Het is noodzakelijk om er op uit te gaan
Januari- februari 2023
Inmiddels is zeker dat we dit jaar niet naar de USA gaan.
Het zou nog mogelijk zijn bij vertrek eind oktober maar dat vinden we geen prettige vertrektijd en dus zullen we onze reis naar de USA een jaar opschorten.
De reden dat we niet kunnen afreizen is dat er nogal wat gedaan moet worden aan de gevels van ons huis waarvan de werkzaamheden niet eerder dan in mei kunnen beginnen.
Als er zo gesloopt en gebouwd gaat worden lijkt het Dick beter dat ik daar niet bij ben en daarin geef ik hem gelijk. Dus ga ik in mei opnieuw pelgrimeren. Ditmaal over de Camino del Norte, de pelgrimsweg die de noordkust van Spanje volgt.
Dat betekent wel dat ik graag polshoogte wil nemen in deze regionen en dus plannen we in Januari 2023 een reis met onze camper naar de noordkust van Spanje. Niet echt het beste jaargetijde om in deze omgeving rond te kijken maar het kan niet anders gezien onze andere afspraken.
Op 12 januari 2023 haalt Dick in alle vroegte de camper en nadat deze achter het huis staat laden we alles wat mee moet. We hebben alle tijd want, voor we kunnen vertrekken, is er eerst nog een afspraak over de vloerisolatie van ons huis. Nadat die naar tevredenheid is verlopen (ook onze vloer zal ook worden geïsoleerd) vertrekken we eind van de middag. We rijden naar Vijfhuizen, onder de rook van Amsterdam, want morgen moeten we nog langs onze IVECO/FIAT Garage.
Was het weer vanochtend nog redelijk, grijs maar droog, inmiddels is het hard gaan regenen en waaien. Om te voorkomen dat we wegzakken in de modder wordt ons op de camperplek in Vijfhuizen geadviseerd niet op het gras te gaan staan maar op het pad tussen de grasvelden. Er zijn maar weinig campers dus dat is geen probleem en begin van de avond staan we op een pad. Hoewel de camper heen en weer schudt door de zware windstoten en hopelijk weer wat schoon regent, slapen we als rozen.
Het valt wel even tegen als de wekker ons de volgende ochtend al om half zes wakker maakt. Na een snel ontbijt rijden we weg van deze camperplek die we alleen in het donker hebben kunnen aanschouwen. Bij de vrachtwagen garage vertelt monteur Jeremy wat hij gaat doen aan het feit dat we onze dieseltank niet vol kunnen tanken en dan is het wachten, wel met lekkere koffie. Helaas blijkt er nu weinig gedaan te kunnen worden aan de ontluchting van onze dieseltank dus na anderhalf uur vertrekken we weer. Als we in maart terug zijn zal de camper alsnog onder handen genomen worden. Via ons huis rijden we naar Bergen op Zoom waar we de rest van de middag genieten van de woeste binnenzee en een vaag zonnetje. Het stormt inmiddels. Terwijl ik wat winkels afloop, de alcoholvrije wijn is in de reclame, werkt Dick aan de voorraad inventarisatie van de duikwinkel. Ook die moet af.
Je merkt wel dat het weer een rol speelt om er op uit te gaan want we staan helemaal alleen aan de boulevard.
Omdat het zaterdag 14 januari best hard regent rijdt Dick de camper dichterbij de supermarkt zodat ik redelijk droog croissantjes kan halen en na een ontbijt en het dumpen van ons grey en black water vertrekken we. We kunnen geen schoon water tanken want door de vorst is de waterkraan afgesloten, iets wat we later op onze route vaker zullen tegenkomen.
Op de weg is het redelijk rustig. Er zijn zelfs geen files bij Antwerpen. De lucht is egaal grijs, het stormt en regelmatig valt er regen. De thermometer raakt net de 7 graden, het is geen weer om er lekker op uit te gaan
Zodra we voet op Franse bodem zetten wisselen we onze lege propaanfles voor een volle en zetten dan verder koers langs de Côte Opale naar St. Martin de Boulogne. Op de parking van een Auchan kunnen we de nacht doorbrengen. Een ideale plek want het biedt me de kans om lekker in de supermarket rond te snuffelen. Nadat de camper op een plekje staat, met de neus in de wind, wandel ik naar binnen. Er is net een uitverkoop bezig van handdoeken (een korting van 70%) en laat Dick nu net geklaagd hebben over onze bijna kaal gesleten, 15 jaar oude, handdoeken.
Lang zoek ik tussen de stapels handdoeken die telkens weer aangevuld worden en vertrek uiteindelijk met zes nieuwe, dik aanvoelende, handdoeken. De eerstkomende tijd hoeven we onze lijven niet droog te schuren. Hoewel het blijft stormen klaart het einde van de middag toch nog even op, maar daar we geen van beiden zin hebben om er nog op uit te gaan blijven we lekker binnen. We lezen, koken een simpele maaltijd en kijken naar het nieuws voor we ons bed induiken. Klaarblijkelijk hebben we een virus opgelopen want de zakdoekjes zijn niet aan te slepen en de hoestdrank evenmin. Ook al is deze laatste ruim over tijd, ze helpt nog wel.
We hebben ’s avonds geen last van de grote lampen want na sluitingstijd doven alle lichten en wordt het pikdonker op de parking.
Zondag 15 januari regent het onophoudelijk, er staat nog steeds een zeer harde wind en het is slechts 5 graden. Na ons ontbijt met een heerlijke verse baguette rijden we zuidwaarts. Bij de Pont de Bretonne rijden we de Seine over. Wel fijn want met de huidige weersomstandigheden is het niet echt verstandig de hoge Pont de Normandy te nemen.
Tegen drieën arriveren we in Honfleur. Er staat bijna niemand op de camperplek en we hebben snel een plekje naar onze zin. Veel doen we niet, het weer lokt helemaal niet om naar buiten te gaan dus we lezen, warmen een blik zuurkool op en kijken naar het nieuws. We slapen als marmotjes.
Maandag regent het nog steeds en er zijn zware windstoten maar met de camper als barrière tegen de wind weten we onze watertank helemaal te vullen. Dan vertrekken we. Om 11 uur breekt eindelijk de lucht open en laat de zon zich even zien maar helaas niet voor lang want als we Fougeres naderen regent het opnieuw. Helaas kunnen we niet op de door mij uitgekozen camperplek staan. Die parking is alleen toegankelijk voor personenauto’s dus kijken we even op onze app en vinden al snel een plekje in Liffre, opnieuw op de parking van een supermarket.
Gelukkig klaart het eind van de middag op en kunnen we ons koesteren in het lekkere warme zonnetje alvorens dit achter de gebouwen op dit industrieterrein verdwijnt.
‘s Avonds halen we een burger bij
Mac Donald. Het is te eten maar we hebben wel eens betere genuttigd. Ook op deze parking gaan de lichten uit na de winkelsluiting en we slapen diep en ongestoord.
Dinsdag 17 januari is het aanzienlijk kouder en de thermometer wijst slechts 2 graden aan. Na een ontbijt met verse croissants vertrekken we. Het is niet druk op de weg dus rond het middaguur arriveren we in Cholet. Er is een grote parking met voldoende plek aan de rand van de stad maar toch besluiten we nog een half uur door te rijden en uiteindelijk parkeren we onze camper in Les Herbiers, waar we door een lekker zonnetje begroet worden.
Aan de rand van het stadje heb ik een Decathlon gezien dus na een kop koffie wandel ik daar naar toe. Dick heeft niet zoveel zin om mee te gaan en blijft lekker in de camper. Hoewel het leuker is om samen te lopen is het voor het ronddwalen in deze sportzaak wel fijn om alleen te zijn. Het biedt meer mogelijkheden uitgebreid rond te neuzen. En niet zonder resultaat want ik vind een super lichtgewicht broek (ook nog afgeprijsd) die straks goed van pas komt op mijn pelgrimstocht. Deze aankoop is mede te wijten aan Dick die me belt en zegt dat ik nog maar een uurtje in de winkel moet blijven omdat het noodweer is, de regen komt met bakken uit de hemel.
Als het weer droog is verlaat ik met mijn mooie aankoop de winkel, zoek in een mooi park vlakbij nog een geocache en kom dan weer thuis waar ik vol trots Dick mijn nieuwe broek show. De rest van de avond lezen we lekker en koken zelf een potje.
Woensdag worden we pas om 9 uur wakker. Het is goed dat we onze isolatiemat voor de ruit hebben aangebracht want het heeft vannacht hard gevroren. De zon schijnt volop en ondanks de ijzige koude is het buiten goed toeven dus ik vind het niet erg naar de boulangerie te lopen. Even later genieten we van ons ontbijt met een door Dick gekookt eitje. Ook hier is het water afgesloten maar we hebben nog voldoende in onze tank. Om 12.30 uur zijn we in Rochefort. De parking is wat veranderd maar er is nog plek.
Omdat we vlakbij een jachthaven staan is er een laverie waar we, nadat we al ons wasgoed hebben verzameld, naar toe lopen. Terwijl ik het was- en droogproces begeleid, wandelt Dick naar de Capitainerie waar zowel een dump als een werkende waterkraan is. Fijn, nu kunnen we morgenochtend ons vuile water kwijt en schoon water vullen. Als de schone was is opgeborgen wandel ik nog naar de Lidl. Ik moet er twee kilometer voor lopen maar dat heb ik graag over voor ons avondeten. Nergens in de buurt is namelijk een restaurant te vinden. Na een eenvoudige maaltijd van gebakken aardappeltjes, met sla, komkommer, tomaat en gehaktballetjes, kijken we nog lekker TV voor we ons bedje induiken. Onze isolatiemat zit nu iedere avond en nacht voor de voorruit want de vrieskoude blijft.
Donderdag 19 januari ontbijten we met vers stokbrood, dumpen en vullen water bij de Capitainerie en rijden dan verder zuidelijk. Het water staat hoog op de landerijen. Het gevolg van heel lang en heel veel regen. Aan de rand van Bordeaux, naast een oude Romaanse kerk, willen we overnachten maar het regent gestadig dus na een kort wandelingetje rijden we door om uiteindelijk om 5 uur in Villeneuve de Marsan te stoppen. Nadat de camper op zijn plekje staat, er is niet veel keuze want er staan al 4 andere campers, wandel ik nog even het stadje in.
Er zijn bij enkele lavoirs (middeleeuwse wasplaatsen) geocaches verstopt en die wil ik graag vinden. Erg aangenaam is het wandelingetje niet want het is waterkoud en het miezert ook. Vroeg in de avond steekt de wind op. Het waait zo hard dat onze satelliet geen zenders kan vinden zodat we ’s avonds lekker lezen.
Vrijdag 20 januari worden we om 9 uur gewekt door de zon. Het is dus geen straf om naar de supermarket te lopen en een baquette te halen. Na ons ontbijt, het dumpen en water vullen (ja dat is beschikbaar) vertrekken we.
Het meest zuidelijke stukje van West France ziet er aanlokkelijk uit, ook omdat de zon volop schijnt, maar de camperplek midden in Saint Jean de Luz is helaas te kort voor onze Frankia dus rijden we door naar Hendaye. Als we daar arriveren is de parkeerplek volledig verlaten. Waarschijnlijk het gevolg van het feit dat recentelijk een groep illegalen hier een camper wilde openbreken. We rijden daarom maar door, langs het station waar ik in mei met de trein aankom, passeren een onzichtbare landgrens en stoppen bij een supermercado in Irun om brood te kopen. We zijn weer terug in Spanje. En, nog belangrijker: ik heb gezien hoe ik na aankomst met de trein in Hendaye in Frankrijk, naar de albergue in Irun in Spanje, moet lopen.
We zoeken de weg de bergen in. Dat gaat niet zo eenvoudig. De weg wordt smaller en smaller dus rijden we achterwaarts terug. Na op onze Hakuna de wegen bestudeerd te hebben zien we een andere weg die wel geschikt is voor onze camper en niet veel later klimmen we hoger en hoger de bergen in naar het Sanctuario Guadelupe. Hier ligt een grote parking waar we de nacht kunnen doorbrengen. Op mijn eerste wandeletappe klim ik ook hiernaar toe, dus kijken we rond, bezoeken de oude kerk, maken een foto bij de grote Jacobsschelp en bewonderen het uitzicht over de stad Irun, diep beneden ons.
Mijn eerste etappe op de Camino del Norte is met recht een bergetappe, wat een klim omhoog.
De parking is wel erg verlaten dus als we alles goed bekeken hebben en ik ook van een plaatselijke boer gehoord heb hoe ik vanuit hier verder omhoog moet lopen, vertrekken we. In Irun rijden we nog even langs de nog gesloten Albergue en dan door naar San Sebastian. Daar kunnen we op de parking van een groot voetbalstadion overnachten. Er staan best wat campers en we maken even een praatje met een van de buren. Omdat het nu 4 uur is gaan we er niet meer op uit. Morgen blijven we nog een dag en dan gaan we Donostia, de Baskische naam voor San Sebastian, verkennen.
Het is slechts 1 graad als we zaterdagochtend om 9 uur wakker worden. Wat slapen we toch lang in de camper. Hoewel er nog veel wolken zijn zien we ook stukjes blauwe lucht en met het uur wordt het wat warmer. Hoewel er mogelijk ook een bus naar het centrum rijdt wandelen we naar beneden. Dat betekent heel veel trappen af maar als we bij het stadion aankomen, kunnen we een gewone weg volgen. Onderweg zoeken we wat geocaches. Een ervan brengt ons via een in de gevel verborgen lift naar een mooi uitzichtpunt over de stad en de kathedraal.
Natuurlijk dwalen we even later in de kerk rond en dan zetten we koers naar de promenade van Donostia waar het gezellig druk is. Iedereen haalt hier, langs de baai, even een frisse neus. Er is gelukkig geen wind en de zon schijnt volop dus de temperatuur stijgt zelfs naar 8 graden. Het is heerlijk om rond te lopen en ik facetime even met Hannah. Deze stad is immers haar favoriete bestemming. Een geocache leidt ons daarna nog naar het oude stadsdeel van Donostia bestaande uit smalle straatjes. Hier bevindt zich ook de Basilica de Santa Maria del Coro, de oudste kerk van de stad die er imponerend uitziet en waar we enige tijd rondkijken. Eind van de middag lopen we weer terug naar de camper, waarbij niet te ontkomen is aan de meer dan 150 traptreden omhoog. Moe maar tevreden besluiten we deze prachtige dag met het heffen van ons glas. Dit is een stad om naar terug te keren.
Zondag 22 januari schijnt de zon opnieuw volop en na het ontbijt en dumpen van grey en black water rijden we verder westelijk. Al snel geraken we op een smalle weg de bergen in waar vanaf de hoogte van 500 meter dikke pakken sneeuw langs de weg liggen. Maar de weg is schoon en het is zonnig weer dus we vervolgen onze weg over de vele bergketens. Gelukkig is er helemaal geen verkeer want de breedte van de weg maakt het niet makkelijk dat twee auto’s elkaar passeren. Na eindeloos klimmen en dalen komen we uiteindelijk in lagere regionen en wordt de weg ook wat breder. Nu hebben we wel te maken met ontelbare aantallen fietsers die de weg als de hunne beschouwen. Opschieten is er dus niet bij.
Nadat we de grote stad Bilbao gepasseerd zijn arriveren we in Santander waar we via enkele smalle en zeer steile straatjes naar de camperplek rijden. Het is er best druk maar er zijn nog wat plekken beschikbaar. Voor de steile afdaling hebben we een supermarket gezien waar ik eerst wat eten haal en daarna wil ik graag in het park voor onze camper wat geocaches zoeken. Dick gaat niet mee want hij wil onze ruiten en de achterkant van de camper kuisen. Ook heel noodzakelijk want door het slechte weer van de afgelopen dagen is de achterkant zwart en kunnen we haast niet meer door de ramen kijken. Het is 9 graden en windstil, ook de zon schijnt volop, echt weer om buiten bezig te zijn.
Helaas is het weer maandag 23 januari volledig omgeslagen. De lucht is grijs en regelmatig is er wat miezer. Een goed moment om een was te draaien. Dick brengt me naar de laverie en rijdt vervolgens terug naar de camperplek omdat in dit smalle straatje nergens een parkeerplek te vinden is. Als de was schoon en droog is stop ik alles in de wastassen onder vuilniszakken en loop in de miezerregen terug naar de camper.
Het is meer afdalen dan lopen want de camperplek ligt in het dal en de laverie op de berg maar uiteindelijk ben ik toch bij de camper. Net op tijd want nu begint het serieus te regenen.
Ondanks het weinig aanlokkelijke weer, het is 7 graden, het waait en regent, trekken we ons regenjack aan en wandelen na de koffie naar het centrum van Santander.
Dat is een aparte belevenis want om in het centrum te kunnen komen moeten we eerst een berg beklimmen waarna we kunnen afdalen naar de haven.
Om de mensen ter wille te zijn bestaan de wandelpaden bergop uit roltrappen of rolbanen en op sommige plekken waar het erg steil is zijn liften aanwezig.
Toch willen we ook even proeven hoe het is om de steile straatjes omhoog of naar beneden te lopen. De straten van San Francisco verbleken erbij.
Bij de haven nemen we een kijkje bij de Ferry. Hier zal ik op mijn pelgrimage gebruik van maken om de baai over te steken. Het is helaas te onaangenaam weer anders waren we waarschijnlijk even heen en weer gevaren. Nu belonen we ons na het vele klimmen maar met koffie en lekker gebakje. In het havengebied zijn niet veel mensen, alleen de wachtenden op de ferry en een enkele visser die zowaar een vis aan de haak slaat. Uiteindelijk klimmen we terug naar de camper. Onze Frankia Titan heeft gezelschap gekregen van een andere Frankia Titan en we maken een praatje met Frans en Hennie. Wel in de camper want het is hard gaan regenen. Het is leuk ervaringen uit te wisselen.
De volgende ochtend, dinsdag 24 januari, is het nog steeds grijs en regenachtig en komt de temperatuur niet hoger dan 7 graden. Gelukkig stopt na het ontbijt de regen dus kunnen we droog dumpen en watervullen en dan rijden we langs de noordkust verder naar het westen. Het is leuk om regelmatig op mijn camino app te kijken en te zien hoe de Camino del Norte zich langs de kust slingert. We zien zelfs 1 dappere pelgrim die wel met een heel zware rugzak rondloopt. Waarschijnlijk is dat niet te vermijden in dit koude jaargetijde. We rijden slechts 122 km dus arriveren eind van de ochtend al in Ribadesella. Naast de “Cuevas de Tito Bustillo” is een mooi parkeerplekje langs een rivier die nu bij laagtij droog is gevallen. Helaas worden de Cuevas verbouwd en zijn dus gesloten. Wel jammer want deze grot met schilderingen van meer dan 14.000 jaar oud moet de moeite waard zijn om te bezoeken. We zullen hier dus zeker terugkeren. In de middag, als het alleen nog maar miezert, lopen we naar het strand toe om even uit te waaien.
Nadat we terug zijn ben ik nog lang niet moe en ik wandel nog even naar het stadje toe waar helaas alles gesloten is. Dus wandel ik verder naar de hoge klif aan het einde van het stadje, beklim deze en geniet van het uitzicht over de woeste zee beneden me evenals van de steil oprijzende kliffen. Het is maar goed dat Dick niet mee is want het pad ernaartoe is best steil en oneffen door de brokken steen. Na vele foto’s daal ik weer af. Mijn weg wordt gewezen door Jacobsschelpen, want ook door dit stadje voert de Camino del Norte. Thuis drinken we koffie, ga ik weer eens mijn dagboek bijwerken en onze uitgaven noteren. Het is weer harder gaan regenen. ‘s Avonds staat de rivier weer vol water waarin de lichtjes van het stadsdeel aan de overzijde prachtig weerkaatsen.
Woensdag 25 januari is het gelukkig droog en zien we de omringende bergen scherp afsteken tegen de lucht. Ze zijn bedekt met sneeuw en torenen hoog boven ons. De Camino Primitivo loopt hier door heen. Zelf zal ik deze niet volgen. Tot Santiago de Compostela zal ik de Camino del Norte blijven volgen. Ook dan moet ik een bergketen overtrekken maar verder westelijk.
Na ons ontbijt, we hebben weer vers Oroweat bread, vertrekken we en volgen verder de kust. Opnieuw zie ik regelmatig het pad dat ik hoop te lopen. De aanrij route naar Aviles is niet aanlokkelijk vanwege grote industriegebieden waar oranje vlammen al van ver te zien zijn. Deze zware industrie omringt het historische stadscentrum dat uit de 12e eeuw dateert.
Aan de rand van het centrum stoppen we op een drukke parkeerplek. Gelukkig zijn er nog twee plekken voor campers beschikbaar en we parkeren onze Frankia. Dan lopen we het stadje in. We volgen onze weg aan de hand van geocaches. Het is koud maar droog en zo nu en dan komt de zon even tevoorschijn.
Aviles is een aangenaam oud stadje met verrassende straatjes en pleinen en mooie oude huizen. We genieten. Door al dat ronddwalen, krijgen we wel trek dus als we op het Plaza Major een eettentje zien waar we wat kunnen eten genieten we al gauw van een burger en fritekes. Op de terugweg stoppen we bij een bakker waar we de aanlokkelijke gebakjes niet kunnen weerstaan. Ze blijken heerlijk te smaken.
Om 5 uur loop ik nog even naar de binnenstad. Vanmiddag hebben we in een etalage een prachtige warme muts met neckie gezien, onweerstaanbaar. De winkel was dicht maar gaat nu open en even later kan ik met een nieuwe aankoop terugwandelen. Natuurlijk neem ik ook nog een kijkje bij de vlakbij gelegen Albergue. Alleen de beheerders zijn aanwezig, geen pelgrim is te bekennen en ik mag even rondkijken. Met mijn hakkelende Spaans vraag ik naar de drukte in Mei. Het is dan nog laagseizoen en reserveren zal niet nodig zijn. Na hartelijk bedankt te hebben zeg ik gedag, tot in Mei. Terug in de camper verhaal ik Dick over mijn belevenissen, toon mijn prachtige aankoop en dan wandel ik naar de overkant van het pleintje waar een China Bazaar is. Het is een mooi uitziende winkel waar het heerlijk ronddwalen is. Veel koop ik niet want ik heb eigenlijk niets nodig maar het rondsnuffelen is wel erg leuk. Nu ja voor mij dan, Dick voelt dit toch beduidend anders en gaat als het even kan niet mee.
Het blijft druk op deze parking en alle parkeerplekken voor campers raken vol. De volgende ochtend moeten we enige tijd op de zijkant van een busje kloppen om de eigenaar te laten ontwaken. Hij staat op de dumpplek en voor we wegrijden willen we ons vuile water kwijt. Gelukkig is er na enige tijd beweging en nog 5 minuten later vertrekt het busje van zijn plek en kunnen wij onze tanks legen en vullen. Opnieuw rijden we door een zeer heuvelachtig landschap waarbij mijn app aangeeft dat de Camino del Norte zich langs de weg kronkelt. Na Ribadeo verlaten we de kust en klimmen hoger en hoger het binnenland in. De lucht trekt dicht, de nevel omringt ons en het zicht daalt naar een meter. Maar als we de bergketen over zijn verschijnt blauwe lucht en zon. Het is dus goed aankomen in Betanzos. Afgelopen jaar waren we hier ook al maar toen stonden we op een andere parkeerplek. Nu staan we op een grote zandvlakte vlakbij een Eroski supermarket tussen de personenauto’s geparkeerd. Het is rustig in de stad maar ook saai. Hoe anders was het vorig jaar mei toen we hier op een Gallische feestdag waren, iedereen buiten rondliep, van de muziek genoot die op het plein ten gehore werd gebracht of op een buitenterras zat met een drankje en dat terwijl de regen met bakken uit de hemel viel.
Toch is het lekker hier rond te dwalen en een frisse neus te halen. Als we terug zijn lopen we nog naar de Eroski om eten te halen. De uitgestalde varkenskoppen laten we liggen maar ik bestudeer ze wel en vraag me af wie dit nu eet. We beperken ons tot een maaltijdsalade. Natuurlijk bellen we Hannah om te horen hoe het vandaag gelopen is. In het parkje waar Henk en zij hun vacantiehuisje hebben zijn vandaag de piketpalen geslagen die de grenzen aangeven van ieders terrein. We eten makkelijk, Duitse bratworst, kaas en stokbrood en het smaakt prima.
Vrijdag 27 januari rijden we om half negen weg, dwars door het mooie Galicië. Overal staan Eucalyptus bomen, het landschap is groen en zeer geaccidenteerd. Een eenzame pelgrim moet zijn fiets de heuvel opduwen, deze is te steil om omhoog te fietsen.
Om 12 uur arriveren we in Muxia. De oceaan ligt voor ons, de zon schijnt volop en de lucht wordt steeds blauwer. Het is 11 graden maar er staat een straffe wind. Midden in het centrum vinden we, tussen de geparkeerde bussen, de parking waar we kunnen overnachten en we zetten er onze camper neer.
Al snel verlaten we de smalle straatjes en wandelen we langs de grillige kustlijn naar de op een steenworp gelegen “Nosa Senora de Barca”. Deze kerk, die door een brand in 2013 geheel verwoest raakte maar inmiddels gerestaureerd is, blijkt gesloten maar door een venstergat kunnen we een blik naar binnen werpen.
Natuurlijk klimmen we over de met rotsen bedekte vlakte richting waterlijn waar de golven op de rotsen kapotslaan. Hier vinden we twee rotsen: de Pedra dos Cadris, een op een zeil gelijkende rots en de Pedra de Abelar, de op een boot gelijkende rots.
Natuurlijk maken we foto’s en omdat ik ergens gelezen heb dat je 7 maal onder de Pedra dos Cadris moet kruipen doe ik dat maar. Later lees ik dat je er 9 maal onderdoor moet en het niet een zegen geeft aan je pelgrimage maar goed is tegen rugpijn. Niet echt logisch want je moet je wel in rare bochten wringen om onder de rots door te komen. Gelukkig krijg ik nog een herkansing als ik hier als pelgrim arriveer.
Op de terugweg komen we langs het monument “A Ferida” een doorgescheurde, hoog oprijzende steen.
De scheur in de steen symboliseert de wond die de verschrikkelijke olieramp veroorzaakte door het vergaan van de olietanker Prestige in 2002.
Na er even bij stil te staan beklimmen we de heuvel naast de kerk vanwaar we een schitterend uitzicht hebben over Muxia en de Costa del Morte.
Op het hoogste punt staat een stenen kruis en vlak daarbij ligt ook een geocache. Het is apart te zien dat naar de kustlijn toe elk beschikbaar plekje gebruikt wordt voor groentetuinen. Uiteindelijk zijn we weer terug bij de camper. We warmen ons op aan een kop warme chocomel want ondanks de heerlijke zon is het door de harde wind best koud. Omdat het weer zo mooi is wil ik morgen naar Fisterre lopen, het einde van de wereld, een afstand van 30 km. Om te bewijzen dat Muxia mijn vertrekpunt is loop ik naar de gemeentelijke Albergue waar ik een stempel krijg. Als ook mijn rugzak voor deze wandeling gepakt is ben ik gereed om morgen van start te gaan.
Helaas begint het laat op de avond te regenen en ook vroeg in de ochtend valt er nog regen dus in plaats van om 6 uur op te staan blijf ik lekker in bed liggen. De wandeling naar Fisterre zal op een later moment (hopelijk in Juni) moeten plaatsvinden. Om halfnegen zaterdagochtend schijnt gelukkig de zon weer maar de temperatuur is gekelderd naar 6 graden dus mijn voornemen om vandaag niet te wandelen verandert niet. Na het ontbijt verlaten we Muxia en zetten koers naar Santiago de Compostela. We hebben besloten door te rijden naar Lugo. Onze tocht voert langs de Camino Frances door de stadjes A Salceda, Arzua en Melide, plaatsen die ik mij nog levendig herinner. Het is dus heel verstandig dat ik in Mei een andere Camino, de Norte ga lopen.
Nadat de camper op de parking in Lugo geparkeerd staat wandelen we naar het centrum toe via eindeloze traptreden. We zijn warm ingepakt want ondanks een felle zon voelt de temperatuur als 2 graden. Het is ijzig koud en ik ben blij dat ik vandaag niet naar Fisterre ben gaan wandelen. Nadat we langs de imposante stadsmuren zijn gelopen stappen we via een van de stadspoorten de binnenstad in waar we heerlijk ronddwalen. Het is stil maar met de huidige temperaturen is dat niet verwonderlijk. Om op te warmen eten we in het restaurant van een Hyper Froid. Het menu bestaande uit groente met ei, een burger, rijst en paprika en Tiramisu is smakelijk maar is wel erg veel dus het is goed dat we na deze maaltijd nog enige tijd door Lugo rondlopen. Pas om 5 uur zijn we terug bij de camper waar we meteen de isolatiemat voor de ruit aanbrengen en de standkachel op een hoge temperatuur zetten om weer op te warmen. Een maaltijd hoef ik niet meer te bereiden want we hebben vanmiddag voldoende gegeten.
Na een nacht met veel vorst staan we zondag 29 januari om half negen op. De lucht is staalblauw en er is geen wolkje aan de hemel te zien. De thermometer wijst min 1 graad aan. Tot onze verrassing is er water dus vullen we onze tank en vertrekken dan. De weg is stil en de sneeuw bedekt de hoge bergen waar we doorheen rijden. Zelfs op de hoge bergpassen, de hoogste ligt op 1220 meter, ligt er geen sneeuw op de weg. Om 12 uur arriveren we in Astorga. Op de plek tussen de flatgebouwen staat niemand dus we rijden door naar een laverie waar ik ons wasgoed uitlaad. Helaas kan ik niet direct beginnen met wassen want alle machines zijn bezet. Terwijl ik in de laverie wacht, uiteindelijk twee machines kan beladen en het droogproces begeleid, stofzuigt Dick de camper. Hij doet dat aanzienlijk preciezer dan ik. Als zijn chores geklaard zijn komt hij met een pot koffie naar de laverie, wat word ik verwent. Hoe hij het zo precies kan timen weet ik niet maar als de was uit de droger kan en opgevouwen moet worden staat hij er opnieuw en snel kunnen we met alle opgevouwen was terug naar de camper lopen en even later staat hij op zijn vaste plekje geparkeerd.
Het is tijd om rond te dwalen in ons favoriete Astorga. Het is heel wat aangenamer dan gisteren met een temperatuur van 8 graden en volop zon. Na gekeken te hebben of de albergue de peregrinos er nog staat (Dick krijgt weer alle verhalen over zich heen) wandelen we over de stadsmuren en genieten van zon en uitzicht over de weidse omgeving en de met sneeuw bedekte bergen in de verte. Dan lopen we weer terug naar het grote plein in het centrum. Als het warmer is staat het hier vol met terrasjes maar nu is alles leeg. Iets verderop is een Irish Pub waar we kunnen eten. De invloed van toeristen en pelgrims hebben mogelijk de etenstijden verruimd. We eten heerlijk en ook het glas wijn is lekker na het rondlopen. Op de terugweg naar de camper kunnen we helaas geen kaas kopen, de supermercado is gesloten en de sportzaak zelfs tot 1 maart. Alhoewel het plan was nog enkele stadjes aan de camino Frances te bezoeken (ik wil Dick zoveel mogelijk alles laten zien) zien we daar toch van af omdat de smalle wegen door het woeste berggebied toch beter ’s zomers te verkennen zijn. We gooien onze route voor de zoveelste maal om en rijden maandag 30 Januari na het ontbijt naar Vitoria Gasteiz, de hoofdstad van Baskenland. Het heeft vannacht 6 graden gevroren en dat voel je best in de camper ook al staat de verwarming de hele nacht aan op een lage temperatuur. De isolatiemat is zo stijf bevroren dat deze bijna niet is op te rollen en ik ben blij als ik hem in de lege krat kan krijgen. Het is leuk de camino in omgekeerde richting te rijden, telkens weer zie ik plekken waar ik gelopen heb. Dick wordt horendol van mijn verhalen die mijn camino-belevenissen opnieuw tot leven laten komen.
Al snel zijn we Leon gepasseerd en rijden we de Meseta op, de zeker 200 km lange hoogvlakte met eindeloze landbouw velden en natuurlijk de camino. Het uitzicht is wat eentonig maar de zon schijnt volop in een staalblauwe lucht en ik zie alleen maar herinneringen. In Burgos verlaten we de meseta, drinken een koffie en rijden dan verder. Na eindeloze autotunnels door woeste rotsgebieden arriveren we in Vitoria Gasteiz. Om te overnachten is de camperplek hier veel aangenamer dan in Burgos. Ook is de grote Eroski supermercado aan de rand van de parking een lust om rond te dwalen. Ik heb nog nooit zo’n schitterende groenteafdeling gezien. We dwalen samen tussen de groente en weten uiteindelijk wat te kiezen voor onze maaltijd en lopen dan weer terug. We zijn te laat om nog naar het centrum te wandelen en nu de zon inmiddels achter de gebouwen verdwenen is daalt de temperatuur naar 3 graden. Binnen is het, zeker na het plaatsen van onze isomat, aangenaam warm en we genieten van de avond.
De laatste dag van januari staan we om 8 uur op. De lucht is volledig bewolkt maar het is droog en er staat geen wind. Gelukkig verdwijnt de bewolking snel en als we bij Pamplona rijden zien we wat blauwe lucht en zon verschijnen. Wel fijn want nu kunnen we op weg naar St. Jean Pied de Port de pas bij Roncesvalles nemen. Na nog de camper volgetankt te hebben in Spanje waar de diesel echt goedkoper is dan in Frankrijk beginnen we aan de beklimming van de bergen.
We rijden langs de albergue in Zumiri en even later stoppen we als de camino de weg kruist.
De weg is schoon maar het omringende landschap is dik besneeuwd en even later sta ik in de sneeuw op de camino. Dit gelijkt niet op het pad waar ik in augustus rondstapte.
Het is geen wonder dat de caminogangers die we nu zien allemaal de rand van de weg lopen in plaats van de dik besneeuwde paden te nemen.
Later hoor ik op het bureau van de peregrinos in St. Jean Pied de Port dat veel paden in de winter zelfs volledig afgesloten zijn.
Hoe hoger we komen des te smaller wordt de weg, zeker in de kleine dorpjes is de weg door de vele weggeschoven sneeuw zo smal dat ik blij ben dat er geen tegemoetkomend verkeer is.
In Roncesvalles sneeuwt het en rijden we een dikke mist in. Als pelgrim moet je hier nu niet zijn. Het is wel schitterend want door de vorst is de mist op de takken bevroren. Het landschap is veranderd in een winter wonderland. De lange afdaling richting Frankrijk gaat langzaam want regelmatig liggen er plakken sneeuw op de weg en voorzichtigheid is te betrachten. Gelukkig verdwijnt de sneeuw en de mist als we op een hoogte van 400 meter zijn. Blauwe lucht verschijnt en ook de zon. De camperplek aan de rand van St. Jean Pied de Port is stil (er staan slechts twee andere campers, we zetten de Frankia in de volle zon en lopen dan het stadje in. Helaas is alles dicht niet alleen vanwege de lunchpauze maar ook omdat veel bedrijven, waaronder onze “Boutique de Pelerin” maanden gesloten zijn en pas in maart weer hun deuren openen. Wel jammer want ik had er graag weer rondgekeken.
De kerk is wel open en natuurlijk branden we een kaarsje en daarna wandelen we op ons gemakje verder door het middeleeuwse straatje en genieten van de zon en de warmte. In tegenstelling tot Roncesvalles, waar het winter was, voelt het hier als voorjaar. Het is 10 graden. Omdat onze propaantank enkele dagen geleden aangaf leeg te zijn wandelen we naar de naastgelegen supermarket waar we deze omruilen tegen een volle tank.
Laat in de middag loop ik nog naar het bureau de Peregrinos om een nieuwe credential (Pelgrimspaspoort) te halen. Voor mijn nieuwe pelgrimstocht heb ik deze weer nodig. De lucht is inmiddels staalblauw en de kerk omringt door oude huizen staat te stralen in de zon. Geen wonder dat je verliefd wordt op dit stadje.
Woensdag 1 februari schijnt al vroeg de zon en omdat het ook windstil is wijst de thermometer 8 graden aan. We zijn weer in Frankrijk dus ontbijten we weer met vers stokbrood en vertrekken dan. We rijden oostelijk langs de imposante, met sneeuw bedekte, bergketen van de Pyreneeën. Om half een arriveren we in Lourdes waar we in het centrum onze camper kunnen parkeren en wandelen naar het “Heiligdom van Onze Lieve Vrouwe van Lourdes “.
In 1858 verscheen in een grot Maria voor het meisje Bernadette en die verschijningen bleven zich enkele malen herhalen. Sindsdien is Lourdes een toonaangevend katholiek heiligdom dat jaarlijks door zeker 6 miljoen mensen bezocht wordt. Ze strelen de wanden van de grot, plaatsen een kaars en drinken het water uit de fonteinen, waarvan men zegt dat het een geneeskrachtige werking heeft. In dit jaargetijde is het echter te koud dus als we bij het Sanctuario arriveren, lopen er slechts enkele mensen. Zo kunnen we ons in alle rust vergapen aan de twee basilieken die het grote toegangsplein domineren. Natuurlijk lopen we de kerken binnen, beklimmen veel trappen omdat de ene basiliek bovenop de andere is gebouwd en zien de vele afbeeldingen van Maria. Voor ons is het Maria gehalte erg hoog. We geven de voorkeur aan de Spaanse kathedralen met een enkele Maria en verder andere beelden, zoals van Apostel Santiago. Daar heb ik toch meer mee. Een kaars branden we niet want de prijzen liggen absurd hoog en water kunnen we niet drinken omdat dat vanwege de vorst afgesloten is dus lopen we langs de wanden van de kleine grot, die ik mij vaag herinner. Zo’n 40 jaar geleden zijn we hier ook langs geweest. Maar van het imposante plein en de basilieken herinner ik me niets. Na een uurtje hebben we voldoende rondgekeken en lopen door het stadje terug. Dat het seizoen nog niet is begonnen is duidelijk te zien want bijna de gehele straat is doods, de winkels zijn afgesloten met luiken en slechts een enkel souvenirstalletje is open.
Terug bij de camper besluiten we niet te blijven en na een bestemming noordelijker te hebben gezocht verlaten we Lourdes en om 4 uur parkeren we onze Frankia in Arzacq. Een klein plaatsje met mooie arcaden.
Terwijl Dick de electra kabel repareert die afgescheurd is omdat we bij het wegrijden vanochtend de kabel in het electra kastje hadden laten zitten, wandel ik nog even rond om een geocache te zoeken. Ondanks de staalblauwe lucht en felschijnende zon is het koud maar de wandeling naar weer een lavoir is leuk. ’s Avonds eten we in een klein restaurantje aan de overkant. Na opnieuw een nacht met vrieskou ontbijten we met natuurlijk een baquette en zetten dan onze reis naar het noorden voort. We rijden interdorpelijk over stille landwegen door de streek Les Landes. Een mooie weg waarbij landerijen afgewisseld worden door dichte bossen.
In Artigues pres Bordeaux parkeren we de camper naast een Romaanse kerk, drinken koffie en gaan er dan opuit. In de omgeving liggen enkele leuke geocaches.
Het is schitterend weer en omdat er geen zuchtje wind is loopt gaande de middag de temperatuur op naar 15 graden. De wandeling is leuk en de geocaches vereisen enkele malen dat ik een boom inklim. Altijd leuk zeker als het ook lukt om de daarin verborgen geocache te pakken te krijgen. Eind van de middag zijn we weer terug bij de camper.
Vrijdag 3 februari worden we om 8 uur wakker door het mooie klokgelui van de Romaanse kerk. De lucht is nog steeds staalblauw en de zon schijnt volop. De temperatuur is slechts 1 graad en vannacht heeft het hard gevroren.
Na een ontbijt met oud Spaans brood vertrekken we en over de Route du Vin rijden we door de Bordeaux streek. Helaas zijn de wijnranken nog in winterstand en zien we slechts kale takken.
Als we in Rochefort aankomen, kunnen we niet op onze gebruikelijke camperplek staan omdat deze volstaat met wagens van de gemeentewerken dus rijden we naar de plek bij de jachtwerf waar volop plek is. Helaas is de staalblauwe lucht en zon achter een dik wolkendek verdwenen dus komt de temperatuur nu niet hoger dan 7 graden maar desondanks dwalen we ronddoor dit leuke stadje, aan de oever van de Charente en beroemd door zijn maritieme verleden. Niet alleen werden hier touwen vervaardigd voor de koninklijke marine ook is hier de Ecole de Medicine Navale opgericht. Als eerste ter wereld werden hier chirurgen opgeleid om mee te gaan op oorlogsschepen. Heden ten dage is in deze school een museum ingericht wat helaas nog gesloten is.
Uiteraard wandel ik eind van de middag nog even naar de Lidl waar ik boontjes en cordon bleu haal zodat we ’s avonds lekker eten. Het blijft stil op deze camperplek, we staan slechts met drie campers. Mogelijk is het zelfs een beter plekje dan die tussen de flatgebouwen. Terwijl de vollemaan de camper beschijnt slapen we diep.
Zaterdag 4 februari is de lucht helaas grijs en de temperatuur komt niet boven de 5 graden. We dumpen weer eens en vullen onze schoonwater tank wat hier mogelijk is en gaan dan op pad. Nog voor twaalven arriveren we in Vouvant, een klein dorpje met grote Romaanse kerk en gesticht in de 11e eeuw. De tijd heeft er stilgestaan. Middeleeuwse straatjes worden verbonden door pleintjes en steegjes en de indrukwekkende toren en vestingmuren brengen je terug naar voorbije tijden. Al dwalend door dit dorpje genieten we. Apart is de Romaanse kerk met een imposant portaal. Boven de deuren zijn de voorstellingen van zowel het laatste avondmaal als de hemelvaart te zien. Dankzij de in de crypte draaiende film worden we hierop geattendeerd. Er zijn gelukkig enkele geocaches die op de meest bijzondere plekken verborgen zijn zodat we het dorp goed kunnen verkennen. Natuurlijk komen we ook nog bij een lavoir. Ditmaal één waar water ook warm werd gestookt in grote ketels. Deze lavoirs waren openbare wasplaatsen waar voor betaald moest worden. Met dien verstande dat de rijken voor het gebruik ervan betaalden maar de armen gratis hun kleding konden wassen. Wel moest dat dan gedaan worden in het vuil der rijken.
Pas einde van de middag zijn we terug bij onze camper die aan de rand van het stadje geparkeerd staat. Lang blijven we niet want half zeven lopen we terug naar het stadje. Om bij restaurant Maitre Panetier te komen beklimmen we de steile in de rotsen uitgehakte treden naar de Melusinetoren vanwaar een schitterend uitzicht is op de onder ons meanderende rivier. We eten heerlijk in het enige restaurant dat open is en genieten van de Franse keuken. Als we in het donker naar de camper terugkeren, vermijden we de rotsachtige traptreden en wandelen we langs de weg naar beneden. Iets veiliger met de wijn die we gedronken hebben.
Pas om half negen worden we zondagochtend wakker. We hebben diep geslapen. Het is dan ook doodstil op deze camperplek met slechts een andere camper. Om stokbrood te halen beklim ik toch maar de rots-treden naar de hoge toren want dit is toch aanzienlijk korter dan de gewone weg en na heerlijk ontbeten te hebben (Dick heeft weer eens een eitje gekookt) rijden we weg Helaas is de lucht nog grijs maar gaande de ochtend verschijnt steeds meer blauwe lucht en breekt de zon door.
Over doodstille wegen rijden we verder noordelijk en in het Bretonse dorpje Grand Fougeray parkeren we onze camper. De zon schijnt inmiddels volop en dus trekken we onze wandelschoenen aan en laten ons leiden door de hier verborgen geocaches. We worden niet teleurgesteld want we zien de leuke plekjes in het stadje en genieten van een heerlijke boswandeling. Helaas is alles gesloten dus kunnen we niet uit eten maar de quiche met gehaktballetjes smaakt ook prima.
We staan niet op een rustig plekje want al vanaf 5 uur de volgende ochtend is het een drukte van belang door langsrijdende auto’s. Het heeft de afgelopen nacht weer stevig gevroren en met moeite rollen we de isolatiemat op. Na een lekker ontbijt rijden we weg. Na 100 km zijn we al in Pontorson. Er moet gewassen worden dus nadat de camper op de parking van de supermarket staat verzamel ik ons wasgoed.
Als Dick een winkelwagentje gehaald heeft lopen we naar de laverie. Alle machines zijn beschikbaar dus al snel zit alle was erin en na 2,5 uur hebben we weer een schoon bed en is alles weer opgeborgen in de kastjes. In de middag wandelen we door Pontorson, wel dik ingepakt want ondanks de stralende zon staat er een kil windje. Maar als we tegen de wind kunnen schuilen is het aangenaam warm. Na 2,5 uur zijn we weer terug bij de camper waar we inkopen doen bij de supermarket en Dick de geocaches logt. Op de TV horen we ’s avonds dat er een enorme aardbeving in Turkije geweest is. Daar de ravage en wij rijden rond, wel een groot contrast. ‘s Nachts is het helder en het vriest hard.
Dinsdag 7 februari worden we pas om half negen wakker. De supermarket is open en ik kan een baquette halen. De zon schijnt weer volop maar het is ijzig koud. Na ons ontbijt vertrekken we en snel rijden we Normandy in, na nog een laatste blik op Le Mont St. Michel. De Mont bezoeken we wel als het warmer is. Het is niet druk op de weg maar toch weet een passerende wagen een steen op te werpen waarop opnieuw een ster in onze voorruit ontstaat. De derde al op deze reis.
Het lijkt wel of we in Alaska rijden waar we ook niet ontkwamen aan opgeworpen stenen. Als we om half een in Cherbourg aankomen is er nergens een plekje om te staan. Naast de voor de winter gestalde campers is ieder beschikbaar plekje bezet met personenauto’s. Zelfs op de dumpplek staan auto’s. Er moet iets aan de hand zijn in La Cité de la Mer. Gelukkig vertrekken twee personenauto’s zodat we de camper even kunnen neerzetten en nadat we een koffie hebben gedronken zien we een beter plekje vrijkomen waar we snel onze Frankia parkeren. Het is slechts 2 graden maar de zon schijnt volop dus even later wandelen we Cherbourg in.
Het is een stadje waar we nooit genoeg van krijgen. Welk jaargetijde ook, altijd is er wel wat te ontdekken in de smalle straatjes van het oude centrum. Hier hebben we eerder ook het Parc Liais ontdekt met zijn uitheemse plantensoorten en enorme varens. Pas eind van de middag zijn we weer terug bij de camper waar we opwarmen met een kop warme chocolademelk. Om half zeven lopen we opnieuw naar het centrum want natuurlijk gaan we bij restaurant Khao Thai eten. We zijn de enige gasten maar eten voortreffelijke curry dus een volgende keer zullen we hier zeker weer naar toe gaan. Op de terugweg genieten we van de weerschijn van de lichtjes in de haven voor we heerlijk ons bed induiken.
Woensdag 8 februari zijn we al om 8 uur wakker. Het vriest nog steeds drie graden en we zijn blij met onze isolatiemat. Na de verkeerschaos in Cherbourg eindelijk achter ons te hebben gelaten, rijden we over plattelands wegen naar Honfleur waar bijna niemand op de camperplek staat. Het is slechts 1 graad maar er is gelukkig geen wind, de lucht is staalblauw en de zon schijnt dus wandelen we al snel naar het centrum van Honfleur. Het is niet echt druk, alleen op de terrasjes die vol in de zon liggen zijn alle stoelen bezet. Een kopje koffie drinken is er dus niet bij. Dus lopen we verder en genieten. Eind van de middag zijn we weer terug. Mijn schoenen blijken besmeurd met hondenpoep zodat ik eerst enige tijd bezig ben mijn zolen te zuiveren met takjes en later wat water. Op dergelijke momenten zijn honden niet mijn beste vrienden. ‘s Avonds haal ik natuurlijk kebab met fritekes. Na onze wandeling in de kou smaakt dat prima.
Donderdag 9 februari vriest het in de ochtend nog steeds. Het water van de binnenhaven is zelfs bevroren maar we kunnen genieten van een prachtige zonsopkomst. Nadat we lekker ontbeten hebben en onze watertank gevuld hebben vertrekken we uit Honfleur en rijden langs de Seine naar Rouen waar we de rivier kunnen oversteken.
Om half een zijn we in Beauvais en wandelen we de binnenstad in. Omdat in 1940 tweederde van de binnenstad als gevolg van een bombardement in vlammen opging is slechts weinig overgebleven van de oeroude huisjes uit de middeleeuwen.
Wel is gelukkig de indrukwekkende Cathedrale St. Pierre gespaard gebleven. Natuurlijk lopen we er naar binnen. Lang blijven we er niet. Het is zo ongelooflijk koud binnen dat we tot op ons bot verkleumen. Het is een verademing als we weer buiten zijn terwijl de temperatuur hier echt niet hoger dan 2 graden komt. Voor we naar de camper teruggaan, halen we nog eten bij de grote supermarket en loop ik naar een geocache die verderop aan de weg verborgen is. ‘s Avonds eten we stamppot van Chinese kool met worstjes. Het smaakt heerlijk en past bij de huidige temperaturen. Door de lage temperaturen is onze gasfles weer leeg dus die kunnen we nog omwisselen voor we Frankrijk verlaten.
Als Dick de volgende ochtend wakker wordt denkt hij dat het 8 uur is en we staan op. Nadat we gedoucht hebben is het nog steeds heel donker buiten. Dan blijkt dat het een uur vroeger is, de wekker staat niet goed of Dick heeft er niet goed op gekeken. De supermarket is nog dicht dus eten we oud brood uit Spanje en vertrekken richting Paris. Om 10 uur zien we langs de weg de airport van Charles de Gaulle liggen en even later verlaten we de autoweg en rijden verder over kleine landwegen vervolgen.
Om 1 uur arriveren we in L’Epine. Omdat de wolken verdreven zijn en de zon volop schijnt gaan we erop uit.
Enkele geocaches hebben we al eerder gevonden maar klaarblijkelijk nimmer op de computer gelogd dus zoeken we ze nog maar een keer en wandelen een leuk rondje. Geen straf met het weliswaar koude maar stralende weer.
Opnieuw lopen we de imposante kerk binnen. Ik kom hier graag. Het is een plek om te danken en om water te drinken uit de waterbron, met ijskoud water. Er bevindt zich ook een beeld van St Jacques.
We zien er een mooi gebed bij staan.
Het is mooi dus ik stuur het naar mijn medepelgrims.
Direct krijg ik een app terug van Danielle uit Brasil, mijn wandelmaatje.
Terug in de camper moet ik opnieuw onze zolen schoonpoetsen. We hebben bij het lopen van de kruisweg klaarblijkelijk door kleigrond gebanjerd want een dikke laag kleeft onder onze schoenen en is lastig te verwijderen. Pas na wroeten met takjes weet ik onze zolen weer schoon te krijgen. ‘s Avonds is de cathedrale schitterend verlicht maar ik heb geen zin meer om er naar toe te lopen. Dat moet maar in een jaargetijde wanneer het niet meer zo hard vriest.
Zaterdag 11 februari vriest het nog steeds als we opstaan en we zien de zon als een rode bol boven de horizon verschijnen. Na een lekker ontbijt, de bakker is vlakbij en al om 5 uur open, vertrekken we uit L’Epine en rijden naar Verdun waar we onze Franse propaanfles omruilen voor een volle. Dan vervolgen we onze weg naar Dudelange in Luxembourg. Sinds Honfleur hebben we geen water kunnen tanken en we hebben uitgevonden dat daar wel water is. Tevens kunnen we er goedkoop tanken. Omdat we op weg naar Mettlach, Duitsland zijn is dit haast niet omrijden. Met een volle schoonwater tank, dieseltank en lege vuilwatertank rijden we het laatste stukje naar Mettlach door heuvelachtig gebied over een smalle weg tussen de bossen. Zo nu en dan kunnen we een glimp opvangen van de onder ons meanderende rivier Saar. Op de parking van de Abtei Brau van Mettlach staat niemand dus hebben we volop keuze waar we willen parkeren. Dan loop ik naar de toerist information in het stadje om voor ons verblijf te betalen. Dick blijft in de camper. Hij poetst weer eens de ramen wat geen overbodige luxe is en werkt verder aan de inventaris van de duikwinkel. Omdat het nog vroeg is en ik enkele dagen weinig rondgewandeld heb loop ik van het dorp naar enkele verderop gelegen winkels waar ik even rondkijk alvorens weer terug naar huis te lopen. Het weer is beduidend minder dan we enkele dagen hebben gehad. De grauwgrijze lucht inspireert niet echt maar er staat geen wind en met 5 graden is het goed wandelweer.
Als ik tegen vieren thuis kom heeft Dick al de isolatiemat voor de voorruit aangebracht. Na natuurlijk Dick de oren van zijn hoofd te hebben gekletst schrijf ik mijn belevenissen op en dan is het al half zeven en tijd om naar de Abtei Brau te lopen. De reden om naar Mettlach te gaan is immers het heerlijke eten hier. En we worden niet teleurgesteld want de steak, schnitzel en het vers getapte brouwerijbier is weer uitstekend.
Zondag 12 februari zijn we om 7 uur wakker. Dat komt ervan als je al twee dagen op deze tijd opstaat. De winkel is dicht op zondag en het is doodstil op de parking. Het drinkwater is nog steeds afgesloten maar omdat we gisteren in Dudelange hebben volgetankt kunnen we daar tot huis mee toe. Langs de oevers van de Saar rijden we naar Trier en daarna komen we op de autobahn. Daardoor schieten we wel op want binnen de 4 uur hebben we 265 km gereden en arriveren we in Bruggen. Er staan best veel campers geparkeerd maar er is nog plek. Al snel wandelen we naar het centrum van Bruggen waar weliswaar alles gesloten is maar wel gezellig veel mensen rondlopen om een frisse neus te halen. Ondanks het feit dat de lucht grijs is voelt het buiten niet echt koud. Omdat er geen zuchtje wind staat is het rond de 9 graden. Nadat we een rondje door het stadje gelopen hebben ontdekken we dat er in het bos 2,5 km verderop een aantal geocaches verborgen zijn. Dick heeft geen zin meer om er op uit te gaan maar ik heb nog een teveel aan energie en moet oefenen met lopen dus wil er nog wel even op uit.
Dick laadt de geocaches in mijn GPS en dan ga ik op pad. Het blijkt een leuke ronde door het bos waar ik helemaal alleen rondloop. Klaarblijkelijk beperken de mensen hun wandeling tot het stadje. Uiteindelijk, de schemer laat niet zo lang meer op zich wachten, heb ik alle caches en de bonuscache gevonden en wandel ik terug naar huis. Net voor donker stap ik binnen. ’s Avonds haal ik aan de overkant van de weg Turks eten. Het smaakt zoals altijd heerlijk en ik geniet ervan niet te hoeven koken. Ik ben helemaal rozig dus lig nog voor tienen in bed. Dick houdt het iets langer vol maar die kan met minder slaap toe.
Uitslapen is er op deze camperplek voorlopig niet bij want ernaast wordt een complex woningen gebouwd dus om 7 uur worden we al wakker gemaakt door de geluiden op de bouwplaats. We hebben nog wat oude verpakte croissants uit Spanje en eten die als ontbijt en nadat we enkele Duitse flessen ingeleverd hebben en het statiegeld geïncasseerd gaan we op weg. We rijden over smalle plattelandsweggetjes en zijn om half 12 in Winterswijk. Omdat onze Nederlandse propaanfles ook leeg is vullen we deze bij gasvulstation Wilmerink waar het vullen veel goedkoper is dan in Rotterdam. Daarna rijden we naar Obelink waar we even rondlopen en omdat ons restaurant Enzovoort op maandag gesloten is lunchen we er ook.
Dan rijden we naar Varsseveld waar we de camper parkeren bij de sporthal. We praten gezellig met de eigenaren van de vlinderhondjes die we vaak ontmoeten als we hier zijn. Omdat de zon is doorgebroken en het niet echt koud is wandel ik in de middag nog even door het stadje, vind een cache en maak, na aandringen van Dick, een afspraak bij de kapper voor morgenochtend. Wel fijn want mijn haardos is nu zo lang dat mijn haren in mijn ogen wapperen. ‘s Avonds eten we alleen nog een broodje, lezen wat en kijken naar het nieuws.
De volgende ochtend, na het ontbijt, loop ik naar de kapper waar ik om 9 uur geknipt word. Wat een heerlijk begin van Valentijnsdag. Daarna rijden we terug naar huis. Het is stralend weer. Wel fijn want nu kunnen we thuis alles goed uitladen.
Nadat de camper leeg is en het huis volstaat, kan ik beginnen met het schoenpoetsen van het dak van de camper. Geen vervelend karweitje als het zulk heerlijk weer is. Het voelt als voorjaar. Als het dak schoon is begin ik in de camper alles te poetsen terwijl Dick de camper verder aan de buitenkant schoonmaakt. We hebben niet veel haast want morgen brengen we de camper naar de garage in Amsterdam dus kunnen alles op ons gemakje doen. Gelukkig is er een plekje achter ons huis om de camper neer te zetten.
Terwijl Dick de volgende dag de camper naar Amsterdam brengt boen ik in de tuin ons tapijt en spuit he schoon. Het kan nu nog goed drogen want de zon schijnt volop. Na morgen wordt er weer regen verwacht.
We hebben 5995 km gereden, de mee genomen fietsen hebben gedurende deze reis de garage niet verlaten en ondanks het zeer koude weer hebben we toch nog 180 km gewandeld.
In de dagen erna boekt Dick een treinticket vanuit Paris naar Hendaye.
Daarvoor zullen we nog twee dagen samen in Paris doorbrengen. Dick kan mij dus vanuit Paris uitzwaaien.
Mijn tweede pelgrimstocht zal werkelijkheid worden.
Alhoewel mijn herinneringen aan de eerste pelgrimage nog heel vers in mijn geheugen liggen en ik er veel aan terugdenk is toch de beste remedie voor weemoed naar een pelgrimstocht dat je er opnieuw één gaat lopen.
Nou wat een belevenissen weer. Leuk om te lezen.
En wat zijn jullie een mooi team samen.
Heerlijk dat jullie dit samen kunnen doen. Een voorrecht!
Geniet er van xx