Maart – Mei 2020 Thuis in Nederland, maar ook even erop uit
Nadat we op 7 maart samen met Marjo en Wim meedoen aan een CITO schoonmaakactie (Cache In, Trash Out) in de Biesbosch, die wordt afgesloten met een heerlijke BBQ (dat kon toen nog) speel ik nog even met de gedachte er noch enkele dagen op uit te trekken met de camper. Deze gedachte speelt alleen bij mij want Dick staat toch meer in de nieuwe realiteit. Ook bij mij verandert mijn plan binnen een week.
Niet alleen vanwege het op slot gaan van grenzen van de ons omringende landen, maar ook vanwege het steeds dringender advies om niet te reizen.
De nieuwsberichten over de vele Corona doden maken dat we voorzichtiger worden en ook fysiek wordt onze bewegingsvrijheid, zelfs met een camper, verder ingeperkt.
Vluchten zijn bijna allemaal geannuleerd, musea en restaurants gesloten, treinen en bussen rijden zonder passagiers, pleinen en straten zijn verlaten, veel winkels zijn dicht en verzorgingshuizen zitten op slot.
We moeten zoveel mogelijk thuis blijven en alleen noodzakelijke boodschappen doen. We blijven thuis, ruimen op, Dick maakt een nieuw afdak in de tuin zodat de BBQ droog kan staan, poetsen ons huis, lezen veel en zitten achter de computer. Gelukkig is het in Nederland nog wel toegestaan, mits we voldoende afstand houden tot elkaar (1,5 meter) om buiten een frisse neus te halen. We zijn in een “intellectuele lockdown “ aanbeland. De ons omringende landen hebben een “complete lockdown”.
Mensen in die landen kunnen alleen nog maar de supermarkt en apotheek bezoeken en mogen verder zelfs niet buiten zijn, afgedwongen door patrouillerende legervoertuigen.
Ons plan was om eind maart naar een treffen van Seabridge te gaan en daar onze overtocht boeken naar de USA in October 2020. Maar deze bijeenkomst in Beieren is afgezegd, zoals alle bijeenkomsten in Europa en tegelijkertijd kondigt America aan dat de grenzen op slot gaan zodat Europeanen geen toegang meer hebben tot de USA.
Het straatbeeld verandert razendsnel, supermarkten worden slagvelden waar mensen met volgeladen karren zich een weg banen naar de kassa’s. Gepaard gaand met duwen en trekken verdwijnt WC papier, keukenpapier en schoonmaakmiddelen in afgeladen karren van hamsteraars.
Langzamerhand is er slechts één onderwerp op de TV: “ het Corona virus”.
Een nieuwe realiteit dringt zich aan ons op.
We zoeken contact met onze vrienden in Europa en in Amerika en zijn opgelucht te vernemen dat alles goed met ze gaat. Gelukkig mogen we in ons land nog naar buiten en regelmatig halen we een frisse neus. We houden er geen van beiden van zomaar een stukje te wandelen of te fietsen, dus Dick zoekt bij Geocaching.com rustige plekken in de nabije omgeving met geocaches.
Ondanks de vaak ijzige koude buiten zijn het heerlijke uitjes. We pakken ons kleine rubberbootje en zoeken caches onder bruggen, trekken duikpakken aan om onder duikers van de weg te kruipen en lopen langs het water van het Brielse Meer over hobbelige graspaadjes omdat we anders, door de dikke braamstruiken, de her en der verstopte geocaches niet kunnen vinden.
En niemand is in de verste verte te zien.
We waarderen de stilte en de prachtige bloesems aan de bomen. De zon op ons gezicht geeft ons een geluksgevoel. We genieten van momenten waar we normaliter niet bij stilstaan.
We verkennen op de fiets onze omgeving en spreken begin mei zelfs af met mijn zusje Hannah en haar man Henk in Bodegraven. Dat betekent voor hen 76 km fietsen (wij slechts 60 km) maar het lukt en we treffen elkaar op een zomerse warme dag bij een kaasboerderij waar we onder het genot van verse melk heerlijk bijkletsen, zittend op een bankje met natuurlijk 1,5 meter afstand. Zonder covid 19 hadden we nooit zoveel gefietst en beiden vinden we dat de Corona lockdown eigenlijk wel snel verstrijkt.
Half mei zit ons land uiteindelijk zo laag in de curve van corona besmettingen dat de strenge lockdown regels een beetje versoepeld worden. In plaats van “blijf thuis” luidt het motto “reis niet onnodig”.
Het weekend van Hemelvaart nadert en dus besluiten we om, voor het eerst sinds we eind februari 2020 bij Cor en Esmee in Frankrijk op bezoek waren, weer met onze camper erop uit te trekken. Dat moet in Nederland want de grenzen met Duitsland, België en Frankrijk zijn nog steeds gesloten. Dus zoek ik camperplekken in het oosten en noorden van Nederland op. Wel wat meer dan we nodig hebben want dan kunnen we op andere plaatsen terugvallen als blijkt dat de camperplek dicht is of vol staat. Ook zorgen we dat we mondkapjes bij ons hebben.
Dankzij Anne en Werner uit Duitsland weten we mooie, bij de camper passende, mondkapjes te kopen, voor het geval we ze nodig hebben. We arriveren zo vroeg in de ochtend van dinsdag 19 mei bij de camperstalling dat de camper nog naar buiten gereden moet worden. Dat gaat niet zonder slag of stoot want de accu is leeggelopen na zo’n lange periode van inactiviteit. Gelukkig slaat, nadat de lader aangesloten is, de motor direct aan en kunnen we er toch mee op weg.
Thuis ga ik eerst de camper poetsen.
Geen overbodige luxe want niet alleen zit het vuil van ons tripje naar Noord France er nog op, ook zijn overal spinnenwebben te zien. Maar eind van de middag staat de camper te blinken voor de deur en is alles ingeladen wat we nodig denken te hebben voor de komende dagen.
Woensdag 20 mei kunnen we dus eindelijk weer op stap. Hoewel de hemel eerst nog staalblauw is verschijnen al snel meer wolken en als we in Varsseveld arriveren is er geen zon meer te zien.
Het is gelukkig niet echt koud. Op de camperplek achter de sporthal, midden in het dorp, staat niemand dus we zetten onze camper neer en brengen de rest van de middag door met het te voet verkennen van dit aangename dorpje. Wat is het heerlijk om weer op stap te zijn met de camper.
De volgende dag laten we de camper staan en pakken de fiets om de omgeving te verkennen. Om een logische route te vinden printen we eerst een kaartje met de caches en dan gaan we op stap. De lucht wordt steeds blauwer en de zon brandt.
Gelukkig wisselen akkerlanden af met bossen, waar het wat koeler is. Het is overal opvallend droog. Sloten bevatten praktisch geen water of zijn drooggevallen en sommige fietspaden zijn veranderd in verstuivende zandvlaktes. Maar de omgeving is mooi, we vinden caches en genieten. Als we half 5 weer terugkeren in Varsseveld, na bijna 40 km fietsen en volledig bedekt met het fijne zand, zien de soft ijsjes op het plein voor de oude kerk er zo aanlokkelijk uit dat wij stoppen.
Ondanks het feit dat door Corona de zitgelegenheid bij de snackbar verboden gebied is, kunnen we op een van de vele bankjes in het centrum een plekje vinden waar we ons het ijsje goed laten smaken.
De volgende dag rijden we naar Dalfsen. Hier is een mooie camperplek, maar deze staat vol, dus zoeken we een alternatieve bestemming en rijden door naar Nieuwleusen waar wel plaats is op een grote parking.
Na een heerlijk kopje koffie fietsen we naar Staphorst. Een apart plaatsje bestaand uit grote boerderijen die groen en blauw beschilderd zijn met een levensboom in het raam boven de deur en een groot aantal vrouwen die bij hun dagelijkse werkzaamheden nog in klederdracht lopen. Wist niet dat dat nog gebeurde. Helaas neemt de bewolking steeds meer toe en op de terugweg moeten we tegen de harde wind in fietsen waarbij regendruppels ons langzaam doorweken. Het is fijn dat we ’s avonds alleen wat boerenkool hoeven op te warmen want veel puf om te koken heb ik niet meer.
Gelukkig trekken zaterdag de wolken weg en nadat we opnieuw een kaart hebben uitgeprint met caches en Dick een route heeft bepaald, stappen we opnieuw op de fiets. Snel herken ik de omgeving, we rijden Balkbrug in. Jaren geleden, toen ik tijdens mijn studietijd stage liep kwam ik hier samen met de gerechtelijk psychiater Strobos. Heel bijzonder om hier 45 jaar later opnieuw te zijn. Het landschap verandert, het wordt minder vlak en de bosdichtheid neemt toe. Over smalle bospaadjes en door soms diepe zandgeulen zoeken we onze weg van cache naar cache. Nu ja, Dick zoekt en ik rij achter hem aan over de smalle hobbelpaadjes In plaats van in Overijssel fietsen we inmiddels al enige tijd in de provincie Drenthe.
Zo nu en dan stoppen we om gezellig met buurtbewoners te praten en om wat bij een boerderij te kopen. Iedereen in deze omgeving heeft volop de tijd maar “ons kent ons” en dat betekent ook dat afstand houden niet bij iedereen het geval is dus echt ontspannen zijn de gesprekjes niet omdat we voortdurend bewegen om afstand te kunnen houden. Ondanks het feit dat de lucht steeds blauwer wordt blijft de wind hard waaien dus als we tegen half vijf
, na 48 km fietsen, terug zijn bij de camper voelen we ons eigenlijk wel wat moe en ruim voor tien uur ronken we.
Na het ontbijt met heerlijke verse eitjes van de boerderij vertrekken we uit Nieuwleusen. In Emmen stoppen we maar, hoewel er plek is, voelt het hier niet echt aangenaam, dus rijden we door naar Appingedam in de provincie Groningen. Voor het eerst in mijn leven kom ik zo hoog in het noorden van Nederland. Er is nog een plekje. Normaal zouden er 10 plekken beschikbaar zijn maar in deze Corona tijd moet tussen iedere camper een plekje vrijgehouden worden. Voor mij is dit een ideale plek. We staan op een busstation en zelfs op zondag is het een gaan en komen van bussen. Hier kan ik goed aarden. Natuurlijk lopen we in de middag naar het stadje. Het is er doodstil, geen mens op straat maar het ziet er leuk uit. Als de zon schijnt en het wat warmer wordt wil ik hier zeker een uitgebreidere wandeling maken. ’s Avonds trekken de wolken wat weg en wijd ik me aan mijn taak om het water in de tank bij te vullen. Ik moet met onze gieter 9 maal heen en weer lopen om de tank helemaal vol te krijgen. Het blijft in dit noordelijke deel van ons land beduidend kouder want ook al breekt regelmatig de zon door, een ijzig koude wind blijft waaien dus als we de volgende twee dagen de fiets pakken trekken we onze winterjassen aan. Het landschap verbaast me. Ik had verwacht om door kale vlakke weilanden te fietsen maar we zien een wisselend landschap van prachtige bossen, akkerlanden en zo nu en dan wat in het landschap uitstekende heuvels waar meestal een kerk opgebouwd is.
Een van die kerkjes, het oude Romaanse kerkje van Marsum, is een lust voor het oog in zijn eenvoud. We lopen het kerkje in en worden geraakt door het gedicht van de predikant Jaap Zijlstra over dit kerkje.
Gevlucht op een wierde
staat het kerkje van Marsum
Reikhalzend uit te zien
naar de keerzijde van het getij.
De wind is te velde getrokken
en loopt storm tegen de muren.
De wolken varen uit tegen de bomen
die de wacht betrekken op de wallen.
De donkere blik van de sloten
voorspelt niet veel goeds.
Het riet wordt opgehitst
en het ontstelde gras rent over de weilanden.
Maar vandaag of morgen krijgt de toren
de zon weer in het vizier
en de strijd wordt beslecht.
Nog lang praten we na over dit schitterende kerkje in het prachtige Groningse landschap. Het maakt meer indruk dan de blik die we vanuit Delftzijl over de Eems werpen. Met deze ijzig koude wind en dikke donkere wolken ziet het geelbruine water er niet aantrekkelijk uit. Daarbij komt ook nog dat, waar wij ons bevinden, het havengebied van Delftzijl, je door de strook drijfzand zelfs niet dichtbij het water kunt komen.
Na alle dagen zelf koken zijn de restjes eten op dus lopen we naar het eettentje Unique naast het busstation. We hebben er geen spijt van want het eten is er meer dan voortreffelijk en de volgende keer dat we weer hier overnachten, zullen we zeker opnieuw een maaltijd hier bestellen.
Woensdag 27 mei, na een heerlijk ontbijt met vers brood wat ik even in het stadje gehaald heb, hoeven we slechts 26 km te rijden. Dat maakt dat we vroeg in de ochtend al aan de rand van de stad Groningen arriveren, in natuurgebied Kardinge. Doordat we zo vroeg zijn en al een aantal campers weggereden zijn kunnen we een plekje uitzoeken en we gaan vooraan staan. Je merkt dat dit natuurgebied aan de rand van de stad ligt want het is niet alleen druk met campers maar ook met buitensporters en als we in de omgeving rondfietsen komen we veel andere mensen tegen die net als wij van het buitenzijn genieten. Maar er is ruimte genoeg en het weer is prachtig hoewel het nog steeds koel is door de harde koude wind. Rond 4 uur zijn we terug bij de camper.
Ik moet gewoon nog de hoge heuvel beklimmen die naast de camper ligt.
Het is steil maar zeker de moeite waard want vanaf de uitzichttoren bovenop heb je een schitterend zicht op de stad Groningen en de wijde omgeving. Ook zie je duidelijk de camperplek liggen. De mountainbikes die deze zelfde heuvel gebruiken om er met enorme snelheden vanaf te dalen hebben vast niet de tijd om van dit panorama te genieten.
Donderdagochtend 28 mei vertrekken we vroeg uit Groningen en over de Hunebed Highway (helaas zien we nergens een hunebed) rijden we naar Tubbergen. Midden in dit kleine stadje op de parking bij het plaatselijke zwembad vinden we een plekje voor de nacht. Na even gesproken te hebben met een vrouw die hier permanent in haar camper woont, gaan we de omgeving per fiets verkennen. Het is hier aanzienlijk warmer maar dat kan ook komen omdat de harde wind wat is afgenomen.
We zoeken natuurlijk weer caches. Een ervan ligt onder een brug. Gelukkig staat het waterpeil hier ook erg laag (een gegeven waar de plaatselijke bewoners het zeker niet mee eens zullen zijn) zodat ik kan volstaan met alleen mijn lange broek uittrekken en daarmee redelijk droog de cache kan pakken. Halverwege de middag zijn we weer terug bij de camper waarna we nog even lopend dit aangename stadje kunnen verkennen. Helaas heeft de plaatselijke kapper het de komende weken te druk zodat ik mijn dikke en lange “Corona- haardos” nog altijd niet kan laten knippen.
Vrijdag rijden we om 9 uur weg. Voor we naar de volgende overnachtingsplek rijden willen we eerst langs bij Obelink in Winterswijk. Als we er arriveren is het al erg druk. Vooral de parking voor campers staat bijna helemaal vol en Duitse nummerplaten domineren het camperlandschap. Gelukkig is Obelink erg ruim opgezet zodat we, eenmaal binnen, niet echt last hebben van ander winkelend publiek. We lopen gericht naar dat wat we nodig hebben en staan binnen een uur weer buiten zodat we rond het middaguur al in Varsseveld arriveren. We vinden het camperplekje hier erg aangenaam en er zijn nog veel geocaches te vinden dus een goede tussenstop op weg naar huis. Terwijl Dick in het warme zonnetje bij de camper de fietsen schoonmaakt (na onze tochten over zanderige bospaadjes zitten deze onder het zand) loop ik het dorp in. Hier heeft, tot mijn vreugde, de kapper wel tijd, zodat ik eind van de middag weer een kortgeknipt kapsel heb. Eigenlijk is het iets te kort naar mijn zin maar Dick geeft aan dat ik dat bij ieder kappersbezoek zeg.
Om 7 uur loop ik naar het vlak bij de camper liggende restaurant Enzovoort om ons bestelde eten op te halen. Zowel op de heenweg als bij aankomst vanmiddag kregen we van diverse inwoners te horen dat ze lekker koken. En er is geen woord teveel gezegd want niet alleen zijn de eigenaars erg aardig, het eten is ook heel smakelijk en we genieten van een restaurantmaaltijd in onze camper.
We hebben nog een paar dagen voor we weer thuis moeten zijn dus zaterdag blijven we nog een dagje in Varsseveld. Het weer is duidelijk aan de beterende hand want er is meer blauw en zon en de temperatuur loopt op.
Opnieuw printen we een kaart van de omgeving en zodra Dick de route heeft bepaald, de bidons met water zijn gevuld en koekjes en krentenbollen zijn ingepakt, vertrekken we.
Ditmaal rijden we door een omgeving die zo woest en ongerept is dat ik regelmatig luidkeels mijn bewondering uit. Ik wist niet dat er zulke stille en ongerepte plekjes in Nederland waren. Het is hier schitterend.
Na een tochtje van 44 km komen we eind van de middag weer terug. Voordat we naar de camper terug rijden eten we eerst nog een heerlijk ijsje, zittend in de zon in het midden van het dorp. De camperplek is nog steeds doodstil, er is geen andere camper te bekennen.
Vanwege het heerlijke eten gisteren bestellen we opnieuw een restaurantmaaltijd bij Enzovoort die opnieuw voortreffelijk is. De inwoners weten welk restaurant ze kunnen aanbevelen. Zondagochtend laten we het oosten van het land achter ons.
We zijn niet de enigen op de weg want zodra we de A12 oprijden lijkt het wel of we in Duitsland zijn. Alleen maar Duitse auto’s op de weg. Het maakt dat ons verlangen naar opening van de grenzen met onze buurlanden (nu nog zijn deze gesloten) heviger wordt. In Woerden rijden we naar een kleine camperplek en ontdekken dat deze vol staat. Helaas. Terwijl we op het smalle weggetje draaien om verder te rijden vertrekt een van de campers waardoor we hier toch kunnen staan. Het is even manoeuvreren want om deze kleine camperplek staat een hoog hek.
Gelukkig kan Dick goed rijden (of zijn het mijn goede aanwijzingen?) en al snel zitten we aan een heerlijk kopje koffie. ’s Middags pakken we de fietsen en gaan de omgeving bekijken. We zitten vlakbij een grote recreatieplas waar het, vooral langs en op het water, erg druk is maar de fietspaden zijn redelijk rustig. We fietsen niet zoveel, slechts 23 km, maar kunnen de verleiding van een milkshake onderweg niet weerstaan.
Morgen mogen pas de terrassen open dus zijn alle stoelen en tafeltjes nu nog met rood-wit afzetlint geblokkeerd maar, zittend op een strookje gras voor de Mc Donald, smaakt de milkshake ook goed. Door de wind en felle zon voelen we ons helemaal rozig en echt laat liggen we niet in bed.
Maandag 1 juni staan we al om 7 uur naast ons bed en trekken na het douchen onze laatste schone kleren aan. We hoeven niet echt ver te rijden en komen vroeg thuis. Dat komt goed uit want nu kunnen we op ons gemakje alles uitladen en schoonmaken.
Morgen brengen we de camper naar Iveco Schouten in Utrecht waar een hoofdschakelaar wordt gemonteerd om de accustroom te kunnen onderbreken als de camper in de stalling staat.
Wat een leuk verhaal weer en wat heerlijk dat jullie zo genieten van de camper.
Fijn om te lezen