De reis gaat verder…

De eerste dag van Juni begint met bewolking waar zo nu en dan wat blauwe lucht doorkomt. We zijn al vroeg op want we willen niet te laat in Radium Hot Springs aankomen. De tocht door de Columbia Valley is mooi maar al snel maken de bergen plaats voor wolken en begint het te regenen. Ach we hebben niets te klagen want we zitten droog en als we na 1½ uur Radium binnenrijden is het weer opgeklaard.
We nemen bij het Visitor’s Center het pakje en de lang verwachte brief met onze bankpassen in ontvangst en nemen hartelijk afscheid (we hebben hen per slot van rekening 3 weken belaagd met onze vraag naar post).
Voordat we de 105 km terugrijden naar Golden maken we eerst onze post open en  activeren we onze bank- en Visa passen (alles werkt Danielle). Ook  maken we het pakje van Thecla en Thomas open. Het is gevuld met lekkere stroopwafels, heerlijke dropjes (hier niet te koop) en een pak volgranen meel  zodat we zelf broodjes kunnen bakken.

Het is net alsof we jarig zijn en de eerste stroopwafel wordt langzaam opgesmikkeld, het smaakt heerlijk.

Als we in Golden arriveren is daar ook de bui, die we op de heenweg over ons heen kregen gearriveerd. We werken daarom onze administratie bij en doen boodschappen in Golden, uiteraard met klantenkaart.
Inmiddels heb ik al van 8 verschillende winkels zo’n kaart want dat spaart toch wel veel geld uit. Het is niet altijd even makkelijk om een klantenkaart te bemachtigen omdat er een Amerikaans of Canadees adres moet ingevoerd worden. Dat hebben we natuurlijk niet en dat betekent dat de computer weigert om verder te gaan. Europese adressen met die rare postcodes kunnen niet ingevoerd worden, en daar onze telefoonnummers ook anders zijn samengesteld kan de computer ook hier niet mee werken. Dus gebruiken we dan  een verzonnen  telefoonnummer of anders gebruiken we het adres waar de winkel gevestigd is, maar de kortingskaart zullen we krijgen.

Het boodschappen doen is trouwens een aparte ervaring. In de supermarkets dondert en bliksemt het bij tijd en wijle,  gevolgd door regen. De groente wordt regelmatig met water besproeid en om te voorkomen dat je als klant dan net je vooroverbuigt om een kropje sla of komkommer te pakken klinken er op de groente afdeling donderslagen gepaard gaand met lichtflitsen waarna even later water de groente bespuit. Gevolg: de groente ziet er voortdurend fris en helder uit, maar of dit besproeien de kwaliteit ten goede komt?
Ger, jij zult dit het beste weten.

Na de boodschap perikelen draaien we opnieuw een wasje (ik, Tita, ben gek op schoon beddengoed) en dan is het weer ook opgeklaard en kunnen we genieten van een heerlijk wandelingetje door het dorp. We kijken naar de vele schoolbussen, die inmiddels af en aan rijden om de kinderen van de tegenover de campground liggende school op te halen.
We willen vervolgens gaan eten bij een Grieks restaurant om de ontvangst van onze cards te vieren. Bij het bekijken van de menukaart blijken er slechts twee half Griekse gerechten op te staan dus op naar de supermarkt en even later vervaardigt kok Dick een heerlijke avondmaaltijd bij de camper .

De volgende dag is de lucht weer staalblauw. Doordat een koude wind blijft waaien komt de temperatuur niet boven de 13 graden uit. Ook nu weer zijn we vroeg op en na het dumpen van ons black-  en grey water rijden we verder. Omdat we de Rocky Mountains al drie weken hebben doorkruist gaat onze route er wat anders uitzien. Eerst naar Revelstoke en Kamloops (naar het westen) en vanuit Kamloops gaat de route weer noordelijk naar Prince George.


De weg voert ons vandaag door twee Nationale parken: Glacier National Park en Revelstoke National Park.
Onderweg schijnen er leuke wandelingen te zijn maar niet in dit jaargetijde want alle wandelingen, op een na,  zijn nog gesloten. De boardwalk die wel open is gaan we dus wel lopen.
Deze, Gabbage Skunk boardwalk, genaamd naar de grote groene planten die overal hier groeien en die je eerder in de tropen dan in dit nationale park zou verwachten,  zit vol met prachtige vogels en we horen dan ook overal gepiep en getjilp, maar iets zien, nee hoor.
Net voordat we aan het einde van de wandeling komen schieten twee vogeltjes, met het formaat van een uit de kluiten geschoten hommel, ons voorbij.
Geen wonder dat we geen vogel konden ontdekken.


Onderweg komen we regelmatig wegwerkzaamheden tegen, Canada probeert z’n wegen op een goed peil te houden en we moeten dan ook regelmatig even stoppen daar waar de 2 banen overgaan in een 1-baans weg. Hier wordt niet zoals in Nederland gewerkt met stoplichten, maar echte mensen staan nog met borden STOP  en SLOW en geven de weg aan waar we moeten rijden. Misschien een wat duurder systeem dan bij ons, maar wel veel verkeers vriendelijker en efficienter omdat zodra de laatste auto gepasseerd is er direkt weer gereden kan worden. Wellicht een taak voor de vele “ werkloze medelanders” ?

Even later rijden we Revelstoke binnen, een gezellig plaatsje waar we  het niet kunnen laten om in de gezellige winkelstraat wat rond te lopen en bij de plaatselijke bakery te genieten van een heerlijke cappucino en een gebakje. Het lijkt wel of de bakery’s in deze dorpjes de centrale verzamelplaats zijn van de gemeenschap want het is er altijd gezellig druk. Of wordt de drukte soms veroorzaakt door de goede kwaliteit koffie en het heerlijke gebak?

Vanuit Revelstoke is het niet meer zover rijden naar Kamloops (215 km) waar we rond half 4 arriveren. Er is een Walmart waar we  willen  overnachten. Er staat wel een bordje “no overnight parking” maar daaronder staat: “camping and letdows permitted”. Tegen 8 uur zien we steeds meer campers en caravans wegrijden omdat  een van de Canadezen een briefje heeft gevonden waarin staat dat overnight stay niet toegestaan is. Van Walmart personeel mogen we blijven maar er is wel een risico op een boete omdat het geen Walmart terrein blijkt te zijn maar openbaar terrein, dus besluiten we toch maar elders te overnachten.
In de verre omgeving is er geen camping  dus komen we , na enig vragen, bij  het parkeerterrein van Costco groothandel waar we wel mogen staan. Het blijkt zelfs een beter plekje te zijn en we slapen er erg rustig. In tegenstelling tot de USA is  hier geen 24-uurs economie en gaan de winkels , ook deze groothandel, ’s avonds dicht .

Verkwikt door een goede nachtrust staan we vrijdag 3 juni om 7 uur op en beginnen we aan onze tocht naar het noorden. De weg voert ons langs de Gold Rush trail, een weg die vroeger door de goudzoekers werkt gelopen en met paarden bereden en deels langs de Fraser River, door een prachtig dal, naar Prince George leidt.
Al snel moeten we een zeer steile bergpas over (uiteraard rijd ik dan net) waar geen einde aan komt.  900 Meter klimmen we als een slakje naar boven. We merken nu toch wel dat onze camper, in tegenstelling tot de campers op dit continent, underpowered is, maar we komen boven en rijden dan over een hoogvlakte door een gebied bezaaid met meren. Het ene meertje is nog mooier dan het andere. En ja, in dit toch wel rustige gebied zien we langs de weg op 30 meter afstand, een Black Bear staan. Hij bekijkt ons aandachtig maar neemt, als we ons fototoestel gepakt hebben, toch maar de benen. Helaas geen goede foto dus, maar we hebben hem wel goed in ons geheugen verankerd. 

Rond 3 uur gaan we een overnachtingsplekje opzoeken. We hebben onderweg het boek “camp free in BC” gekocht en zoeken daar een camping in op. Er blijkt er een midden in de bergen te liggen en de weg er naartoe is net te doen, steil en soms glibberig door het gravel, maar we komen boven. 250 Meter voor de campground vinden we een bordje waarop de overnachtingsprijs staat van 25 dollar, terwijl het boekje aangeeft dat de campground free is, daarnaast duiken de laatste 250 meter toch wel erg steil naar beneden zodat we besluiten  terug te keren en een andere campground te zoeken.
Die vinden we even later aan het  schitterend McLeese Lake. Eigenlijk een nog leukere campground, met Wifi en allemaal in bloei staande bomen. We besluiten hier te blijven. De temperaturen zijn inmiddels gestegen tot bijna 20 graden, de wind is wat gaan liggen en voor het eerst  zijn we in staat ons avondeten op een houtsvuurtje te bereiden.

We kunnen tot zeker 8 uur ’s avonds (we zitten inmiddels in Pacific time,  9 uur later dan in Nederland) genieten van het avondzonnetje op ons juwelenplekje met uitzicht op het meer.

Ook vandaag 4 juni blijven we op deze camping, gewoon een dagje luieren, een wandelingetje maken, een ijsje eten en weer een artikeltje schrijven voor de website. Naast nog even Skypen met familie en vrienden behoort ook het uitlezen van foto’s en veilig op een extra harde schijf zetten tot de “werkzaamheden” van deze dag. We zullen ook vandaag weer afsluiten met een BBQ-hapje met een lekker glaasje erbij.

Dit bericht is geplaatst in USA en CANADA 2011-2012. Bookmark de permalink.

Eén reactie op De reis gaat verder…

  1. Hallo Tita en Dick,

    Allereerst complimenten Tita voor je prestatie met de camper om die hoogte en met smalle weggetjes te beklimmen. Wel jammer dat je onderweg dan niet van het uitzicht heb kunnen genieten, althans niet veel. Hopelijk heeft Dick dat wel gedaan of zij hij mee te sturen..;). Als jullie volgende keer weer ergens lang zitten wil ik wel wat koffie en thee jullie kant opsturen, dan heb je (weliswaar ben ik daar nu te laat mee) naast lekkere Nederlandse koeken ook lekkere espresso, veel plezier en geven jullie de ogen goed de kost. groetjes laurens en pauline

Reacties zijn gesloten.