Alhoewel het water van het zwembad op de camping in North Fort Meijers erg verkoelend werkt en het leuk is om te zien hoe hier het kinderbadje gevuld is met de ouderen die de camping bevolken wordt het ook wel weer eens tijd om wat te doen en wat is dan leuker om te gaan geocachen, je hebt een doel om er op uit te trekken.
Niet ver van de camping blijken een aantal caches te liggen dus daar rijden we naar toe en lopen vervolgens langs een weg die nergens naar toe leidt. Waarschijnlijk jaren geleden aangelegd met de gedachte dat er een woonwijk gevestigd zou worden maar nog steeds is er, behalve de regelmatig geplaatste brandkranen geen enkel spoor van menselijk leven. Ideaal dus om caches te verstoppen en te zoeken. Hoeven we ook niet in de “stealth modus” als we een cache vinden omdat je niet te maken hebt met nieuwsgierige mensen die willen weten wat je aan het doen bent. Het is trouwens wel opvallend dat veel Amerikanen bekend zijn met geocachen en het lijkt wel of er op iedere straathoek caches verstopt zijn. De rest van de middag lopen we rond, zoeken en vinden caches maar moeten tot onze spijt ook constateren dat we twee caches niet kunnen vinden. Onuitstaanbaar natuurlijk, maar omdat het opeens donker is (je vergeet echt de tijd als je bezig bent) wordt het op een gegeven moment toch tijd om naar de camper terug te keren. Daarbij komt dat het in het donker tussen de bosjes toch wel lastig zoeken is. Omdat we pas tegen half acht terug zijn bij de camper eten we gemakkelijk, maar de varkenslapjes van de grill met de aardappelsalade en sla smaken best na zoveel inspanning. Na het eten schrijf ik nog even verder aan mijn stukje voor de website met als gevolg dat Dick tot over twaalf uur bezig is dit stukje te plaatsen.
Zondag 5 februari ontbijten we gezellig voor de camper want het is ’s ochtends half negen al 22 graden. We zijn nu echt in een ander klimaat terechtgekomen, jassen of truien zijn er eigenlijk niet meer bij. Nadat we de ontbijt boel hebben afgewassen rijden we met de luxe bolide van Sandra en Rene naar de eilanden Sanibel en Captiva, gelegen voor de kust van Fort Meijers. We kruisen enkele hoge en vooral lange bruggen en komen dan op Sanibel Island. Het is zondagmorgen en erg druk. Niet alleen alle parkeerterreinen van de (vele) kerken staan vol ook andere parkeerterreinen omdat er op verschillende plekken “farmers markten” zijn. We boffen want vlakbij een van deze farmers markten zijn enkele leuke caches verborgen zodat we en even over de markt rondlopen en tegelijkertijd ook nog wat kunnen traceren. De zon doet pogingen om door te breken wat een enkele keer lukt maar heel regelmatig verdwijnt deze ook weer om plaats te maken voor wat donkere wolken. Ach de temperatuur blijft hoog dus erg veel last hebben we er niet van alleen is het niet echt leuk om nu op een strand te zitten. Sanibel is een prachtig groen eiland met niet alleen schitterende huizen maar ook veel natuur en snel rijden we een wildlife refuge in waar zich enorm veel watervogels bevinden. Er is ook overal mangroves met als gevolg enorme aantallen mosquito’s, die zich de langs komende mensen goed laten smaken. Op bepaalde plekken is het raadzaam alvorens je hoofd zelfs maar buiten de deur van de auto te steken om je te besproeien met anti mug met tenminste 40 % deet. Zonder dat ben je zeker het mikpunt van een bombardement onooglijk kleine, maar oh zo venijnig stekende beestjes. Op het eiland Captiva drinken we lekker wat op een terrasje en doen dat even later nog even over bij een Starbucks. De taart op het eerste terras was voortreffelijk maar de koffie is toch aanzienlijk lekkerder bij Starbucks. En dan is het al weer tijd om terug te rijden.
Uiteraard stoppen we nog een paar maal om caches te zoeken. Twee ervan zijn “Earthcaches” wat betekent dat je door een park rond loopt antwoorden zoekt op vragen (te vinden op borden die overal in het park geplaatst zijn). Je moet de antwoorden naar de CO (cache owner) per email sturen soms krijg je daarop een antwoord, soms ook niet. Daarna mag je deze cache pas loggen. Het brengt met zich mee dat we ongemerkt toch weer een groot aantal kilometers in de benen krijgen. Om deze leuke en gezellige dag af te sluiten rijden we nog even langs Fort Meijers Beach. Rene is hier ooit in zij wilde jaren eens geweest en wilde graag zien hoe het er nu uit ziet. Eindelijk vinden we hier een plek met jongeren, ze bestaan dus in Florida. We lopen nog wat rond over de boulevard, pakken en passant nog even twee caches en rijden (het is inmiddels pikdonker) terug naar de camper, waar we lekker eten en tegen half elf, moe van de vele buitenlucht en de warmte, ons bed opzoeken. ’s Nachts is het broeierig warm dus na het opstaan, heet is nu maandag 6 februari, stop ik even ons beddengoed en wat we aan vuile kleding hebben in de wasmachine. Daardoor zijn we pas laat bij Sandra en Rene maar het ontbijt smaakt des te lekkerder. In een broeierige hitte, er heersen nu echt tropische temperaturen, rijden we verder naar het zuiden. Het is druk op de weg en we worden gek van de vele stoplichten, die als we naderen natuurlijk altijd op rood springen en zijn blij als de hakuna even later een andere weg aangeeft die aanzienlijk stiller is. Opnieuw zijn de temperaturen als in de tropen en er zijn zelfs torenhoge wolken te zien. Het ziet er naar uit alsof het ieder moment kan regenen maar we houden het droog en pas nadat de camper op de campground in Collier Seminole State Park staat begint het te regenen, eerst nog zachtjes maar al snel is de regen zo hevig en veel, dat een groot deel van de campground omgetoverd wordt in water. Tegen de avond miezert het alleen nog, maar met deze vochtigheid en niet te vergeten warmte (het is nog steeds 22 graden) is het buiten alleen goed toeven voor de honderden mosquito’s.
Na het ontbijt op dinsdag rijden we naar Everglades City om het paleisje te bewonderen waar Sandra en Rene hun intrek hebben genomen. Een oud bankgebouw is omgebouwd tot Bed en Breakfast en het ziet er prachtig uit, rustig en schoon. We kijken even bij de vele vultures (gieren) die in dit dorpje leven (komen er later pas achter dat deze vogels gek op rubber zijn en regelmatig stukken uit autobanden slopen) en rijden daarna rond in de omgeving. Uiteraard om caches te zoeken zodat we en passant op plekken zijn waar we anders nooit zouden komen. Sommige erg plesant, zoals bij de kust, uitzicht op zee en overal nesten van vogels en andere wat minder aangenaam omdat je er wordt opgegeten door de mosquito’s (een van de cache plekken heet niet voor niets “Skeeter Feeder”). Uiteindelijk hebben we de hele omgeving uitgekamd en wordt het tijd om Naples te bezoeken. Langs een deel van de weg er naar toe zien we bijna om de meter een krokodil liggen zonnen. Het klopt dus wel dat er zo’n 2 miljoen van die creaturen in Florida rondlopen. Zolang je er maar niet met iets eetsbaars in hun buurt komt heb je er echter niets van te vrezen. Het is inmiddels erg warm geworden, 30 graden met een hoge luchtvochtigheid dus is het heerlijk om, op jacht naar caches, een stuk over het strand te lopen. Helaas heb ik mijn fototoestel per ongeluk thuis gelaten en kan ik niet de vele Pelikanen fotograferen die op de palen van een wrakkige pier zitten en ons aangapen. De middag vliegt helaas om, temeer omdat we naast de jacht op caches en het nuttigen van een lekkere milkshake gebracht door een meisje op rolschaatsen, ook nog het langdurige proces moeten doorstaan van het laden van onze MiFi (mobiel internet). Je zou toch denken dat men hier verstand van heeft in de Verizon telefoonwinkel, maar nee hoor. Het kost bijna anderhalf uur, waarvan de manager zeker een half uur met de helpdesk aan de telefoon hangt, alvorens we weer over een opgeladen MiFi kaart kunnen beschikken. Omdat het al redelijk vroeg donker wordt rijden we tegen vier uur terug naar de campground. Daar zijn ook nog enkele caches te vinden die we niet willen laten liggen. Uiteindelijk betekent dit dat we de laatste twee caches in het (schemer) donker vinden waarbij we onderwijl bestormd worden door de mosquito’s, met als gevolg dat ik de hele avond en halve nacht bezig ben met het bestrijden van de gevolgen ervan middels lotions en sprays (wat niet of slechts heel even helpt) en uiteindelijk maar het probate middel “krabben“ gebruik.
Na het ontbijt op woensdagmorgen rijden we via de noordkant van de Everglades naar Homestead. Sandra en Rene maken onderweg een uitstapje met een trammetje de Everglades in terwijl wij doorrijden om alvast een onderkomen voor de nacht te vinden.
Onderweg komen we het kleinste postkantoortje van de US tegen waar we uiteraard een foto maken en een cache vinden. Langzaam maken de mangroves plaats voor landbouw gronden en overal zien we mensen in de velden gewassen plukken. De camping in Homestead is drie maal niets dus rijden we omdat we evenmin bij Wal-Mart mogen overnachten naar Everglades National Park. Daar vinden we een prachtige plaats midden in de natuur. Omdat Sandra en Rene niet weten waar we zijn en we hier ook geen internet hebben rijden we terug naar Homestead. Op het terrein van Wal-Mart krijgen we gelukkig via de Skype/telefoon kontact met Sandra en Rene en na boodschappen te hebben gedaan arriveren deze ook. Daar de afstand naar de campground eigenlijk te ver is (22km), Rene nog moet werken en wij geen internet verbinding hebben, besluiten Sandra en Rene in Homestead te blijven terwijl wij terug rijden naar de campground in het National Park. Helaas is het te koud om buiten te zitten maar het is wel rustig en HET moment om onze administratie weer eens bij te werken, foto’s uit te laden en caches te loggen.
Donderdag 9 februari is het nog steeds bewolkt maar tegen half tien verschijnt gelukkig de zon ook de temperatuur ligt rond de 20 graden. Als we ontbeten hebben zet Rene zijn wagen op de campingplek en rijden we met de camper verder het National Park in. We zijn op weg naar Flamingo, het zuidelijkste puntje van de Everglades en maken onderweg een aantal mooie wandelingen, o.a om de grootste nog levende Mahony tree in de wereld te bewonderen. Dat laatste is niet echt een pretje want de boardwalk naar deze tree is vergeven van grote steekvliegen en vooral de mannen zijn het mikpunt van deze beesten.
Al snel heeft Rene een remedie, tegen Sandra aangedrukt zet hij zijn wandeling voort, met als gevolg dat Sandra nu het mikpunt van deze hinderlijk bijtende beesten wordt. We zijn allemaal blij dat de boardwalk niet al te lang is. Als we in Flamingo aankomen is de zon goed doorgebroken en de temperatuur naar 28 graden opgelopen. We lopen wat rond, kijken in het Visitor Center waar we stempeltjes in ons NP paspoort zetten, zien de zeldzame American Crocodile (aan de tanden en de spits toelopende bek is te zien dat het geen Alligators zijn) en een Osprey die een nest aan het bouwen is. Als deze met een tak in zijn bek aan komt vliegen slaagt Rene erin enkele schitterende foto’s van deze vogel te maken. Met zulk mooi en warm weer is het natuurlijk heerlijk om ook buiten te lunchen dus zoeken we een picnic tafel op en gaan onder het toeziend oog van enkele Ibissen en de overal rondvliegende Vultures lekker eten.
Maar goed dat we langere tijd in Flamingo gebleven zijn want op de terugweg stapelen dikke donkere wolken zich op en na nog een wandeling bij Gumbo Limbo (de naam van een aparte rode boom met o.a.de bijnaam Tourist Tree) begint het wat te spetteren en na nog wat caches net buiten het park gezocht en gevonden te hebben, barst de regen los. De bijnaam Tourist Tree komt van het feit dat deze boom een rode bast heeft en weer wit is als hij zijn bast verliest, net touristen dus. Binnen no time heeft de camping meer plassen dan weg maar wij zitten lekker droog en als we om half acht ‘s avonds aan een nachtwandeling met de Ranger beginnen stopt de regen zodat we de meegebrachte parapluies niet hoeven te gebruiken.
We hebben een leuke nachtwandeling en zien redelijk wat Alligators die al van veraf herkenbaar zijn aan hun knalrode ogen die als reflectoren terugkaatsen.
Ook bewonderen we enkele vogels die in de bomen zitten te slapen of zoals de Night Heron nog even en vis proberen te verschalken. Om negen uur nemen we afscheid van elkaar, wij gaan terug naar de campground en Sandra en Rene naar hun motel in Homestead. Ons mooie plekje blijkt ingenomen te zijn door vier wat haveloos uitziende mannen en een vieze hond. Mijn op de tafel geplakte bordje “ occupied, met data” hebben ze weggehaald in de veronderstelling dat we door de regen eerder waren vertrokken. Zo werkt dat echter niet, er zijn plaatsen genoeg op de campground en ze gaan maar ergens anders staan. Na wat gemopper en irritatie doordat ik buiten bij hun wagen blijf staan wachten, rijden ze uiteindelijk een kwartier later weg en kunnen we ons gereed maken voor de nacht.
We hebben afgesproken elkaar vrijdag 10 februari ’s ochtends bij Wal-Mart te ontmoeten zodat we gezellig samen kunnen ontbijten en alsof we de klok erop gelijk hebben gezet, komen we tegelijkertijd aan. Na een lekker ontbijtje verdwijnen Sandra en ik nog even Wal-Mart in om (de mannen zijn bij de camper gebleven) enige tijd later met wat laatste boodschappen en enkele kledingstukken, terug te keren. We pinnen nog wat geld, vullen onze tanks met diesel en benzine en rijden dan via de eerste brug de Florida Keys op, een lange reeks eilandjes eindigend in Key West, 90 mile van Cuba verwijderd.
Bij Wal-Mart staan we nog lekker in de zon (nu ja lekker, de zon brand gewoon en het is met 29 graden broeierig heet) maar zodra we de Keys oprijden maken de wolken het de zon onmogelijk om nog door te komen. Wel blijft de temperatuur goed en met zo’n 25 graden blijft het buiten aangenaam. We hebben bij John Pennekanp State Park op Key Largo voor twee nachten een reservering kunnen maken dus als we aankomen is er een plaatsje voor de camper. Net nadat we de camper neergezet hebben begint het te regenen en het is fijn dat Dick even later ons zonne/regenscherm uitzet zodat we daar onder kunnen zitten. Sandra en Rene vinden gelukkig niet al te ver van dit State Park ook een mooi motel en komen nadat ze alles geregeld hebben, terug naar de camper.
In het State Park is een duikcentrum en daar gaan we de duiken voor morgen regelen. De rest van de middag kletsen we gezellig en zetten ook alle duikspullen gereed. Morgen moeten we namelijk om 8 uur al bij het duikcentrum staan. De dag vliegt voorbij en eigenlijk hebben we niet zo heel veel last van de regen. Wel kijken we met argusogen naar de diepe plas, meer een mini vijver, achter de camper die zich steeds verder uitbreidt. Gelukkig houden we het droog op de plek waar we zitten. We eten niet al te laat en liggen bijtijds in bed. Om half zeven staan we zaterdag 11 februari al naast ons bed en na gedouched te hebben (de State Parks hebben allemaal douches) rijden we met de camper naar het parkeerterrein van het een paar honderd meter verderop liggende duikcentrum. Bijna tegelijkertijd komen Sandra en Rene aan en samen genieten we van een lekker ontbijtje. Daarna wordt het tijd om beladen met duikspullen het noodzakelijke papierwerk voor de duik te doen, te betalen en daarna kunnen we een plekje zoeken op de boot. We boffen, de boot kan 18 man hebben maar we zijn maar met zijn zevenen.Wel moeten we nog even geduld hebben alvorens we kunnen uitvaren omdat men vergeten is een gids te waarschuwen terwijl er wel 2 Amerikanen aan boord zijn die een gids hebben besteld. Ach het is mooi weer en we hebben veel te praten dus de tijd vliegt. Uiteindelijk arriveert de gids en varen we rond tien uur door de mangroves naar open water waar we na enige tijd varen bij Molasses reef ankeren. Na een uitgebreide briefing van de captain springen we overboord. Over de watertemperatuur hebben we niet te klagen want die is 26 graden en dus goed te doen met een 5 mm pak.
De duikstek is net als alle andere stekken in Florida erg ondiep en met moeite komen we tot 10,5 meter. Er is wel veel vis en een visibility van zeker 20 meter. Op vele plekken in Azie heb ik slechtere condities gezien.We zwemmen bijna een uur rond en komen na 59 minuten weer boven bij de boot. We zijn de laatsten dus als we zitten wordt de ladder opgehaald, varen we 5 minuten en ankeren we opnieuw. Binnen 20 minuten, na een tweede briefing, springen we alweer het water in. De watertemperatuur valt nu enorm tegen. We zijn eigenlijk nog te koud van de eerste duik en onvoldoende opgewarmd, zodat we eigenlijk binnen tien minuten al weer terug willen. Gelukkig zijn er op deze plek nog veel meer vissen waaronder enkele Baracuda’s en ik zie zelfs een Nurse Shark. Toch besluiten we snel om te keren maar door de stroming (en het niet helemaal goed op ons kompas kijken kunnen we de boot niet zo snel vinden. Nadat we nog even een Goliath Grouper hebben bestudeerd (de naam geeft al aan dat het een reusachtig beest is) ga ik omhoog om de boot te zoeken. We blijken er niet zo heel ver vandaan te zitten maar omdat het weer is omgeslagen en de redelijk kalme zee veranderd is in een woest aandoend landschap met enorme golven kunnen we er niet boven water naar toe zwemmen. Dankzij uitgegooide boeilijnen kunnen we ons uiteindelijk het laatste stuk naar de boot trekken en met veel moeite uiteindelijk de ladder beklimmen die per golf flink op en neer gaat. Gevolg is een ernstige aanval van zeeziekte van Dick die pas weer bijkomt als we 35 minuten later weer in de haven aankomen. We kunnen onze spullen goed spoelen, leggen alle natte zooi in de kist en Dick rijdt de camper naar een andere plek op de campground terwijl ik me incheck voor die andere plek. In deze tijden van drukte is het bijzonder dat je een plekje kunt krijgen op een State Park en twee nachten dezelfde plek is alleen mogelijk als je tenminste 11 maanden tevoren gereserveerd hebt. Ach het is geen grote camping en de tweede plek is ook prima. Bij terugkeer op de campground blijkt Dick ons kledingrek al te hebben neergezet zodat de duikpakken en stabjacks lekker kunnen uitlekken. Al snel is ieder vrij plekje om de camper ingenomen door uitlekkende/drogende duikattributen. Wat heb je toch onvoorstelbaar veel natte zooi na het duiken. De warme en pittige soep smaakt uitstekend en daarna rijden Sandra en Rene naar hun motel terwijl wij administratie doen en ik eindelijk weer eens verder ga schrijven aan mijn stukje voor de website. Ik loop hopeloos achter. Tegen zeven uur zijn Sandra en Rene terug en terwijl Dick een lekkere maaltijd bereid kletsen we gezellig bij. We raken niet uitgepraat over onze belevenissen. Helaas kunnen we niet meer buiten zitten, door de harde wind is de temperatuur van 29 naar 20 graden gedaald. We eten al snel want we hebben de camp host’s Gerry en Ann beloofd dat we vanavond koffie bij hen komen drinken.
Beiden zijn bijna vijftig jaar geleden naar America geemigreerd en spreken in tegenstelling tot heel veel andere ge-emigreerde landgenoten nog voortreffelijk Nederlands. Om acht uur staat de vaat in het rek en lopen we naar hun camper. Deze is erg ruim dus we hebben voldoende plek om er met zijn zessen te zitten. We worden verwend met een door ann zelfgemaakt Key Lime pie die echt voortreffelijk smaakt. Echt iets om eens een keer proberen te maken. Het is enorm gezellig, we kletsen wat af met zijn zessen en de avond vliegt om. Het loopt al tegen elven voordat we afscheid nemen van elkaar. We hopen elkaar zeker nog eens te ontmoeten.
Zondag 13 februari ontbijten we opnieuw met zijn vieren op de parkeerplaats nu vlak bij het water want daar is een Earthcache en om deze te kunnen loggen moeten we niet alleen enkele vragen beantwoorden maar ook een foto nemen van een specifieke plek. Het weer is drastisch omgeslagen, er is nog wel wat blauwe lucht en een waterig zonnetje te zien maar er waait ook een koude wind, de temperatuur komt niet boven de 16 graden. Tegen elf uur rijden we over een brug het eerste eiland van de Keys op, er zullen nog vele bruggen volgen. We hebben al een camping vastgelegd dus hoeven ons niet heel erg te haasten zodat we op ons gemakje rijden en zo nu en dan stoppen om een cache te zoeken.
Alvorens we in Key West arriveren stoppen we in Big Pine Key waar we niet alleen het beroemde “Key Deer” zien, een hert niet groter dan een uit de kluiten gewassen hond, maar in de cache “Later Alligator” ook de Travel Coin terugvinden die Sandra en Rene October vorig jaar in Washington DC hebben achtergelaten en die na enige omzwervingen door andere geocachers hier is achtergelaten en zijn doel heeft bereikt. Het is een leuk moment om uiteindelijk je eigen Travel Coin weer in de armen te kunnen sluiten.
Daarna is het nog een klein stukje rijden naar Key West, de zon is gelukkig volledig doorgebroken en schijnt volop maar de temperatuur komt nog steeds niet boven de 18 graden. De camping is goed te vinden en we hebben een redelijke plek in de zon en zelfs wat ruimte om buiten te zitten (maar dat mag ook wel als je 70 dollar per nacht moet betalen). Sandra en Rene rijden verder als ze onze plek hebben gezien en we spreken af elkaar via de skype te informeren als ook zij een onderkomen hebben gevonden. Anderhalf uur later fietsen wij naar hun appartement, het is nu 12 graden, de afritsbroek heeft plaats gemaakt voor een spijkerbroek, over onze trui hebben we een windbreaker aangetrokken en naast een muts onder de fietshelm hebben we ook handschoenen aangetrokken. We fietsen in het licht van de ondergaande zon langs de baai en arriveren zo’n dertig minuten later bij het appartement van Sandra en Rene, gevestigd in een van de statige oude panden die zo kenmerkend zijn voor het stadje Key West. Na hun schitterende appartement bekeken te hebben lopen we op ons gemakje door de Old Town en vinden uiteindelijk een goed restaurant. We worden getrakteerd op een werkelijk voortreffelijke maaltijd, wat een verfijnd en smakelijk eten en ook nog romatisch met kaarslicht op de waranda van een soort plantage huis. Ondanks de koude buiten is het hier goed toeven. Na de maaltijd lopen we nog even door Duval street, “de winkelstraat van Key West” en aanschouwen een wonderlijke mengsel van mensen. Met open mond staar ik naar een Drag Queen. Uiteindelijk laten we de mensenmassa achter ons, lopen door de verstilde straten naar het appartement van Sandra en Rene en terwijl zij hun bed induiken fietsen wij in een half uurtje terug naar onze camping. Het was een leuke dag.
Wat is het leuk om nu ook onze eigen belevenissen op jullie site te lezen. Helaas vertrekken wij vandaag weer naar het koude Nederland. We hebben erg genoten van onze reis met jullie. Geniet nog maar lekker verder van dit fantastische land en de vele caches die er nog te vinden zijn.
Groetjes,
Rene en Sandra
Hallo Tita en Dick,
Het is fascinerend om jullie verhalen te lezen. Zouden jullie nu ooit nog kunnen wennen aan het ‘saaie’ leven in Nederland, of is dat iets waar jullie eigelijk naar uitkijken?
Wij gaan zondag a.s. naar Bep en Kees voor de jaarlijkse ‘bijpraatdag’. Zullen aan jullie denken!
Goede reis en we horen weer graag van jullie.
Groeten,
Nico en Ria