Frankrijk en Spanje augustus/september 2019

De zomer is bijna voorbij, het is eind augustus. Vorige week hebben we de laatste duiklessen gegeven en nu zijn niet alleen Soof en Martijn maar ook mijn zusje Hannah en haar man Henk PADI Open Water Diver. Maar nu is het weer tijd om op stap te gaan met de camper. We gaan naar L’Escala waar we 13 september hopen te arriveren. Dan komen ook een aantal andere leden van onze duikclub Aqualis om een duikvacantie te hebben. Oorspronkelijk zouden we later vertrekken omdat we eerst de Caravan Salon in Düsseldorf wilden bezoeken maar dat heeft geen zin meer omdat we inmiddels een andere camper hebben gekocht. Helaas bleek het niet mogelijk deze camper, een Frankia Titan, op tijd gereed te hebben zodat we nu nog een laatste trip met onze inmiddels 8 jaar oude Niesmann Bischoff – ARTO gaan maken. Woensdagochtend 28 augustus 2019 zit Dick al vroeg in de bus om de camper uit de stalling te halen. Intussen sjouw ik dat wat mee moet naar beneden zodat we straks alle spullen in de camper een plekje kunnen geven. Het kost wat tijd maar om twee uur is de hele camper ingeruimd, hebben we water getankt en kunnen we vertrekken. Wel met een tussenstop want ook de propaanfles moet nog gevuld worden.

Camperplek Vianen

Het koffiedrinken erna bij Lucky kost meer tijd maar uiteindelijk staan we om 4 uur op ons geliefde camperplekje in Vianen. Het blijft heerlijk om midden in dit leuke oude stadje te overnachten. Het is warm, 29 graden maar tegen de avond verschijnen grote donkere wolken. Alhoewel er geen neerslag is horen we wel een continu gerommel en zo nu en dan zijn lichtflitsen te zien. Na het opstaan de volgende morgen haal ik lekker vers brood bij de winkel nog geen 200 meter hiervandaan en na een smakelijk ontbijt gaan we verder. We stoppen in Eindhoven. Dick is zijn e-reader vergeten en omdat zijn oude exemplaar eigenlijk aan vervanging toe is, rijden we niet terug naar huis maar besluiten we een nieuwe te kopen. Er is niet veel keuze dus de koop is snel gesloten en verder voert de weg ons naar het zuiden door België naar Redange in Luxemburg. Er is voldoende plek om te staan en we kunnen zelfs de camper op het electranet aansluiten. Na een lekkere kop koffie gaan we wat rondwandelen.

Kropeman in Redange

Er moet een cache gevonden worden en bij de Kropeman, een watermonster uit deze streek vinden we deze. Helaas zijn er niet veel andere caches, die hebben we op eerdere bezoeken al gevonden, maar we maken wel een leuke wandeling door de bossen en langs graanvelden voor we weer terug bij de camper zijn Het is 28 graden en het zonnetje schijnt nog lekker dus onder het genot van een glaasje wijn zitten we buiten en lezen een spannend boek. In de buurt zijn geen restaurantjes dus we koken zelf. Nadat we vrijdagmorgen water hebben getankt en ons grey- en black water gedumpt, vervolgen we onze weg dwars door Luxemburg naar het zuidoosten. Niet echt een logische weg naar Spanje maar we willen graag een fort van de Maginot linie bezoeken wat vlakbij Wissembourg ligt. Natuurlijk tanken we nog even aan de grens van Luxemburg voor we de qua brandstof duurdere landen, Duitsland en Frankrijk inrijden. Het is een schitterende tocht over het platteland van Duitsland en later Frankrijk. Bijzonder om langs de plek te rijden waar de eerste Europese gedachte een feit werd. Op tijd arriveren we bij Fort Schoenenbourg. We zijn niet de enige bezoekers want er staan verschillende campers en personenwagens te wachten tot we het fort in mogen. Dat is niet voor 2 uur want we zijn in Frankrijk en het middagmaal is daar heilig. Alles is dus dicht tussen half 1 en 2 uur. Als er enige beweging te zien is bij de ingang, iets voor 2 uur, lopen we ernaartoe. Natuurlijk zijn we de eersten in de rij die al snel groeit omdat er ook een bus met toeristen aankomt.

Fort Schoenenbourg

Om klokslag twee uur gaat de kassa open en na het kopen van een kaartje lopen we de ondergrondse gewelven van het fort in. Het is er groot en uitgestrekt en we dwalen door de enorme gangenstelsels, dalen honderden treden af dieper in de aarde en zien hoe in de tweede wereld oorlog de Franse soldaten hier leefden. De afstanden zijn enorm en tussen het eerste en tweede deel van het fort met de schutskoepels ligt tenminste een kilometer. Geen wonder dat er ondergronds goederen en personentreintjes reden. Gelukkig hebben we ons dons jack meegenomen want in tegen stelling tot buiten, waar het 28 graden is, komt de temperatuur hier niet hoger dan 12 graden. Pas na twee en half uur ronddwalen onder de grond, komen we weer bij ons uitgangspunt en verlaten we deze bijzondere plek. In plaats van bij een wijngoed in Hunspach te overnachten rijden we iets verder door naar Wissembourg waar we naast het overvolle zwembad gelukkig nog een parkeerplekje vinden.

Diner in Wissembourg

Het is dat dit plekje in de volle en hete zon staat waardoor er geen auto is gaan staan. Na even wat gedronken te hebben lopen we dit prachtig plaatsje in op zoek naar een restaurant. En ja, op een hoekje vinden we een mooi terras vol met etende mensen en we schuiven aan. Het is heerlijk weer en echt een avond om buiten op een terrasje te eten. Rond 9 uur zijn we terug bij de camper, het begint inmiddels al wat te schemeren en niet veel later zoeken we ons bed op. Alle ramen blijven wagenwijd openstaan want binnen is het tot laat in de avond nog erg warm. Zaterdag staan we pas om 8 uur op. Het lijkt erop dat we langer slapen als het erg warm is. Natuurlijk haal ik in het dorp een vers stokbrood. We hoeven vandaag niet ver te rijden, slechts 146 km en zijn omdat we veel rijkswegen rijden al om half 12 in Eguisheim. Opnieuw een prachtig pittoresk stadje te midden van de wijnranken in de Elzas. We vinden een mooi plekje bij een wijnboer en nadat de camper aan het electra gezet is lopen we het stadje in. Wat een mooie oude huisjes en heerlijk om zo door de smalle straatjes te dwalen. Helaas lukt het niet om de cache te vinden die ons op verschillende plekken in Eguisheim brengt maar dat mag de pret niet drukken want de straatjes zijn een lust voor het oog. Na enkele uren rondlopen keren we terug naar de camperplek die inmiddels knap volloopt. Het is te warm om naast de camper in de volle zon te zitten dus zet iedereen zijn stoeltje in de schaduw van de schuur en geniet van de koelte. Het is heel gezellig zo allemaal op een rijtje.

Lijfspreuk bij wijngaard Banwarth

We staan op een wijngoed dus willen ook wel wat wijnen proeven en eind van de middag gaan we het lokaal binnen waar de eigenaresse van het weingoed ons verschillende witte en rode wijnen laat proeven. Sommigen zijn afschuwelijk, heel erg zoet, andere wijnen zijn erg vlak en hebben weinig smaak, maar een pinot noir die meer dan een jaar in het vat heeft gerijpt is bijzonder lekker en dus verlaten we, enigszins wankelend op onze benen vanwege de vele en volle proefglazen, het lokaal met een doosje van deze wijnen. In een van de schilderachtige straatjes hebben we vanmiddag een leuk restaurantje gezien en als we daar om 7 uur arriveren blijkt er nog een tafeltje vrij te zijn. We eten bijzonder lekker en genieten van het buiten zitten. Pas om 9 uur zijn we weer terug in de camper. Van alle camperaars vertrekken we zondagochtend als eersten om 8 uur. Het toegangshek is net open. Natuurlijk hebben we een maag gevuld met heerlijk vers stokbrood wat ik eerst in het dorp ben gaan halen. Over stille D wegen rijden we verder naar het zuiden. De Hakuna, onze navigatie, is duidelijk wat van slag want we rijden tot vlak aan de Zwitserse grens voordat we naar het westen draaien. Iets omrijden is het wel en dat blijkt ook als we verder rijden. Het aantal kilometers is aanzienlijk meer dan we hadden uitgerekend. In Flavigny stoppen we om dit middeleeuwse stadje wat tot de mooiste van Frankrijk behoort, te gaan bekijken. Of het komt omdat het overal uitgestorven is of omdat het zwaarbewolkt is en er zo nu en dan een spatje regen valt weet ik niet maar dit stadje kan ons niet echt bekoren.

Vele soorten en maten anijs

Natuurlijk bezoeken we wel de abdij waar zich de fabriek van anijsbonbons bevindt. We zien op films hoe het proces van anijszaadje tot bonbon zich ontwikkelt en proeven natuurlijk de nodige anijssnoepjes. Ze doen mij heel erg denken aan de roze en blauwe muisjes die we op een beschuit strooien als er een kind is geboren. Maar Dick houdt erg van anijs dus kopen we een zakje om tussendoor van te snoepen. Daar het pas 4 uur is als we weer teug zijn op de troosteloze parking onder de abdij besluiten we verder te rijden. We kijken even welke plekken in aanmerking komen en rijden dan verder naar het zuidwesten en arriveren om half 6 in Moux waar aan de rand van een voetbalveld enkele mooie plaatsjes met electra te vinden zijn. Er is nog ruimte voor ons. Helaas is het zondagavond en alles is gesloten in dit dorp dus we eten een simpel hapje in de camper. Nu we afgeweken zijn van ons reisschema, niet vreemd want dat doen we voortdurend, kijken we ’s ochtends terwijl we ons verse stokbrood eten, naar onze volgende bestemming. Na enig zoeken vinden we Oingt, een middeleeuw stadje bestaand uit Pierres Dorees (gouden stenen). Na de sombere dag van gisteren is het nu schitterend weer. Wel waait er een koel windje en de temperatuur komt ondanks de stralende zon niet hoger dan 20 graden. Nadat we de plaatselijke super hebben geplunderd, we dragen in ieder geval bij aan het voortbestaan van dit zieltogende winkeltje in een uitgestorven dorpje, kronkelen we over smalle weggetjes door schitterende bergdalen. Er zijn veel wegversperringen dus we rijden kilometers om maar het landschap, we zitten temidden van de bourgogne en later de beaujolais streek, is schitterend. Uiteindelijk arriveren we op het topje van een berg.

360 Graden om ons heen hebben we uitzicht op de huizen van de beaujolais die door hun geel gouden stenen prachtig afsteken tegen de wijnranken. Aan het einde van een doodlopende weg, opnieuw naast een voetbalveld, vinden we een mooie camper plek. We zijn de enigen dus hebben het voor het uitkiezen.

Uitzicht vanuit Oingt

Na even wat gedronken te hebben lopen we het dorpje Oingt in. Ook hier is het uitgestorven maar er is een schitterend oud kerkje waar we een kaarsje opsteken. Verder lopen we door smalle middeleeuwse straatjes. Maar het oogt mooi door de gouden stenen. Natuurlijk lopen we ook een wijngoed van de beaujolais binnen en proeven daar wat wijn. Het is echter niet onze smaak en snel staan we weer buiten. Daar er noch een restaurant open is noch een winkel in de buurt maken we een maaltijd van restjes eten. ‘s Avonds heeft Dick een heerlijke avond. Eerst kan hij op de eerste rang zittend in de camper de training van de pupillen bekijken en later de training en voetbalwedstrijd van de mannen. Tot 10 uur hebben we voetbal amusement. De volgende ochtend eten we “pain depannage”. Zo noemde de mevrouw uit het winkeltje in Moux het lang houdbare brood wat ik daar kocht. Het moet wel want net als in Moux is hier ook in de wijde omgeving geen bakker of supermarket te vinden. Het brood smaakt niet slecht en de kaas erop doet wonderen zodat we toch met een volle maag een nieuwe reisdag kunnen beginnen. Vanaf deze plek hoog in de bergen rijden we via smalle bergweggetjes naar Le Puy. Ik heb bedacht dat het weer eens tijd is om te wassen en in Le Puy en Velay, bekend om zijn puntige rotsen met Mariabeeld en kerk, hebben we een laverie naast de super U gevonden. 2 Uur zijn we bezig maar dan is ook onze volle waszak leeg en alle kleding en beddengoed is weer schoon en keurig opgeborgen.

 

Prachtige kerk in Pradelles

We besluiten niet in Le Puy te blijven en rijden verder naar Pradelles waar langs de N88 een prachtig terrein is aangelegd door een slagerij waar we mogen overnachten. We lopen in 15 minuten naar het stadje Pradelles wat ook op de lijst van mooie stadjes een plekje heeft. Er zijn smalle straatjes en omdat we erg hoog zitten, op 1270 meter, hebben we een schitterend uitzicht vanaf het voorplein van een grote kerk die, van binnen wit geschilderd, niets uitstraalt. Dit in tegenstelling tot het oude kapelletje verderop in het dorp wat eigenlijk gesloten is maar waar we toch even binnen mogen kijken. De eeuwen zijn duidelijk te zien aan de muren en het behoeft nodig restauratie maar het is wel pittoresk en het uit cederhout gesneden Mariabeeld is schitterend om te zien. Langzaam teruglopend door de kleine straatjes arriveren we weer op ons plekje langs de N88. Het is inmiddels 6 uur, het verkeer is aanzienlijk minder en daarmee is ook het verkeerslawaai gereduceerd. We hebben er in ieder geval geen last van gedurende de nacht. Omdat het ‘s nachts best afkoelt, we zitten immers hoog en ’s nachts is het 8 graden, hebben we weer een dekbed op ons bed gelegd, we hebben dus geen last van de kou.

Woensdagochtend 4 september is de lucht opnieuw staalblauw en de zon laat al snel de temperatuur stijgen. We halen vers stokbrood bij de slager. Wel handig dat die een depot de pain heeft zodat ik niet 15 minuten naar het stadje moet lopen. Na het ontbijt dumpen we ons vuil water en vullen de camper met vers water. Vervolgens begeven we ons op door de bergen slingerende wegen, soms zijn de wegen zo smal dat we blij zijn dat er geen tegemoetkomend verkeer is. Omdat we slechts 97 km rijden zijn we iets over elven al in La Canourgue, ook wel klein Venetie van Frankrijk genoemd. Het is een leuk stadje met smalle straatjes waar zich een beekje door heen kronkelt. Leuk want op onverwachte plekjes heb je een onderdoorgang van het water of stroomt het ondiepe beekje door een straatje.

Wandelen in La Canourge

Nadat we het stadje verkend hebben gaan we op zoek naar caches. We komen er al gauw achter dat alle caches aan een wandelpad liggen en nadat we een steile rotsheuvel zijn opgeklommen om uit te kijken over het stadje besluiten we dat onze wegen gaan scheiden. Dick zoekt caches op het beneden pad, iets aangenamer voor zijn knie, en ik pak de helling naar boven. Het pad slingert zich omhoog maar is goed beklimbaar en het uitzicht op het hoogste punt naast drie grote kruizen is prachtig. Ik bel Dick die net terug is bij de camper en met mijn telelens zie ik hem naast de camper staan. Het smalle paadje naar beneden kost meer hoofdbrekens, het is steil en vol met losse stenen. Goed dat Dick dit pad niet hoeft te lopen. Uiteindelijk ben ik ook om 4 uur terug bij de camper, moe en voldaan want alle caches die we wilden doen hebben we gedaan. Omdat de eettentjes in het stadje niet echt een aanlokkelijk menu hebben drinken we alleen wat op een terrasje aan het water. Dick neemt een ijsje en ik een milkshake. Het is lekker maar haalt het niet bij de milkshakes in America die uit ijs bestaan en niet uit melk. Het blijft lang aangenaam van temperatuur, 25 graden, zodat we nog heerlijk buiten kunnen zitten. De volgende ochtend zijn er redelijk wat wolken maar gelukkig is er ook wat blauwe lucht te zien. Natuurlijk halen we vers stokbrood in het stadje en om half 10 vervolgen we onze weg. De wolken voor ons worden steeds zwarter en beloven weinig goeds maar nadat we een bergpas zijn overgestoken verdwijnen ze en wordt de lucht voor ons weer staalblauw. Heerlijk, je voelt de zon je gewoon opwarmen. Na door enkele mooie dorpjes te zijn gereden arriveren we in Albi. Via smalle straatjes komen we op een groot hobbelig grasveld uit waar wat campers geparkeerd staan.

 

Kathedraal van Albi

We zien echter een Fransman doorrijden en rijden achter hem aan en om de hoek met zicht op de grote Cathedrale van Albi vinden we een schitterend aangelegd terrein speciaal voor campers. Er zijn geen voorzieningen maar die hebben we niet nodig. We zoeken een mooi plekje en gaan dan met de fiets de omgeving verkennen.

Na zo’n 10 km te hebben gereden komen we erachter dat we de binnenstad beter lopend kunnen verkennen dus brengen we de fietsen terug en lopen vervolgens naar het stadje waar het centrum als werelderfgoed is aangewezen. Het bestaat uit de gebouwen rondom de enorme kathedraal. We weten niet wat we zien als we deze volledig beschilderde cathedraal inlopen. Ieder stukje muur van de kerk is beschilderd en onder het enorme orgel pronkt een enorm schilderij van het laatste oordeel. Het is erg imponerend.

Kathedraal Albi

Na de kerk uitgebreid te hebben bewonderd lopen we nog door het stadscentrum met gezellige winkeltjes op zoek naar een restaurantje. Maar het is 5 uur en we zijn in Frankrijk. Wijn en bier kunnen we overal nuttigen maar eten, ho maar. Dat is pas mogelijk vanaf 7 uur. Daar we geen zin hebben om nog 2 uur in het stadje rond te lopen, we lopen al een tijdje, gaan we terug naar de camper waar we zelf een potje koken. Ondanks het feit dat er zeker 20 campers staan op dit grote terrein is het erg stil en we genieten van een goede nachtrust.

De volgende dag, vrijdag 6 september, zijn we voor zevenen al op want we willen niet te laat in Blagnac arriveren. Willen we kans maken op een tour naar het Airbus fabrieksterrein zullen we bijtijds moeten arriveren. Nog voor tienen zijn we bij Aeroscopia in Blagnac. En ja hoor, er zijn nog twee plekken vrij op de Franse rondleiding om 4 uur. Ook is er nog plek op de Engelse rondleiding maar die is pas om 5 uur. Na even overleg, Dick wil Engels en ik Frans, besluiten we, tegen de zin van Dick, om de Franse rondleiding te doen.  Maar eerst gaan we het museum in.

De Concorde in museum Aeroscopia

Hier vinden we de geschiedenis van de luchtvaart maar ook verschillende toestellen op schaal en in het echt. Het is leuk dat je een Concorde in kunt lopen. Weliswaar zijn de stoelen afgeschermd zodat we er niet in kunnen zitten maar je voelt de engte van dit kleine toestel. Het moet fantastisch zijn geweest met dit vliegtuig te vliegen. Er is een wereld van verschil met de ernaast staande airbus A 300 waar niet alleen rijen stoelen geplaatst zijn maar ook een zithoek, slaapkamer en wasgelegenheid te bewonderen zijn. In dergelijke luxe zullen we echter nooit vliegen. Langzaam lopen we langs de overal geplaatste vliegtuigen, de Super Guppy is, naast de Concorde, ook erg indrukwekkend. Pas na 2,5 uur laten we dit prachtige museum achter ons en lopen, vervuld van indrukken, terug naar de camper. Na een lekker kopje soep en een broodje alsmede wat drinken gaan we tegen drie uur terug naar Aeroscopia waar we in de hal wachten tussen drommen mensen. Pas net voor vieren worden we naar een wachtende bus begeleid en stappen we in. De rit naar het terrein van Airbus duurt niet lang en voert ons langs geparkeerde vliegtuigen door. Het betreft de verschillende typen Airbus, bijna gereed om afgeleverd te worden. Na deze rondleiding arriveren we bij een fabriekshal waar we met de lift naar de vierde verdieping gaan. Vandaar hebben we een goed zicht op een bijna lege fabriekshal met heel in de verte een airbus 380 waar de laatste hand aan wordt gelegd. Maar dan niet nu want in de gehele hal is geen enkele activiteit te bespeuren. Het is er doods en dat terwijl de gids toch heeft aangegeven dat er in twee dagploegen wordt gewerkt. Op mijn vraag waarom er zo weinig (geen) activiteit te bespeuren is zegt de gids dat we door het taalprobleem iets niet hebben meegekregen en dat is dat de productie van de Airbus 380 in 2021 stopt. Er worden nog maar enkele toestellen gefabriceerd. Maar dat is niet nu en mogelijk speelt het feit dat het vrijdagmiddag is ook een rol.

Wat een teleurstelling. Hoe anders was het toen we bij de fabrieken van Boeing gingen kijken waar we vliegtuigen in verschillende stadia van fabricage konden zien en het overal krioelde van de mensen. Na deze deceptie werpen we nog even een blik op het fabrieksterrein met de geparkeerde vliegtuigen en lopen dan weer terug naar de wachtende bus die ons terug naar het museum brengt. Daar mogen we nog een laatste blik werpen in een Airbus 400, een militair vliegtuig en terwijl we binnen zitten zien we op een filmpje hoe de verschillende militaire voertuigen hiermee vervoerd worden.

De Beluga van Airbus in Blagnac

De Super Guppy wordt niet meer geproduceerd en dus heeft Airbus een eigen super transport vliegtuig gebouwd en deze de naam Beluga gegeven. Als je de foto van een Beluga bekijkt is er een zeer grote gelijkenis te zien. Helaas stond deze achter het hek en konden we eruit dichten bij komen. Uiteindelijk om half 6 lopen we terug naar de camper. Een volgende keer zullen we zeker geen Franse rondleiding meer doen om te voorkomen dat we zulke essentiële informatie als het beëindigen van een fabricagelijn missen. De avond valt en wij werpen nog een laatste blik op de ook buiten staande Concorde, alvorens diep te slapen.

Zaterdagochtend ontbijten we met “pain depannage” want in de verste verte is geen winkel, laat staan bakkerij, te bekennen. Na het ontbijt rijden we verder naar het zuiden In de verte zien we de bergketens van de Pyreneeën voor ons opdoemen en al snel rijden we het dal van de Ariege in.

De Gele hesjes in protest

Net voor het stadje Foix vindt een demonstratie plaats van de gele hesjes. Dick rukt zijn geel hesje tevoorschijn en zwaait ermee en ik praat door ons open raam met de demonstranten. Direct krijgen we applaus van de in een enorme rij lopende gele hesjes. In tegenstelling tot de demonstraties in Parijs vindt deze vreedzaam plaats en na niet al te lange tijd kunnen we weer doorrijden. Bij de camperplek in Foix stoppen we om water te tanken en te dumpen. Er zijn nog wat (korte) plekken vrij maar helaas past onze camper daar niet in dus rijden we verder naar het dorpje Les Cabannes waar wel een mooie grote parking is en plek voldoende.

Vanuit hier heb je een schitterend zicht op de omliggende bergen en dit plekje is zijn geld (5 euro voor 24 uur en tot op heden de eerste betaalde camperplek) dubbel en dwars waard. We lopen op ons gemak door het kleine dorpje, wat wel wat teleurstellend is want alles is dicht. Het is 1 uur en alleen het terras van het restaurant (ook nog in de schaduw) is open en vol met mensen. Gelukkig kunnen we bij de bakker die nog open is een gebakje halen wat we heerlijk buiten bij de camper opeten waarna ik in het zonnetje weer wat ga schrijven over onze gebeurtenissen. Ik zit op een inspirerende plek met zicht op de machtige rotswanden. Tegen half zeven lopen we terug naar het dorpje maar merken al snel dat de restaurants nog allemaal gesloten zijn. We zitten nu in een gebied waar je echt niet eerder dan half 8 kunt gaan eten. Dus lopen we door naar de enige supermarkt die dit dorpje kent

, halen daar wat vlees, rösti, tomaten en sla en koken zelf in de camper. We eten binnen want de zon is inmiddels achter de bergen verdwenen en dan koelt het op 600 meter hoogte direct sterk af. Het is slechts 16 graden. Gedurende de nacht koelt het nog verder af zodat het zondagochtend 12 graden is als ik, met hoodie, brood ga halen bij de boulangerie in het dorp. Na een lekker ontbijt rijden we verder door het smalle dal totdat de pas naar Andorra opdoemt en we aan een steile en vooral lange beklimmening beginnen die ons uiteindelijk tot over de 2400 meter voert. Het is druk op de weg maar met name op de tegenovergestelde rijbaan.

Pas de La Casa in Andorra

Het verkeer dat naar Andorra rijdt is beduidend minder. Al hebben we deze pas al enkele malen gereden hij blijft schitterend. De wolken zijn helemaal verdwenen en we zien voor en boven ons een staalblauwe hemel met een felle zon bocht na bocht klimmen we hoger en het uitzicht wordt steeds mooier. Maar ik hou dan ook van het hooggebergte. Dick is meer van de grazige weiden met koeien die ik in het hooggebergte wel aan hem aanwijs. Net boven Pas de la Casa zegt de camper dat het wel eens tijd wordt om te tanken (wist niet dat hij dat ook zei) en omdat de gehele weg door Andorra, zo’n 40 km alleen maar bestaat uit hotels, winkels met alcohol en tabac en tankstations stoppen we bij het eerstvolgende station en tanken de camper vol. De prijzen hier zijn 38 cent per liter goedkoper dan in Frankrijk. Net na het tanken is de afslag naar Grau Roig, waar we op het enorme parkeerterrein bij de skiliften zullen overnachten. Er staan al zeker 15 campers. Wat een verschil met andere jaren toen we hier helemaal alleen stonden. We vinden een plekje weg uit het gedrang en zetten de camper neer. We staan nu op 2125 meter hoogte. Na enige tijd de woeste bergomgeving te hebben bewonderd houd ik het niet langer: “The Mountains are Calling and I Have to Go”. Ik besluit in de bergen boven ons nog een paar caches te zoeken. Twee liggen er niet zo ver van ons vandaag. Als ik echter door de bossen omhoogloop in de richting van de 1ecache komt de omgeving me wel bekend voor en ja hoor, nadat ik de cache gevonden heb en terug blader door het logboek, zie ik dat we deze cache op 30 augustus 2016 al gevonden hebben. Dat betekent dat we met deze camper al eerder in Andorra geweest zijn. Omdat het wel teleurstellend is een stuk te klimmen zonder een cache te vinden besluit ik nog wat verder omhoog te klimmen en vlakbij een bergmeer, hoog in de bergen op meer dan 2400 meter, vindt in een andere cache. Het springen over de rivier van steen naar steen komt ook bekend voor en ook deze cache blijkt in augustus 2016 door ons gevonden te zijn. Dus klim ik nog wat verder naar de top voor een andere cache.

Cache bij bergmeer nabij Grau Roig

Maar eerst stuur ik een foto door van het mooie bergmeertje. Niet veel later krijg ik dezelfde foto terug van mijn nichtje Inge die hier enkele weken geleden samen met haar man Paul ook heeft gewandeld. De wereld is maar klein. Nadat ik terug ben bij het bergrestaurant aan het hooggelegen meertje klim ik verder omhoog Deze route is mij volledig onbekend en voert me dwars door een kudde koeien hoger en hoger de skipiste op. En dan, in het zicht van de camper, vind ik op een rotswand een cache die we nog niet hebben gevonden. Gelukkig. Ik bel van vreugde Dick en ook om hem te laten weten dat, als hij naar de toppen van de berg tegenover de camper kijkt, hij mij zal zien staan. Ik zie hem immers ook door de lens van mijn camera. Welke aanwijzingen ik ook geef, het lukt Dick niet om mijn in het niet vallende figuur tegen de massieve bergwand te onderscheiden. Maar hij weet nu wel dat ik nog leef en hoog boven hem op een rotswand loop. Langzaam loop ik de steile skipiste naar beneden. Gelukkig vind ik een sneeuwpaal die ik gebruik om de steile helling af te dalen. Natuurlijk sta ik even stil temidden van een kudde koeien. De kleintjes kijken me verbijsterd aan. Ik sta snel op als moeder koe genoeg van me krijgt en met luid boegeroep naar me toe komt snellen. Haar horens zien er gevaarlijk uit dus ik haast me verder. Na 8,6 km klimmen en dalen ben ik weer terug bij de liften waar Dick mij opwacht en we samen naar de camper teruglopen. Die zit er een stuk schoner uit, want Dick heeft, terwijl ik lui niets deed en in de bergen rondhuppelde, de camper deels schoongemaakt. Met name de ramen zien er blinkend uit want die waren stinkend smerig.

We zitten nog enige tijd lekker buiten in het zonnetje Ook al is het niet echt warm nu de zon nog schijnt loopt de temperatuur op naar 22 graden. Het moment dat de zon achter de bergkam verdwijnt zakt de temperatuur snel en binnen zitten is dan veel aangenamer. Als we maandag 9 september opstaan is het buiten slechts 4 graden en de velden zijn bedekt met een witte waas. Het heeft aan de grond duidelijk gevroren. Wat daalt de temperatuur op deze hoogte. We eten weer depannage brood en rijden dan de 32 kilometer lange weg Andorra door totdat we in Sant Julia de Loria arriveren waar zich achter de supermercado van River een groot parkeerterrein bevindt waar we kunnen overnachten. Het is nog vroeg, nog geen half 11, dus er is plek voldoende maar ook hier staan meer campers dan ik ooit heb gezien. We wandelen wat rond, natuurlijk om een cache te zoeken maar ook om wat in de winkels rond te kijken. Hebben echter geen behoefte aan drank en rookwaar en dus zijn we snel uitgekeken. Wel loop ik in de middag nog even terug om wat toiletartikelen te halen en wc-papier.

Oud en nieuw in St. Julia

Tot onze verrassing staat bij terugkomst naast onze camper de Frankia Titan geparkeerd Laat dit nu degenen zijn die wij gekocht hebben. Nu kunnen we mooi de oude en nieuwe camper met elkaar vergelijken. Omdat we in het cafetaria van de supermercado wat geluncht hebben eten we pas om 8 uur opnieuw wat. Niets voor mij dat late eten want omdat onze bedtijd toch meestal rond half 10 ligt gaan we met een volle maag naar bed. Ondanks het feit dat we op een druk parkeerterrein staan slapen we als rozen en worden dinsdag 10 september pas om 8 uur wakker. Het regent en zo nu en dan zien we ook wat weerlicht en horen we het donderen. Wat een verschil met de afgelopen dagen. In de regen loop ik naar de bakker en later nog eens om nog wat laatste inkopen te doen voor we de camper voltanken en wegrijden. Aan de grens met Spanje, slechts enkele honderden meters verderop, is slechts aandacht voor rookwaar en nadat we de achterklep hebben opengemaakt en laten zien dat we geen rookwaar bij ons hebben en evenmin kisten met alcohol mogen we verder rijden.

La Seu d’Urgell

Het is nog steeds somber weer en dus rijden we naar La Seu d’Urgell, een plaatsje 16 km ten zuiden van Andorra waar Dick door de smalle straatjes laveert op zoek naar een parkeerplekje bij een van de laundromats. Helaas is nergens een plekje beschikbaar maar een paar honderd meter verderop vlakbij een mooie oude kerk vinden we een groot terrein waar campers mogen overnachten. Het is vlakbij een van de wasserettes, dus zetten we de camper daar neer en terwijl Dick de fietsen van de camper haalt pak ik alle vuile goed bij elkaar en nadat we de zakken wasgoed op de fiets hebben geladen fietsen we naar de laverie toe. Daar is niemand en we kunnen uit de beschikbare machines kiezen. Ik heb een 17 kilo en een 8 kilo wasmachine nodig. Terwijl Dick terugfietst naar de camper wacht ik bij de draaiende machines en als Dick na een uurtje terugkeert vouwen we samen de schone kleding en beddengoed op en met de fietsen weer volbeladen rijden we naar huis. Daar we pal in het centrum staan met de camper bergt Dick de fietsen weer op en ik alle wasgoed en gelijktijdig zijn we klaar en kunnen we richting stadje lopen.

Het is een oud stadje vol met smalle straatjes en arcaden. Een klein café ziet er aanlokkelijk uit en we eten er een broodje dik met ham en kaas belegd en erg smaakvol. Koffie kunnen de Spanjaarden trouwens ook zetten, want die smaakt heerlijk. Helaas zijn wel alle winkeltjes gesloten en in tegenstelling tot Frankrijk waar alles rond 2 of 3 uur opengaat is hier alles potdicht tot 17.00 uur. Nadat we zeker 6 km hebben rondgelopen en alle hoeken en gaten van dit mooie stadje hebben bekeken loopt Dick terug naar de camper terwijl ik nog een kijkje neem bij de wildwaterbaan in het Olympic park Daar vinden over twee weken de wereldkampioenschappen plaats en het stadje staat nu al in het teken daarvan.

Wild water baan in La Seu d’Urgell

De wildwaterbaan is inderdaad erg spectaculair en ik zou graag eens met een kano hierop varen maar dat is nu verboden terrein. Alleen deelnemers zie je nu voorbijflitsen over de woelige wateren van deze wildwaterbaan. Lange tijd blijf ik er kijken en geniet van weer een nieuwe sport. Tegen 5 uur ben ik weer terug. Het is helaas te koud, 16 graden, om buiten te zitten dus brengen we de rest van de tijd binnen door. We koken ook zelf want het gehakt dat we een paar dagen geleden gekocht hebben moet echt bereid worden. Gelukkig is het slechte weer overgewaaid want na de enorme regen van vanmorgen is er geen druppel meer gevallen en de bergen kleuren rood in de ondergaande zon. Woensdag 11 september zijn we pas om 8 uur op en het kost wat moeite om in het stadje een boulangerie te vinden die open is. De meesten gaan pas om 9 uur open. Maar na wat rondslenteren door de arcades vind ik een winkel met vers brood en kunnen we gelukkig ontbijten. We hebben inmiddels vastgesteld dat we vandaag ook maar weinig zullen rijden want hoeven pas vrijdag in L’Escala te zijn dus stoppen we in Martinet een klein stadje 35 km verderop waar een schitterende parkeerplek is. Voor 1 euro hebben we 8 uur stroom en als we willen kunnen we hier óok douchen. Dat is dan wel met ijskoud bergwater, dus minder aanlokkelijk.

Martinet vanaf de camperplaats

Nadat we ons gebruikelijke kopje koffie hebben gedronken lopen we een rondje door en langs het stadje. Het is klein, maar er zijn wel enkele caches verborgen die ons niet alleen dwars door het oude stadje brengen maar ook hoog op de omringende bergen. Heerlijk voor mij want ik heb altijd de behoefte om in de bergen naar de topjes te klimmen. Gaande de ochtend verdwijnen de wolken en wordt de lucht steeds blauwer en nadat we meer dan 7 km rondgelopen en geklommen hebben en op een terrasje in het stadje een koffie gedronken hebben met een heerlijk stukje stokbrood gaan we buiten zitten in het zonnetje en schrijven. Dat lukt niet altijd zo goed omdat de zon eigenlijk te fel is om goed op het scherm van mijn laptop te kijken. Wil dit stuk gepubliceerd kunnen worden zullen eerst de fouten en verschrijvingen eruit gehaald moeten worden. Mooi werkje voor Dick. Tegen de avond koelt het direct af en gaan we lekker binnen zitten. Het is vandaag 11 september, de Nationale dag van Catalunya en alles is dicht dus koken we zelf en genieten van onze spannende boeken.

Donderdag 12 september staan we om 8 uur op en het normale leven blijkt zich in dit deel van Spanje hervat te hebben. We zien kinderen weer naar school gaan en alle winkeltjes zijn open. Het is dus geen probleem om vlakbij een bakker te vinden met vers brood. Na het ontbijt en het dumpen van grey- en black water rijden we verder. Als we iets verderop de keuze hebben tussen de col of de tunnel kiezen we natuurlijk voor de Col en zo klimmen we even later de smalle bergweg op die even 8 % stijgt maar al snel minder steil omhooggaat. Het is een schitterende tocht die ons door een prachtig dal hoger en hoger voert tot op Col de la Torre op 1790 meter hoogte. Om ons heen zien we de zon beschenen berghellingen waar zich overal skiliften en afdalingen bevinden. Wat zou ik hier graag in de winter skiën. Helaas, na een lange afdaling laten we de hoge bergen achter ons en komen op 880 meter. We arriveren in Sant Joan de les Abdesses. Naast een waterbronnetje aan een oude boogbrug is een parking waar we mogen overnachten. We kiezen het plekje langs het ravijn waar in de diepte het riviertje stroomt.

Waterval tijdens geocachen in St. Joan de Les Abadesses

Het is hier mooi en we gaan natuurlijk een eindje lopen. Caches brengen ons naar een pittoresque meertje tussen de bergen met een watervalletje. Wat is dit mooi en uitgestorven. Alleen enkele ruïnes van huizen laten zien dat hier leven geweest is in vroeger tijden. In de middag lopen we door het uitgestorven stadje. Het middelpunt is de oude kerk met zijn binnentuinen. Al sinds de 9eeeuw is dit een klooster en wel het eerste vrouwenklooster van Spanje. Helaas is het gesloten maar als we eind van de middag terugkeren kunnen we wel naar binnen en genieten van de stilte om ons heen en de echt oude relikwieën.  Helaas voegt de film in ratelend Frans niet echt veel toe aan ons begrip van de geschiedenis. Tegen zes uur arriveren we bij een kebab tentje. Er komen heerlijke geuren op ons af en we hoeven dan ook niet lang na te denken om naar binnen te gaan. Ook al is het Spanje en gaan de restaurants pas om half negen open, hier kunnen we al wel terecht en nadat de vlammen om het vlees zijn aangezet, de sla gesneden en heerlijke fritekes gebakken, kunnen we genieten van een voortreffelijke maaltijd.

Halve verlichte brug St.Joan de les Abadesses

‘s Avonds is de oude brug verlicht en beschenen door de volle maan en moet dus gefotografeerd worden voor we ons bedje in kunnen. Vrijdag na natuurlijk een ontbijt met vers stokbrood, laten we de bergen echt achter ons en snel overbruggen we de afstand naar de Middellandse zee. Nog voor elven arriveren we bij de camping in L’Escala. Hadden we vanmorgen nog blauwe lucht en zon, gaande de rit is de bewolking toegenomen maar er is nog een beetje blauw te zien en het zeewater is klaarblijkelijk warm want wanneer we langs de baai rijden zien we veel mensen in het water. Op de camping worden we pas morgen verwacht maar met een dag bijbetaling mogen we toch naar ons plekje. Dat blijkt echter bezet en het ziet er niet uit dat de huidige bewoners vandaag vertrekken. Dus terug naar de receptie waarna heel veel heen en weer geloop blijkt dat de mensen nog een week blijven. Klein foutje want deze plek is al vanaf maart gereserveerd. Omdat we geen ruzie willen zoeken we een ander plekje wat we ernaast vinden. Ach hier kunnen we ook goed staan al zijn er helaas geen bomen waar we waslijnen kunnen vastmaken. We lopen wat rond in de omgeving, doen inkopen in de supermercado aan de weg en werken aan onze administratie. Rob heeft inmiddels ge-appt dat hij tegen zessen aankomt en dus lopen we tegen die tijd naar de receptie van de camping nadat we gezellig lange tijd gesproken hebben met Femmi en Gert uit Zwolle die ons van ons plaatsje hebben verdreven.

Camping L’Escala

Ook Rob wordt door de camping pas morgen verwacht maar geen probleem, er is al een huisje schoon en leeg dus kan hij daar zijn intrek nemen. ’s Avonds zitten we gezellig buiten voor de camper. Eten vlees van de BBQ en praten over alles en nog wat. De temperatuur is aangenaam want tot 23:00 uur kunnen we heerlijk buiten blijven. Helaas is de veiligheidsriem van Rob gedurende de rit hiernaartoe kapotgegaan zodat hij wat telefoontjes moet plegen met verzekering en ANWB. Gelukkig blijkt een garage vlakbij waar hij morgenvroeg langsgaat om te kijken of deze gerepareerd kan worden. Wel belangrijk want met een piepende toon en opflikkerend rood lampje rijden is ook niet alles. Gedurende de nacht regent het zo nu en dan maar als we zaterdagochtend 14 september wakker worden is het gelukkig droog en gaande de ochtend verdwijnen de wolken en komt de zon door. Heerlijk weer en aangename temperatuur rond de 23 graden. Je went wel heel snel aan zon en blauwe lucht.  Echt een goed moment om weer eens even te wassen. Helaas kunnen we op ons plekje geen waslijnen spannen en Dick vindt het geen goed idee dat ik op een tegenoverliggend terreintje lijnen span dus moet ik naast een was jeton ook een droogjeton kopen. Maar het gevolg is wel dat rond 12 uur alles schoon en bijna droog is en ik me weer op mijn laptop kan storten. Er moet immers weer geschreven worden.

Dit bericht is geplaatst in EUROPA. Bookmark de permalink.