Een (gedwongen) rustpauze
Dinsdag 7 april gaat de wekker om half drie ’s nachts omdat we contact willen opnemen met onze Fiat garage over de benodigde onderdelen. Nadat we aangegeven hebben wat er aan de hand is en Frank van Iveco-Schouten verzekerd heeft dat hij alles bij elkaar gaat zoeken duiken we weer lekker onder ons dekbed. We hebben pas 4 uur geslapen maar desondanks blijf ik rondwoelen en pas tegen de ochtend val ik in slaap. Dick lijkt geen last te hebben van mijn gespannenheid want er klinkt een diep geknor naast mij. Als we om 8 uur lekker gedoucht zijn en aan het ontbijt zitten zien we dat er inmiddels een mail van de ANWB is dat ze de materialen om 8 uur de volgende morgen ophalen bij de garage. Dat betekent in ieder geval dat er voor vrijdag niets gebeurt. Het regent buiten maar al snel droogt het op, alhoewel de zware bewolking wel blijft hangen en de zon zich niet laat zien. Desondanks is het niet koud, rond de 24 graden, want er waait een warme wind. Echt weer om een bezoek te brengen aan een laundromat en al onze kleding en beddengoed weer eens een poetsbeurt te geven.
4 Mile van de campground is een prachtige schone laundromat, met Chinese kunst aan de muren en veel machines waarvan een aantal al snel hun best voor ons doen. Het zijn snelwassers en drogers want na een uur staan we met schone spullen al weer buiten en rijden we naar het centrum van Franklin want we hebben extra geld nodig om onze garage rekeningen te kunnen voldoen. Franklin is een aparte stad en lijkt alleen uit hoge heuvels te bestaan. Geen straat is er vlak, alles loopt in deze Smoky Mountains omhoog en omlaag. Nadat we gezellig wat winkeltjes hebben bekeken en ik 2 tweedehands boekwinkels in geweest ben om te kijken of ik daar de ontbrekende boeken uit de serie “Wagons West” van Dana Fuller Ross te pakken kan krijgen (wat helaas niet lukt omdat ze er niet zijn) rijden we weer terug naar de camping waar ik onder de luifel ga zitten lezen en Dick binnen in de camper zich wijdt aan het publiceren van een nieuw stukje op de website. Natuurlijk maken we ook een kletspraatje met onze buren Sara en Jim en camping eigenaresse Brenda. Ondanks het feit dat het zwaar bewolkt blijft en zo nu en dan wat spettert is het buiten best aangenaam en tot zeker eind van de middag verblijven we buiten. Woensdag 8 april is de wereld erg klein. De wolken zijn van de bergen het dal ingerold en het zicht is slechts 50 meter. Tijdens ons ontbijt trekken de wolken echter op en nadat ik heel gezellig en lang met tante Ank heb geskypt verdrijft de blauwe lucht de dikke wolkenmassa . Lekker weer voor Dick om onze stinkend smerige camper onder handen te nemen. Terwijl Dick poetst en boent zit ik lui in het zonnetje en doe de altijd aanwezige administratie. We willen immers weten wat we gedaan hebben, hoeveel we gereden hebben, waar we overnacht hebben en wat we uitgegeven hebben. En dan moeten al de bonnetjes die je krijgt ook nog eens zorgvuldig opgeborgen worden.
Als alles eindelijk klaar is en ik ondertussen enkele malen koffie heb bereid, die heerlijk smaakt in het warme zonnetje, pak ik mijn spannende boek van Wilbur Smith “Rage”, want dat wil ik ook nog even uitlezen. Het “even “ neemt een groot deel van de dag in beslag. Regelmatig stoppen we met onze bezigheden om naar de grappige vogels te kijken die een kijkje komen nemen bij de camper. Om half drie is Dick uitgepoetst en ik bijna uitgelezen en pakken we de fietsen om én wat caches te zoeken én een deel van de omgeving te gaan verkennen. Er blijkt een rustige weg, deels onverhard, langs de Cullasaja river te lopen, natuurlijk omhoog en omlaag klimmend door dit heuvelachtige landschap. Het is echt genieten en natuurlijk onderbreken we onze klim om regelmatig een blik te werpen over het schitterende landschap en de onder ons stromende bergrivier. De bomen staan in bloei wat het uitzicht nog mooier maakt.
Helaas lukt het niet om een rondje te rijden en op stille wegen te blijven zodat we het laatste stuk de Highlands road moeten fietsen die smal en druk is maar waar ook wat meer bebouwing is zodat we wel kunnen genieten van een heerlijk ijsje. Na twee uur, om half 5, zijn we weer terug op de campground. Net op tijd want binnen een half uur na terugkeer arriveren Dee en Mike, de vrienden van Mike en Susan. Ze hebben na toch wel even zoeken (want waar staan wij) onze campground gevonden. Het klikt meteen met die twee en al snel zitten we in een geanimeerd gesprek en halen we herinneren op aan de reis die achter ons ligt. Ook zij hebben het afgelopen jaar de tocht naar Alaska gemaakt, voor een deel samen met Mike en Suan. Natuurlijk zetten we even de skype aan zodat Mike en Susan weten dat Dee en Mike ons hebben gevonden. Het weer is zo aangenaam dat we tot half negen lekker buiten zitten en praten. Dan wordt het wat te koud buiten en moeten Dee en Mike ook terug naar huis, wat niet echt ver van onze campground verwijderd is.
Donderdag 9 april schijnt de zon al volop als we om half acht opstaan en nu al is te voelen dat het een warme dag zal worden. Echt een goede temperatuur om de camper van binnen eens grondig te poetsen en ons tapijt schoon te maken. Normaal hebben we daar niet zoveel zin in maar nu we toch een gedwongen rustpauze moeten nemen kunnen we deze klusjes eens goed ter hand nemen. Terwijl Dick een laatste deel van de camper poetst ga ik het tapijt te lijf met water en zeepsop en een uurtje later hangt dat aan het hek af te druipen en te drogen. Het warmt erg snel op buiten en nog voor 12 uur is het al rond de 27 graden. Alles droogt goed en in de middag kunnen we het tapijt weer neerleggen in de inmiddels schone camper en rest ons niets dan even lekker luieren voordat Mike arriveert die ons komt ophalen om bij hen thuis te komen eten. We douchen nog even alle vuil van ons af en stappen dan bij Mike in de auto. Zelf zijn we, toen we in Franklin arriveerden, een stuk in de richting van hun huis gereden. We durfden echter niet de laatste mile te rijden vanwege het steile, kronkelige en onverharde bospad dat hoog de berghelling op gaat. Maar nu kunnen we dan toch echt zien hoe de weg loopt en we zijn blij dat we dit met onze camper niet eens geprobeerd hebben te rijden. Het uitzicht wordt steeds mooier en na een berg “opgekropen” te zijn arriveren we bij het huis van Dee en Mike en mogen genieten van een schitterend uitzicht over de Smokies. Wat is het hier mooi en wat een heerlijke plek om een huis te bezitten.
Dankzij het warme weer kunnen we gezellig buiten op hun terras, uitkijkend over de vallei, zitten en we halen, aan de hand van het mooi gebonden reisverslag van Dee, opnieuw herinneringen op aan de schitterende reis naar Alaska. We hebben immers dezelfde bijzondere en schitterende plekken gezien en het is leuk de reis opnieuw te beleven door de ogen van een ander. De tijd vliegt, we eten heerlijke chili, speciaal recept uit Minnesota waar Dee en Mike vandaan komen en waar de geraspte kaas en het naanbrood echt bij past. Na ook nog een heerlijk stuk taart gegeten te hebben met een échte kop koffie, Dick smult ervan, bewonderen we de prachtige donkere sterrenhemel boven ons maar dan wordt het toch echt helaas tijd om weer af te dalen naar onze campground, waar Dee en Mike ons weer naar terugbrengen. Wel fijn want met onze fietsen hadden we in deze donkerte waarschijnlijk nooit de weg terug gevonden. Vrijdagmorgen 10 april mailen we de ANWB om te weten te komen wanneer de onderdelen zullen arriveren. Nadat we een tracking nummer hebben doorgekregen blijkt dat de benodigde onderdelen pas maandag, eind van de middag zullen arriveren, maar al snel verdwijnt die datum en komt er te staan dat het pakket niet vrijgegeven kan worden omdat benodigde papieren ontbreken. Alhoewel ik toch wel een knoop in mijn maag voel opkomen blijft Dick heel rustig. We hebben immers nog voldoende tijd om de 600 mile naar Baltimore te rijden. Daar het weer niet echt mooi is, veel bewolking en zo nu en dan wat spetters regen, rijden we naar het stadje om nog wat boodschappen te doen. Halverwege de middag klaart het gelukkig op en kunnen we buiten lekker luieren in het zonnetje. De dag vliegt om met nietsdoen en lezen en voor we er erg in hebben is het donker en bedtijd. Erg laat wil ik het niet maken want morgen gaat de wekker om 7 uur af.
We gaan dan met Mike en Dee op stap om hun Motorhome te halen die niet ver van Asheville bij de garage staat. Zaterdag 11 april is het mooi weer, niet heel warm maar de zon schijnt uitbundig en echt een dag om er lekker op uit te trekken. Om half negen rijden Mike en Dee voor en gaan we op weg. De tocht naar de garage is schitterend, zelfs Interstate 40 heeft enorme klimmen en afdalingen. Net als iedere camper na een lange reis had hun RV wel wat dingen die gerepareerd moesten worden maar nu is hopelijk alles in orde en kan de camper weer mee terug naar huis, nu ja bijna naar huis, naar de stalling vlakbij onze campground. Ook met hun camper is het niet handig de steile weg naar huis te rijden. Afgezien van het feit dat we een gezellige tocht maken door een schitterend berglandschap is het ook wel fijn te weten wat ons vanaf Franklin te wachten staat. Deze weg voert ons immers naar Baltimore als we weer verder kunnen reizen. Natuurlijk stoppen we even bij de shop van de RV dealer om ons te vergapen aan de artikelen die iedere camper MOET hebben. Desondanks weersta ik de verleiding om iets aan te schaffen. Wij hebben momenteel niets nodig dus kijken we verder rond bij de hier uitgestalde campers. Veel ervan zou ik niet willen bezitten, met hun donkere houtskleur en zelfs bijna zwarte bekleding zijn ze deprimerend en de kleine Mercedes en Ford bussen (ja, die bestaan hier ook) hebben niet echt mijn voorkeur als je een jaar erin moet verblijven. Een van de grotere campers is wel erg mooi maar heeft zoals alle campers op dit Noord Amerikaanse continent het nadeel dat het benzine- of diesel gebruik wel erg hoog ligt. We zijn derhalve niet van plan om hier een camper te kopen. Om 11 uur staan we bij de garage waar al snel de gerepareerde camper voorgereden wordt en getoond wat er allemaal gedaan is.
Nadat alles uitgelegd is haalt Mike zijn auto, maakt deze vast aan de achterzijde van de camper en als alle banden ook nog op de juiste spanning zijn gebracht verlaten we deze enorme garage en krijgen we de mogelijkheid om een rit in een echt grote Amerikaanse RV te maken. Het voelt toch wel heel anders, ook door het trekken van de erachter bevestigde auto, dan onze camper. Zelfs de camper van Mike en Susan reed anders maar dat kan ook komen doordat we daarmee niet door de bergen zijn gereden. De lengte van deze camper met de erachter bevestigde auto is dan ook 52 feet (meer dan 15,6 meter), heel wat meer dan onze 27 feet lengte. Onderweg stoppen we bij een Denny waar we heerlijk lunchen en dan rijden we het laatste stuk over de, naar het lijkt, steeds hoger wordende heuvels naar Franklin terug, waar de RV in de stalling gezet wordt. Voordat we daar weggaan doet Mike nog even de slide-outs uit waardoor we zien hoe groot deze camper is, hij verandert gewoon in een balzaal, hier heb je echt geen gebrek aan ruimte.
Natuurlijk praten we onder het genot van een drankje en wat “Mike beer” gezellig na over deze leuke dag. Mike moest wel heel veel rijden want vandaag hebben we ruim 330 km gereden. Als de zon in schitterend rood achter de heuvels is verdwenen vertrekken Mike en Dee en luierend en lezend brengen wij de rest van de avond in de camper door. Het was de hele dag een heerlijke temperatuur maar door een opstekend windje is het nu toch wel een stuk frisser geworden. Zondag slapen we tot 8 uur uit. Het is duidelijk kouder dan gisteren maar er schijnt een waterig zonnetje en er wordt geen regen verwacht dus we hebben niets te klagen. Om 11 uur pakken we de fietsen om weer wat in de omgeving rond te fietsen en natuurlijk ook wat caches te zoeken. Het is niet echt warm en alhoewel ik wel met korte broek fiets ben ik blij dat ik in ieder geval een jack aan heb. Zelfs met het beklimmen van de vele heuvels blijft het koel. Warmer dan 17 graden wordt het niet. Helaas is in het stadje op zondag alles dicht zodat we voor niets de klim naar Mainstreet maken waar een heerlijke bakery met coffeeshop is, dus onverrichterzake dalen we weer af en rijden langs de Little Tennessee River om dan maar een rondje te fietsen.
Na deze “Greenway” te hebben afgefietst vinden we uiteindelijk een achteraf weggetje terug naar de campground zodat we niet de drukke Highlands route hoeven te fietsen maar langs de Cullasaja river kunnen blijven tot vlakbij de campground. Op vele plaatsen zie dat er ook langs deze rivier onverharde wegen zijn waar kennelijk mensen wonen. Het aantal brievenbussen spreekt voor zich. Het is maar goed dat we hier al eerder met de camper hebben gereden anders hadden we toch niet zo makkelijk onze weg hier gevonden. Na 3 uur fietsen en 28, 5 km te hebben afgelegd arriveren we eindelijk bij de campground. Best wel een beetje moe want het ging heel erg bergop en minder bergaf en we hebben op een klein stukje na, praktisch geen vlakke weg gereden. Ik kan jullie verzekeren dat dan de koffie en Blueberrie muffin heerlijk smaakt. De rest van de middag gaat Dick de gevonden caches loggen, ga ik wat schrijven voor de website en natuurlijk nemen we onze boeken ter hand om weer eens lekker te lezen. Dat kan buiten want de zon schijnt inmiddels iets uitbundiger alhoewel de temperatuur niet hoger komt dan 19 graden. De avond duurt voor mij niet echt lang want na deze heerlijke dag waar veel energie in is gaan zitten, lig ik al om 9 uur in bed. Maandag 13 april is het somber buiten. Het heeft vannacht klaarblijkelijk wat geregend want er zitten veel druppels op de ruit. Bij het openen van de mail lezen we dat Bep, een goede vriendin van ons, na een zware operatie is overleden. Het komt hard aan dit te lezen en op zo’n moment zou je graag in Holland willen zijn en niet zover weg. Gelukkig kunnen we wel even Kees bellen en hem condoleren en lang praten we na over dit onverwachte nieuws. Het leven gaat echter gewoon door. We kunnen weinig doen tot ons pakket met onderdelen afgeleverd is wat nog steeds voor vandaag gepland staat. Terwijl Dick in de camper blijft ga ik, omdat we proberen iedere dag van het jaar een cache te vinden, eind van de ochtend toch even met de fiets op stap in de regen. Alhoewel het erop lijkt dat ik door en doornat zal regenen stopt de regen gelukkig toch na een half uur en is het op de terugweg naar de campground weer droog. Om half drie arriveert eindelijk de UPS wagen met onze onderdelen. Dick gaat direct kijken of het wel de goede onderdelen zijn wat er wel op lijkt zodat we morgenvroeg naar de garage kunnen om deze erin te laten zetten.Het weer wordt ondanks de bewolking zelfs nog aangenaam eind van de middag zodat we nog lekker even buiten kunnen zitten, gezellig praten met Brenda en met elkaar. Natuurlijk zijn we dinsdag vroeg wakker en veel te vroeg bij de garage.
We moeten nog bijna een uur wachten totdat Jack aan onze auto gaat beginnen. Een van de eerste dingen die hij me vraagt als hij de motorkap open heeft is of we ook een nieuw plastic reservoir hebben wat op de remcylinder zit. Nee dus en ik schiet tegelijk in de stress want stel voor dat het zonder dat onderdeel niet gemaakt kan worden. Dick is rustiger en schuift me opzij en terwijl ik maar in mijn spannende boek van Wilbur Smith duikt gaat Dick polshoogte nemen bij het verwijderen en weer monteren van het remonderdeel. Alles lijkt goed te gaan en ik haal alweer opgelucht adem maar dan blijkt dat het “bleeden-ontluchten” van de remmen toch wel wat meer tijd in beslag neemt. Maar uiteindelijk na bijna 3 uur doen de remmen het zoals het hoort en kunnen we na het laatste deel van de rekening betaald te hebben wegrijden bij de garage. Na nog wat boodschappen en testen van onze remmen, wat niet moeilijk is in deze bergachtige omgeving, arriveren we weer bij de campground waar Dick alles in orde gaat maken voor vertrek morgenochtend.
Rond 5 uur komen Dee en Mike ons ophalen en rijden we naar een Thais restaurant waar we gezellig kletsen, heerlijk eten en ondanks de gedwongen rustpauze toch een leuke tijd afsluiten in Franklin. Na het eten rijden we nog wat rond in de omgeving en genieten van de schitterende vergezichten over Franklin vanaf de vele heuvels. Pas na 8 uur arriveren we weer op de campground waar we niet veel later ons bed induiken. Na afgelopen nacht weinig geslapen te hebben haal ik dat deze nacht wel in.