EVEN NEDERLAND UIT – deel 2
Vrijdag 26 juni loopt de temperatuur al vroeg in de ochtend op en het voelt heet aan, het is tenminste 32 graden. We hoeven niet ver te rijden voor we de grens kunnen oversteken naar Frankrijk. Helaas is de camperplek in Sierck les Bains te kort om onze camper goed te kunnen parkeren dus rijden we direct door naar de Carrefour supermarket net buiten Sierck. Thuis heb ik al uitgevogeld dat zich hier een Laverie bevindt en die hebben we dringend nodig. Er moet gewassen worden. Nadat ik binnen polshoogte heb genomen en ontdekt heb dat wij de enige wassers zijn brengen we onze volle waszakken binnen en vullen we de wasmachines. Het past net allemaal in de beschikbare machines. Nu is het wachten geblazen tot alles weer schoon is. Deze wachttijd is niet onaangenaam want ook al mogen we door Corona niet binnen wachten, er staan buiten enkele losse stoelen waar we plaats kunnen nemen en kijken naar het winkelende publiek. Nadat ook het droogprogramma beëindigd is komt Dick helpen met opvouwen van alle wasgoed. Zodat we iets na enen weer verder kunnen.
15 Km noordelijk ligt het oude plaatsje Rodemack waar we naar toe rijden. Er is naast de stadsmuur een enorme parkeerplaats, volledig overwoekerd door hoog gras en onkruid. Duidelijk is wel dat hier in geen maanden auto’s of campers geparkeerd hebben. In ieder geval is er plek te over om onze camper te parkeren. Omdat de lucht er redelijk dreigend uitziet lopen we direct naar het ommuurde middeleeuwse stadje. Er is niemand op straat en het voelt uitgestorven. Alleen bij de bakker zit een echtpaar aan een tartiflette (taartje). Het is dan ook drukkend heet. Gelukkig is het stadje klein, dus hoeven we niet echt ver rond te lopen. Wel is het pad langs de stadsmuren mooi. Net voor we weer bij de camper arriveren barst het onweer los en bliksemstralen verlichten de inmiddels donker wordende lucht. Regenen doet het pas uit volle overtuiging als we binnen zijn. Wel fijn want het regent zo hard dat we tot op ons bot doornat zouden zijn. Langdurig blijft het regenen maar we hoeven er niet meer uit dus pakken we een boek en doen onze administratie.
De volgende ochtend is het nog zwaarbewolkt maar wel droog. De temperatuur is naar beneden gekelderd en wijst slechts 18 graden aan. Nadat we heerlijk ontbeten hebben rijden we naar de grens met Luxembourg om in Mondorf nog even onze reservetank vol te gooien met diesel en vervolgens rijden we dieper Frankrijk in.
113 Km zuidelijker stoppen we in het stadje Bruley op een grote parking. Het is hier volledig uitgestorven en saai dus na even om ons heen te hebben gekeken stappen we in en rijden nog 5 km verder naar het plaatsje Toul waar wel een leuke camperplek is langs de stadsmuur. Deze plek spreekt meteen aan dus nadat we de camper hebben neergezet wandelen we het stadje in.
We dwalen door de straatjes van opnieuw een ommuurde stad en kijken rond in de enorme kathedraal. Helaas kan momenteel de hoge toren niet beklommen worden want wat had ik daar graag willen kijken maar de ommuurde binnentuin is ook indrukwekkend. Natuurlijk steken we een kaarsje op voor tante Ank en onze reeds lang geleden overleden ouders. Als we weer buiten zijn is het weer veranderd. De wolken hebben plaatsgemaakt voor blauwe lucht en zon en de temperatuur is al naar 26 graden gestegen. Heerlijk weer om op ons gemakje terug te lopen naar de camper en daarbuiten in het zonnetje te gaan zitten lezen. Ook ’s avonds is het heel aangenaam om buiten te vertoeven. We genieten van een heerlijke kebab maaltijd en praten gezellig met andere camperaars. Het is opvallend hoeveel Franse campers er staan. Buitenlanders zijn momenteel duidelijk in de minderheid. Je kunt merken dat Corona invloed heeft op het reisgedrag van mensen.
Ondanks het feit dat we tot bijna 11 uur buiten blijven zitten
, het koelt maar niet af, staan we toch de volgende ochtend om 8 uur op. De bakker zit op nog geen 100 meter dus we ontbijten natuurlijk met vers stokbrood. We zitten nu in een deel van Frankrijk waar de mondkapjes plicht duidelijk anders is want niemand draagt er een en ik word met mijn mooie, geelgroene kapje aangezien als een alien. Helaas verdwijnt na het ontbijt de zon achter een dik wolkendek zodat we voor de zekerheid toch maar jackjes meenemen in de fietstas.
Dick heeft een leuke route uitgezocht langs de Moezel en we genieten van ons tochtje en natuurlijk zijn er nu en dan enkele caches verborgen die we proberen te zoeken. Dat valt niet altijd mee want doordat hier in geen maanden enige buitenactiviteit kon plaatsvinden heeft het onkruid alles overwoekerd en vaak moeten we op de tast onze weg banen door het hoge onkruid en de bramenstruiken. Van top tot teen zitten we nu onder de schrammen en ook muggen doen verwoede aanvallen op onze lijven. Eindelijk weer eens mensenvlees in hun leefomgeving. Op sommige plekken klim ik alleen de steile helling omhoog omdat het toch te risicovol zou zijn voor Dicks nieuwe knie waar het overigens voortreffelijk mee gaat.
Hoog op de berghelling vind ik een mijngang waar een cache in verborgen zou zijn maar nadat ik tot tweemaal toe een poging heb gewaagd erin te lopen om aan het einde van de gang te zoeken (hij blijft maar door kronkelen en wordt steeds smaller) moet ik het opgeven. Ik durf eenvoudigweg niet in mijn eentje dieper dan 60 meter de mijningang in te lopen. Ik heb toch wel wat angst voor instortingsgevaar en zie ook heel weinig met het speldenprikje licht dat mijn telefoon geeft.
De wolken trekken zich gaandeweg de middag steeds dichter samen zodat we het niet drooghouden. Het laatste kwartier rijden we in de stromende regen terug naar de camper. Gelukkig trekt de lucht ’s avonds om half acht weer open en gaat de zon schijnen. Wel fijn want nu hoef ik in ieder geval niet in de regen te wachten op onze afhaalmaaltijd. Het is zo druk bij dit eettentje in Toul dat ik bijna een uur moet wachten voor we onze kipschotel mee kunnen nemen. En niemand, maar dan ook niemand, houdt hier afstand tot elkaar dus ik dans onrustig rond en heb weer als enige een mondkapje op.
Als ik eindelijk terugkeer bij de camper (Dick heeft al gebeld wat er met mij aan de hand is) kunnen we wel smullen van een uitstekende maaltijd waarbij we zicht hebben op de schitterende door zonnestralen verlichte kathedrale. Vanwege de enorme wildernis waar we vandaag doorheen zijn geploeterd houden we voor het naar bed gaan nog wel tekencontrole. Dat is maar goed ook want in mijn buik heeft zich inmiddels een miniteek ingegraven. Het kost wat moeite maar gelukkig weet Dick de teek na enkele mislukte pogingen toch in zijn geheel met een tekenkaart uit mijn buik te krijgen.
De regen van gistermiddag heeft de lucht opgeklaard want als we maandag 29 juni wakker worden is de lucht grotendeels blauw en schijnt de zon volop. Na een goed ontbijt dumpen we eindelijk weer eens ons grey- en black water en vullen met schoon water en rijden dan via smalle kronkelwegen de 80 km naar Verdun. Bij supermarkt E.Leclerc vinden we een mooi parkeerplekje. Alhoewel het wel heel schuin afloopt brengen Dicks gefabriceerde steigerplanken opnieuw uitkomst en nadat de camper bijna waterpas staat en wij inkopen hebben gedaan bij E.Leclerc wandelen we de stad Verdun in.
We lopen rondom de enorme Citadelle en komen uiteindelijk in het centrum van het stadje wat er wat haveloos uitziet. Over smalle kronkelwegen, langs eindeloze smalle steile (middeleeuwse) traptreden en na 6 km ronddwalen, weet Dick toch weer de weg terug te vinden.
Omdat ik dinsdag 30 juni pas om 9 uur bij E.Leclerc terecht kan voor vers stokbrood staan we pas om half negen op en we genieten van heerlijke croissants. Daarna haalt Dick de fietsen uit de garage en gaan we de omgeving verkennen. Bij de Tourist information vernemen we dat de slagvelden van Verdun en het Ossuaire, het knekelhuis waar de resten van 130.000 onbekende soldaten liggen, nog 8 km buiten de stad liggen en daar dat niet op onze route van vandaag ligt zullen we een bezoek daaraan tot een volgende keer moeten uitstellen. Nu willen we meer aandacht schenken aan Verdun. Naast een prachtige toegangspoort alsmede enkele restanten stadsmuur vinden wij het geen bijzondere stad en als we het middaguur weer terug zijn bij de camper bergen we de fietsen op en lopen even later terug naar de Citadelle.
Daar aangekomen blijken we zo’n 45 minuten te moeten wachten tot we het ondergrondse gangenstelsel van de Citadelle kunnen verkennen. We wachten buiten hetgeen niet onaangenaam is want het is droog en niet echt koud.
7 Minuten voor onze geplande bezoektijd lopen we de ondergrondse gangen van de Citadelle in, zetten onze mondkapjes op (verplicht) en desinfecteren onze handen en na even wachten mogen we plaatsnemen in een wagentje. Normaliter is er in dit uit drie banken bestaande wagentje plek voor 9 man maar nu in coronatijd worden slechts 4 mensen toegelaten en tussen ons en de twee andere bezoekers blijft een lege bank. Langzaam verdwijnen we in het 7 km ondergrondse gangenstelsel waarbij ons het verhaal verteld wordt van deze onderaardse stad en de hier in de Grande Guerre (1914-1918) gelegerde soldaten. De Franse taal wordt natuurlijk gehanteerd maar wij hebben koptelefoons waar een Vlaming ons de Nederlandse tekst voorschotelt. Helaas staat het geluidsniveau van de, in het gangenstelsel geplaatste, speakers zo hard dat de Nederlandse gesproken tekst nauwelijks verstaanbaar is.
Gelukkig hebben we voorafgaand aan ons bezoek de geschiedenis van deze Citadelle gelezen zodat we het verhaal (ook in het Frans) goed kunnen volgen. Na een rit van zo’n 30 minuten stappen we uit en zijn dan nog even getuige van de ceremonie die in 1920 plaatsvond, namelijk het uit de anonieme doden kiezen van een onbekende soldaat die daarna onder de Arc de Triompf in Paris werd begraven. Langzaam lopen we weer terug naar de camper en eten een burger met salade.
De maand Juli begint niet echt mooi.
Het is zwaarbewolkt en geen straaltje zon te bekennen.
Na een heerlijk ontbijtje met natuurlijk vers stokbrood en croissants doen we nog wat inkopen bij E.Leclerc om vervolgens via binnenwegen naar Revin te rijden.
Deze camperplek aan de Maas is erg geliefd en staat best vol maar omdat het nog ochtend is kunnen we een net vrijgekomen plekje bezetten. We staan schitterend parallel aan de Maas met een omheind stukje gras voor de camper. Helaas is het weer er niet naar om lekker buiten te zitten want regelmatig komt er miezerregen naar beneden. Echt weer dus om eens even een bezoek te brengen aan de grote supermarkt die naast de camperplek ligt. Er staan buiten ook wasmachines maar omdat we over enkele dagen al terug naar huis gaan ga ik deze niet vullen met mijn toch alweer redelijk volle waszak. De rest van de dag wisselt regen af met opklaringen en dwalen we in de droge periode door het kleine centrum. Pas tegen de avond klaart het een weinig op.
Helaas is het weer donderdag net zo instabiel. Toch pakken we na het ontbijt de fietsen. We hebben een leuke route gevonden aan de hand van een aantal caches en deze afgedrukt zodat Dick de route op zijn fietstas kan volgen. Helaas na zo’n twee uur fietsen wordt de lucht steeds donkerder en al snel komt de regen even later met bakken uit de hemel. Na even schuilen onder een paar hoge bomen, die helaas niet echt waterdicht zijn, proberen we elders een betere schuilplek te vinden. Die is aanwezig in een oude bunker maar tussen achtergelaten troep en metershoog onkruid is het hier zo onaangenaam dat we liever in de stromende regen terugfietsen naar de camper. Gelukkig hebben we voldoende schone droge kleding en met de standkachel aan voelen we ons snel aangenaam rozig. Pas tegen het einde van de middag klaart het op en komt de zon tevoorschijn. De wind waait echter ook dus echt aangenaam is het niet buiten en dus zitten we lekker binnen, lezen en doen administratie.
Gelukkig komt vrijdagochtend de zon achter de wolken tevoorschijn en nadat we ontbeten en nog wat laatste boodschappen gedaan hebben vertrekken we naar Liart. Omdat we hier nu een aantal malen geweest zijn vinden we al snel het smalle weggetje door het heuvelachtige landschap wat naar het landgoed van Esmee en Cor voert.
Eigenlijk hoef ik op de oprit geen aanwijzingen te geven want Dick zet de camper feilloos neer op het grondstuk en we worden begroet door Cor en Esmee. Natuurlijk op afstand want Corona is nog niet voorbij. De rest van het weekend brengen we gezellig samen door. Cor en Dick klussen samen (Cor heeft een lijstje gemaakt van klusjes die je met zijn tweeën moet doen).
We genieten samen van heerlijke maaltijden, praten heel veel met elkaar en drinken natuurlijk een lekker wijntje.
Zowel zaterdag- als zondagochtend haal ik op de fiets een heerlijk vers stokbroodje met croissants. Nu ben ik heel blij met onze E-bikes want de 3 km lange weg naar het centrum van het dorp Liart is bijzonder heuvelachtig en zeker met een harde wind haast niet te doen met een gewone fiets.
Terwijl ik dit neerschrijf bemerk ik wel dat ik dit 30 jaar geleden toen we aan de lopende band de steile bergen van de Ardennen omhoog fietsten dit zeker niet zo had neergeschreven. Nu we een paar dagen niet reizen kan ik eindelijk ook weer eens achter mijn laptop zitten om onze ervaringen neer te schrijven.
Op vrijdag valt de temperatuur mee en schijnt zo nu en dan nog het zonnetje maar zaterdag is het bijna volledig bewolkt. Maar, op de vroege ochtend na wanneer miezerregen mijn fietstochtje begeleid, blijft het droog. Het weekend vliegt voorbij en besluiten we met een gezellige BBQ op zaterdagavond. Na het ontbijt vertrekken we zondagochtend weer uit Liart. De dagen zijn omgevlogen maar ja gezelligheid kent ook geen tijd en zeker in Coronatijd was dit een van de eerste keren dat we gezellig bij anderen verbleven. Omdat we opnieuw binnenwegen rijden komen we langs Givet, France, waar we op de camperplek mooi even ons black- en grey water dumpen. Daarna rijden we in een rechte lijn naar het noorden.
Om 3 uur arriveren we in Weelde, België, waar in het centrum een mooi plekje is naast sport- en speelvelden. En de wolken trekken weg zodat we al snel volop in het zonnetje staan. Er waait wel een harde wind dus alleen uit de wind is het goed buiten toeven. Tot onze verbijstering verlaat tegen de avond de ene na de andere geparkeerde camper dit mooie verlaten plekje en blijven we met slechts twee campers achter. Voor de laatste maal deze vakantie halen we in het stadje een kebab maaltijd die heerlijk smaakt maar, omdat hij overgoten is met kaas, ook erg machtig is.
Maandag 6 Juli hebben we nog minder dan 100 km te rijden zodat we nog in de ochtend thuis arriveren waar we de camper uitladen en natuurlijk schoonmaken. Geen overbodige luxe. We hebben 1260 km gereden en het was heerlijk om weer eens een vleugje buitenland op te snuiven.
Een genot om jullie reisverhalen te lezen. Je schrijft , net als tante Ank, heel leuk Tita. En mooie foto’s. Fijn dat jullie zo genieten samen xx