Toch nog even naar het zuiden in oktober- november 2024
Voor de derde maal in twee jaar rijdt Dick begin september 2024 naar Spanje om mij op te halen in Santiago de Compostela. Zo’n eind rijden is best een opgave in je eentje. 2326 km is niet naast de deur en ook nu weer arriveer ik dagen eerder aan dan ik oorspronkelijk heb doorgegeven.
Voor de tweede maal dit jaar heb ik een pelgrimstocht gelopen, ditmaal de Camino del Norte. Vorig jaar heb ik die na 5 dagen moeten afbreken na een ongelukkige val waarbij ik mijn pols brak. Het is heerlijk Dick weer in de armen te vallen en tranen lopen over ons beider wangen. We genieten van Santiago de Compostela en rijden dan (het wordt haast een traditie) naar Fisterre. Na enkele dagen beginnen we aan onze tocht terug naar huis waar we 25 september weer aankomen. Op tijd om onze Amerikaanse vrienden Riley en Karen te ontvangen.
Zij hebben een rondreis gemaakt door Oost Europa en kunnen voor vertrek naar huis nog enkele dagen bij ons blijven. We brengen een gezellige tijd met elkaar door en omdat ze ook geocachers zijn organiseren we een geocache event, zoeken natuurlijk met elkaar enkele geocaches en kijken rond in Rotterdam.
Als Riley en Karen weer terugvliegen naar Amerika brengen wij onze camper naar de Iveco garage in Spijkenisse. De Frankia heeft een grote beurt nodig en gelet op de kilometerstand van 90.000 moet ook de distributieriem vervangen worden. Iets waar we nooit nalatig in zijn nadat we bij onze eerste camper te maken hebben gehad met een gebroken distributieriem met veel schade aan het motorblok.
Inmiddels hebben we ontdekt dat er in november geen afspraken zijn die ons noodzaken thuis te blijven dus ga ik aan de slag met een reisroute want we gaan er nog een aantal weken op uit.
17 October 2024 We kunnen onze camper weer ophalen en nadat we wat spulletjes hebben ingeladen om een nacht te kunnen slapen rijden we door naar Thorn. Daar overnachten we omdat de camper morgen om 8 uur voor een waterdichtheidscontrole bij onze dealer Raema moet zijn. In Thorn zijn alle camperplekjes al bezet en kunnen we eigenlijk niet staan maar we parkeren op de bus plek. Op dit tijdstip van het jaar zijn hier toch geen tot weinig toeristenbussen. Ik loop nog even naar de plaatselijke supermarket. Zelfs nu de zon niet uitbundig schijnt is het een feest om door dit witte stadje met zijn oude klinkertjes te lopen. Als ik terugkom zijn er campers vertrokken en heeft Dick onze camper op een reguliere plek kunnen zetten.
De volgende morgen staan we vroeg op en omdat het slechts 20 minuten rijden is naar Nederweert en we natuurlijk te vroeg vertrekken zijn we voor 8 uur bij Raema. Nadat de waterdichtheidscontrole is uitgevoerd rijden we terug naar huis waar we de camper inpakken en achter ons huis parkeren. Morgenochtend kunnen we vertrekken nadat Dick terug is van de fysio waar, een jaar na de operatie, zijn knie getest moet worden. Omdat we gisteren al de watertank vol getankt hebben en ook alles ingeladen, vertrekken we zaterdag 19 october om 10 uur. Eerst naar autogarage Cito om onze auto weg te brengen. Tijdens ons verblijf in Spanje is iemand tegen onze geparkeerde Subaru aangereden en die schade kan tijdens ons buitenlands verblijf mooi gerepareerd worden.
Terwijl we even praten kijk ik rond in de garage omdat Dick zegt dat ik maar een nieuwe auto moet uitzoeken.
Er blijkt een net ingeruilde Forester e-Boxer te staan, diep donkerblauw. De kleur vind ik iets minder maar verder is het een schitterende auto en na even praten, zeggen we tegen de garage eigenaar dat we deze wagen kopen als hij een goede inruilprijs biedt. Dick sprak profetische woorden.
Vol van de donkerblauwe Subaru rijden we 45 minuten later weg bij onze garage. Helaas blijft de zon achter de wolken verborgen maar op een beetje miezer na blijft het droog en omdat het ook windstil is loopt de temperatuur op naar 17 graden. De rijksweg bij Venlo is afgesloten dus we moeten binnendoor rijden en in de smalle straatjes staan we eindeloos te wachten bij een stoplicht wat slechts twee auto’s per keer doorlaat. Uiteindelijk arriveren we toch om 2 uur in Brüggen, Duitsland. Het is erg druk op de camperplek maar aan de kant waar je tv ontvangst hebt, is nog één plekje waar we kunnen parkeren. Na een kop koffie wandel ik met ons lege fust naar de winkel aan de overzijde van de straat. Duitse blikjes hebben 25 cent statiegeld en het is zonde om die niet in te leveren. Daarna loop ik naar de Lidl iets verderop om wijn te halen en uiteindelijk ben ik weer terug bij de camper.
We hebben inmiddels een telefoontje van Cito gehad die een goede inruilprijs biedt en dus hebben we ja gezegd tegen een nieuwe auto. Als we terug zijn van onze tocht kunnen we deze nieuwe Subaru ophalen. Natuurlijk ontkurken we een fles en heffen het glas op onze nieuwe aankoop: Proficiat…Nederhand Kraan. Ons nieuwe kenteken luidt namelijk P199NK.
De chaource kaas die we erbij eten, hebben we van Hannah en Henk gekregen en smaakt er prima bij. Ik ben wel beduusd want het was absoluut niet de bedoeling om een andere auto te kopen. Maar het is misschien wel goed want onze oude auto is inmiddels 11 jaar oud.
Met al deze emoties hebben we geen zin om nog naar het centrum te lopen dus blijven we binnen en rond 7 uur haal ik Turks eten aan de overkant van de straat. Het smaakt iets minder omdat er teveel saus op zit.
Om 10 uur liggen we in bed, we dromen van auto’s.
Zondag 20 october staan we om 8 uur op. De hemel is roodgekleurd door de opkomende zon. Dichtbij is geen bakker te bekennen en omdat we in Duitsland zijn is ook iedere supermarkt op zondag gesloten. Dus eten we chocolade croissants die we nog uit Spanje over hebben. Na het ontbijt dumpen we ons grey- en black water.
Ook vullen we vers water hoewel dat ook in Mettlach kan. Terwijl we naar het zuiden rijden verdwijnt de zon achter een dik wolken dek. Halverwege wisselen we en ga ik weer eens een stuk rijden. Wel goed want ik krijg afwisselende wegen, van autobahn tot bergwegen en over smalle weggetjes door dorpen.
Uiteindelijk arriveren we in Mettlach. Na een kop koffie wandelen we naar het centrum. Natuurlijk nemen we een kijkje in het park van de meer dan 250 jaar oude Benedictiner Abdij waar Villeroy en Boch haar hoofdkwartier heeft.
Er staat een prachtige oude toren, het oudst bewaard gebleven middeleeuws bouwwerk in het Saarland. In het centrum aangekomen zien we dat alles dicht is, het seizoen is afgelopen. Alleen de porselein outlet van Villeroy en Boch is open en laat dat nu net een winkel zijn die me niet zo interesseert. We wandelen dus verder door het dorp naar de rivier de Saar. Daar zien we dat we niet meer de brug over kunnen met onze camper. Hij was altijd verboden voor +7.5 ton maar dat is nu teruggebracht naar +3.5 ton. Helaas is de wegbreedte door blokkades ook versmald zodat we er ook niet meer stiekem over kunnen rijden. In het vervolg zullen we om in Luxembourg te komen dus een stukje moeten omrijden.
We betalen bij de toeristinformation voor de parking en lopen dan op ons gemakje terug naar de Abtei Brau. Het is enorm druk op de parking met eters en deze drukte blijft ook ’s avonds want als we om 6 uur het restaurant binnenlopen kunnen we alleen een tafeltje krijgen omdat iemand net vertrekt. Het eten blijft onveranderlijk lekker.
Als we maandag 21 october wakker worden staat de zon al aan de blauwe hemel, het is windstil en 14 graden. In t-shirt loop ik naar de supermarket naast onze camper en haal verse broodjes. Na een heerlijk ontbijt vertrekken we met een omweg naar Luxembourg waar we tanken en dan doorrijden naar Verdun. Op een parking bij een busstation vinden we gelukkig nog een vrij plekje. Al snel wandelen we Verdun in. Het is inmiddels 22 graden en een trui is voldoende.
We dwalen rond door de straten van de oude binnenstad en komen dan bij de kathedraal. Deze is open dus lopen we naar binnen en bewonderen de kerk en de schitterende binnenplaats. Natuurlijk nemen we ook een kijkje bij het monument met zijn 73 treden wat na de eerste wereldoorlog werd opgericht. Uiteindelijk wandelen we eind van de middag langs bomen met inmiddels schitterende herfstkleuren weer terug naar de camper. Het bekijken van deze bomen heeft wel als gevolg dat thuis de schoenen van dikke lagen hondenpoep ontdaan moeten worden. Gelukkig is er een waterkraan zodat ik onze schoenen goed kan poetsen. We hebben bijna 9 km rondgelopen en de spinazie met burger smaakt ’s avonds goed.
Dinsdag 22 october worden we pas om half 9 wakker. Na het ontbijt rijden we naar de naastgelegen supermarket waar we onze Franse propaanfles wisselen. Dan rijden we het Franse platteland op. We rijden door een heuvellandschap wat bezaaid is met veel kleine dorpen en schieten niet echt op. Wel zijn regelmatig doodskoppen in zwarte gewaden langs de weg te zien. Halloween wordt duidelijk ook hier gevierd.
Uiteindelijk arriveren we in Troyes waar, aan de rand van de stad naast sportvelden, een grote parking is waar we onze camper kunnen parkeren. Na een koffie wandelen we het stadje in, bewonderen de smalle middeleeuwse straatjes, de oude, soms scheefgezakte huizen en nemen natuurlijk ook een kijkje in de basilique.
Op de terugweg doen we ons dunne jackje aan want met 17 graden is het net te koud in de schaduw. Na 6 km wandelen zijn we weer terug bij de camper. Omdat we in de verste verte geen restaurant hebben gezien loop ik nog even naar de Aldi om eten te halen. De spaghetti met sla smaakt heerlijk. Het is wel goed dat we helemaal achteraan op de parking staan want er zijn sportwedstrijden en ’s avonds loopt de parking vol met auto’s.
De volgende ochtend is het al prachtig weer hoewel je aan de temperatuur van 6 graden merkt dat het naar de winter loopt. We ontbijten met Spaanse croissants (de lang houdbare soort) die toch echt beter smaken dan het Duitse overlevingsbrood. Buiten de stad is er dikke mist maar al snel verdwijnt deze en kunnen we genieten van het glooiende landschap. De Loire stroomt snel en ziet er bruin uit, er is de afgelopen tijd duidelijk veel water gevallen. Begin van de middag arriveren we in Bourges. Om op de parkeerplek van campers te komen moet je betalen dus zetten we onze camper op de grote parking ervoor en wandelen dan naar het centrum.
Al eerder hebben we hier rondgelopen maar nu ontdekken we andere smalle straatjes met mooie middeleeuwse huizen. Allen leiden naar de imposante kathedraal, natuurlijk lopen we er naar binnen. Wat is deze kerk toch imposant groot en hoog. We dwalen enige tijd rond en Dick koopt voor mij een mooie sleutelhanger van Saint Jacques (Apostol Santiago) voor de sleutels van onze nieuwe auto. Ik ben er erg blij mee.
’s Avonds haal ik een burger bij de Quick.
Het bestellen via het computerscherm loopt niet echt omdat ik de gewenste burger niet zie dus bestel ik bij de balie wat gelukkig ook kan. We eten smakelijk en kijken lekker TV.
Donderdag 24 october staat de zon alweer aan de blauwe hemel als we om 8 uur opstaan. We ontbijten met een eitje en net als gisterochtend rijden we de mist in zodra we de stad achter ons laten. Opnieuw wisselen we van plek en ga ik weer rijden. Na een jaar waarin ik nimmer achter het stuur van onze camper heb gezeten is het goed nu weer regelmatig te rijden. Ik heb ook net weer mijn rijbewijs voor vrachtwagens mogen vernieuwen. We rijden nu in het gebied van de Puys, het vulcaan gebergte en zien aan den einder de “Puy de Dome” hoog boven alles uitsteken. De gps van Dick negeren we inmiddels, deze geeft een omweg van tientallen kilometers vanwege een gewichtsbeperking. Helaas registreert deze gps het niet als je wegens bestemmingsverkeer een gewichtsbeperking kunt negeren. Gelukkig is mijn gps (ja, we hebben twee navigatieapparaten in onze camper) niet ingesteld op gewicht dus rijden we daarop verder om na 217 km veilig in Issoire te arriveren. Het is er al druk maar er is gelukkig nog een plekje vrij waar wij inpassen en daar parkeren we de camper.
We praten even met onze buren en dan verzamel ik ons wasgoed en wandel naar de supermarket om te wassen.
Eigenlijk had ik na een vorige ervaring, toen het drogen niet lukte, beter moeten weten want ook nu moet ik eindeloos veel euromunten in de droger stoppen om alle was droog te krijgen. De volgende keer pak ik echt de fiets naar het stadje om daar in de laverie te gaan wassen. Het is al eind van de middag als alle was eindelijk droog is en opgeborgen en we gaan er niet meer op uit. De hele avond blijven campers langsrijden om een plekje te vinden wat er niet is.
Vrijdag 25 october staan we om 8 uur op en na het ontbijt rijden we naar de dumpplek. Er staan twee campers voor ons dus we moeten wachten en dat wachten kost veel tijd. We zijn er inmiddels achter dat met name Franse camperaars hun handelingen één voor één verrichten. Wij daarentegen legen tegelijkertijd de WC, dumpen ons grey water en nemen schoon water in. We zijn dan ook altijd met zijn tweeën bezig. Maar uiteindelijk zijn we aan de beurt en om 10 uur kunnen we toch vertrekken.
Al snel rijden we op een autoweg (tolvrij) en kunnen we opschieten. Bij het beroemde Eiffelviaduct stoppen we even om een kijkje te nemen. Ooit was dit de hoogste brug. Het is leuk om dit viaduct te zien en we vervolgen onze weg naar het zuiden. Om 2 uur arriveren we in Albi. Ook hier is de camperplek erg druk maar we vinden een schuin plekje waar we dankzij onze levelers goed kunnen staan. In tegenstelling tot de voorgaande dagen is er veel bewolking maar het weerhoudt ons niet om naar het centrum te lopen, naar de grootste bakstenen kathedraal ter wereld. Hij heeft de allure van een fort.
Hoewel Dick het een foeilelijke kerk vindt is deze van binnen wel bijzonder want hij is volledig beschilderd. Geen hoekje in onbenut gelaten en je kijkt je ogen uit. Natuurlijk dwalen we ook rond in de oude straatjes van het centrum, eten een ijsje op een terras en maken een foto voor de winkel die mijn naam “Mathilde” draagt. Na 8 km rondlopen zijn we weer terug bij de camper. Het is nog steeds bewolkt maar wel droog. Om 10 uur gaat het heel hard onweren en komt de regen met bakken uit de hemel vallen. Van slapen komt voorlopig niets want het lawaai is oorverdovend. Gelukkig drijft het noodweer na een uurtje weg en kunnen we alsnog lekker slapen.
Zaterdag 26 october is het gelukkig droog maar wel grijs. De thermometer blijft op 14 graden steken. We vullen onze schoon water tank en rijden dan, met een laatste blik op de catedraal, weg uit Albi. Het plan is om naar Carcassonne te rijden maar omdat daar zeer slecht weer verwacht wordt, code geel is afgegeven, pakken we de weg rechtstreeks naar Andorra. Na het noodweer van afgelopen nacht willen we dat niet opzoeken. Al snel rijden we op de bergweg naar Foix waar zo nu en dan een zonnestraal door de wolken breekt. Dicks Hakuna weigert de weg te volgen maar we weten zeker dat we deze weg al meerdere malen naar het zuiden hebben genomen dus we rijden door. Net voor we aan de beklimming naar Andorra beginnen zien we het probleem. Een tunnel van 2.80 meter hoogte. Geen wonder dat de navigatie weigerde ons deze weg te tonen. Gelukkig blijkt de werkelijke hoogte hoger dan aangegeven en kunnen we met onze 3.10 meter hoge Frankia er veilig door rijden.
We klimmen verder de bergen in. Er zijn veel wolken maar het is droog en naarmate we klimmen, daalt de temperatuur. Op de omringende bergtoppen ligt de eerste sneeuw en iets voor tweeën steken we de grens over naar Andorra. We klimmen hoger en hoger en het wordt steeds kouder.
We hebben een mooi zicht op de besneeuwde skihellingen. Op de pas boven het plaatsje Pas de la Casa, op 2500 meter, is het slechts 2 graden. Zodra we de pas over zijn rijden we in de sneeuw. Dikke wolken bedekken de camperplek vlakbij de top dus besluiten we daar niet te overnachten maar door te rijden naar St. Julia de Loria waar we achter de supermarket parkeren. We zijn net op tijd om nog wat te eten bij het restaurant van de supermarket voordat het restaurant om kwart over 4 uur sluit en dwalen dan rond in de winkel waar alles gericht is op koopjes voor toeristen. Andorra is immers een belastingparadijs.
Zondag 27 october staan we om 8 uur op. Vannacht is de wintertjd ingegaan dus eigenlijk is het al 9 uur. Ondanks een bord dat het verboden is om op deze parking te overnachten hebben veel campers hier de nacht doorgebracht. Na het ontbijt wandelen we naar de bushalte en even later zitten we in de bus naar de hoofdstad Andorra la Vella. In de oude binnenstad is een demonstratie dus stappen we iets eerder uit en wandelen door de drukke winkelstraten. De zon schijnt, de lucht is blauw en de temperatuur stijgt langzaam naar 18 graden. In de zon is het gewoon warm. Tot mijn grote vreugde vinden we een mooi fleece voor Dick die, nadat de aankoop heeft plaatsgevonden, meteen verklaart niets meer te zullen passen.
We zoeken aan de rand van de stad een cache en kijken toch nog even wat rond in de (voor mij) aanlokkelijke winkels. We kopen niets meer. Op de terugweg stap ik een aantal haltes eerder uit om nog in een outlet winkel aan de rand van St. Julia rond te kijken. Dick blijft zitten en stapt verderop uit. Het blijkt een goede beslissing want ik vind een mooie hoodie. Blij met mijn aankoop loop ik de laatste 3 km naar huis.
Op de parking zien we een bewaker bonnen uitschrijven. Blijkbaar alleen aan campers met een Andorra nummerbord want wij krijgen geen bon. ’s Avonds is het stil en we slapen als rozen.
Maandag 28 october zijn we om half 8 op. Het heeft te maken met het ingaan van de wintertijd. Na het ontbijt dumpen we en vullen water en dan gooien we onze tank vol want ook al is de brandstof in Spanje echt goedkoop, hier in Andorra is het nog goedkoper. De grens ligt enkele honderden meter verderop en we worden aangehouden. Nadat we aangegeven hebben dat we geen sigaretten bij ons hebben en alleen wat drank voor eigen gebruik mogen we doorrijden. De weg voert door de bergen. De zon laat zich nog niet zien dus nemen we de weg die iets zuidelijker langs de Pyreneeën voert. Het is rustig op de smalle wegen en om half twee arriveren we in Jaca.
Wel fijn want er moet weer gewassen worden. Dick heeft een lavanderia gevonden en na de koffie wandelen we met twee volle waszakken door de kronkelige en smalle straatjes van Jaca. Het is meer klimmen dan wandelen want het centrum van Jaca ligt boven op de berg. Ik ben benieuwd of ik nog de weg terug kan vinden. Nadat Dick geholpen heeft het wasproces op te starten wandelt hij terug. Ik blijf bij de machines totdat alles niet alleen schoon, maar ook droog is.
Uiteindelijk is alles opgevouwen, zijn drie tassen beladen met schoon goed en kan ik teruglopen. Dat laatste valt niet echt mee want na drie straatjes verdwaal ik. Regelmatig moet ik stoppen om mijn telefoon te raadplegen. Wel kom ik onderweg een lift tegen die naar benden voert. Een volgende keer hoeven we dus niet de berg te beklimmen maar kunnen gewoon de lift naar boven nemen. Nadat ons bed gedekt is met schoon beddengoed is het al eind van de middag. We eten kip met rijst en hoeven er dus niet meer op uit. De camperplek loopt helemaal vol. ’s Avonds kijken we TV en lezen wat voor we om 10 uur ons bed induiken.
Dinsdag 29 october is het, dankzij de wintertijd, om half 8 al volop licht. Na het ontbijt, met opnieuw een gekookt eitje, verlaten we de parking. Het is een fijne plek dus we komen hier zeker terug. De weg voert dwars door de bergen en om ons heen zien we de besneeuwde bergtoppen die oplichten in de zon. We hoeven slechts 117 km te rijden dus zijn al snel in Pamplona, onze bestemming voor vandaag. Er is nog voldoende plek aan de rand van de oude stad en we parkeren onze camper. Nadat we betaald hebben voor de camperplek wandelen we naar de lift achter de parking die ons naar het niveau van de stad brengt.
Daar is Spanje goed in, bouwen van liften die je naar hoger gelegen stadsdelen brengt. Bij de lift ontmoeten we Heinz en Katriena uit Trier die de weg naar de binnenstad zoeken en graag met ons meelopen, dan verdwalen ze niet. Al pratend wandelen we door het park richting stadsmuur. Als we in het centrum arriveren, laten Heinz en Dick foto’s maken bij de stieren die hier jaarlijks door de binnenstraten rennen. Het is leuk om te zien hoe de mannen op de hoorns genomen worden. Ik geniet ervan om hier weer rond te lopen.
De herinneringen aan mijn Camino Frances zijn weer helemaal terug. Het is ook heerlijk om buiten te lopen want de zon schijnt en de lucht is staalblauw. Nadat we het centrum verkend hebben zien we een restaurantje en daar het 2 uur is lijkt het een goed idee hier een menu te nemen. Katriena en Heinz doen ook mee en we worden naar een tafeltje van vier geleid. Het eten is lekker en we kletsen gezellig. Na het eten wandelen we weer terug naar de camper. Daar blijft Dick achter en samen met Heinz bespreekt hij de ins- en outs van de beide campers. Ik loop nog twee kilometer door naar de Decathlon. Ik wil nog een regenjack hebben.
Toch koop ik het niet want de kleur bevalt me minder. En het gele jack dat ik graag wil is mogelijk te groot. Thuis aarzel ik toch en op aanraden van Dick loop ik nog een keer ernaartoe om uiteindelijk toch zonder jas terug te komen. Ach, het krikt mijn wandelkilometers op. Uiteindelijk ben ik om half zeven terug. De parking staat nu helemaal vol. Er kan echt niemand meer staan dus de nog altijd aankomende campers moeten hun reis echt voortzetten. ’s Avonds begint het wat te regenen en ook al is het de volgende dag, woensdag 30 october, droog, het is wel zwaar bewolkt met 13 graden. Nadat we ontbeten hebben moeten we lang wachten tot we kunnen dumpen maar uiteindelijk zijn we aan de beurt. Het verlaten van de parking is niet echt simpel want de slagboom gaat niet open maar nadat ik gebeld heb en in het Spaans heb uitgelegd dat ik echt betaald heb, wordt deze boom alsnog geopend en kunnen we om 10 uur toch echt vertrekken.
Naarmate we noordelijk komen klaart het wat op en breekt de zon door. Op de eerste parking in Gernika kunnen we niet staan. We moeten enkele zeer smalle straatjes door alvorens we deze plek achter ons kunnen laten. Gelukkig is er plek op een grote parking tussen flats en we parkeren daar onze camper. Na een kop koffie wandelen we Gernika in. Natuurlijk wil ik Dick dit plaatsje laten zien waar ik na mijn ongelukkige val vorig jaar enkele dagen heb doorgebracht.
We wandelen naar het tegeltableau van het schilderij van Picasso wat het bombardement tijdens de Spaanse Burgeroorlog toont op Gernika in 1937. Het is gemaakt in zwart, wit en grijs en Picasso probeerde hiermee het gevoel tijdens een bombardement over te brengen.
Natuurlijk lopen we naar de toerist information om ze alsnog te bedanken voor hun hulp bij het vinden van een slaapplek en mijn terugreis naar huis en geven ze een pak stroopwafels. Dan wandelen we naar hotel Bolina waar ik én vorig jaar én in augustus dit jaar heb overnacht. Helaas is het dicht. Maar Dick ziet nu wel hoe het gelegen is, vlakbij het station. Nu we hier niet kunnen eten zoeken we een vlakbij gelegen restaurant waar, na even wachten, een tafeltje vrijkomt en we heerlijk eten. Natuurlijk heffen we ook het glas op tante Ank die vandaag 100 jaar zou zijn geworden. Na het eten lopen we nog rond.
We nemen een kijkje bij een overblijfsel van de stam van de oudste bewaard gebleven “ Eik van Gernika”. In de loop der jaren is de eik regelmatig vervangen door nieuwe nakomelingen. De derde werd zelfs 450 jaar en overleefde het bombardement van Gernika. De huidige eik, de 4e, is nog steeds het symbool van de vrijheid van het Baskenland en in 2005 gepland. Uiteindelijk zijn we tegen 5 uur terug bij de camper. Wat was het leuk om Dick deze plekken te laten zien.
De laatste dag van october begint met staalblauwe lucht en zon en al vroeg is het 13 graden. Tijdens het ontbijt zien we veel kinderen naar school lopen. Bijzonder is dat ze bijna allemaal met roltassen lopen en geen tas of rugzak hebben. Dwars door de bergen rijden we naar Bilbao.
Het is een schitterende omgeving. De parking in Getxo is voor onze camper echt te klein dus rijden we de berg op bij Bilbao waar we wel onze camper kwijt kunnen. Vanaf ons plekje hebben we een schitterend zicht op het centrum van Bilbao.
Na de koffie pakt Dick onze fietsen en even later dalen we de berg af. De fiets van Dick knarst, piept en laat, gedurende onze afdaling, het geluid horen van een opstijgend vliegtuig.
Mensen die bij de bushalte wachten kijken ons verbijsterd na en bedekken hun oren. Er is duidelijk iets niet in orde maar daar is nu niets aan te doen. Uiteindelijk arriveren we bij het Guggenheim. We kijken rond aan de buitenkant, maken foto’s bij de enorme Spin en genieten. Dan fietsen we langs de rivier naar de kust, dezelfde weg die ik in augustus heb gelopen.
Bij de Vizcaya bridge stoppen we. Deze 45 meter hoge brug werd in 1893 gebouwd door een van de leerlingen van Gustav Eiffel. Het was de eerste brug ter wereld die mensen over de rivier transporteerde in een eronder hangende gondel. Natuurlijk lopen we met onze fietsen deze gondel in en even later zijn we in Portugalete. De overtocht valt me wel tegen, ik had er meer van voorgesteld. De crossing van deze rivier met een klein taxibootje, wat ik deed tijdens mijn pelgrimstocht, was leuker. Langs de overkant van de rivier fietsen we weer terug naar onze camper. De thermometer staat ondanks het feit dat het al 4 uur nog op 24 graden. We drinken een wijntje op deze gezellige dag en genieten van het uitzicht over de stad. ’s Ochtend als we weg willen rijden blijkt een grote plas water onder de camper te liggen, de afvoer heeft opengestaan. Maar we hebben geen idee hoe dat kan wat hij was toch dicht? Het is wel vervelend want we laten een modderige vlakte achter. Al snel rijden we op de autovia verder westelijk. Regelmatig zie ik bekende plekken langs de kust en Dick wordt (opnieuw) horendol van alle verhalen over pelgrimeren, nu over de Camino del Norte. Hoewel het pas 10:40 uur is als we in Santander arriveren is er geen enkel plekje te vinden. Zelfs langs de weg staan, zover je kunt kijken, campers geparkeerd. We zoeken op onze app naar een andere parking en vinden er één, 30 km verderop, in Puente San Miguel. Het is een stuk braakliggend terrein waar we mogen overnachten. Er staan enkele campers maar er is nog voldoende plek om te parkeren. Zodra de camper staat wandelen we het stadje in. Helaas alles is dicht, het is 1 november, Allerheiligen, en dus een nationale feestdag in Spanje. Wel is een bakker open waar we op het terras in het warme zonnetje (het is inmiddels 25 graden) een koffie met gebakje nuttigen. Als we weer terug zijn bij de camper zien we regelmatig treinen passeren. Op een van deze treinen heb ik gezeten toen ik de rivier bij Boo de Pielage moest oversteken. Het was óf een minuut met de trein óf tientallen kilometers omlopen. De rest van de middag doen we weinig, lezen wat, doen de administratie en zitten lekker buiten in het zonnetje.
Het mooie weer blijft want als we 2 november opstaan, staat de zon al in een blauwe lucht te stralen. De parking is gisteren helemaal volgelopen met campers en ook al zijn er al enkele vertrokken toch staan er nog 28 campers. Het is dan ook een lang weekend in Spanje.
Na het ontbijt, het dumpen (van vuil) en vullen (met schoon) water rijden we dwars door de bergen van de Pico’s de Europa naar het bergdorpje Arenas de Cabrales. Ook al is het pas half 12 toch staat de parking al bijna vol. Gelukkig vinden we aan het einde nog een plekje waar we kunnen staan. Om ons heen rijzen de bergen op. We lopen rond in het dorpje waar zowaar ook een supermarket open is en vinden dan een tafeltje buiten op een terras. Bij navraag mogen we er zitten en ook eten en even later hebben we een menu besteld en heffen ons glas op weer een prachtige vakantiedag. Het eten is erg smakelijk en het is leuk om naar de vele mensen te kijken die rondlopen in de hoop ook een plekje te vinden om iets te eten. Eind van de middag wandelen we terug naar de camper. Dick blijft daar maar ik loop nog even naar een van de sportzaken die open zijn. Ik vind er een mooie wandelbroek die ook nog afgeprijsd is en die ik echt niet kan laten liggen. Zelfs Dick vindt het een mooie broek. Als de schemer valt loop ik met onze waszak die inmiddels redelijk vol is, naar de lavanderia die aan de parking grenst. Het is er op dit tijdstip rustig en ik kan meteen de wasmachines vullen. Helaas blijkt wel dat de droger te heet is want een van de wc-matjes is zodanig gekrompen dat deze geen dienst meer kan doen. We eten niet meer want hebben vanmiddag ons buikje vol gegeten maar een koffie gaat er nog wel in. In de avond is het opnieuw een af en aan rijden van campers maar helaas is er geen plekje meer te vinden.
Zondag 3 november schijnt opnieuw de zon. Door de bergen rijden we naar Ribadesella waar we de “Cueva de Tito Bustillo” willen bezoeken. Helaas blijkt deze vanaf eind oktober gesloten dus rijden we verder. We volgen een smalle weg langs de kust. Opnieuw leuk voor mij want op verschillende plekken heb ik net gelopen. In Aviles is zowaar een plekje om onze camper te parkeren. Wel bijzonder want het is overal erg druk. Nadat de camper staat wandelen we de stad in. De temperatuur geeft inmiddels 25 graden aan. We kijken even in de kathedraal, die al snel dicht gaat en lopen over een markt op de binnenplaats. Ik zie twee mooie kleine medaillons liggen van Maria en Apostol Santiago. Ik ben er meteen verliefd op en koop ze. Hannah zal de Maria zeker waarderen en ik hou de Apostol. De verkoper benadrukt vele malen dat het echt plata (zilver) is.
De terrassen zitten vol maar gelukkig vinden we op het plein voor de kerk een vrij tafeltje. We zitten nog in het ritme van ’s middags eten. Vooraf nemen we croquettekes, heerlijk maar té machtig en nadat we onze hoofdmaaltijd op hebben constateren we dat we teveel hebben gegeten. De rest van de dag drinken we alleen nog een koffie en wat water. Wat was het leuk om ook in deze stad rond te dwalen. Telkenmale komen we langs plekken waar ik net heb gelopen, nu beleef ik de Camino del Norte.
Bij het opstaan op maandag 4 november schijnt de zon alweer, opnieuw hebben we een mooie dag in het vooruitzicht. Het is veel stabieler, mooier en zeker warmer weer dan toen ik hier in augustus rondliep. We rijden naar Ribadeo. De enge hoge brug die ik over moest lopen lijkt nu lang niet zo eng en snel zijn we in Ribadeo. De eerste parking is niet te vinden en om bij de tweede te komen moeten we ons door zeer smalle straatjes wringen. Gelukkig komen we er ongeschonden door en belanden uiteindelijk op een andere parking.
Het is niet meteen de plek waar we willen staan dus we besluiten door te rijden naar A Coruña, 160 km verder naar het noordwesten. Een slecht besluit qua weer want als we in A Coruña aankomen, hangen er dikke grijze wolken, miezert het zo nu en dan en wijst de thermometer niet hoger dan 13 graden. Een groot verschil met de afgelopen dagen. Omdat we even niet opletten missen we de afslag en raken we verdwaald in de smalle straatjes van het centrum, rijden dan verkeerd in een ondergronds wegen systeem maar komen uiteindelijk toch bij de parking voor campers. Er is voldoende plek en we parkeren onze Frankia. Het is nu 3 uur en we houden het verder voor gezien hoewel ik nog wel wat inkopen doe in een nabijgelegen winkelcentrum. Morgen gaan we A Coruña verkennen.
Hoewel er dinsdag 5 november nog veel bewolking is schijnt ook de zon en is er wat blauwe lucht te zien. Omdat er geen wind is wordt het snel warmer en in de middag is het rond 20 graden. Na het ontbijt pakken we de fietsen en rijden naar het centrum waar we de boulevard vinden. Deze strekt zich 18 km lang uit langs het water en je kunt er prachtig langs het water fietsen. Ook al is het inmiddels november, de plaatselijke bevolking neemt nog steeds een duik in de zee.
Onze bestemming is de Torre de Hercules. Deze Romeinse vuurtoren, gebouwd in de 1e eeuw na Christus, is de oudste nog functionerende vuurtoren ter wereld én symbool voor de stad A Coruña.
De vuurtoren is al snel zichtbaar en torent overal bovenuit. Geen wonder want hij is op een 58 meter hoge rots gebouwd. Het is een imposant bouwwerk. Na er helemaal omheen te zijn gefietst rijden we verder over de boulevard naar de haven waar de huizen toch wel bezienswaardig zijn. Later lezen we dat de ramen ervoor zorgen dat het hier kristalstad wordt genoemd. Als we langs een bar rijden met wat tafeltjes buiten, drinken we koffie en vervolgen dan ons fietstochtje door smalle straatjes en over imponerende pleinen in het centrum. Daarna belanden we weer op de imposante boulevard die we verder af rijden.
Zo nu en dan stoppen we om een geocache te zoeken zoals bij een mooie stenen inktvisbank. Tegen vijven zijn we weer terug.
A Coruña is echt een stad om terug te keren. Zelf vind ik het de leukste stad die we aan deze noordwest kust bezocht hebben. Natuurlijk loop ik nog even naar de grote Carrefour. Deze heeft ook een outlet waar ik (eindelijk) een nieuw Abus slot voor mijn fiets vind. ’s avonds leg ik mijn leesboek even weg. Lidwien pelgrimeert momenteel langs tempels in Japan, samen met Jan. Beiden zijn, net als wij lid van het Nederlands Genootschap van St Jacob en hun verhalen zijn even veel interessanter.
Woensdag 6 november staan we om 8 uur op. In tegenstelling tot gisteren zijn de meeste wolken verdwenen en schijnt de zon weer volop. Al snel is het 16 graden. We dumpen en vullen water en rijden dan over smalle binnenwegen naar Fisterre. De eucalyptusbomen om ons heen ruiken heerlijk Op de camperplek aan het begin van het dorp is het druk maar voor ons heeft eigenaar Santiago nog wel een plekje. We zijn dit jaar al zo vaak langs geweest dat we een streepje voor hebben. Na een knuffel en even praten krijgen we meteen een tafeltje en 2 stoelen naast de camper en kunnen we buiten koffie drinken. Het is inmiddels 20 graden.
Dit jaar heb ik al twee maal mijn haar door Victor laten knippen en dus loop ik na de koffie naar zijn zaak in het centrum. Hij is er samen met zijn moeder en ik word door beiden zeer hartelijk begroet. Natuurlijk gaat hij me meteen knippen en mijn inmiddels lange haardos wordt onderhanden genomen. Onderwijl ratelt Victor in het Spaans en als hij even stil is vult zijn moeder de stilte. Hakkelend praat ik terug. Klaarblijkelijk komt het over want het gesprek zet zich voort. Fijn is dat Victor me direct verbetert als ik een woord niet goed zeg. Als ik hier langere tijd blijf ga ik goed Spaans spreken. Uiteindelijk is mijn haardos kort (voor Dick té kort) en wandel ik terug naar de camper. ’s Middags bezoek ik de beide China shops in dit stadje. Heerlijk is het om er rond te dwalen en zo nu en dan vind ik iets moois. Helaas is de winkel (álles 50 %) al geplunderd want ik vind er niets van mijn gading. Het is trouwens bijzonder dat in Spanje zoveel China shops zijn. Dick vindt dat overal dezelfde troep ligt maar ik vind het leuk om er rond te dwalen. ‘s avonds lopen we naar de haven om een restaurant te zoeken. Het seizoen is echt voorbij want bijna alles is dicht. Gelukkig is één restaurant open en we bestellen eten. Mijn schnitzel is erg droog en valt niet goed. Gelukkig moeten we na het eten nog terugwandelen. De sterrenhemel is schitterend maar de afstand te kort want tot laat in de avond voel ik mijn maag.
Als we woensdag 7 november opstaan, kleurt de zon de hemel rood. We ontbijten op ons gemakje en wandelen dan met twee volle waszakken naar de lavanderia.
De beide wasmachines zijn al bezet dus ik moet wachten. Dick loopt terug naar de camper om daar de ramen te poetsen en het tapijt te stofzuigen. Uiteindelijk kan ik de lege machines vullen en kan het was-droog proces beginnen. Het is nooit vervelend, zeker niet hier want regelmatig komen pelgrims binnen om hun kleding te wassen en kletsen we gezellig. Uiteindelijk kan ik met ons schone goed naar huis teruglopen. De camper is onberispelijk schoon als ik arriveer en samen dekken we ons bed.
In de middag dwalen we samen door Fisterre. Het is schitterend weer en de thermometer staat inmiddels op 24 graden. Aan het einde van het dorp nemen we afscheid. Ik loop door naar de Cabo en Dick gaat op zijn gemakje terug naar de camper. Ook al heb ik al enkele malen het stuk van het stadje naar de vuurtoren in Fisterre gelopen, het blijkt telkenmale een heerlijke wandeling. Op de punt bij de cabo (vuurtoren) is het niet echt druk. Natuurlijk dank ik Apostol Santiago voor het feit dat ik opnieuw een pelgrimstocht mocht lopen en daal dan de rotsen af.
Niet helemaal tot aan het water want het laatste stuk is wel erg steil. In groepjes zitten pelgrims op de rotsen, genietend van de zon en het uitzicht over de oceaan op het “Einde der Wereld”. Het is prachtig, ik geniet en ben dankbaar voor dat wat we iedere dag weer mogen meemaken. Eind van de middag wandel ik weer terug en samen zitten we nog lekker buiten. ‘s avonds wandelen we opnieuw naar de haven. Nu zijn alle restaurants dicht. Alleen een Turks eettentje is open. We eten er smakelijk. Eigenlijk is het eten lekkerder dan het gerecht wat ik gisteren had.
Na een mooie zonsopkomst trekt de lucht vrijdagmorgen helemaal dicht en als we na het ontbijt vertrekken stapelen steeds meer donkere wolken zich op elkaar. Door de uitgestrekte eucalyptusbossen rijden we naar Santiago de Compostela. Het is maar 88 km dus we arriveren al om half 11. Er zijn voldoende plekjes en nadat we de camper geparkeerd hebben wandelen we naar de bushalte. Al snel rijdt bus 1 voor. We stappen in het centrum uit en zijn net op tijd om de mis bij te wonen. De geluidsinstallatie is niet best en het blijft lastig om de dienst, die in ratelend Spaans wordt gehouden, te volgen maar het voelt goed om hier te zijn.
Het gezang van één van de priesters is indrukwekkend en mooi. Helaas blijft de Botafumeiro, het grootste wierookvat ter wereld, stil hangen. Nog steeds is het bijzonder dat wij dat vat na afloop van mijn eerste pelgrimstocht in september 2022,heen en weer hebben zien slingeren.
Omdat het rustig is en er geen lange rijen toeristen zijn brengen we nog even een bezoek aan de crypte en even later mag ik ook nog het beeld van Apostol Santiago aanraken, van omhelzen is geen sprake meer. Het is maar goed dat ik dat vorig jaar januari wel heb mogen doen. Het blijft een emotioneel moment, zelfs voor iemand die gereformeerd is opgevoed. Maar tijdens mijn pelgrimstochten heb ik leren praten met deze apostol.
Als we de kathedraal verlaten hebben blijven we natuurlijk nog op het grote plein rondhangen, evenals de pelgrims die ook nu nog arriveren en lopen dan naar het straatje waar je na afloop van je pelgrimstocht een Compostela kunt ophalen (het kerkelijk document waarmee formeel bevestigd wordt dat de pelgrimstocht is volbracht).
Helaas is de huiskamer der lage landen (een ontmoetingspunt voor pelgrims) al gesloten en kunnen we daar niet even kletsen maar wel vinden we een mooie hoodie voor Dick in een van de vele winkeltjes. Inmiddels loopt het tegen drie uur en we besluiten ons restaurantje bij de markthallen op te zoeken.
Het is gaan regenen dus een goede plek om te schuilen. We moeten even wachten tot er een tafeltje vrijkomt maar kunnen daarna een menu bestellen. Net als de vorige keer in mei smaakt het eten heerlijk. Als we gegeten hebben lopen we nog even naar ons chestnut winkeltje, Delicias de Bohemia, om de eigenaresse te begroeten en een flesje kastanje likeur te kopen en dan lopen we terug naar de bushalte. Het is 5 uur als we terug zijn bij de camper.
Zaterdag 9 november ligt het regenfront achter ons, zo nu en dan zien we zonnestralen. We kletsen met andere Nederlanders bij de dump maar rijden uiteindelijk om 10 uur weg uit Santiago. Binnendoor gaan we naar het zuid oosten en regelmatig zien we de aanduiding “Camino de Santiago”. Een enkele keer zie ik zelfs een plek waar ik gelopen heb. We besluiten niet in Ourense te blijven maar nog een stukje door te rijden en vinden een mooi plekje in Allariz. Na een koffie wandelen we het stadje in, het betekent veel klimmen want het centrum ligt beduidend hoger dan de plaats waar wij staan aan de rivier. Er is markt in het centrum, altijd gezellig om over te lopen. We hebben echter niets nodig dus vertrekken we, samen met de kooplieden die inmiddels ook aan het inpakken zijn. Het loopt tegen drieën, siësta tijd en dus einde markt. Natuurlijk willen we ook een cache zoeken.
Die brengt ons steeds hoger de berg op naar de ruïne van een oud kasteel én we vinden er een geocache. Langzaam lopen we weer naar beneden, steken de rivier over via een oude stenen brug en wandelen dan weer terug naar de camper. De zon is inmiddels doorgebroken en het is lekker weer. Wel staat er een kil windje dus het is goed dat we een trui aan hebben. Terwijl Dick de ramen poetst loop ik nog naar de supermarket om eten te halen. Tegen de avond loopt de gehele parking vol en zelfs op het onverharde terrein voor de parking staan campers.
Zondag 10 november staan we om 8 uur op, het regent. Na een heerlijk ontbijt met een vers gekookt eitje, vertrekken we. Een uur later staan we aan de grens met Portugal op de A24. Dit is een van de drie plekken waar het mogelijk is je kenteken te koppelen aan je creditcard. Het maakt dat ik minder zenuwachtig Portugal inrijd. Als we nu op een tolweg belanden wordt de verschuldigde tol automatisch afgeschreven. We verlaten direct weer de snelweg en kronkelen over smalle bergwegen door Portugal. Er komt geen einde aan, we klimmen en dalen onophoudelijk en zo nu en dan stoppen we om het berglandschap om ons heen te fotograveren. Regelmatig rijden we in de wolken, maar zodra we boven de 600 meter komen is er volop zon.
Uiteindelijk arriveren we in Guimaraes. Midden in de stad is een grote parking. Hij lijkt vol te staan maar uiteindelijk is er helemaal aan het einde een plekje voor onze camper. Hoewel het nog wat miezert, wandelen we toch het stadje in. Natuurlijk bekijken we de grote kathedraal. Daarna wandelen we verder het stadje in. Dankzij een geocache komen we erachter dat deze stad sterke banden heeft met de geboorte van Portugal.
De eerste koning, Alfonso Henriques werd hier geboren. We beklimmen een deel van de oude stadsmuur vanwaar we een mooi uitzicht hebben op de stad en wandelen door het mooie historische centrum van dit stadje. Daar zitten veel mensen te eten en het eten ziet er zo goed uit dat, als we een vrij tafeltje vinden, we er gaan zitten.
Een aardige serveerster bedient ons al snel en we bestellen een burger, in saus gedrenkt. Hij smaakt heerlijk. In het inmiddels doorgebroken zonnetje is het aangenaam. Op ons gemakje wandelen we na de maaltijd terug naar de camper, door smalle straatjes waar overal sinaasappelbomen groeien. Rond 6 uur zijn we weer terug bij de camper.
De volgende morgen om 8 uur loopt de parking vol met auto’s . Klaarblijkelijk zet iedereen die in het centrum werkt hier zijn auto. Ik ben blij dat we om half negen nog goed kunnen uitdraaien. In de ochtendspits doen we er lang over om Guimaraes achter ons te laten. Net als gisteren toen we als een slakje over de smalle bergwegen klommen hebben we ook nu te maken met smalle bergwegen waarbij onze snelheid rond de 40 km per uur beweegt. Als we in de buurt van Porto komen hebben we hier genoeg van en pakken een stuk tolweg. Eindelijk komen we sneller vooruit. Als we in Aveiro aankomen, blijkt er geen plek te zijn. Ook navraag bij enkele camperaars leidt er niet toe dat een plek vrijkomt en dus vertrekken we. Aan de rand van de stad zoeken we op onze app naar een andere plek en rijden uiteindelijk 7 km verder naar Ilhavo waar niemand aanwezig is en we de camper in de warme zon parkeren. Vlakbij zien we een grote supermercado waar we naar toe lopen en eten halen voor vanavond. In de nabijheid zien we namelijk geen restaurant. Ook zoeken we enkele caches voor we weer terugkeren naar de camper. Als Dick de camper gaat poetsen, wat geen overbodige luxe is, loop ik nog even naar het centrum van dit stadje. Het is een langgerekt stadje waar kerst zijn intrede heeft gedaan. Vandaag heb ik geen zin om er uitgebreid rond te kijken maar we komen hier nog wel eens terug. Niet veel later ben ik weer bij de camper. ‘s Avonds kook ik uitgebreid: kip, champignons, sla, bonen en gebakken aardappelen. De keuken lijkt wel ontploft als we gaan eten en na de maaltijd ben ik geruime tijd bezig met poetsen.
Dinsdagochtend 12 november schijnt de zon alweer volop. Toch is het door een koel windje slechts 9 graden. Om 9 uur rijden we alweer over binnenwegen in de hoop dat het sneller gaat omdat we vlak langs de kust rijden. Niets is minder waar en weer kruipen we als een slak door de dorpen die aaneengeregen zijn. Uiteindelijk hebben we er genoeg van en pakken een stuk tolweg die ons vlakbij Fatima brengt. In tegenstelling tot twee jaar geleden is het hier nu doodstil en kunnen we onze camper op het heiligdom parkeren naast de grote basilique. Fatima is een bedevaartsoord gewijd aan Maria die in 1917 enkele malen aan drie herderskinderen verscheen. Het is een van de grootste Maria heiligdommen ter wereld en wordt jaarlijks door vele duizenden pelgrims bezocht.
Hoewel het merendeel in de zomer komt zijn er, als we even later op het enorme plein voor de basilique lopen, ook nu best veel bezoekers. Opvallend is het aantal pelgrims dat, al biddend, op hun knieën rondkruipt langs Kapel van de Verschijningen. Buiten Tibet heb ik dit nog nooit gezien.
Na ons bezoek aan de basilique lopen we naar de andere zijde van het enorme plein en bezoeken een betonnen gebouw. Het blijkt een kerk te zijn die wij mooier vinden dan de basilique. Hoe moet het hier zijn als er 100.000 mensen rondlopen. Lang dwalen we rond en natuurlijk kopen we kaarsen.
Er zijn speciale plekken waar je deze kunt ontsteken. Pas eind van de middag zijn we weer terug bij de camper.
Dinsdag 13 november zijn we al vroeg op en voor het ontbijt ga ik eerst Dick’s haardos snijden. Dat is echt noodzakelijk. Dan douchen en ontbijten we en vertrekken. We rijden over smalle bergwegen en zijn echt in de bergen want voortdurend beklimmen we steile 12% hellingen en dalen dan weer af. Een uur later en 32 km verder arriveren we in Tomar waar we op een voormalige camping een plekje vinden. Na een kop koffie steken we de rivier over waarna we in het historische centrum arriveren. Ooit was in Tomar de orde van de tempeliers gevestigd. Na een kop koffie beklimmen we de berg waar zich naast het kasteel van de Tempeliers, het Convento de Cristo bevindt, een klooster uit de 12e eeuw.
Alhoewel in 1314 de orde der Tempeliers, de grootste religieuze ridderorde ooit, werd ontbonden, gevolg van de vervolging door de Franse koning werden in 1319, op verzoek van de Portugese koning, leden van deze orde in een nieuwe orde geintegreerd: de Militie van de Ridders van Christus. Zo konden de Tempeliers hun activiteiten voortzetten. Het belangrijkste teken dat deze verandering markeerde was te zien in het kruis van de orde. Het had nu rechte armen in plaats van de gebogen armen van het Tempelierskruis.
Bij de ingang van het kasteel staat een Tempeliers ridder met helm en zwaard en ik maak foto’s. Best leuk tot blijkt dat de foto die we nemen duur betaald moet worden. De hoogte van het bedrag wordt getoond als hij een kistje met een gouden beker opent (de Heilige Graal?) en zeer opvallend, een briefje van 10 euro te zien is.
Ik vind het wel goed, we wandelen het kasteel in en doen net alsof we het briefje niet gezien hebben. Helaas is slechts een klein deel van het kasteel te zien. De rest van het kasteel en het klooster moet via een andere zijde betreden worden.
Wanneer we de tempelier ridder weer passeren is hij druk bezig geld te innen bij andere toeristen.
Bij de ingang van het klooster krijgen we vanwege onze leeftijd 50% korting op de toegangsprijs en lopen naar binnen. Het is een bijzonder klooster, zeer uitgestrekt en via ontelbare trappen komen we tot boven op het dak, zien kloostercellen, bezoeken eindeloze binnenhoven en nemen we een kijkje in de bijzondere kerk.
Het is leuk hier rond te dwalen. Na enkele uren dalen we weer af naar het stadje waar we een druk restaurant binnenlopen. Het menu ziet er goed uit, er is nog een tafeltje vrij en we kunnen, ook al is het inmiddels drie uur, nog eten. Het blijkt een goede keuze want het eten is lekker en rond half 5 wandelen we langzaam terug naar de camper. Omdat ik opnieuw teveel heb gegeten loop ik nog even door naar de Lidl waarbij ik in een mensenmenigte terecht kom. Eerst denk ik dat het een demonstratie is maar gelet op de geschminkte deelnemers zal het wel iets anders zijn. Door de vele en hoge bomen op deze plek is er geen satelliet ontvangst dus brengen we de avond lezend door. Het is buiten doodstil.
Donderdag 14 november staan we om half 8 op en na een ontbijt met een gekookt eitje rijden we naar de dumpplek. We kunnen ook water vullen. Als alles vol resp. leeg is vertrekken we. Daarbij moet de camper veel steken want de toegang tot deze voormalige camping is erg smal. De weg voert direct door een prachtig berglandschap. Wel over smalle wegen en door soms uitgestorven dorpjes. Uiteindelijk arriveren we op een bredere weg en kunnen we harder rijden dan 35 km. In Castelo Branco rijden we naar een nieuwe parking voor campers maar deze is én vol én klein. Hier passen we nooit dus rijden we door naar de parking voor de Intermarché waar voldoende ruimte is. In tegenstelling tot de afgelopen dagen is het grijs en miezerig en zo nu en dan regent het ook. Omdat ik een China winkel en een Decathlon heb gezien loop ik na de koffie daarnaar toe. Dick gelooft het wel en blijft thuis. Straks gaat hij wel even mee naar de supermercado. Deze parking ligt verder van de winkels dan de andere die vol stond en ik moet zeker 2.5 km lopen. Maar na de overvloedige maaltijd van gisteren is dat niet erg. Ik dwaal rond in beide winkels maar zie niets wat ik nodig heb dus 5 km later kom ik zonder iets terug.
Samen zoeken we eten bij de Intermarche. Uiteindelijk kiezen we voor lasagne die goed smaakt.
Vrijdag 15 november is het nog steeds grijs en er waait een koude wind. Het is slechts 10 graden Om half negen vertrekken we, nadat we ons grey en black water gedumpt hebben. Weer voert de weg dwars door de bergen. Nadat we midden in de bergen een stenen bruggetje zijn overgestoken, arriveren we in Spanje. We zijn in de Extramadura, een regio ter grootte van Nederland, dun bevolkt, ongerept en met een eeuwenoude geschiedenis. Het is terug te zien in de mooie oude stadjes.
We moeten zo nu en dan stoppen om kuddes schapen die hier van de ene naar de andere weidegrond gebracht worden door te laten en op de vlaktes lopen de Iberische varkens, de Pata Negra. De donkere varkens die voor de heerlijke Spaanse Jamon zorgen. Met name in de herfst doen ze zich tegoed aan de eikels die van de bomen vallen. Ze eten dan tot 10 kg eikels per dag. Het vrij rondlopen, samen met dit voedsel, zorgt ervoor dat vet in het spierweefsel wordt opgebouwd en het vlees een nootachtige smaak krijg
Het is leuk dat Dick deze varkens nu ook te zien krijgt. Zelf zag ik ze regelmatig buiten rondlopen op mijn tocht over de Ruta de la Plata. In Coria vinden we een parking naast de sporthal. Het ligt niet ver van het centrum dus als de camper staat wandelen we naar het oude centrum. Het stadje is oud en uitgestorven, niemand is op straat en na een kijkje bij de kasteelmuren wandelen we weer terug.
In de middag neemt de wind toe. Hij loeit om de sporthal en camper en TV ontvangst is er niet. ’s avonds loopt de parking vol met auto’s en bussen. Er zijn overduidelijk wedstrijden, maar in welke sport? We hebben geen idee. Om 10 uur vertrekt iedereen en wordt het stil buiten.
Zaterdag 16 november schijnt de zon gelukkig weer en is de wind afgenomen. Onderweg zien we de aanduiding “Caparra” staan. Het betreft de Arco Romano de Caparra, een vierhoekige boog die uit de 1e eeuw dateert en het symbool is van de Ruta de la Plata die er doorheen voert. Alhoewel Dick de plek op mijn foto’s al heeft gezien wil ik deze Arco ook in het echt laten zien. Dus volgen we de aanwijzingen op de borden. Deze brengen ons in de buurt maar niet naar de plek waar ik heen wil. Uiteindelijk zie ik de Arco maar nergens is een parkeerplek voor onze camper dus, ten einde raad, rijden we het stenen pad op dat naar de Arco voert. Vlak voor de Arco draait Dick de camper en dan lopen we het laatste stukje. We maken snel wat foto’s en vertrekken dan weer. We bevinden ons immers op verboden gebied.
In April werd ik hier opgehaald door de barman van Hotel Jarilla dus besluiten we daar koffie te drinken. Helaas is het nog te vroeg om te gaan eten (pas 11 uur).
Bij binnenkomst herkent de barman me meteen en we praten even. Na een kop koffie met een plak zelfgebakken cake vertrekken we weer. Ik ben blij want door al deze plekken af te rijden en aan Dick te kunnen tonen herleeft mijn pelgrimstocht. Nu die over de Ruta de la Plata. De rest van de route voert over de autovia. Het is een prachtige weg en we rijden voortdurend op 1000 meter hoogte. De bomen zijn prachtig in hun herfstkleuren. Om half 1 rijden we Salamanca binnen. We tanken eerst en parkeren dan onze camper op de parking naast de Repsol. Het is ongelooflijk druk en campers staan drie rijen dik. Nadat we geconstateerd hebben dat er wat brandstof onder de auto lekt (wat moeten we hier nu mee doen?) besluiten we naar de binnenstad van Salamanca te wandelen ook al is dat 3 km lopen.
Het is prima wandelweer (18 graden) en nergens mag je in de binnenstad fietsen. In het centrum is het druk. Helaas staat de Plaza Mayor vol met houten huisjes, kennelijk een (nog gesloten) kerstmarkt dus mooie foto’s kunnen we er niet maken. Als we teruglopen vinden we een vrij tafeltje op een plein waar we nog kunnen eten. Bij hetzelfde restaurant at ik in april, toen was het lekker. Ook nu blijkt het eten goed. Wel is het buiten wat koel maar nergens in de restaurants is binnen nog een plekje beschikbaar. Na het eten wandelen we op ons gemakje terug, langs de cathedraal en het huis met de schelpen. Naast onze parking is een hyper China die ik niet kan weerstaan dus als we thuis zijn wandel ik daar nog even naartoe. De tijd vliegt want als ik weer buiten kom is het inmiddels 19.00 uur en donker.
Zondag 17 november zijn we om 7 uur op. De lucht is gelukkig weer blauw, de zon schijnt maar het is slechts 3 graden. We zitten hier dan ook op 825 meter hoogte. Als we om 8 uur wegrijden is het nog donker maar al snel zien we de zon tevoorschijn komen. Regelmatig rijden we door mistbanken waar de temperatuur naar 1 graad daalt.
Het is maar 74 km naar Zamora en we arriveren daar al om half 10. We zijn zo vroeg dat alle plekjes nog bezet zijn maar gelukkig rijdt er een camper weg en kunnen we onze Frankia daar neerzetten. Later op de dag blijken nog veel meer campers te vertrekken. We drinken een koffie, pakken onze volle waszakken en wandelen dan naar de lavanderia. Net voor een Spaanse lopen we binnen zodat ik slechts twee van de drie aanwezige machines belaad. De derde machine is voor haar, mijn derde was komt wel later. Terwijl de machines draaien loopt de ene na de andere Spanjaard binnen en er ontstaat een wachtrij. Doordat er natuurlijk ook Spanjaarden binnenlopen die alleen drogen en dus drogers in beslag nemen neemt het gehele was- en droog proces veel tijd in beslag maar om half 2 is alles schoon en droog en kan ik teruglopen. Gelukkig heeft Dick eerder twee tassen schoon goed meegenomen.
Zoals altijd heeft Dick intussen de camper gepoetst en gezogen, het ziet er blinkend uit. Na een koffie wandelen we naar het centrum, lopen langs de stadsmuur en arriveren in een drukke winkelstraat. Druk met mensen want in Spanje zijn op zondag alle winkels gesloten. Net als gisteren in Salamanca praat ik Dick de oren van zijn hoofd nu mijn herinneringen aan de Plata weer heel levendig zijn. In het centrum vinden we het restaurantje waar ik eerder goed heb gegeten. Binnen is een tafeltje vrij, wel fijn want, ook al schijnt de zon volop, met slechts 15 graden is het te koud om buiten te zitten. We eten voortreffelijk en wandelen dan nog wat rond.
Natuurlijk lopen we langs de albergue waar ik heb geslapen. Uiteindelijk keren we terug naar de camper. Het blijft schitterend weer en we genieten.
Maandag 18 november schijnt de zon alweer en de thermometer die op 4 graden staat loopt snel op. Als we om half 10 vertrekken, nadat we gedumpt en water gevuld hebben, is het al 13 graden. De doodstille autovia strekt zich uit naar het noorden over een uitgestrekte hoogvlakte, de Meseta. Om half 12 arriveren we in Palencia waar we makkelijk een plekje vinden op een grote parking aan de rand van het centrum. We zijn hier vorig jaar ook geweest maar toen stond alles vol. Het is heerlijk weer dus na de koffie wandelen naar het centrum waar we al snel op het grote plein aankomen waar zich de op drie na grootste kathedraal van Spanje bevindt. Alleen die in Toledo en Sevilla zijn groter. Een bezoek moet zeer de moeite waard zijn en dus betalen we entree en lopen naar binnen. De kathedraal doet ons denken aan die van Burgos. Later blijkt dat Burgos ook model heeft gestaan voor deze kerk. We drentelen langzaam rond en bewonderen de vele kapellen.
Uiteindelijk dalen we af naar de crypte. Terwijl we daar lopen gaat het licht uit en even later horen we gerammel van sleutelbossen. Terwijl we naar de trap lopen horen we “cerrado cerrado” en wordt ons aangegeven dat we de kerk moeten verlaten. Het is 2 uur en dus “Siesta”. Buiten lopen we naar de Calle Mayor, de hoofdstraat van de stad die dwars door de stad loopt. Het is er gezellig druk met Spanjaarden die op weg zijn. Naar huis? naar een restaurantje? Wij vinden op een pleintje een vrij tafeltje waar we wat eten. Het eten is niet echt bijzonder en onze drankjes worden dubbel berekend. Na veel gesoebat met de serveerster lopen we terug naar de camper. Omdat ik vind dat ik nog te weinig heb rondgelopen wandel ik nog even door om sap te halen bij de Lidl. Op de terugweg ga ik ook nog even langs bij de (inmiddels gesloten) bar. Ik geloof niet dat er gerestitueerd kan worden als mijn creditcard nummer niet vermeld is Uiteindelijk krijg ik het teveel betaalde in cash terug. Weken later, als ik mijn afschrijving van de creditcard krijg blijkt het geld toch gerestitueerd. We gaan komend jaar dus weer naar Palencia om het geld terug te geven, eten hoeven we er niet meer. ’s Avonds kijken we TV alvorens we op dit stille plekje gaan slapen.
Dinsdag 19 november ontbijten we allebei met een eitje. Ik krijg een gekookt eitje en Dick bakt een eitje. In de supermercado hebben we een schattig klein pannetje gevonden voor dit doel. De dumpplek ligt erg ongunstig en daar we toch naar Vitoria rijden, waar we wel goed kunnen dumpen en water vullen, vertrekken we meteen na het ontbijt. Opnieuw rijden we over de Meseta. Het blijft bijzonder om op deze uitgestrekte vlakte te zijn. De meseta strekt zich uit over 210.000 vierkante kilometer en heeft een gemiddelde hoogte van 660 meter. De Camino Frances voert hier ook over, 220 km lang. Het is een schijnbaar eindeloos pad. Inmiddels is mijn ervaring dat de Ruta de la Plata ook dergelijke eindeloos uitgestrekte paden kent die naar wie weet waar leiden. We rijden dwars door Burgos en dan is het nog maar een klein stukje naar Vitoria. Inmiddels is de parking voor campers middels slagbomen afgesneden van de gewone parking maar na aanmelding en het intikken van een persoonlijke code kun je er nog steeds gratis overnachten. Binnenkort zal hier wel betaald moeten worden. In de middag doen we weinig.
We lopen naar de naast het parkeerterrein gelegen Eroski supermarkt. De laatste die we in Spanje tegen komen onderweg naar Frankrijk. Kopen wat eten wat we graag meenemen en zoals bijna iedere dag, poetst Dick onze, telkens weer, smerige ramen. ‘s Avonds maken we spaghetti die lekker smaakt na al die maaltijden in restaurants. Het wordt druk op de parking.
Woensdag is het grijs en grauw en we worden wakker door de opbouw van marktkraampjes voor onze camper. Om 9 uur zijn we op weg naar de bergen. Ook al zijn er zo nu en dan droge periodes toch miezert het regelmatig. We passeren Pamplona en klimmen dan de bergen in. Inmiddels bevinden we ons weer op de Camino Frances en zo nu en dan passeren we een groepje pelgrims die, diep in hun poncho’s gedoken, regen en wind trotseren.
Na even gestopt te zijn in Roncesvalles en een foto te hebben genomen van de gesloten albergue, arriveren we in St Jean Pied de Port. Even later lopen we naar de ernaast gelegen Carrefour om onze Franse propaanfles te wisselen. Zoals altijd kost dat enige tijd maar uiteindelijk kan Dick een volle fles aansluiten. Het is inmiddels droog dus wandelen we het stadje in. Ook al behoort dit stadje tot onze favoriete bestemming, nu, eind november is het er doods. Alles is dicht, restaurantjes en (veel erger) mijn favoriete pelgrims winkel Boutique du Pelerin. Nee, in het vervolg moeten we een bezoek tot St Jean Pied de Port beperken tot het toeristenseizoen.
Nadat we wel een kaarsje hebben opgestoken in de kerk om te bedanken voor weer een heerlijke tocht, wandelen we terug naar de camper. We lezen wat, eten cordon bleu met gebakken aardappelen en volgen het nieuws op de TV. We zijn op weg naar huis.
Donderdag 21 november haal ik voor de verandering een verse baquette. Nadat we afgewassen hebben tanken we schoon water en dumpen al ons vuile water en vertrekken. De lucht is grijs en het is slechts 13 graden maar het is droog. Over binnenwegen rijden we naar het noorden. Zo nu en dan kunnen we een blik op de Pyreneeen werpen, de toppenzijn inmiddels besneeuwd. Rond 12 uur begint het te regenen, soms heel zware buien en de wind steekt ook op. Het is geen weer om buiten iets te ondernemen, dus besluiten we onze bestemming te veranderen en naar Barbezieux te rijden. Naast een grote Leclerc supermarket is een parking waar altijd wel plaats is. Over dubbelbaans wegen zoeken we onze weg naar het noorden. Regelmatig worden we gewaarschuwd voor “vente violente”, het waait dan ook hard. Het landschap verandert, we rijden nu door de wijnvelden, de druiven zijn inmiddels geplukt maar er zit nog veel blad aan de ranken.
Na de regio Bordeaux arriveren we in de regio Cognac en iets later kunnen we onze camper parkeren. Het is drie uur en de regen is overgegaan in miezer, wel waait het nog steeds hard. De thermometer wijst 13 graden aan.
Bij een kop koffie plannen we onze reis naar huis. Woensdag a.s. hopen we terug te keren. Omdat we naast de grote supermercado staan kan ik natuurlijk niet de verleiding weerstaan om daar rond te dwalen. Het is goed dat te doen want ik vind en een prachtige muts en het zout uit Guerande. Dat laatste kopen we voor Henk die dat bij de bereiding van zijn pizzadeeg gebruikt. Het was de bedoeling om het in Guerande zelf te kopen maar het weer is niet aanlokkelijk om nog veel te rijden en nu hier hetzelfde zout te koop is maken we niet meer de omweg. ‘s Avonds bij het opwarmen van onze restjes eten is de andere gasfles leeg en kan Dick omschakelen naar het Franse propaan.
Bij het afwassen na het ontbijt op vrijdag 22 november ontdekken we dat onze watertank grotendeels is leeggelopen. Water lijkt uit buizen onder de camper te komen en duct tape die Dick bevestigt lijkt niet te helpen. We bellen onze camper dealer die suggesties geeft over losgetrilde kranen en besluiten om nog sneller naar huis te rijden. Elkaar regelmatig afwisselend aan het stuur rijden we noordwaarts en om kwart over 6, in het donker, arriveren we in Saint Julien le Faucon, waar aan de rand van het dorp een kleine parking is.
Er staat al een camper en we parkeren ernaast. De temperatuur ligt inmiddels rond het vriespunt maar uit een kraantje komt nog wat water dus met een gieter loop ik enkele malen heen en weer om onze tank te vullen. Zo te zien blijft het water in de tank. Hopelijk zit het er morgen ook nog in. Dan maken we een kom soep en samen met toast en Franse kaas hebben we voldoende. We hebben 484 km gereden en doen niets meer.
Zaterdag 23 november staan we om haf 8 op. Het water is in de tank gebleven dus klaarblijkelijk heeft het aandraaien van kranen geholpen. Er is een ijzige wind dus het dumpen gebeurt snel en om 9 uur zijn we op weg. Nadat we eerst alleen smalle binnendoor wegen hebben, volgen we vanaf Rouen vaker 4- baanswegen en kunnen we beter opschieten. Ons doel vandaag is camperplek ’t Kakelhof in het plaatsje Meer in het noorden van Belgie. Om de beurt zitten we achter het stuur. Helaas voert de Hakuna ons dwars door de drukke binnenstad van Antwerpen waardoor we het laatste deel van onze reis in het donker moeten afleggen. Uiteindelijk arriveren we om 6 uur in Meer.
Het is even zoeken waar we onze camper kunnen parkeren maar aan de hand van enkele foto’s vindt Dick de plek. We staan voor grote kippenschuren en dat is te ruiken. Gelukkig is het koud en blijven alle ramen dicht. Er zijn hier ook automaten waar voedsel in zit. Het is een af- en aanrijden van auto’s dus de kwaliteit van het gebodene zal wel goed zijn. Wij kopen vlees, eieren en aardappels zodat we even later van gebakken aardappels met een burger en eitje kunnen smullen. Het stormt buiten en opnieuw hebben we geen TV signaal. De rest van de avond brengen we lezend door. Dat we 502 km hebben gereden is merkbaar en bijtijds liggen we in bed.
Zondag 24 november zijn we voor achten op, de zon komt tevoorschijn en begroet ons. Na een snel ontbijt vertrekken we. Het is stil op de weg en de afstand naar huis is minder dan 70 km dus om kwart voor 10 staan we achter ons huis.
De rest van de dag besteden we aan uitladen en poetsen. We boffen want het klaart op, de wind gaat wat liggen en de temperatuur loopt op naar 11 graden. Zelfs de zon komt zo nu en dan tevoorschijn. Als eind van de middag binnen en buiten alles gepoetst is zetten we de camper op een vrijgekomen parkeerplek achter ons huis.
Morgen brengen we de camper pas naar de stalling. Eerst wil Dick langs de Fiat garage om te laten checken wat er nu aan de hand is met de brandstof tank. Alhoewel ik meestal zo lang mogelijk op stap ben is het weer fijn om thuis te zijn. Na 6252 km rijden en veel mooie en ook warme dagen is het goed geweest.