New Mexico en Texas, 22 januari tot 31 januari 2018
Terwijl ik een volgende bestemming op de kaart zoek en overal tegelijk mee bezig ben, zit Dick rustig in een stoel en denkt na. Hij komt uiteindelijk tot de conclusie dat onze duikpakken in de dubbele vloer van de camper zijn opgeborgen. Dat komt mij niet vreemd over want ik herinner me dat ik 9 maanden geleden iets tussen de vloerdelen heb gepropt dus waarschijnlijk als we daar te zijner tijd gaan kijken, vinden we er onze duikpakken. Het is een gedoe om er nu meteen te gaan kijken want dan moeten we de vloerbedekking weghalen, dus dat komt weleens een keer als we weer eens het tapijt gaan poetsen (met iets warmer weer).
Na een rustige nacht, de storm is in de loop van de nacht gaan liggen en het is doodstil op dit BLM-land nu er een shut down is, rijden we in de ochtend langs het enorme lava veld waarachter op 16 juli 1945 de eerste atoombom tot ontploffing werd gebracht en arriveren in Alamogordo. We mogen bij Walmart overnachten dus een slaapplek is bekend en het wordt tijd een laundromat te zoeken. Na 9 dagen is dat echt nodig. Nadat alles weer schoon in de kasten is opgeborgen en we een heerlijke milkshake hebben genuttigd bij Sonic gaan we naar het Visitor Center. Het blijkt dat “Trinity” de plek waar de atoomboom ontploft is, alleen op de eerste zaterdag in april en oktober toegankelijk is zodat we een andere keer teug moeten om die plek te bezichtigen dus gaan we naar de parking van Walmart en administratief werk doen. We moeten echt Seabridge schrijven om de terugtocht van onze camper te boeken en Dick kan mooi even publiceren.
‘s Avonds lopen we naar een Thai restaurant vlakbij maar dat blijkt helaas gesloten op maandag dus eten we een burger, niet zo lekker maar wel voedzaam.
Na een koude nacht zonder vorst, rijden we dinsdagochtend weg uit Alamogordo om niet veel later in White Sands National Park te arriveren. Voor mij blijft dit park heel bijzonder door het intens witte zand wat er ligt, alsof we door een besneeuwd landschap rijden. Natuurlijk kunnen we de neiging niet weerstaan de zandbergen te beklimmen, eraf te rennen, weer omhoog te klimmen en foto’s te maken. Helaas krijgt Dick er op een gegeven moment genoeg van en na twee uur zetten we onze reis voort, langs Las Cruces naar Leasburg Dam State Park. Daar blijkt het niet echt makkelijk nog een plekje te vinden, maar na wat zoeken is er toch een plaatsje vrij, weliswaar zonder electra maar dat hebben we met een staalblauwe lucht en zon ook niet nodig, Onze zonnepanelen leveren nu genoeg stroom om aan de computer te kunnen werken. We wandelen wat rond in de omgeving en ik begin aan de vertaling. Helaas koelt het direct af als om 5 uur de zon achter de heuvels verdwijnt. Nadat Dick lekkere filet bereid heeft op de gril gaan we echt naar binnen.
‘s Nachts vriest het best hard en de sterrenhemel is prachtig om te zien en ’s ochtends hangen lange ijspegels aan de camper. Nadat we water gevuld hebben en gedumpt rijden we woensdag 24 januari weg uit Leasburg Dam State Park en komen op de weg naar Hatch, New Mexico als snel een checkpoint van de Border Patrol tegen, zo dicht zitten we op de Mexicaanse grens. Nadat onze paspoorten en visa in orde zijn bevonden kunnen we doorrijden en genieten van de vele chili’s die in Hatch, de Chili Capital of the World, te vinden zijn. We hebben gisteren van een ranger gehoord dat Rock Hound State Park, vlakbij Deming, erg mooi is en rijden daar naar toe. Er zijn zo vroeg op de dag nog voldoende plekjes (hoewel bij de ingang staat dat alles vol is) en nadat de camper staat en we water gepakt hebben gaan we op stap.
Een mooie rondwandeling in dit State Park waarbij je de bijzondere stenen die je vindt ook mag meenemen. Overal op de berg kom je daarom mensen tegen die stenen uithakken. Als blijkt dat de trail niet hoog over de berg gaat maar halverwege afbuigt, nemen Dick en ik afscheid van elkaar. Dick vervolgt de trail en ik verlaat deze en klim omhoog naar de rotsen die hoog boven ons uit torenen. Al van jongs af aan wil ik naar de top van de berg toe en dus ook nu. Het valt niet mee want de bergwand is steil en staat vol met Yucca’s en Cacteeën maar uiteindelijk sta ik bovenop de hoogste rotsen en zie onder mij de campground en een vlakte die zich naar Mexico uitstrekt. Het is schitterend om hier te staan. Dick is inmiddels de trail afgewandeld en probeert mij te zien maar door de vele rotsblokken lukt dat helaas niet. Pas nadat ik van de steel van de Yucca bloem een wandelstok heb gemaakt lukt het me de berg weer af te dalen. Helemaal zonder kleerscheuren gaat dat niet want als ik tegen drie uur beneden ben moet Dick wel uit verschillende delen van mijn lichaam enorme stekels halen die zich daar hebben vastgezet. Gelukkig hebben we een goede pincet en is Dick geduldig zodat ik na een kwartier bijna vrij van stekels ben. Voor alle zekerheid doen we isolatie voor de voorruit als de zon in een oranje gloed achter de berg verdwijnt en het ijskoud wordt. Net als iedere dag worden we ook donderdag weer wakker als de zon net achter de bergen tevoorschijn komt. Nadat we op de campground gedoucht hebben en Dick een lekker eitje heeft gemaakt bij het ontbijt rijden we weg door een grote kale vlakte naar Columbus, een grensplaatsje met Mexico. Terwijl Dick bezig is met het publiceren van de engelse tekst op de website loop ik rond en hoor dat het erg leuk is om even de grens met Mexico over te steken en daar rond te kijken. Het is net middag dus we hebben tijd genoeg.
Dick onderbreekt zijn werkzaamheden, pakt onze fietsen en niet veel later rijden we de lange kale weg op naar Palomas in Mexico. Iedereen parkeert zijn auto aan de Amerikaanse zijde van de grens maar wij rijden met onze fietsen over de grens tot we in het zeer armoedige dorpje Palomas aankomen. Het bestaat uit een paar winkels en armoedige gebouwen en verder is het er erg druk met wrakkige auto’s, vol met Mexicanen die rondkijken en je observeren. In de berm midden op de weg maken we onze fietsen vast aan een lantaarnpaal waarop een rondhangende Mexicaan zegt dat hij erop zal letten en we lopen door wat winkeltjes en gaan op zoek naar onze 1e Mexicaanse cache. Dat is toch wel zoeken want hij bevindt zich ergens in een winkel vol toeristische zooi maar uiteindelijk vindt Dick de knalroze ammobox staande tegen een knalroze muur van de “Pinkshop”. We kopen nog een mooie handgemaakte beker en rijden dan nog wat door het dorpje. Onze Mexicaanse fietsbewaker heeft zijn best gedaan en goed op onze fietsen gelet en is blij met het geld wat we hem betalen. De grens weer over naar Amerika is geen enkel probleem en nog voor de schemer invalt rijden we weer terug naar Pancho Villa campground, 7 km verderop. Het was leuk om even in deze Mexicaanse grensplaats rond te kijken maar ik ben wel geschrokken van de enorme armoede in dit gebied. We boffen dat we nog met de laatste zon naar de campground kunnen fietsen want als de zon onder is wordt het direct een stuk kouder en jassen hadden we niet bij ons. De volgende morgen, vrijdag 26 januari, verlaten we Columbus weer en rijden parallel aan de grens naar El Paso in Texas. Opnieuw over een eindeloos verlaten vlakte met alleen in de verte het hoge hek, de grens met Mexico. Langs de weg wordt een kale strook grond glad gehouden door er autobanden erover heen te trekken, zodat zichtbaar is als er mensen overheen lopen. Regelmatig staan auto’s van de border control langs de kant van de weg op de uitkijk.
In El Paso stoppen we bij het Border Patrol museum wat eindelijk klaar is. Het blijft fascinerend om te zien wat er allemaal gedaan wordt om de USA te beschermen. Naast in beslag genomen voer- en vaartuigen zijn er ook verschillende klim materialen te zien om over de reeds bestaande muren te kunnen klimmen. Natuurlijk vallen er ook regelmatig slachtoffers.
Enige tijd laten we de volgende tekst op ons inwerken:
I never dreamed it would be me.
My name for all eternity,
recorded here at this hallowed place.
“In the line of duty” I hear them say,
my family now the price to pay.
My folded flag, stained with their tears,
we only had those few short years.
The badge no longer on my chest.
I sleep now in eternal rest.
My sword I pass to those behind and pray
they keep this thought in mind.
I never dreamed, it would be me
and with a heavy heart and bended knee,
I ask for all here from the past…
Dear God, let my name be the last.
Uiteindelijk vertrekken we vol indrukken maar zonder mooi shirt want die was er niet. Onlogisch voor iedereen, behalve voor ons, pakken we opnieuw de weg naar het noorden en arriveren uiteindelijk rond 3 uur in Alamogordo waar we opnieuw een nacht bij Walmart doorbrengen. Het lukt ons eindelijk om eten bij de Thai te halen. Het smaakt goed en is echt Thai maar duidelijk minder verfijnd dan het eten bij de “Royal Thai” in Washington, Utah. Na een ijzig koude nacht worden we pas om 8 uur wakker. We hadden de verduisteringsluiken dichtgedaan omdat de grote Walmart lampen precies in onze ogen schenen maar daardoor drong er geen greintje licht in de camper door en werden we niet bij het opkomen van de zon wakker. Ik weet wel dat ik nooit in een donkere kamer wil slapen. Na wat inkopen rijden we de bergen in door Apalache land, hoger en hoger tot 2320 meter, langs Apalache Mountain, normaal een skigebied, maar nu, met nergens een greintje sneeuw te bekennen, zijn alleen kale hellingen te zien. Na een afdaling door het grote niets arriveren we in Roswell, in Bottomless Lake State Park. In tegenstelling tot in andere State Parks is hier volop ruimte en we kunnen een mooi plekje uitkiezen. Hoewel het buiten koud is, slechts 11 graden, schijnt de zon wel volop en is de lucht staalblauw dus gaan we natuurlijk lekker buiten zitten.
Eind van de middag worden we opgeschrikt door harde stemmen. We denken eerst dat in een naburige camper naar CSI gekeken wordt maar al snel komen we erachter dat vlakbij de campground er zich een echte CSI-scene afspeelt. We zien sheriffs en politie met getrokken geweer een wagen naderen. Helaas de verdachte is al gevlucht en ondanks onderzoek in alle hoeken en gaten van de auto, natuurlijk met geweren in aanslag, wordt de verdachte niet gevonden. Wel krijgen wij de opdracht om binnen te blijven, de ontvluchte verdachte is (vuurwapen) gevaarlijk. Mensen die terug willen naar de campground hebben pech want zij moeten terug naar Roswell. Eerst wordt het hele gebied uitgekamd, ook met helikopters, voordat zij terug kunnen keren naar de campground. Natuurlijk doen we met de huidige temperaturen weer onze isolatie voor de voorkant van de camper. Dit is de beste aankoop geweest die we hebben kunnen doen.
Zondag 28 januari rijden we naar Roswell. We zien eindelijk echte cowboys te paard die kuddes koeien opdrijven. Nadat we onze was hebben gedaan (je snapt niet hoe vaak we wel niet moeten wassen) rijden we naar het Ufo-museum want ik wil nog graag een Alien T-shirt hebben. En zo ja, kindermaat XL is aanwezig en past uitstekend dus als een kind zo blij ben ik met mijn Alien shirt. Daarna rijden we langzaam naar het State Park, regelmatig stoppen we om een cache te zoeken en in het park vinden we zelfs een heel leuke cache. We zijn de derde die hem vinden.
Nadat we er even over hebben gesproken met de Rangers en Jim, een 88-jarige veteraan die op het kantoor van het state park werkt, rijden we terug naar de campground. De sheriff komt vertellen dat er geen gevaar meer is, de verdachte persoon heeft deze omgeving echt verlaten maar een dezer dagen wordt hij wel opgepakt. Om 5 uur net als we naar binnen willen gaan omdat het buiten echt te koud wordt komt Jim langs met een GPS. Hij gebruikt deze niet meer (hij loopt tegenwoordig erg moeilijk) en wil deze graag aan ons geven. Zelfs een gebruiksaanwijzing krijgen we erbij. Maandag voordat we vertrekken geven we nog een pak stroopwafels en een sleutelhanger aan Jim als dank voor de GPS. Verder wil hij niets hebben en dan rijden we naar Carlsbad. De grotten hebben we al een paar keer gezien dus we blijven steken bij Walmart maar niet voor lang want de parking staat vol met ronkende vrachtwagens dus snel zetten we weer koers naar het noorden naar Brantley Lake State Park waar het wel rustig is en we genieten van de vele Roadrunners die hier verblijven. Met fleece en achter een muurtje is het buiten goed uit te houden tot zonsondergang wanneer de temperatuur direct zakt naar 5 graden. Na een rustige nacht en gezellig skypen met tante Ank rijden we weg naar Pecos in Texas. New Mexico zullen we deze trip niet meer bezoeken. De weg is allesbehalve scenic, erg stoffig en vol met vrachtwagens. We rijden langs enorme velden met ja-knikkers en olieraffinaderijen. We zijn in Texas gearriveerd. In Balmorhea willen we bij een State Park overnachten waar een grote warm water spring is, maar helaas, er wordt gewerkt op het State Park en het is niet toegankelijk dus rijden we verder naar Fort Davis maar daar blijkt het State Park erg duur, je moet namelijk naast de campground ook nog per persoon betalen. Dat hebben we niet over voor de beschikbare plaats en rijden dus door naar Marfa.
De site “iOverlander” geeft aan dat je in Marfa, Texas, op een viewpunt kunt overnachten. We arriveren er iets na vijven en blijken niet de enigen te zijn die hier de nacht doorbrengen. Het viewpoint kijkt uit op een vlakte waar mysterieuze dwaallichten moeten zijn. Helaas niet alleen is de maan erg fel en verlicht de plek alsof het slechts schemer is, ook zien we geen enkel mysterieus licht aan de horizon verschijnen. Wel slapen we erg goed en worden bij het rijzen van de zon boven de horizon, op deze laatste dag van januari verfrist wakker. Op naar het zuiden. In tegenstelling tot gisteren rijden we nu meer door een berglandschap, niet voor niets ligt hier het stadje Alpine, Texas.
Rond het middaguur arriveren we in Terlingua, een Ghost Town vlakbij Big Bend National Park. Het is schitterend weer, lekker warm, de temperatuur stijgt zelfs boven de 20 graden en we hebben geen zin meer om verder te rijden. Net buiten de Ghost Town Terlingua is een stoffige campground maar met een schitterend plekje en ook kan ik er wassen dus we twijfelen niet en zetten onze camper hier neer. Het voordeel van deze plek is ook dat we vanavond naar het oude theater kunnen lopen, nog geen 1,5 mile en daar heerlijk eten.
De rest van de middag verblijven we buiten, het is warm, rond de 22 graden en na de koude van de afgelopen weken laten we de zonnestralen op ons inwerken. Onze jeans worden al snel vervangen door een korte broek. Om half 6, de zon schijnt nog, lopen we naar het Starlight Theatre, ongeveer 3 km lopen. 3 Jaar geleden hebben we hier met Riley en Karen gegeten en het was toen niet alleen erg gezellig maar ook erg lekker.
Als we er rond 6 uur arriveren is het beduidend minder druk dan destijds, maar we krijgen een mooi tafeltje naast de levende muziek en al snel zitten we aan een heerlijk biertje, Dick heeft een Golden Ale van de Big Bend Brewery en ik gewoon een Bud Light en een enorme burger. Ondertussen spelen drie muzikanten heerlijke western muziek. J. Michael Combs, de leadzanger, bespeelt zelfs een Dulcimer. Dit is het instrument wat ik in Alaska heb leren kennen en graag wil leren bespelen. Het eten is opnieuw heerlijk en de sfeer goed. Wel missen we Karen en Riley, die hadden hier nu bij moeten zijn. Helaas, ze zitten wat ver weg in Page, Arizona. De muziek maakt de avond wel en Dick zit zichtbaar te genieten, deze western muziek is dan ook heerlijk om aan te horen en erg passend in deze Ghost Town. Pas na achten verlaten we het restaurant en over de donkere weg lopen we terug naar de campground. Ondanks het feit dat het volle maan is, zijn er redelijk wat wolken en het is fijn dat we hoofdlampjes hebben. Donderdag 1 februari staan we bijtijds op omdat ik, voordat we naar Big Bend gaan, nog even wil skypen met tante Ank. Helaas lukt het niet om verbinding te krijgen dus rijden we even later naar het National Park. Al bij de ingang wordt verteld dat gisteren de campground helemaal vol stond, dus zonder te stoppen haasten we ons naar Rio Grande Village. Er blijken gelukkig nog enkele plekjes vrij te zijn maar het is goed dat we vroeg zijn, want al snel lopen deze ook vol.
Net na het middaguur komt nog een Europese camper de campground opgereden, het zijn Gerhard en Beate uit Duitsland. De rest van de middag brengen we met elkaar door en vertellen elkaar wat ieder beleefd heeft. Net als wij zijn ook zij al bijna 9 maanden onderweg in Noord-Amerika. We boffen want we kunnen heerlijk buiten zitten en genieten van koffie en soda’s. Het is gewoon warm, 24 graden. Tegen 5 uur komt een harde wind opzetten en wordt het direct een stuk koeler zodat we afscheid nemen van elkaar.
‘s Nachts woedt de storm voort en de camper gaat enorm te keer maar we staan goed in de wind. Gelukkig gaat de wind vrijdagochtend liggen. Wel is de temperatuur enorm gedaald en buiten is het gewoon koud met 14 graden. Ik spreek met Beate en Gerhard af dat we morgen, wanneer het warmer wordt, naar de grensovergang fietsen (in plaats van vandaag) en blijf er natuurlijk veel te lang hangen. We hebben elkaar ook veel te vertellen. Uiteindelijk ben ik rond 11 uur terug bij de camper en lopen we naar het Visitor Center (om een stempeltje van het park te halen) en naar de winkel om even onze mail te lezen. Er is zowaar Wifi hier.
Wel grappig want uit alle hoeken en gaten komen mensen om hier op de balustrade van de winkel hun mail te checken of mail te schrijven. Ook komt een schitterende Roadrunner buurten. Hij blijft voor ons paraderen en wil dat we foto’s van hem maken, maar, zoals Gerhard zegt, hij verwacht ook wel een tip. Helaas is het voederen van wild life in een National Park verboden, dus onthouden we deze Roadrunner zijn tip, maar genieten doen we wel van deze schitterende vogel. In de middag klaart het een beetje op en de zon lijkt door het wolkendek te dringen, maar helaas, het is te weinig om de temperatuur te doen stijgen. Ach, binnen hebben we redelijk wat te schrijven en ook wil ik weer eens appelmoes maken.
Ook al blijft de zon weg toch kan ik het niet laten om eind van de middag nog even de Nature Trail te lopen die naar een heuveltop voert vanwaar een prachtig zicht is op de Rio Grande, de bergen in de verte en het Mexicaanse plaatsje Boquillas del Carmen. Beate en Gerhard hebben hetzelfde idee gehad want hen zie ik op het topje staan als ik aankom en later zie ik ze afdalen. Net als bij alle uitzichtpunten langs de Mexicaanse grens liggen hier ook op de rotsen enkele Mexicaanse snuisterijen. Hoewel ze mooi gemaakt zijn, meestal diertjes van ijzerdraad en wandelstokken van de steel van de Yucca, is het illegaal om deze snuisterijen te kopen. Tegen 6 uur gaat Dick ons vlees op de grill bereiden. Maar we eten pas om 8 uur want eerst gaan we naar het Ranger praatje op de campground over de bescherming van Big Bend National Park. Uiteindelijk blijkt het meer te gaan om de bescherming van de natuur in het algemeen en wat je wel en niet kunt doen in een National Park maar het is een leuk en boeiend praatje. Net als de Ranger klaar is begint het te regenen zodat we niet helemaal droog terug kunnen lopen maar het is niet echt koud. Zaterdag 3 februari komen Beate en Gerhard om 10 uur met de fiets aanrijden en nadat we Beate ’s E-bike hebben bewonderd, die van Gerhard is in Santa Monica gestolen, rijden we met zijn vieren naar de Border crossing, 3 mile verderop. Het is nog niet echt warm maar de zon schijnt al aan een staalblauwe hemel. De Ranger van Big Bend vertelt ons wat we allemaal moeten weten als we de grens oversteken en drukt ons op ons hart om voor 5 uur terug te zijn want dan gaat de grens dicht en moet je in Mexico blijven.
En dan lopen we een zandpaadje af naar de Rio Grande waar de International Ferry (Your Ride to the Other Side) een roeibootje, op ons wacht en met zijn vieren worden we de rivier overgezet. Aan de Mexicaanse zijde staan ezeltjes en trucks en Beate en Dick besluiten op een ezel naar het stadje te rijden, Gerhard en ik lopen ernaast en maken foto’s. Er zijn geen wegen, alleen een breed heuvelachtig zandpad en de afstand naar het dorpje is ¾ mile. Om bij de dichtstbijzijnde bewoning in Mexico te komen moet je echt 160 mile rijden. Dit dorpje, met zijn eenvoudige vierkante huisjes, is dus helemaal aangewezen op de toeristen die vanuit Big Bend National Park komen buurten.
Dick en Beate genieten op de rug van hun ezeltjes en eigenlijk heb ik eigenlijk wel spijt dat ik niet ook de tocht per ezel heb gedaan. Dat doe ik een volgende keer zeker. In het dorpje staat een witte container waar we onze douane-formulieren moeten invullen en nadat we ook nog $ 2,- per persoon hebben betaald voor het National Park in Mexico, krijgen we een stempel in ons paspoort en mogen we het stadje inlopen. De zon heeft inmiddels veel meer kracht en nadat we onze tweede Mexicaanse cache gevonden hebben gaan we bij een van de twee restaurantjes zitten en wat eten. Er is niet veel keuze maar het voedsel is lekker en de Tamales die wij eten zijn heel erg Mexicaans. Na het eten lopen we op ons gemak door het dorpje langs de huizen waar overal dezelfde souvenirs te koop zijn, van draad gemaakte beestjes, geborduurde tasjes en doekjes en zo nu en dan zien we een T-shirt.
Natuurlijk kunnen Gerhard en Dick een T-shirt “NO WALL” niet weerstaan en beiden poseren voor een stuk muur wat duidelijk niet de Wall van Trump is maar waarvoor die wel dient is ook niet helemaal duidelijk. Het is inmiddels 27 graden en echt weer om over de zandpaden te lopen. Dat maakt ook dorstig zodat we als we het hele dorp zijn rondgelopen op het terrasje van het tweede restaurantje gaan zitten om wat te drinken. En dan is het al 4 uur en moeten we terug naar de ferry (na ons te hebben afgemeld bij de douane van Mexico en kunnen we even later in de USA onze paspoorten inscannen. Er is hier geen douanepost maar we worden gefotografeerd en praten via een rechtstreekse telefoonlijn met de douane in El Paso. Contrabande hebben we niet bij ons dus snel zijn we alle vier ingecheckt en op de fiets terug nar de campground. Wat hebben we een ongelooflijk leuke dag met zijn vieren gehad in dit dorpje in Mexico. In tegenstelling tot de grote grensplaatsen is dit een verademing om naar toe te gaan en een aanrader. We zullen het zeker opnieuw een keer bezoeken, dan gaan we een kijkje nemen bij de Hot Springs die hier ook zijn. Het terugfietsen gaat snel en we kunnen nog even genieten van de zonsondergang voordat we binnen liters water drinken. Het was een warme, maar fantastische dag
lieve tita en dick,
super leuk dat jullie ook naar Mexico zijn gegaan.
toch een heel andere wereld. en wat ben je toch een stoere zus, helemaal alleen door stekels naar een bergtop klimmen. net als vroeger inderdaad.
zijn jullie wel voorzichtig!
en wat een te gek mooie vogel, die roadrunner. prachtig!
geniet er samen van, een droomreis is het weer.
liefs van je zus, hannahxxxxxxxxxxxxx