goed smaken. Het merk Fairlife, mijn favoriete chocolade melk in de USA, blijkt door Cola geproduceerd te worden en dit jaar tijdens onze tocht op de markt gekomen. Na drie uur rondlopen verlaten we de “World of Coca Cola. Het chocolademelk meisje heeft ons gezegd dat er lekker eten is bij CNN en daar het 1 uur is en we daar toch een bezoek willen brengen lopen we die kant uit en zitten even later, in de binnenhal van het enorme complex van CNN, aan een heerlijke salade en broodje kip. Het smaakt goed en geeft ons de energie die we nodig hebben voor de rondleiding langs de studio’s van CNN-Worldwide.
Dit 50 minuten durende bezoek voert ons langs studio’s en werkplekken van CNN reporters. We horen hoe programma’s tot stand komen, zien de journalisten research verrichten en krijgen mee wat allemaal moet gebeuren om het nieuws op de tv te brengen. Het is interessant en indrukwekkend alhoewel de tour wel erg snel gaat en er niet heel veel tijd is om op je gemak rond te lopen. We worden door het gebouw gejaagd. Ik ben blij dat we na afloop voor Dick een leuk CNN T-shirt vinden en onder het genot van een Starbucks (heerlijk, na al die bubble frisdrank) praten we nog wat na omringt door de kantoren van CNN alvorens we ons weer in de hitte van Atlanta begeven. Het is inmiddels zeker 28 graden. De prachtige kantoren wijk met hoge gebouwen die het Centennial Olympic Park omzomen laten we achter ons en langzaam komen we in een wijk met veel dicht gespijkerde en verpauperde woningen. Er komt geen einde aan de wandeling dwars door de stad, helling op en af, maar uiteindelijk zijn we in King’s Historic district, de wijk waar Martin Luther King Jr.geboren en opgegroeid is en waar we natuurlijk een kijkje nemen bij de Historic Site. Het is indrukwekkend de filmbeelden te zien van de lange mars in Washington DC tegen de apartheid, de speech te horen van dr. King: ” I have a dream ” en hem uiteindelijk op een van de kruistochten tegen de apartheid, in Tennessee te zien doodschieten. Ook dit is een indrukwekkend deel van de geschiedenis van de USA en nog wel een deel wat niet zo ver achter ons ligt. In mijn jonge jaren waren in dit deel van Amerika nog de apartheidswetten van kracht en mochten de African-Americans niet daar komen waar de blanken kwamen.
Helaas sluit om 5 uur alles zodat we niet meer de kerk kunnen bekijken maar wel nog de Reflecting Pool waarin de tombe staat waar Mr. en Mrs. King in liggen voordat we terug naar het treinstation lopen, de metro en bus pakken en uiteindelijk om half acht weer bij de camping arriveren. De temperatuur is nog steeds zo’n 25 graden zodat buiten zitten zeer aangenaam is en we pas laat een restje spaghetti eten. Donderdag 2 april slapen we heerlijk uit. Pas om acht uur wordt ik wakker, een beetje stijf na al dat klimmen en klauteren door de straten van Downtown Atlanta. We weten inmiddels dat de camping mevrouw ons de bustocht ten zeerste ontraadde omdat er veel “crime” in de bus zou zijn (niets van gemerkt) en vanwege de soort mensen in de bus (voornamelijk African-American in de bus). Met die laatste hebben we grapjes gemaakt en gezellig gekletst dus daar evenmin enig probleem mee gehad. We zijn dus blij dat we niet geluisterd hebben en gewoon, zoals we in iedere grote stad doen, de bus naar Downtown hebben gepakt. Na het ontbijt rijden we weg. Daar het nog spitsuur is pakken we de Interstate om buiten Atlanta te komen en om 10 uur laten we deze drukke stad eindelijk achter ons. We doen wat boodschappen in Athens en komen dan weer op het platteland van Georgia. Alhoewel we het hadden kunnen weten blijkt de State Park campground bij Elberton volgeboekt zodat we over smalle, onverharde wegen naar South Carolina rijden.
Daar, net over de brug van de Savannah River, vinden we aan een groot stuwmeer een State Park waar wel een overnachtingsplekje is. De camping ligt prachtig, vlak aan het meer en ondanks het feit dat het niet echt warm weer is en erg vochtig door de vele regen die gevallen is kunnen we dicht tegen de camper buiten zitten. Wel jammer dat de wolken zo laag over het meer hangen want met stralende zon en warmte moet het hier schitterend zijn. Daar net voor we in het State Park komen onze remmen toch wat minder krachtig lijken te remmen dan tevoren gaat Dick, gelukkig met zijn “Coverall” aan, de remmen inspecteren terwijl ik in de luwte van de camper achter de laptop ga zitten om weer eens even wat administratie te doen. Alhoewel het erop lijkt dat de zon wil doorbreken houden de wolken helaas de overhand en blijkt het met 15 graden gewoon te koud om het buiten aangenaam te hebben. Dus pak ik de fiets maar om de twee caches die hier in het park liggen te zoeken. Dat valt niet echt mee want ik kan natuurlijk het mountainbike pad niet vinden zodat ik met mijn fiets meer dan een 500 meter dwars door het bos en lage struiken een weg moet banen.
Uiteindelijk met veel omwegen, want regelmatig loop ik tegen een water aan, lukt dat, vind ik de beide caches en kan ik, dankzij de GPS, weer de weg terugvinden naar de campground. Daar zit Dick inmiddels lekker buiten omdat de wind wat is gaan liggen en even later verwarmen we ons aan een goed brandend houtvuur waar we later op de avond ook onze steaks op bereiden. Pas nadat al ons hout opgebrand is en wij ernaast heerlijk hebben gegeten gaat het regenen en de rest van de nacht blijft het gewoon hard doorregenen. Gelukkig stopt de regen vrijdagochtend 3 april zodat we met droog weer onze weg kunnen vervolgen. De remmen doen het wel maar Dick moet ze wel wat dieper intrappen dus echt in orde zijn ze niet. In Franklin, North Carolina zoeken we een garage. Dick heeft inmiddels met onze Fiat dealer in Utrecht gesproken, Iveco Schouten, en omdat er nergens een lekkage te ontdekken is kan het zijn dat de hoofd remcylinder niet helemaal goed functioneert.
Alhoewel ik het niet weet blijkt de door ons uitgekozen weg over een bergketen te lopen naar de plaats HIghlands, die zoals de naam al doet vermoeden, op 1150 meter hoogte ligt. Daarna gaat het in haarspeltbochten over een smalle en drukke maar ook mooie bergweg aar beneden. Om 1 uur arriveren we zonder problemen in Franklin, North Carolina. Helaas blijkt de door ons uitgekozen garage geen mogelijkheid te hebben ons te helpen. Wel een naburige garage, maar dan moeten we wel eerst het benodigde reserve onderdeel bestellen want dat is hier niet te verkrijgen. Daar dat gelet op het late uur en de naderende Paasdagen in Nederland niet meer mogelijk is contact te zoeken met onze Nederlandse dealer zoeken we een campground in Franklin. Daar aangekomen gaat Dick opnieuw de remschijven en banden inspecteren. Daarbij ontdekt hij stukjes rubberband, duidelijk restanten van de Alternator Belt (multiriem die de dynamo en waterpomp laten draaien). Als we onder de motorkap duiken zien we er nog een restje riem opzitten maar dat kan ieder moment volledig afscheuren zodat we niet meer durven te rijden. een telefoontje naar Good Sam Roadside Assistance, onze redder in nood, biedt uitkomst en 45 minuten later staat een monteur op de campground. Bij inspectie ziet deze dat niet alleen de alternator belt bijna is losgescheurd maar ook een wiel, waarmee de belt op spanning wordt gebracht is deels afgebroken. Er kan dus geen reparatie plaatsvinden. Eerst zal gezocht moeten worden naar dat benodigde onderdeel. Wij hebben alleen een oude reserve belt bij ons. Het is een geluk bij een ongeluk dat Dick bij het inspecteren van (overigens goede) remschijven en voorbanden (duidelijk aan vervanging toe) deze praktisch afgescheurde multi riem ontdekt heeft. Gelukkig bevinden we ons op “slechts” 560 mile afstand van Baltimore Harbour dus we hebben nog even de tijd om op reserve onderdelen, die vanuit Nederland moeten komen, te wachten. Onwillekeurig geeft dit mechanische probleem toch wat stress bij mij want gedurende de nacht slaap ik onrustig terwijl ik ook (wat nooit gebeurt) een knallende hoofdpijn krijg. Helaas blijkt het heerlijke weer met overdag 23 graden ons in de steek te laten want als we zaterdag 4 april opstaan is het somber, bewolkt, waait er een koude wind en wijst de thermometer slechts 12 graden.
Desondanks kijken we in ons t-shirt lang naar de drie herten die onder ons in de rivier rondlopen en zich laten aanhalen door de vissers die op forel vissen. Na het ontbijt klaart het gelukkig op en rond het middaguur is het naast de camper zo lekker warm dat we heerlijk buiten kunnen zitten. Groot is de verrassing als tegen 2 uur de monteur weer aan komt rijden met het ontbrekende wielonderdeel. Helaas blijkt het omleggen van de riem niet echt makkelijk en Dick en de garageman kruipen samen onder de camper. Uiteindelijk ligt dan toch de belt erom en dat betekent dat we in ieder geval weer kunnen rijden. Intussen hebben we al wel een mail naar onze Fiat dealer gestuurd en de ANWB gebeld en gevraagd de benodigde onderdelen te verzamelen en naar ons toe te sturen. Voorlopig zullen we dus even op deze campground blijven. We willen voor alle zekerheid de hoofdremcylinder vervangen voor verder te trekken. Daar wij naast een vaste gast, de enige gasten op deze campground zijn hebben we een uitnodiging van de eigenaresse ontvangen om morgen, 1e Paasdag, aan het einde van de middag burgers en dogs te komen eten. Een uitnodiging die we graag accepteren. Als om 4.30 uur de monteur vertrekt gaan wij nog lekker buiten in het toch wel warme zonnetje genieten van het einde van een bewogen dag. 1e Paasdag ’s morgens is alles wit bevroren. Het heeft tenminste 2 graden gevroren en het is koud. Gelukkig warmt de zon, als deze is opgekomen, de aarde wel wat op maar er blijft veel sluierbewolking en er waait een kille wind dus erg warm wordt het niet. Desondanks pakken we rond half 11 wel onze fietsen om een stukje van de omgeving te verkennen. Dat valt niet mee want hier in de uitlopers van de Smokey Mountains is het erg heuvelachtig en we klimmen berg op en op en op. Het afdalen is duidelijk minder. De zon is wat meer gaan schijnen en ondanks het feit dat het rond de 18 graden is voelt het door het vele omhoog fietsen buiten warmer aan. In de middag zijn we weer terug bij de camper waar we na een lekkere koffie buiten gaan zitten. Eind van de middag gaat Dick de grote barbecue van de campground schoonmaken terwijl ik nog even met tante Ank skype. Doordat er naast ons dus nog slechts 2 andere mensen aanwezig zijn op deze campground is het wifi signaal goed en dan is gezellig even bijkletsen altijd erg leuk.
Om 5 uur, de barbecue is inmiddels schoon en staat te verwarmen komen de gasten en de dochter van Brenda, de camping-eigenaresse, met haar man, kinderen en aanhang en gaan we gezellig met elkaar burgers en dogs eten. Het smaakt heerlijk. Jammer is wel dat de wind wat meer is gaan waaien en het niet warmer is dan 15 graden zodat we na een heerlijke en gezellige maaltijd wel door en door verkleumd zijn en het toch wel fijn is om na afloop weer de camper op te zoeken. Pas tegen tienen als ik onder ons donsdek kruip warm ik echt weer helemaal op. Maandag 6 april is het somber en zwaar bewolkt. Dat betekent dat de herten weer langs de rivier lopen. Ze zijn duidelijk gewend aan de vissers want als ik ze roep draait moeder hert zich om en rent aan de overzijde van de rivier naar me toe.
Helaas blijkt het water te diep om over te steken, zeker haar twee jonkies zouden de oversteek niet kunnen maken. Alhoewel ze verwoede pogingen doet om aan de overkant te komen blijft het water overal te diep zodat, na nog een melancholische blik op mij, de drie herten uiteindelijk in de bossen verdwijnen. Wel jammer want dit was mijn kans geweest om een wild hert te aaien. De vissers eergisteren deden dat immers ook. Nadat we ontbeten hebben rijden we naar het centrum van Franklin, North Carolina toe waar we eerst geld halen uit de ATM en dan onze weg zoeken naar de garage die ons heeft geholpen. We hebben afgesproken daar de aanbetaling te doen voor de nieuwe banden waar de camper echt aan toe is. Als we er om 10 uur arriveren blijken de banden al aanwezig en ze kunnen ook nog eens direct worden omgelegd. Terwijl de monteurs de auto opkrikken en voorbanden weghalen pakken Dick en ik de twee reservebanden uit de camper. Alhoewel het omleggen van de banden niet heel veel tijd in beslag neemt blijkt het balanceren, vanwege een defect in de machine, wat langer te duren maar nadat de banden meegenomen zijn naar de andere vestiging en daar wel gebalanceerd zijn, kunnen uiteindelijk alle 4 onder de camper gezet worden.
Nadat een van de oude banden ook nog gerepareerd is (er zat een spijker in en hij liep heel langzaam leeg), nog naar ons remsysteem is gekeken (een andere hoofdremcylinder monteren is wel verstandig) en we betaald hebben, rijden we om 2 uur weg van de garage. Op de camping gaat Dick de fietsen schoonmaken wat geen overbodige luxe is want ze zijn echt stinkend smerig. Gelukkig regent het slechts nu en dan een paar druppels en is het met 17 graden niet heel erg koud buiten. De zon krijgen we echter vandaag niet meer te zien.