Langzaam naar het Zuiden van de VS
Woensdag 18 januari is de lucht weer staalblauw. Wel waait er een kil windje en de temperatuur komt niet boven de 10 graden. We zetten onze tocht voort langs de machtige Mississippi.
Helaas is er door een hoge dijk rond deze rivier (wij rijden uiteraard aan de voet van deze dijk) weinig van te zien en het is nog wel een “scenic” route. Raar hoor want na enkele kleine huisjes en een typische zuidelijke begraafplaats met tombes bovengronds rijden we de eerst komende honderd kilometer alleen maar langs petrochemische industrie. Alle grote Europese chemische bedrijven lijken op deze plek langs de Mississippi een vestiging te hebben. Zo nu en dan zien we nog wel een oud plantage huis maar verder is er weinig opwekkends aan deze “als mooi omschreven” route. Klaarblijkelijk hebben de kaartenmakers deze route nog nooit gereden. Omdat er geen einde komt aan de vieze industrieën buigen we uiteindelijk toch maar van de Mississippi af. We hebben aan de andere zijde een State Park ontdekt, niet ver weg van New Orleans. Dwars door de stad rijden we een giga hoge brug over. Ik ben blij dat Dick nu rijdt want de brug is “under construction” met als gevolg zeer smalle rijbanen en enorm veel verkeer. Voor het eerst in maanden zitten we in een “traffic jam”. De temperatuur is inmiddels opgelopen het is vochtig warm en ondanks de wind al 18 graden. Na enig zoeken (we hebben namelijk een afslag gemist), brengen onze hakuna’s ons via enkele omweggetjes naar Bayou Segnette State Park. Na enig aandringen mogen we zelf een plekje uitzoeken, er is keus genoeg, maar zoals altijd kost het tijd om net dat ene mooie in de zon liggende, ruime plekje te vinden maar na enig rondrijden hebben we ons (Tita’s) droom plekje gevonden. We rijden weer terug naar de ranger, betalen en we zetten de camper neer. Nu ja, wij, ik bedoel Dick die daar inmiddels een kei in is. Dus ik bemoei me er niet mee. En dan blijkt dat dit State Park een gratis was- en droog gelegenheid heeft. Dat kan ik niet voorbij laten gaan dus in plaats van in het zonnetje te zitten spoed ik me met onze niet zo volle waszak naar de machines. Om deze later te drogen blijkt niet zo eenvoudig want er is slechts een werkende droger en die is ook nog eens uiterst traag. Ach de tijd vliegt om als je een spannende Clive Cussler in je handen hebt en daarbij andere wachtenden met wie je gezellig kunt kletsen. We zitten nu echt in het mid-zuiden en de taal is zoals in oude films uit het mid-zuiden, zangerig en totaal anders dan in de rest van Amerika. Om zeven uur ’s avonds, het is inmiddels diepzwart buiten, kan de was uiteindelijk droog worden opgeborgen. Terwijl ik me in de laundry heb opgehouden heeft Dick zich bezig gehouden met het uitzoeken van foto’s voor de website zodat even later een nieuwe stukje op onze site geplaatst kan worden.
Donderdagmorgen is het nog steeds mooi weer dus besluiten we nog een dagje te blijven en naar New Orleans te fietsen. Helaas betrekt de lucht als we onze fietsen gepakt hebben dus met zwaar bewolkt weer en slechts 15 graden gaan we op weg. Dwars door de verarmde buitenwijken van Gretna en Algiers, stadjes (vanuit New Orleans gezien) aan de andere kant van de Mississippi.We worden echter regelmatig nagezwaaid. Zoveel fietsers komen hier klaarblijkelijk ook niet voorbij. Na een uur fietsen (gelukkig hebben we een plattegrond van dit gebied) komen we bij de ferry die ons vlakbij het French Quarter van New Orleans zal brengen. Omdat de ferry net weg is als we aankomen moeten we een half uurtje wachten maar dat vliegt om zeker omdat de zon inmiddels is doorgebroken en het lekker warm wordt. Voor we het weten varen we de brede Mississippi over en arriveren we aan de overkant vanwaar we slechts 2 mile hoeven te fietsen om in het French Quarter van New Orleans aan te komen.
De zon schijn inmiddels lekker en de truien zijn uit. We zetten onze fietsen met de helmen aan de ketting en lopen verder door de zeer Frans aandoende straatjes.Overigens is New Orleans oo in handen van de Portugezen geweest en is ook de invloed hier en daar zichtbaar. Het is een leuk gebied. Oude stenen panden, dicht op elkaar met balconnetjes, waarop hekwerk van bewerkt staal staat en overal eethuisjes en jazz orkestjes, dit deel van de stad swingt echt. Lang blijven we bij een van de straat orkestjes staan en natuurlijk ontkomen we er niet aan dvd’s aan te schaffen van de verschillende zo vrolijke straatmuzikanten. Uiteindelijk doet de lange fietstocht en de inmiddels stevige wandeling onze magen knorren en dus gaan we bij een van de eettentjes in het zonnetje zitten. Wachtend op de lekker lunch die we besteld hebben nemen ik wel alvast een paar slokken van het door Dick bestelde pintje.
Mijn gerecht is simpel Pita Gyro’s met frietjes, maar Dick krijgt de specialiteit van deze streek de “Muffuletta” oftewel een giga plat ronde bol van pompoenbrood rijkelijk belegd met heerlijke vleeswaren, gesmolten kaas en olijfachtige ingrediënten, het is werkelijk onvoorstelbaar dat je zo iets kolossaals zou kunnen opeten en een naast mij zittende inwoner zegt met zijn melodieuze stem (hij had zo weggelopen kunnen zijn uit de negerhut van oom Tom) “ gaat hij dat allemaal opeten????”. Ach, ik mag ook wat van deze lekker specialiteit nuttigen en ondertussen genieten we van de swingende muziek van het live jazz orkest. Uiteindelijk zijn onze bordjes leeg (we hebben lunch en dinner in een gehad) en lopen we nog wat rond langs de winkeltjes en over de French market. Gelukkig moeten we straks ook nog zeker 11 mile fietsen, goed om deze uiterst copieuze lunch te verteren. Tegen drie uur besluiten we naar de ferry te fietsen. We willen nog bij daglicht terugfietsen naar de campground. De wijken waar we door heen hebben gereden zijn niet iets om in het schemer (laat staan het donker) door te rijden Als we rond half vier weer over de Mississippi varen verdwijnt de heerlijke zon weer achter een dik wolkendek, maar doordat we even later stevig doorfietsen hebben we weinig last van de kou. Wel stoppen we nog even bij een kerkhof om tussen de hoog oprijzende tombes rond te lopen. De grond is hier te moerassig om de doden in te begraven, tel daarbij de regelmatig optredende overstromingen en het is duidelijk waarom de doden boven de grond begraven worden. De terugreis gaat redelijk snel en net voor 5 uur staan we weer op de camping. Ondanks de 41 km fietsen is onze maaginhoud nog erg gevuld dus koken we niet meer. De wind is wel gaan liggen en het is nog zeker 18 graden dus is het heerlijk bij ons kampvuurtje waar we genieten van de prachtige sterrenhemel en de serene rust aan deze kant van de Mississippi.Als ons vuurtje bijna gedoofd is, het is inmiddels acht uur, neemt de bewolking weer toe en gaat het regenen.
Vrijdag 20 januari is het na een hele nacht onophoudelijk regenen erg vochtig en klam maar omdat de wind is gaan liggen is het om acht uur ’s ochtends al 20 graden. We nemen voor 1 dollar de tolbrug over de Mississippi om de brug die we heen kwamen met al zijn drukke verkeer te mijden en rijden even later dwars door het centrum van New Orleans. We zijn nu in een deel beland waar de wijken verpauperd zijn en onder de, hoog over de straten lopende wegen, veel hookers rondlopen. Uteindelijk laten we dit absoluut niet toeristische deel van New orleans (waar trouwens alleen maar gillende sirenes te horen zijn) achter ons en rijden door het vlakke moerasland over stille wegen omzoomd door rietkragen en huizen op palen.
Overal ons heen treffen we nog restanten van huizen aan, gevolg van orkaan Katrina die in 2005 alles heeft platgelegd. Bij Fort Pike, net voor de grens met de staat Mississippi,stoppen we even. Dit fort was oorspronkelijk bestemd om aanvallen van buiten af te weren maar heeft uiteindelijk alleen dienst gedaaan in de burgeroorlog. Ondanks de vele orkanen die er gewoed hebben is het nog in goede staat bewaard gebleven. Een plaatselijke historicus verteld ons veel over de geschiedenis van dit fort en we dwalen rond tussen de muren. De gewelven lijken wel grotten, stalactieten hangen aan het plavond, zo vochtig is het hier. Rillend zoeken we snel weer de buitenlucht op die inmiddels is opgewarmd tot 28 graden. We rijden verder langs de verlaten stranden (en aan de restanten van huizen en funderingen is goed te zien dat Katrina hier echt veel heeft verwoest) naar Buccaneer State Park. Ook het Buccaneer State Park is net als zoveel plekjes in deze streek met de grond gelijk gemaakt in 2005. Het is hier stil, veel mensen weten klaarblijkelijk niet dat de campground al weer geopend is en we vinden makkelijk een ruim en zonnig. We raken aan de praat met onze buren Pam en Dale en pas over vijven gaan we weer terug naar de camper. Er is nu een kil windje opgestoken en het is niet lekker meer om verder buiten te zitten.
Zaterdag 21 januari is het zwaar bewolkt en mistig en zodoende kunnen we wat minder genieten van een uitzicht als we even later over de zeker 3 mile lang brug, die de mistige baai overspant, rijden. Het blijft een raar gezicht om overal waar we rijden alleen maar nieuwe huizen en kerken te zien. Al het oude is echt verdwenen. Geen wonder dat je overal redelijk goedkoop grond pal aan de golf van Mexico kunt kopen. Je krijgt er wel de garantie van nu en dan voorbij komende tornado’s bij.
Mississippi is geen echt grote staat dus om half twee rijden we Alabama binnen. We hebben niet zo’n zin lang door te rijden dus als we bij Gulf Shores komen en daar een State Park vinden stoppen we er. We vinden een mooi plekje aan het water. Het is verbazingwekkend hoe groot de camperplekjes zijn op de State Parks. Ach wij hebben ook maar een klein campertje slechts 26,5 feet. Helaas is het weinig buiten toeven. Er waait een koud windje vanuit zee dus de rest van de middag en avond zitten we gewoon in de camper. Daar ik geen zin heb om helemaal naar de toiletten te lopen doe ik bij het water een pipi. Maar terwijl ik buiten zit herinner ik me opeens de (overal op de camping aanwezige) waarschuwingsborden voor krokodillen. Heel snel is de pipi uitgeblust en sla ik de weg naar het toiletgebouw in.
‘s Nachts is het broeierig heet, we merken dat we in warmere streken aan beland zijn.
Zondag 22 janauri begint met mist maar gelukkig trekt die in de loop van de dag op. Het is nog steeds vochtig warm en zeker 23 graden. Omdat het internet erg sterk is gaan we na het ontbijt heerlijk skypen met Hannah en tante Ank en daar Thecla en Thomas ook online zijn babbelen we ook met hen even. Daarna, het loopt inmiddels tegen elf uur, is het tijd om de was te doen. Terwijl ik in de laundry bezig ben houdt Dick zich bezig met het schoonmaken van de inwendige camper. Hij veegt, zuigt en poetst, geen overbodige bezigheid want de camper is echt vuil. Wachtend in de laundry zie ik een echtpaar met een yoghurtpak vol quarters en ik vraag hen of ik hun quarters mag bekijken. Ben er achter gekomen dat er van iedere staat en wat National Parks quarters zijn uitgegeven en ik mis nog de Michigan quarter. Ondanks het feit dat ik al honderden quarters in mijn handen heb gehad de afgelopen maanden lukt het maar niet die te vinden. Midden in de volle laundry wordt op de inpak tafel voor het schone goed het pak met quarters omgedraaid en zo ben ik even later alle munten stuk voor stuk aan het bestuderen. Toch wel ietwat vreemd aangegaapt door de vele Amerikanen die hun was doen. Maar het resultaat is er. Bijna aan het eind van de zeker 25 dollar aan quarters aangekomen vind ik mijn ontbrekende quarter van Michigan. Door de luide kreet die ik slaak ben ik verzekerd van ieders aandacht, maar dat maakt me nu niet meer uit. Ik heb nu van iedere staat een quarter. De munt krijg ik geschonken en blij wijd ik me weer aan de was. Bijna gelijktijdig zijn we gereed met onze werkzaamheden en inmiddels is de zon nog verder doorgebroken.
We gaan op jacht naar een Geocache. In tegenstelling tot veel andere State Parks omarmt State Parks Alabama het geocachen en dus zijn er redelijk wat caches in het park maar ook rondom de campground verborgen. We zetten de coördinaten in de GPS en gaan aan de wandel, over mooie trails en dwars door de natuur. En ja, hoor al snel vinden we onze eerste cache. We loggen onze naam en gaan naar de tweede op zoek die we op een andere trail vinden onder een alleen staande boom (hij heet niet voor niks Lonely Only). In deze cache is ook een “travel bug” verstopt die we meenemen. Het is de bedoeling van dergelijke caches dat ze zo ver mogelijk reizen alvorens weer in een andere cache te verstoppen. Doordat je op internet logt waar je de travel bug mee naar toe hebt genomen weet de eigenaar hoever deze is gekomen. Degene die wij nu op reis mee hebben heeft sinds 2006 al meer dan 7000 mile gereisd. Op naar een andere cache. Deze blijkt niet makkelijk te vinden. Terwijl we puzzelen waar deze zich kan bevinden komen twee Canadezen ons te hulp. Gisteren hebben zij hier ook al gezocht maar niets gevonden. Naast het zoeken raken we ook met elkaar aan de praat. Helaas lukt het niet deze cache te vinden en omdat het inmiddels 5 uur is en de mist weer is komen opzetten, het is dus ook koud geworden, lopen we onverrichterzake terug naar de camper . ‘s Avonds laat komt er gelukkig een windje opzetten die de vochtige mist doet verdwijnen.
Maandag 23 januari schijnt de zon lekker. Omdat we hier goed internet hebben skypen we nog even met tante Ank. Die geeft aan dat het Chinese nieuwjaar is begonnen en kort krijgen we even te horen hoe het jaar er voor ons uit zal gaan zien. Na de groet aan Dick (“een fijne dag verder varken”) beeindigen we de skype en gaan we op weg verder langs de kust, die bezaaid is met hoge flatgebouwen en overal staan de bordjes “Welcome Snowbirds”. Het is echt de staat waar de ouderen hun dagen doorbrengen. Er zijn nagenoeg geen jongeren meer te zien. De omgeving is dan ook prachtig. Overal sneeuw witte stranden en duinen en een blauwgroene kalme zee. Bij het Visitors Center van de National Sea Shore stoppen we om een film te kijken over de stranden en de voor de kust liggende eilanden, die niet alleen stranden en kustlijn beschermen maar ook een overvloed aan vogelleven herbergen.
We zijn inmiddels in de staat Florida aangekomen en het aantal hoge flatgebouwen is gelukkig wat afgenomen. Bij het State Park van Grayton Beach stoppen we. Er is een mooi beschut plekje waar we lekker een vuurtje kunnen stoken en tot acht uur buiten kunnen zitten. Daarna begint het wat te druppelen en is het niet meer lekker buiten.
Alhoewel dinsdag 24 januari somber begint trekken de wolken langzaam op en als we om 9 uur vertrekken is het zonnetje al doorgebroken. Iedere dag weer is het tussen de 20 en 23 graden maar het voelt broeierig warm aan.We doen wat boodschappen bij Wal-Mart en vinden daar ook de drie door Ingrid gewenste DVD’s, verfilmingen van de boeken van Stephanie Meijer. We vervolgen onze weg langs de kust enongeveer een uur rijden vanaf Panama City rijden we ongemerkt de Eastern time zone binnen. Ons tijdsverchil met Nederland is nog maar 6 uur.De Gulf coast hier is ongerept, zo nu en dan een huisje maar verder hebben we een ongestoord zicht op de zee. Ondanks het feit dat het wat mistig is ziet de camping die we even later tegenkomen er prachtig uit, gelegen aan de kust en als we een plekje aan het water kunnen bemachtigen is de keuze snel gemaakt en besluiten we op camping Ho Hum te blijven. Een goede keuze want zodra de camper staat breekt de zon door en kunnen we heerlijk buiten op het bankje zitten, uitkijken over de pier, het water en de langs de vloedlijn lopende vogels. Echt een juwelenplekje.
Terwijl we buiten genieten krijgen we nieuwe buren. Canadezen uit Ontario, die de drie wintermaanden in het zuiden doorbrengen. Rob blijkt in haarlem geboren te zijn en op drie jarige leeftijd hier naar toe verhuisd te zijn. Het klikt tussen ons en even later staan we gezellig met zijn vieren te praten. Lucie, zijn vrouw en Dick zijn er ook bij gekomen. Daar het door de opstekende kille wind te koud wordt om buiten te blijven verplaatsen we ons naar onze camper waar we geamuseerd doorpraten en ervaringen uitwisselen over onze reizen. De tijd vliegt daardoor om en tegen 7 uur gaan we ieders onze weg. We zullen elkaar zeker nog een keer opzoeken. Woensdag 25 januari staan we op met een stralend blauwe lucht en zon.
Er waait wel nog een koud windje dus het is niet warmer dan 15 graden en nog wat te koud om buiten te ontbijten. We rijden vandaag niet zover. Hebben gelezen dat er in het Manatee Springs State park gezwommen en gedoken kan worden met Manatees dus daar zullen we naartoe rijden om polshoogte te nemen. Doen nog wat laatste boodschappen bij Wal-Mart in Perry, het State Park ligt redelijk ver weg van de bewoonde wereld en begin van de middag arriveren we in het State Park. Ondanks de folder blijkt er toch niet met Manatees gedoken, gesnorkeld of gezwommen kunnen worden. Ze zijn echter wel in de rivier te aanschouwen. Nadat de camper op een prachtig plekje in het bos is opgezet lopen we langs de rivier naar de plek waar de Manatees zich moeten bevinden. Wat we ook zien, geen Manatees. Wel honderden “Turkey Vultures”, in de bomen, in de lucht zwevend en op de grond rondhoppend. Het is een prachtig schouwspel.
We blijven dus ook langere tijd rondhangen. Rond 4 uur zijn we weer terug bij de camper waar ik buiten de administratie ga doen en verder schrijven aan een nieuw stukje voor de website. Ik loop hopeloos achter, mijn spannende Clive Cussler boek is er de oorzaak van. Het blijft lekker buiten zelfs als de zon achter de bomen is verdwenen en we maken dan ook een lekker kampvuurtje. Het brand goed en vanwege de lekker temperaturen garen we ook ons vlees boven het houtvuur en eten we buiten. Het is lang geleden dat het zo lekker buiten was ’s avonds, dat we zelfs nog zo laat buiten konden zitten en buiten konden koken en eten. Als de hemel prachtig getooid is met sterren gaan we naar binnen om in onze spannende boeken te duiken.
Donderdag 25 januari is het al zo lekker ’s ochtends dat we buiten kunnen ontbijten. Na het ontbijt maken we de camper reisklaar en lopen dan toch nog even naar de Suwannee River om te kijken of een Manatees kunnen zien zwemmen. We zijn helemaal alleen op de boardwalk naar de rivier op een paar honderd Turkey Vultures na, die op de rand van de hekken naar ons staren en verontwardigd weg huppelen als we dichterbij komen.
Het is schitterend, helemaal alleen in de natuur omringt door de honderden gieren en ons geluk kan niet op als we in de rivier ook een eenzame Manatee zien grazen. Zodra hij even boven water komt om te ademen klikken de camera’s en al met al blijven we meer dan een uur staan om te genieiten van dit prachtige gracieuze dier. Uiteindelijk wordt het wel tijd om ver te rijden. In Crystal River gaan we op zoek naar een campground waar we zullen blijven tot dat Sandra en Rene aankomen. Samen willen we een duik gaan maken met Manatees. Na enkele campgrounds bekeken te hebben kiezen we voor een kleine campingzo’n 3, 5 mile ten zuiden van Crystal River. De mensen zijn er erg vriendelijk en de familie-washokjes, uitgerust met wc en douche zien er erg verzorgd uit. Daarbij hebben we een groot stuk terrein lekker in de zon, wat kan een mens meer hebben. We mailen het nieuwe adres door aan Sandra en Rene en vertellen hen via de skype waar we hen zaterdag a.s. hopen te ontmoeten.
2 Responses to Langzaam naar het Zuiden van de Verenigde Staten