De Redwood Coast of Northen California.
Ondanks de hoge bomen dringt het zonlicht al tussen de bomen door als we maandag 14 november onze ogen openen. In tegenstelling tot wat we verwacht hadden is er geen mist maar wel is het overal om ons heen in het bos vochtig. Na een lekker ontbijt met eitjes rijden we nog een stukje naar het noorden maar komen er al snel achter dat de weg die we willen rijden (met klem) afgeraden wordt voor trailers en motorhomes dus keren we bij Klamath om en rijden weer terug naar het zuiden.
Helaas is de Roosevelt Elk Herd vanmorgen niet te zien dus het was toch wel een bijzonderheid dat we gisteren die grote kudde Elks (zeker 60 stuks) op het grasveld langs de kust zagen grazen. Het is schitterend weer en de zon schijnt in een staalblauwe lucht, waardoor het niet erg is dat het slechts 10 graden is. Ver op zee zien we wel de restanten van de mist in de vorm van een zwarte band boven de zeespiegel. We zetten de reis voort over Hwy 1, stoppen even bij Eureka waar we over een uitgestorven boulevard lopen en rijden dan verder naar Pepperwood waar de “Avenue of the Giants” begint. De naam spreekt eigenlijk voor zich, het is een scenic byway dwars door het oerbos gevormd door de gigantisch hoge Redwood Trees. En ja hoor, we zijn nog niet op deze weg of we staan al oog in oog met deze reusachtige bomen, waar de hele kust van California en Oregon vroeger vol mee stond maar nu, na meer dan een eeuw houthakken, nog slechts 4% van over is. Telkens weer moeten we even stoppen om een wandeling te maken, kijken onze ogen uit en uiteraard maken de camera’s overuren. Het is gewoon ongelooflijk dat er zulke hoge- en brede bomen bestaan. Tegen drie uur arriveren we bij de campground van Humbolt State Park maar een rondje over de campground doet ons toch besluiten hier niet te overnachten. Ook al staan er redelijk wat Redwood Trees, veel plekken worden gerestaureerd en zien eruit als molshopen en de wel beschikbare plekken zijn uitermate somber. Dus rijden we toch maar 20 km terug waar zich (naast de Immortal Tree) een net geopende Good Sam camping bevindt. Deze camping ziet er aanlokkelijk uit en er is een laundry wat goed uitkomt omdat de waszak in de doucheruimte inmiddels uitpuilt. Daarnaast blijkt de prijs van deze camping met al zijn faciliteiten, waaronder internet en een gratis heerlijk warme douche, 6 dollar goedkoper te zijn dan de prijs die we hier in California voor een State Park campground moeten betalen, waar behalve een outhouse (primitief toilet) en soms water niets is. Naast een logging trucker, die laat in de avond aankomt en ’s ochtends weer vroeg vertrekt (het lijkt Terrace wel) blijken we de enigen te zijn die deze camping bewonen en het bevalt ons prima. Zeker als blijkt dat we een zodanig sterk internet hebben dat Dick een nieuw stukje en bijbehorende foto’s op de website kan plaatsen en we de volgende morgen ook nog kunnen skypen met tante Ank en Rien.
Dinsdagochtend is er wel wat zon maar de hoge sluier bewolking en het aanwezige vocht dat zich tussen deze giganten van bomen verzamelt, maakt dat het waterkoud is en de temperatuur komt niet boven de 5 graden uit.
We bekijken voordat we vertrekken eerst de Immortal Tree die echt kolossaal is en maken nog even een praatje met de eigenaars van deze mooie camping. Daarna rijden we naar een parking vanwaar we een mooie wandeling maken naar de Founders Tree en andere Redwood Trees in de omgeving. De Founders Tree, die kaarsrecht omhoog steekt en genoemd is naar een groep mensen die, toen het omhakken van deze reuze bomen in hoog tempo doorging, een enorm stuk bos opgekocht hebben en zo dit prachtige stuk natuurgebied hebben behouden voor het nageslacht. In dit deel van het bos zijn vooral bomen die meer dan 300 feet (dus meer dan 90 meter) hoog zijn en sommigen zijn zo breed dat je ze zelfs met 10 mensen niet kunt omvatten. Het is uitermate vreemd dat deze enorme bomen een wortelstelsel hebben dat slechts 6 meter diep de grond in gaat. Wel is het wortelstelsel erg omvangrijk (tot 50 feet ver) zoals we zien aan enkele omgevallen bomen. Ook aan deze prachtige wandeling komt helaas een einde en bij het Visitor Center van het State Park krijgen we nog een schitterende film van bijna een uur te zien die nogmaals extra informatie geeft over de prachtige Sequoia Sempervirens, de altijd (over)levende sequoia’s, die zo goed bestand zijn tegen brand maar ook allerlei insecten. Het was niet voor niets dat deze bomen tussen 1800 en 1900 zo gewild waren om huizen van te bouwen.
We verbazen ons wel over de kleine eikeltjes die deze giganten voortbrengen. Uit een vrucht van niet meer dan 2 cm komen ca. 100 zaadjes en deze kunnen uitgroeien tot deze enorme bomen. Dat ze zo groot worden is dankzij de altijd aanwezige mist in dit gebied wat maakt dat de bomen altijd voldoende vocht hebben om te groeien. Om 2 uur nemen we afscheid van bomen wiens omvang je niet snel vergeet en rijden we weer Hwy 1 op die ons via een smalle kronkelende bergweg waar we trouwens nog twee verdwaalde Roosevelt Elks zien grazen, uiteindelijk op de Coastal Hwy 1 brengt. Er is geen mist en geen wind en we genieten van de zon die langzaam lager zakt. Het is inmiddels 4 uur en tijd om een overnachtingsplekje te zoeken. Als we langs een State Beach rijden treffen we er prachtige overnachtingsplekjes aan en nadat we de camping parallel aan zee hebben neergezet kunnen we rondkijken en luisteren naar de golven die ondanks het feit dat het een redelijk kalme zee is, toch op de kust beuken. Helaas zien we geen dolfins, whales of pellicans maar wel kunnen we genieten van een schitterende zonsondergang en enkele uren later als de nacht diepzwart is geworden, van een schitterende, heldere sterrenhemel.Deze heldere hemel blijft de gehele nacht en verandert in een staalblauwe lucht als we woensdag 16 november opstaan. Dankzij de stralende zon en de weinige wind stijgt de temperatuur al snel naar 16 graden. De camper is enorm smerig, wat Dick een doorn in het oog is, dus naast het wassen van de ramen worden al snel ook de zij- ,achter- en voorkant van de camper met de ingezeepte borstel meegenomen en neem ik die vervolgens af met een vochtige doek en wisser. Al snel staan we in ons t-shirt te genieten van deze heerlijke morgen. Om kwart over tien rijden we in een weer toonbare camper Hwy 1 op, een weg die zich langs de prachtige kust van de Pacific Ocean kronkelt. Niet alleen kronkelt de weg ook overbrugt hij enorme hoogte verschillen en voortdurend zien we bordjes entering en leaving tsunami hazard zone. Komen we eerst door allerlei stadjes met 100 tot 200 inwoners opeens verschijnt Fort Bragg met bijna 8000 inwoners, enkele grote supers en benzine stations. Zowel de grote supermarket als het benzinestation is erg welkom want naast een aanvulling van onze voedsel voorraad hebben zowel de camper als de generator behoefte aan aanvulling van hun brandstof. Volgetankt en beladen met etenswaren rijden we een uurtje later verder. Er is inmiddels een schraal
windje gekomen en tegen half 3 rijden we een uit zee opkomende mistbank in. Gelukkig niet voor lang want binnen een half uur rijden we er weer uit en kunnen we ons weer laven aan de heerlijke zonnenstralen. De weg blijft kronkelen en is soms zo steil dat we alleen in de eerste versnelling boven komen. We hebben een heerlijke camper maar op dit soort wegen verlangen we regelmatig naar een toch wat sterkere motor. De weg die we nu rijden voert ons langs veel kleine stadjes en daar waar maar mogelijk staan huizen langs de kust. Uiteraard betekent dit dat er niet zoveel mogelijkheden voor campings zijn. Tegen vier uur rijden we het stadje Gualala binnen waar een regionale campground is. Het blijkt een camping te zijn midden tussen de Redwoods en de plekken zijn alhoewel, waar tussen de hoge bomen praktisch geen zonlicht doordringt, toch mooi. In dit jaargetijde is er voldoende ruimte en we zoeken een prachtig plekje uit waar we ons onder de imponerende Redwoods (met hun kleine eikeltjes) installeren.
Na het eten horen we veel geschuivel om de camper en als we naar buiten gaan zien we tot onze verbazing 3 monsters rondlopen met een zwarte band over hun ogen. Nazoeken in onze boekjes leert ons dat het Raccoons zijn (wasberen). We bestuderen ze uitgebreid maar omdat we niet echt weten hoe ze zich gedragen, ze kleine en scherpe klauwen hebben en scherpe tanden, besluiten we ze toch maar niet erg dicht te naderen.
Als de Raccoons tot een andere slotsom gekomen zijn en juist wel dichter naar ons toekomen gaan we voor de zekerheid toch maar de camper in. Uiteraard niet nadat we diverse foto’s van deze prachtige “knuffelbeesten” (hier Bandits genoemd) hebben gemaakt. Uiteindelijk besluiten de Raccoons dat er bij ons toch niet zoveel te halen valt als de etenslucht deed vermoeden en verdwijnen ze in het bos. We lezen nog een tijdje voor we heerlijk ons bed in duiken. We merken wel dat de nachtelijke temperaturen beduidend hoger liggen (het vriest niet meer) zodat het aantal donsjes misschien de komende tijd wat uitgedund moet gaan worden.
We staan donderdag 17 november pas om half 8 op en na het ontbijt, de inname van schoon water en het dumpen van grey- en black water rijden we om tien uur weg van deze bijzondere campground. Na bijna twee weken staalblauwe lucht en zon valt het weer nu een beetje tegen want er is sprake van een grauwe bewolkte hemel waar een waterig zonnetje doorheen probeert te komen. Gelukkig lossen de wolken al snel op en breekt het zonnetje wat uitbundiger door. Als we bij Bodega Bay aankomen kunnen we de verleiding niet weerstaan om hier de landtong op te rijden die in zee steekt. Er is een grote State Campground maar die staat ook erg vol, het Crab seizoen is begonnen en iedere rechtgeaarde Californier brengt nu zijn weekenden door met het uit zee halen van Crab.
In plaats van de “Halibut fever” heerst hier de “Crab fever”, hoe hebben we het kunnen uitzoeken. Na enig zoeken en wat hulp van een Ranger vinden we toch nog een plekje maar al snel blijkt dat dit slechts voor een enkele nacht beschikbaar is, zodat we zo’n twee uur later toch naar een ander (net zo mooi) plekje verhuizen. Inmiddels is de zon verdwenen en heeft plaatsgemaakt voor dikke mist zodat het lijkt of het miezer regent. Ach het is niet erg. Iedereen gaat gewoon door met zijn buiten bezigheden en ook wij maken een wandeling langs het strand, bestuderen de vele meeuwen en kleine vogeltjes langs de vloedlijn en bekijken vanaf een strekdam een harbour seal die ons ook uitvoerig bestudeert alvorens onder water te duiken. Uiteindelijk blijkt de camper toch de beste plek om te vertoeven en onder het genot van een glaasje wijn gaan we achter de computer zitten, een stukje schrijven en foto’s uitzoeken. Dankzij “daylight saving“ valt de nacht opnieuw veel te snel in en is het om kwart over vijf alweer donker.
Na het eten worden we nog gewaarschuwd door Wayne, een mede kampeerder en ga ik mee om te kijken hoe zij gewapend met een zaklantaarn, een normale hengel en een schepnet proberen wat krab te verschalken. Binnen een kwartier vangen zij een 3-tal krabben, Wayne wordt door een van de krabben aardig gebeten en ik leer hoe ik zonder me zelf te verwonden het beste zo’n grote krab kan vasthouden. Uiteindelijk is het genoeg voor vandaag. Het is namelijk niet echt lekker warm staande aan de waterkant, nu ja waterkant, we staan op een stuk drooggevallen zand. Ik ga terug naar de camper om mij stukje voor de website af te schrijven. Buiten is er een heldere sterrenhemel en de melkweg is heel duidelijk te zien. Alle mist van vanmiddag is volledig opgelost.
Als we vrijdag opstaan miezert het eerst nog even maar al snel maken de wolken plaats voor wat zon. Er waait wel een harde koude wind maar dat verhindert de californiers op de campground niet om met de boot op pad te gaan. De meesten gaan de kooien legen die ze gisteren eind van de middag ergens op de bodem hebben gedropt. Ondanks het feit dat er stukken blauwe lucht verschijnen is het weer niet zo prachtig dus we besluiten toch maar te vertrekken maar niet nadat we ook de laatste fase van het “crab” vangen hebben bekeken nl. het koken van de vangst. Naast ons staan drie vissers die het maximum aan krabben hebben meegenomen en de grote ketels water zijn bijna aan de kook. Ik kan nog even een blik werpen op de vangst die dit jaar een bijzonder groot formaat heeft en dan kookt het water zodanig dat de krabben een voor een in het kokende water kunnen worden gedumpd. Alhoewel de visser zegt dat de krabben meteen dood zijn als ze het water raken heb ik daar mijn twijfel over want ik zie ze stuk voor stuk bewegen als ze het water raken en moeite doen eruit te komen wat gelet op de omvang van deze kookpotten helaas voor hen niet haalbaar is. Met het beeld van de kokende krabben op mijn netvlies rijden we weg uitgezwaaid door Wayne en zijn (letterlijk en figuurlijk) omvangrijke familie. Al snel stoppen we langs de weg om de overal rond zwevende TurkeyVultures (gieren) te bewonderen maar dan rijden we echt verder naar het zuiden over de kronkelende Coastal Hwy 1. De zon verdwijnt steeds verder en de bewolking neemt toe maar het is droog en de wind is ook afgenomen. Met 12 graden is het best lekker buiten.
Vlak voor we de kustweg verlaten om het binnenland in te rijden, we willen Muir Woods National Monument bezoeken, stoppen we nog een maal langs de kust om de zeker 100 Seals te bewonderen die hier in een zee arm van de Pacific op een zandbank luieren. En dan maken we een wandeling in Muir Woods, opnieuw tussen de hoge Redwoods van California. Nu ja hoog, in vergelijking met de Sequoia Sempervirens van de Avenue of the Giants zijn dit maar kleine boompjes want ze zijn niet hoger dan 60 meter en sommigen kun je al met 4 mensen omvatten. Toch is het een mooie wandeling en ons paspoort is weer een stempeltje rijker. Het is ook wel een bijzondere plek want de Verenigde Naties is hier samen gekomen net nadat ze in 1945 in San Francisco werd opgericht om op deze plek de maand eerder overleden president Roosevelt, die zo veel voor het natuurbehoud heeft gedaan en de president die voorvechter was voor de oprichting van de VN, te herdenken.
Net voordat we onze wandeling beeindigen breekt er een stortbui los en alhoewel we er dankzij de vele bomen hier niet echt nat van worden zijn we wel zodanig vochtig dat de ruiten van de camper volledig beslaan door de uitdamping van het op onze kleding gekomen vocht. Met alle knoppen voor ontluchting en ontwaseming aan rijden we de laatste 10 mile naar North San Francisco, waar we weer een plekje zoeken bij Marin RV park. Twee weken geleden was het hier de laatste avond van Thecla en Thomas in de USA en hebben we hier ons afscheidsmaal genoten. Het is inmiddels opgeklaard en we zien zelfs een paar stralen zon maar niet lang want in dit jaargetijde is het iets over vijven al donker. Ach gezellig in de camper zitten met een glaasje wijn is ook prettig.
Hoi Dick en Tita.
We hebben jullie gemist op de reizigersmarkt van Werledcontactreizen, maar nu begrijpen we waarom: wat een fantastische reis zijn jullie aan het maken en fantastische foto’s!!
Dan is het voor ons behelpen met 3-4 weken backpacken per jaar: alhoewel we hadden dit jaar 2 reizen (1 reis gewonnen naar Zuid-Afrika via Wereldcontactreizen!!)
Volgend jaar hebben we de 1ste reunie van de backpackers: zet de datum in jullie agenda zaterdag 14 april 2012 vanaf 16.30 uur.
Heel veel plezier nog he.
Vanuit het Haagse, hartelijke groeten,
Jeroen en Desiree
Ha Tita en Dick,
bedankt voor jullie kaart, wat een leuke verrassing! Blijft toch leuk dat je je alleen voor je oude collega’s nog Mathilde blijft noemen. Geniet lekker van jullie geweldige avonturen, we blijven volgen.
Groeten, Theo