Naar het noorden van Thailand en Laos

Naar het noorden van Thailand en Laos

Doordat ik erg moet hoesten ben ik woensdag 18 november, ondanks het feit dat we niet vroeg op moeten staan, al voor zevenen wakker. Daar we vandaag verder reizen betekent het dat we toch maar opstaan en wat ontbijten. We pakken onze tassen en lopen naar de straat waar de chauffeur van gisteren al gereed staat. Zelf kunnen hij en zijn vrouw ons niet brengen omdat ze met een 7-daagse tour op stap gaan maar hij roept een Sorng –taa-ou op en na een hartelijke omhelzing gaan we op weg naar het bus station van Chiang Mai.

Met de VIP bus naar Chiang Rai

Met de VIP bus naar Chiang Rai

Het reizen gaat allemaal wel erg makkelijk. Natuurlijk zijn we veel te vroeg op het busstation en moeten eerst 8 bussen zien vertrekken voor wij onze VIP bus kunnen instappen. We hebben een luxe bus met enorm brede stoelen en veel beenruimte. Helaas is de afstand te verwaarlozen, slechts 3 uur rijden en dan komen we op het busstation in Chiang Rai aan. Alhoewel hier overal verbouwd wordt weet Dick direct in welke richting we moeten lopen en met een snel tempo zetten we koers naar het guesthouse wat we op het oog hebben. Het is inmiddels hoogseizoen en je moet snel zijn wil je een mooie en betaalbare kamer vinden. We boffen er zijn nog enkele kamers vrij maar al snel nadat we onze bagage binnen hebben gezet zijn die ook vergeven en hangt het bordje “Rooms are full” bij de receptie. Na even met wat andere backpackers gepraat te hebben lopen we het stadje in om ons wat te orienteren. Veel is er niet veranderd. Wat opvalt is dat het hier duidelijk koeler is dan in Chiang Mai. De temperatuur komt niet boven de 30 graden en gedurende de nacht daalt de temperatuur zelfs tot 26 graden. Gelukkig is het probleem met het verkleinen van foto’s snel opgelost dankzij aanwijzingen van Edwin uit Australia dus kan Dick ons eerste stukje publiceren.

Een stralend witte tempel

Een stralend witte tempel

Donderdag 19 november pakken we een tuktuk op de straat en na wat onderhandelen lukt het een goede prijs af te spreken en worden we naar de White Temple gebracht een, zoals de naam al aangeeft, spierwitte tempel zo’n 11 km buiten Chiang Rai. We zijn hier nog nooit geweest maar er ligt ook vlakbij een cache die we willen zoeken. Bij aankomst worden we direct verblind door de witheid van deze tempel. Het is schitterend en lijkt een sprookjes tempel, ook wat onwerkelijk. Alles glinstert en blinkt want deze witte tempel is ook nog eens ingelegd met spiegeltjes. De bouw van deze tempel is van start gegaan in 1997 en de kunstenaar die deze tempel zonder enige overheidssteun bouwt denkt dat er nog zeker 100 jaar werk aan is. Hij wil met deze tempel een monument bouwen wat gelijkwaardig is aan de Taj Mahal of Angkor Wat. Nadat we over een brug zijn gelopen vanwaar uit de diepte reikende armen omhoogstrekken arriveren we binnen in de tempel die ook totaal verschillend is van de gewone tempels. Natuurlijk staan er Buddha’s maar ook beslaat een schildering van een demon een wand van de tempel en zijn er schilderingen van verschrikkelijke gebeurtenissen zoals 9/11. We vergapen ons eraan en kopen natuurlijk een gids van deze tempel nu er geen foto’s binnen gemaakt mogen worden. Door deze indrukwekkende tempel zouden we haast vergeten dat ons eigenlijke doel de cache was en na even rond wandelen en zoeken vinden we deze uiteindelijk, net buiten het tempelcomplex en we zijn ook nog eens de eersten die hem vinden. Gelukkig lopen we vol van nieuwe indrukken terug naar de wachtende tuktuk en arriveren een 45 minuten later weer in het centrum waar we de rest van de middag rondwandelen over een markt, op zoek gaan naar gordijnstof voor in onze nieuwe camper en die uiteindelijk niet kopen en natuurlijk regelmatig op een terrasje zittend om het nodige vocht tot ons te nemen.

Een deel van het Black House

Een deel van het Black House

Naast de White Temple behoort ook het Black House tot de attracties van Chiang Rai dus besluiten we de volgende dag ook dat te aanschouwen. Doordat we pas laat wakker worden, ik heb met mijn enorme hoesten ons beiden tot diep in de nacht wakker gehouden, duurt het even voor we een tuktuk vinden maar dan arriveren we uiteindelijk iets na 11 uur bij dit complex van zwarte gebouwen. We hebben tot sluitingstijd slechts 50 minuten maar dat blijkt genoeg te zijn om over deze bizarre plek rond te lopen. Overal staan van geweien en doodskoppen gemaakte stoelen, liggen dode dierenhuiden en staan en liggen er houten penissen. We snappen helemaal niets van dit complex en de artist die bezeten is van de dood en het occulte. Met sluitingstijd maken we nog een laatste foto en laten ons dan terugbrengen naar het centrum van Chiang Rai. Zo mooi en indrukwekkend gisteren de White Temple was, zo bizar was dit Black House. Niet echt iets om aan te bevelen. Na een lekker ijsje, ja er is hier zowaar een ijssalon, lopen we ’s middags weer het stadje in om op zoek te gaan naar een 3-D Art museum. En zowaar, we moeten er heel wat voor lopen in de warmte, ook hier is een 3-D Artmuseum. Naast Chiang Mai en Chiang Rai schijnen er ook nog twee andere te zijn in Bangkok en Pattaya.

Even uitrusten op de lijst

Even uitrusten op de lijst

De toegangsprijs is de helft van die in Chiang Mai en dat blijkt ook reeël want de schilderingen in dit museum zijn duidelijk minder spectaculair dan degenen die we in Chiang Mai hebben gezien. Toch hebben we veel plezier tijdens onze tocht door het verder volledig lege museum. We krijgen een “personal guide” mee die ons bij iedere schildering laat zien hoe we moeten staan om er deel van uit te kunnen maken en de middag vliegt voorbij. Gelukkig voor ons is er ook nog een grote “koffiebar” waar we een uitstekende Cappucinno kunnen drinken. Daar we toch ook nog een tocht op een olifant willen maken boeken we ’s avonds bij ons guesthouse een tour die twee uur rijden beloofd. Helaas blijkt de volgende ochtend dat het slechts een uur rijden wordt. De weersomstandigheden zijn voor de olifanten in dit jaargetijde niet goed om een twee uurs tocht door de jungle te maken. Maar daarvoor in de plaats mogen we hen lekker verwennen met bananen en suikerriet en hebben we een langere trekking. Na een boottocht van een uur arriveren we bij het olifantenkamp van de Karen stam en nemen we plaats op een van de 25 olifanten die hier rondlopen.

Onderweg op de olifant

Onderweg op de olifant

We genieten van de steile beklimmingen en het nog steiler afdalen en het door de rivier rijden op de rug van onze kolos. Dagen had deze tocht voor mij kunnen duren. Voor Dick blijkt een uur op de rug van dit beest echter genoeg. Het heen en weer gewiebel geeft hem een gevoel van zeeziekte.
Ik vraag me wel af waarom we de beesten met wat bananen en suikerriet voeren want op onze tocht ontwortelt onze olifant een complete bananenboom die hij de rest van de tocht met zich meetilt en langzaam verorbert. Als we na ook nog een lange tocht door de river, weer terug in het kamp arriveren is hij bezig met het laatste restje boom. De gehele bananenboom heeft hij al lopend verorbert.

Tita en de olifant

Tita en de olifant

Na nog heerlijk geknuffeld te hebben met onze (oude)olifant, ik ben geroerd door zijn tranende oog, trekken we verder en na een heerlijke lunch van Pad Thai lopen we over smalle paadjes steil bergopwaarts, dwars door de theevelden die vol met Oolong thee staan en dan door de jungle. We hebben regelmatig trekkings gedaan maar deze behoort tot de zware categorie. Wat een steile en glibberige paadjes moeten we opklimmen. Maar uiteindelijk lukt het ons hoogst gelegen doel, een schitterende waterval, te bereiken. We drinken veel water en maken enkele foto’s en trekken dan weer verder, langs armoedige dorpjes waar de weg meer uit een steenlawine bestaat maar die toch met motoren bereden wordt en van bamboo en riet gemaakte huizen waarvan je niet kunt voorstellen dat die bewoond worden maar waar binnen ouderen bezig zijn met het bereiden van hun maaltijd op een houtvuurtje. Kleine kinderen kijken ons aan alsof we van een andere planeet komen.

Veldje met kleine ananas planten

Veldje met kleine ananas planten

Na nog enkele veldjes met ananas planten te hebben gezien arriveren we uiteindelijk weer op een breed steil zandpad naar beneden waar we even later door een truck opgepikt worden en naar de Hot Springs worden gebracht waar we heerlijk kunnen uitrusten van de vermoeienissen. Onze spieren vinden het warme water van de springs een weldaad en we blijven zolang rond dobberen in het bad dat we pas bij het invallen van de avond weer terug bij ons ons guesthouse arriveren. Onze laatste dag in Chiang Rai doen we erg weinig. We zetten onze belevenissen weer eens op papier, kijken hoe we verder gaan reizen en brengen onze stapel wasgoed weg omdat we aan ons laatste schone t-shirt zijn begonnnen en uitbesteden van was toch aangenamer is dan zelf te wassen. Heb nogal wat last van mijn sinussen. Toch een ontsteking opgelopen in de hotsprings? Ik weet het niet maar het doet zoveel pijn dat we even langs de pharmacie gaan om antibiotica te halen. Het eten ’s avonds smaakt me niet zo en de volgende morgen als we naar het busstation lopen voel ik me gammel. Tijdens de rit naar Chiang Khong wordt ik steeds beroerder en ik verlang alleen nog maar naar een bed. Vlakbij de nieuwe brug over de Mekong worden we door de bus afgezet en tegen een fixed price van 25 baht worden we met een tuktuk naar de brug over de Mekong gebracht. Helaas arriveren we daar tegen 12 uur, etenstijd en dat betekent dat we niet alleen moeten wachten tot we met de bus over de brug gezet worden maar ook nog eens een lange tijd bij de visa on arrival in Laos. Eten gaat echt voor alles en de toeristen moeten maar wachten. En dat bij temperaturen van meer dan 32 graden. Uiteindelijk kunnen we onze 35 dollar betalen en mogen ons visa in het paspoort bewonderen en lopen dan naar de volgende “took took” die ons naar het stadje Houay Xai brengt. Een stoffig stadje, meer dorp bestaande uit een lange rechte weg die naar China leidt. Sinds de brug kan vrachtverkeer uit China direct door naar Thailand rijden. We vinden dankzij de lonely planet snel een mooi guesthouse met uitzicht op de Mekong met een groot terras. Zelf heb ik er niet zoveel aan want ik duik met antibiotica en pijnstillers direct het bed in. Dick echter gaat lekker op het terras wat lezen. Gelukkig knap ik tegen de avond weer op zodat we samen lekker wat eten in het dorpje. De volgende ochtend, het is inmiddels 24 november, voel ik me echter opnieuw hondsberoerd en gelukkig kunnen we onze boottickets een dag verschuiven en nog een dagje langer hier blijven. Ook Dick vindt dit goed, hij heeft gisterenavond wat bacterien binnen gekregen en de hele nacht lopen spoken op het toilet. Maar hij is eerder hersteld dan ik, die maar zit te tobben met de ontsteking van de sinussen. Morgen gaan we echt verder, ik hoop maar dat de antibiotica dan echt aanslaat.

De worsten hangen te drogen in de "tuin"

De worsten hangen te drogen in de “tuin”

Een groter verschil tussen Laos en Thailand kan er niet zijn. InThailand vindt je op iedere straathoek een pharmacie en is het schoon en hier is zelfs geen winkel met medicatie te bespeuren, ligt overal vuil op straat en hangen de worsten buiten in de zon langs de staat te drogen. Zelfs de honden die overal op straat liggen zien er smeriger uit, ze worden duidelijk door ongedierte opgegeten. Laos hier is een duidelijk minder ontwikkeld maar de mensen zijn aardig en ondanks het feit dat we niet met elkaar kunnen spreken weten we met handen en voeten aan te geven wat we willen eten of drinken.

Dit bericht is geplaatst in THAILAND en LAOS 2015. Bookmark de permalink.