Opnieuw er even tussenuit – deel 1
Eind februari tot eind maart 2022
Eigenlijk zouden we pas morgen vertrekken zodat we wat meer tijd hadden maar omdat het morgen 22-02-2022 is, een palindroom dag, besluiten we toch een dag eerder te vertrekken en wel op maandag 21 februari. Dat betekent wel plannen want eerst moet ik om half negen naar het ziekenhuis voor mijn jaarlijkse melanoom controle. Natuurlijk zijn we veel te vroeg in Leiden wat als voordeel heeft dat ik ook vroeger aan de beurt ben en dus arriveren we al om half 10 bij onze camper stalling wat vroeger is dan we afgesproken hebben. Onze camper staat derhalve nog niet buiten, maar Bettie is zo vriendelijk om deze snel voor te rijden en zo zijn we, veel eerder dan gepland, thuis.
De hele weg naar huis heeft het geregend maar nu we willen beginnen met inladen stopt de regen zodat we alle spullen die mee moeten, en dat zijn er best veel, droog in de camper kunnen zetten. We zijn enkele uurtjes bezig om alles een plekje te geven en nadat ook de koelkast gevuld is, kunnen we ons huis afsluiten en rijden we naar Bergen op Zoom. Dit blijft een favoriet overnachtingsplekje als we laat vertrekken. Na de stormen van de afgelopen dagen is het erg rustig aan de boulevard. We zijn de enige camper en parkeren hem in het zonnetje. Helaas is de minibieb vlakbij de supermarket leeggehaald en kunnen we geen boeken ruilen maar wel haal ik een bami-schotel die we vanavond samen met een restje vlees en wat boontjes kunnen eten. Natuurlijk wandelen we ook even naar het water. Het anders zo rustige binnenmeer is veranderd in een woeste zee en de golven beuken op de kust.
Dinsdag 22 februari worden we al vroeg wakker en nadat we verse croissants hebben gegeten, vertrekken we naar België. Eerst naar het plaatsje Opwijk waar we een paar geocaches willen zoeken. Enkele zijn goed bereikbaar maar twee ervan liggen aan zeer modderige karrensporen tussen de weilanden en nog voor we 50 meter op weg zijn zakken we tot aan onze enkels weg. We hadden beter laarzen aan kunnen trekken maar daar is het nu te laat voor. Terug bij de camper pak ik een borstel en bij een plas water ga ik de ergste moddertroep van onze schoenen schrapen. De rest van de vakantie zullen we wel met vieze schoenen lopen want veel sporen blijven er gewoon aan vast plakken. Dat betekent dat als we naar één van de oudste caches van België rijden, die midden in de polder verstopt ligt, we toch maar laarzen aantrekken. Om vlakbij de verstopplek te komen moet Dick over bijzonder smalle paden manoeuvreren. Het lukt net, maar parkeren kan alleen op een uitrit van een boerenpad. Dat betekent dat ik alleen het weiland intrek en Dick achterblijft in de camper voor het geval net nu een boer wil passeren.
Gelukkig ligt de cache op slechts 800 meter van de camper. Wel moet ik door diepe plassen mijn weg banen maar na een half uur ben ik weer terug en kunnen we, voor we naar onze eindbestemming Melle rijden, nog lekker koffiedrinken. Het is even spannend of we weer in de bewoonde wereld kunnen terugkeren als ons ene voorwiel in de modderrand naast het pad terecht komt omdat we uit moeten wijken voor een geparkeerd voertuig maar Dick weet de camper, terwijl de linker wielen rondspinnen, toch uit de modder te bevrijden. Gelukkig bereiken we snel een normaal, iets breder pad, door de weilanden en kunnen we de camper vlakbij het centrum van Melle parkeren.
Een kop soep hebben we wel verdiend en daarna wandelen we het stadje in. Helaas is het weer somber en grijs en met slechts 4 graden op de thermometer is het niet warm maar ons dons jack, met eroverheen een regenjack, houdt ons voldoende warm. Helaas kunnen we vanavond niet in de bistro in dit stadje eten. Alles zit vol met bruiloftsgasten. Niet echt bijzonder want deze bijzondere datum is een gewenste trouwdag. Dus wandelen we terug naar de camper, drinken even wat en wandelen dan begin van de avond weer terug naar het stadje om bij de friterie van het dorp wat te eten. Het eten hier smaakt prima, zeker na al de buitenlucht waar we vandaag van hebben geproefd.
Om 7 uur kunnen we met een volle maag naar de overzijde van de straat wandelen waar een geocache event is. Op alle bijzondere dagen worden dergelijke events georganiseerd en daar we vandaag toch in de buurt zouden zijn hebben we ons hiervoor ingeschreven. Het is druk op deze “Meet en Greet”
, er zijn zeker 60-70 geocachers aanwezig en al snel zijn we met diverse mensen in gesprek.
De terugtocht naar de camper verloopt iets minder soepel. Door het vele rondwandelen vandaag, gevolgd door enkele uren buiten staan praten, zijn onze spieren redelijk stijf geworden maar via enkele smalle paadjes langs de bierbrouwerij waar “Delirium Tremens” wordt gebrouwen, arriveren we na 10 minuten wandelen weer bij de camper waar we snel onder de wol kruipen.
Woensdag 23 februari staan we om half 8 op en na het douchen wandel ik naar de Carrefour op de hoek om stokbrood te halen. De lucht is helemaal opengetrokken en onder een staalblauwe hemel rijden we richting de Franse grens. Als we midden in de polder even stoppen blijken we geen kaars bij ons te hebben dus kunnen we voor Manuel, de (helaas) doodgeboren zoon van Martijn en Soof en het kleinkind van Hannah en Henk, geen kaarsje branden dus herdenken we Manuel, wiens crematie nu plaatsvindt maar in stilte in dit weidse Belgische polderlandschap.
Om 1 uur arriveren we in Montreuil sur Mer waar plaats te over is op de camperplek in het centrum en al snel wandelen we rond over de stadwallen en door het centrum van dit mooie oude vestingstadje.
Allebei de kerken zitten op slot dus ook hier kunnen we geen kaarsje branden. Het is trouwens wel vreemd dat kerken niet open zijn want tot op heden hebben we dat in Frankrijk niet eerder meegemaakt. Doordat de zon nog volop schijnt als we weer terug zijn bij de camper kan Dick mooi nog de nieuwe “Angles Morts” sticker op de zijdeur plakken. De oude had losgelaten en was afgescheurd en daar deze nog steeds verplicht zijn op wagens met een groter gewicht dan 3500 kilo hebben we maar nieuwe exemplaren besteld.
De zo stille parking loopt tegen de avond helemaal vol met Engelse campers. Niet echt verwonderlijk want Calais ligt hier niet zo ver vandaan. Omdat je daar, door de toestroom van vluchtelingen die illegaal naar Engeland willen, niet meer met een camper kunt overnachten, komen ze deze kant uit.
Donderdag 24 februari Is er veel bewolking en staat er een harde koude wind en na het ontbijt met heerlijk verse croissants (ja, alweer) rijden we in zware hagelbuien zuidelijker. Gelukkig wijken de wolken en wordt het droog als we in Fecamp arriveren. Wel is de wind nog krachtiger geworden, het stormt gewoon. Het weerhoudt ons niet om lekker rond te dwalen in het stadje en natuurlijk eindigen we op de boulevard waar we het natuurgeweld van de, tot hoge golven opgestuwde, zee mogen aanschouwen. Je kunt nauwelijks overeind blijven in de harde wind die de kust teistert. We blijven enige tijd genieten van dit natuurgeweld voor we weer terugwandelen naar de camper die vlakbij de haven geparkeerd staat. Helaas is ons favoriete restaurant “Le Barbican”vanavond gesloten dus halen we in de supermarket waar we langskomen salade, vleeswaar en stokbrood, zodat we vanavond iets te eten hebben.
’s Avonds zitten we, rozig door de harde wind, aan een lekker wijntje, genieten van onze maaltijd en nemen dan kennis van het feit dat in Oekraïne de oorlog is uitgebroken.
Vrijdag 25 februari staan we pas om half negen op. Gelukkig is de wind gaan liggen en kunnen we zonder gevaar de hoge “Pont de Normandië” over rijden waardoor we na een uurtje al op de parking bij Honfleur staan. Het is er nog heel leeg maar gaande de dag komt een camper stroom op gang. Ondanks de vele wolken is er ook veel zon en dus wandelen we na een kop koffie het stadje in.
Het is iets drukker dan in december maar nog steeds zijn er niet veel mensen op straat dus hebben we alle gelegenheid om overal rustig rond te kijken en we beklimmen de heuvel die ons de stad uitleidt naar het strand. Natuurlijk zoeken we onderweg geocaches en langzaam wandelen we via het verlaten strand weer terug naar het stadje waar we opnieuw ronddwalen, winkeltjes kijken en pas eind van de middag weer bij de camper arriveren. Honfleur verveelt nooit.
Ons Turkse restaurant Giros is open dus vanavond halen we daar eten maar tot die tijd zitten we lekker binnen en zien deze grote parkeerplek volledig vollopen met campers. Wij staan aan de rand van de haven dus hebben een prachtig zicht op alles en genieten van de warme, volop schijnende, zon. Wel binnen, want buiten komt de temperatuur nog steeds niet hoger dan 8 graden Celsius. De wolken trekken volledig weg dus nog voordat ik rond 7 uur onze kebab maaltijd ga halen, bevestigen we onze isolatiemat voor de ruit. Geen overbodige luxe want zodra de zon achter “de einder” verdwenen is zakt de temperatuur snel en koelt het af naar 4 graden. ‘s Nachts hebben we wel een schitterende sterrenhemel boven ons en de kebab? Die smaakt, zoals altijd hier, erg lekker.
Zaterdag 26 februari is de lucht opnieuw staalblauw en de zon schijnt volop.
Na ontbijt, met natuurlijk vers stokbrood, dumpen we ons grey en black water en tanken we schoon drinkwater want dat is nu, met slechts 10 % in de tank, wel nodig. Om half 11 rijden we weg en als we vlakbij Caen zijn, besluiten we naar Barfleur te rijden. Het weer is zo schitterend dat deze plek aan zee nu wel erg uitnodigend is. Het fijne van rondtrekken in het vroege voorseizoen is dat er altijd overal plek is en dus hebben we voldoende keuze om onze camper te parkeren op de parking aan de rand van het dorp. Al snel wandelen we in de volle zon door dit leuke pittoreske stadje met zijn vissershaven, waar de boten, afhankelijk van het tij, op het droge liggen of rond dobberen. Het is opkomend tij en dus liggen alle boten in het water en we genieten van onze rondwandeling langs de haven en door de smalle straatjes.
Als we terug zijn bij de camper, het is inmiddels al vier uur, ga ik weer eens achter de computer zitten om onze belevenissen neer te schrijven terwijl Dick een gaatje in de voorruit repareert wat we opgelopen hebben toen een vrachtwagen ons wel heel krap inhaalde en daarbij een steentje tegen de voorruit opwierp. Gelukkig hebben we het reparatiemateriaal daarvoor nog uit America maar ik vrees dat we toch wel weer snel terug moeten keren naar de USA om nieuw ruitenreparatiespul te halen. Of het komt dat ik nu weinig inspiratie heb om te schrijven, of omdat ik momenteel zo’n spannend boek heb (“Op de vleugels van de Adelaar” van Ken Follett) weet ik niet maar al snel ben ik weer verdiept in mijn boek en is de computer weggeborgen. Nadat de zon is ondergegaan brengen we de isolatie mat weer aan voor de voorruit en wandelen dan naar het pleintje aan de haven waar we wat willen gaan eten.
Bij Restaurant de France lukt dat niet want ze zijn ‘s avonds nog niet open maar een ander restaurantje heeft wel plek en al snel genieten we daar van Franse Paté en krakend verse Fish and Chips. We hebben er geen seconde spijt van dat we ons reisschema hebben aangepast en naar Barfleur zijn gereden.
Zondag is het opnieuw stralend weer en na een ontbijt met oud brood (in Fecamp heb ik zo’n groot brood gekocht dat we er zeker drie dagen van kunnen eten) rijden we naar Cherbourg. Er is voldoende plek en al snel nadat de camper staat wandelen we naar het grote winkelcentrum Eleïs in de hoop daar een nieuwe buitenmat te kunnen kopen.
De vorige hebben we daar ook gehaald maar die heb ik stom genoeg op een parkeerplek in Rots laten liggen dus momenteel hebben we geen buitenmat meer. Helaas ons zo gewenste exemplaar is niet meer te koop dus druipen we onverrichterzake af, halen nog wat levensmiddelen in de grote supermarket en wandelen dan weer terug naar de camper. Net op tijd want achter ons worden de deuren gesloten. Winkels in Frankrijk zijn immers slechts tot 1 uur open op zondag. Terug in de camper drinken we een kopje koffie en dan wandelen we het centrum van Cherbourg in. Marjo en Wim hebben ons enkele weken geleden geleerd hoe Adventure Lab caches werken en nu willen we deze vorm van geocachen hier uitproberen. In tegenstelling tot het normale geocachen waar je een doosje zoekt dat ergens verborgen ligt, is de Adventure Lab cache eigenlijk meer een stadswandeling waarbij je van punt tot punt geleid wordt. Door telkens een antwoord op een vraag te geven over iets wat zich op een bepaald punt heeft afgespeeld, kun je naar een volgend punt op de route wandelen. Het brengt je, net als gewoon geocachen in alle aparte uithoeken van een stad, alleen maakt je je handen niet vuil. Het is een leuk alternatief als er verder in een gebied geen gewone geocaches meer zijn of wanneer je een onbekende stad wilt verkennen. Langzaam dwalen we onder een staalblauwe hemel rond door de smalle straatjes van de oude binnenstad van Cherbourg en genieten. Pas eind van de middag zijn we weer terug bij de camper. Helaas is ons Thais restaurant gesloten dus daar kunnen we vanavond niet terecht maar gelukkig is Café de Port wel open en is daar ook nog een plek vrij, dus uiteindelijk eten we toch nog heerlijk in een verder volledig bezet restaurant.
Maandag 28 februari is de lucht weer helemaal grijs en dus besluiten we verder te rijden. Rond het middaguur arriveren we in Pontorson. Op de parking van de supermarket staan dreigende borden dat het verblijf hier gelimiteerd is tot 2 uur maar er is ook een deel van de parking waar aangegeven is dat er Camping Cars mogen staan en dus parkeren we daar. Ik moet wassen en na de koffie pak ik alle wasgoed bij elkaar terwijl Dick een winkelwagentje haalt en lopen we naar het washok vooraan de straat waar niemand aanwezig is. Het is nog lunchtijd en dan is het in Frankrijk uitgestorven. Dus kan ik op mijn gemakje de twee benodigde machines inladen en is het wachten tot alles schoongewassen is. Zodra de beide wasmachines gestart zijn komt toch een auto voorrijden met een ongelooflijke hoeveelheid tassen vol wasgoed. Er is nog één grote en één kleine machine beschikbaar waar al dat wasgoed absoluut niet in past dus zullen deze Fransen nog 40 minuten moeten wachten tot mijn machines vrijkomen. Nadat ik de twee beschikbare drogers ook heb volgeladen (de derde droger is kapot) komt daar ook nog drie kwartier wachten bij, maar uiteindelijk ben ik klaar en kunnen ook deze Fransen hun was drogen. Daar ze alle wasgoed op een wol-programma hebben gedraaid, waardoor hun was drijfnat uit de machines komt, is al snel de hele vloer van de laverie (wasgelegenheid) bedekt met water en dus zwart van het vuil want ze lopen er ook nog telkens doorheen. Ik ben wel blij dat wij inmiddels aan de vouwtafel bezig zijn om onze droge was op te vouwen en in tassen te bergen. Als we ons bedje ook weer met schoon beddengoed gedekt hebben wandelen we de supermarket in om nog wat inkopen voor ons avondeten te doen. Nadat we 4 uur later nog steeds niemand voorbij hebben zien komen die komt zeggen dat je hier niet mag staan besluiten we de nacht te blijven. Door het geplaatste bord is het wel lekker rustig want slechts één Franse camper blijft hier ook staan gedurende de nacht.
Dinsdagochtend 1 maart besluiten we verder te rijden. De lucht is grijs en er staat een licht windje, niet echt weer om nu naar Le Mont St. Michel te fietsen. 25 Minuten later arriveren we in het stadje Dol de Bretagne. De parking voor campers ligt midden in het centrum en al snel wandelen we rond in dit mooie oude stadje. Het was in de 9e eeuw al de religieuze hoofdstad en natuurlijk bezoeken we de cathedrale Saint Samson. Aan de hand van caches vinden we onze weg en zien we alle leuke en bijzondere plekjes van dit stadje. Vooral de prachtige middeleeuwse huizen aan de Grande Rue des Stuarts zijn het bekijken waard. Het is er erg levendig maar dat kan komen door de vele middelbare scholieren die overal rondslenteren. We boffen met het weer want er vallen slechts enkele regendruppels en de rest van onze wandeling blijft het droog. Helaas blijft de zon wel achter de wolken verscholen. Begin van de avond wandelen we terug naar de hoofdstraat waar we een heerlijk Turks restaurant vinden waar we, ondanks het feit dat het nog geen 7 uur is, al kunnen zitten.
Uiteraard nadat onze Pass Sanitaire gecheckt is. We hebben er geen spijt van dat we hier eten want het smaakt werkelijk heerlijk en dankzij het kleine smalle steegje (we noemen het ons steegje want het heet Ruelle Robinet – Kraan steegje) zijn we zo weer terug bij onze camper.
Omdat mijn nichtje Inge gezegd heeft dat Mont Dol ook de moeite waard is om te bekijken rijden we de volgende ochtend na het ontbijt naar deze 65 meter hoge granieten rots (slechts op 3 km afstand van Dol). Een van de legendes over deze rots is dat de duivel en Saint-Michel hier gevochten hebben, de klauwen van de duivel alsmede de afdruk van St Michel zijn er zichtbaar. Helaas, als we de heuvel beklimmen blijkt al snel dat we nergens de camper kunnen parkeren en we mogen evenmin verder rijden door de gewichtsbeperkingen. Dus zullen we op een later moment in het jaar wel eens terugkeren en hiernaartoe fietsen vanuit het stadje Dol de Bretagne. Die vechtsporen willen we natuurlijk zien maar ook willen we het schitterende uitzicht bewonderen wat je vanaf de top van de rots hebt op de baai en Le Mont Saint Michel.
Nu rijden we verder langs de kust naar Saint Malo. Het is slechts 28 km rijden maar doordat we allemaal kronkelweggetjes nemen doen we er bijna een uur over, maar uiteindelijk arriveren we op de parking Le Davier bij het strand. Was vanochtend de lucht nog helemaal grijs, nu zien we deze langzaam breken en zon en blauwe lucht komt tevoorschijn. We aarzelen dus niet langer en wandelen naar het strand toe vanwaar we via smalle wandelpaadjes langzaam richting de kliffen lopen. Er is weinig wind, de zon schijnt en we genieten van deze rondwandeling naar een van de vele rotspunten langs de kust. Natuurlijk vinden we onze weg via enkele geocaches. Omdat in de nabije omgeving van deze parking helaas geen restaurantjes te vinden zijn wandel ik eind van de middag nog even naar de dichtstbijzijnde supermarket waar ik ingrediënten voor onze avondmaaltijd koop. De puree, bloemkool en kipfilet smaakt echt lekker ook al is het best veel werk om klaar te maken. Dick is altijd verbaasd over de vele vuile vaat na afloop. Hij zou de bereiding ongetwijfeld veel economischer aanpakken en minder vuil maken.
Donderdag 3 maart is het buiten helemaal grijs en er is een lichte miezer. Met dit weer hebben we geen zin om naar de ommuurde stad van Saint Malo te fietsen. Ook al kunnen we er eventueel met de bus naar toe, je wilt toch, rondlopend in de ommuurde stad, ook graag mooi weer hebben. Dus rijden we na het ontbijt weg uit Saint Malo. Omdat het is gaan regenen halen we met de camper ons stokbrood bij de supermarket en na ons ontbijt vertrekken we en rijden verder westwaarts. In Morlaix stoppen we even om daar ons grey en black water te dumpen en ook schoon water te tanken en om 2 uur arriveren we in de havenstad Brest. Gelet op het grijze weer waar we nu in zitten lijkt het ons leuk om morgen het aquarium Oceanopolis te bezoeken. Op de parking ernaast is het toegestaan om te overnachten dus zetten we daar onze camper neer. Het is er heel stil en we kunnen uit genoeg plekjes kiezen. Omdat de reservering via internet geen betaling accepteert wandelen we eind van de middag naar de kassa van Oceanopolis. Ook al zijn onze gegevens genoteerd, een reservering heeft niet plaatsgevonden maar de caissière weet dat goed in orde te brengen (ook omdat het nu doodstil is) en al snel hebben we twee kaartjes voor morgen in onze zak en kunnen we de omgeving van het aquarium dat aan de Port de Plaisance ligt, gaan verkennen.
Het is een leuke wandeling, we bewonderen het slavenmonument en genieten van de surfers die, door de harde wind, zeker een meter boven water zeilen, alleen de hydrofoil (soort vin) steekt nog in het water. Pas eind van de middag zijn we weer terug bij de camper. De zon schijnt inmiddels volop en we genieten van de laatste zonnestralen waarbij we onze isolatiemat weer voor de ruit aanbrengen.
‘s Nachts koelt het nog best af.
Vrijdag 4 maart zijn we bijtijds wakker en we douchen en ontbijten ruim voor 9 uur zodat we op ons gemakje om 9.15 naar het aquarium kunnen wandelen. We zijn een paar minuten te vroeg maar zodra de poort zich opent glippen we voor enorme rijen schoolkinderen naar binnen. Natuurlijk moeten we een mondkapje op en natuurlijk wordt onze “pass sanitaire” gecontroleerd.
Oceanopolis is een redelijk groot aquarium en al snel dwalen we rond, eerst bezoeken we de polaire wereld, daarna de tropen en tot slot zien we ook nog het onderwaterleven van Bretagne. De Seals hebben een binnen- en buitenbad en de Octopussen hebben een prachtige plek in één van mooie ruime aquaria.
Na 3 uur rondlopen hebben we echt alles gezien. Overal was het heel rustig dus waar al die eerder buiten staande schoolklassen gebleven zijn? Waarschijnlijk in de workshop ruimten. Wij zijn ze nergens tegengekomen.
Nadat we even koffie hebben gedronken besluiten we naar de Bretonse kust te rijden, naar Le Conquet, om daar te overnachten. Het is iets meer dan 30 km maar doordat we dwars door Brest rijden duurt het ongeveer een uur voordat we er arriveren en dan bemerken we dat de parking voor campers afgesloten is. Pas over enkele dagen is de parking weer toegankelijk, dus draaien we om, kijken even of er in de buurt ergens iets is waar we kunnen slapen en als dat niet het geval is rijden we terug naar Brest. Opnieuw schijnt de zon volop en het is nog heerlijk buiten. We doen onze administratie en zoeken naar een volgende bestemming. Onze oude route hebben we inmiddels losgelaten maar het stadje Concarneau in het departement Finistère lijkt een goede bestemming en dus rijden we daar zaterdagochtend naar toe.
Er zijn veel wolken maar na enkele regendruppels maken deze plaats voor zon en blauwe lucht. Op de Place de la Gare is voldoende ruimte om onze camper te parkeren. De naam van het stadje Concarneau is afgeleid van het Bretonse Konk Kerne wat baai van Cornwall betekent. Niet vreemd want deze stad bevindt zich daar waar het Engelse Kanaal, de Keltische Zee en de Golf van Biscaye in elkaar overvloeien.
Concarneau bestaat uit twee gedeelten, een stad op het vaste land en het middeleeuwse Ville Close, een ommuurde stad op een lang eiland in het hart van de haven. Al snel wandelen we naar deze oude ommuurde stad. Helaas is het toeristenseizoen nog niet van start gegaan en ondanks de enkele Franse toerist die hier in de nauwe straatjes en over de stadsmuren rondloopt, is bijna alles (zelfs de restaurantjes) nog gesloten, zelfs als het twee uur is en de lunchtijd voorbij is.
Omdat er een geocache in de buitenmuren van deze ommuurde stad verstopt ligt en het laag water is, is de buitenzijde van de muur toegankelijk, dus zoeken we een manier om door de muur te komen.
Het is lastig te vinden en als we eindelijk een smalle doorgang zien is het ook nog lastig om er doorheen te kruipen want het gat loopt schuin naar beneden waarna je over steile en gladde stenen omlaag moet kruipen alvorens je voet kunt zetten op de drooggevallen stenen aan de buitenzijde van de stadsmuur.
Maar het lukt en ook net op tijd want het water is al aan het opkomen. Als we uiteindelijk, na de cache gevonden te hebben, weer terug kruipen en de ommuurde stad verlaten, zien we dat deze klimpartij door het inmiddels echt hogere water, niet meer mogelijk zou zijn.
Omdat de wind ijzig koud is gaan we een café aan de haven binnen waar we lekkere warme chocolademelk drinken en nadat we nog een stukje over de boulevard hebben gelopen, nu gelukkig weer in de zon, wandelen we op ons gemakje terug naar de camper. ‘s Avonds loop ik naar de kebabwinkel enkele honderden meters van de parking waar ik een maaltijd haal die heerlijk smaakt. We zijn inmiddels allebei rozig van het wandelen in de toch wel koude wind en nog voor half 10 liggen we beiden te ronken.
Omdat we nog geen 200 meter van de parking een laverie hebben ontdekt gaan we daar zondagochtend na het ontbijt naar toe. Er is dan nog voldoende ruimte om de twee grote wasmachines te vullen met onze inmiddels opnieuw uitpuilende waszak en terwijl de kleding en beddengoed schoon gewassen en gedroogd wordt bespreek ik met een Franse inwoonster de wereldpolitiek. Beiden spreken we ons afgrijzen uit over de oorlog in Oekraïne en de daardoor enorm gestegen gas- en benzineprijzen. Op de een of andere manier geeft dat voldoende gespreksstof om ons gedurende het gehele was proces bezig te houden en pas als Dick arriveert (hij weet altijd precies wanneer onze was droog is) en we samen alle spullen opvouwen en in onze wasmanden opbergen, staakt ons gesprek.
Nou niet helemaal want als er een hulpeloos kijkende man binnen komt met kussens en slaapzakken die gewassen moeten worden springen wij (de twee vrouwen) direct op hem af om de beste adviezen te geven hoe te wassen, welk programma te kiezen en hoe je het beste kunt betalen. Of die man dat ook op prijs stelt? Hij bedankt ons wel voor alle goede raadgevingen maar nadat zijn was proces in gang gezet is, verdwijnt hij schielijk. Nadat thuis alles is opgeborgen en ons bedje weer schoon gedekt is wandelen we weer het stadje in.
Er is vandaag geen regen, maar de lucht is grijs en er waait een ijzig koude wind. De temperatuur komt niet boven de 3 graden uit. Maar de wandeling langs de kust is leuk en afwisselend. Dat vind ik tenminste, iedere rots is weer aparter dan de vorige en we genieten van onze strandwandeling. Ook nu is het weer laagtij zodat we naar een eiland kunnen klimmen wat anders onbereikbaar zou zijn en waar, bovenop bij een oude schutskoepel, een geocache verstopt is. Het vergt wel veel klimmen en klauteren voor we weer terug bij de boulevard zijn maar uiteindelijk arriveren we daar en wandelen langzaam weer terug door het stadje naar de camper.
‘s Avonds haal ik opnieuw eten. Dit keer Thais wat ook voortreffelijk smaakt. Dick heeft Pad Thai en ik rode curry en we krijgen zoveel eten mee dat we er morgen ook nog een maaltijd aan hebben.
Maandag 7 maart staan we pas om half negen op. We slapen enorm veel en lang in de camper en dat terwijl we minder zouden moeten slapen nu we ouder worden. Na het ontbijt vertrekken we. In Josselin stoppen we om onze Franse propaan fles te wisselen. Vanochtend stond het dashboard op rood dus moesten we naar de andere fles overschakelen. Gelukkig zijn er volop propaanflessen bij het tankstation, betalen we hier zelfs minder dan in december (en dat met de overal gestegen brandstofprijzen) en arriveren al snel bij de parking midden in dit middeleeuwse stadje. Het is 6 graden alhoewel het door de ijzige wind veel kouder aanvoelt.
Alleen in de zon uit de wind, aan de voet van het oude kasteel, voelt het veel warmer. Hier is het net voorjaar. Het stadje is leuk en aangenaam om doorheen te lopen. Wel is alles nog steeds gesloten. Zelfs de restaurantjes gaan pas over twee weken ook ‘s avonds open. Als we dus uit eten willen zullen we dat tussen de middag moeten doen maar voorlopig hebben we het te druk met het bewonderen van de oude gebouwen. Toch zullen we hier terug keren want het kasteel is nu niet geopend en dat imposante gebouw willen we echt ook van binnen bewonderen. In de late namiddag loop ik nog even naar de rand van het stadje naar de supermarket om nog wat yoghurt te kopen. De rest van de avond zitten we lekker binnen, lezen wat en kijken natuurlijk naar het nieuws.
Dinsdag 8 maart is het weliswaar bewolkt maar de lucht breekt wel een beetje en alleen als we op weg zijn vallen er een paar spetters regen. Als we in Guerande aankomen waait daar een koude harde wind en dus besluiten we, nadat we wel onze watertank gevuld hebben met schoon water, door te rijden naar Bourgneuf en Retz. Hier is nog een plekje aan de rand van het dorp en het is er droog dus nadat de camper geparkeerd is, wandelen we wat rond. Het is geen speciaal stadje, er zijn, op een bakker en slager na, geen winkels noch bijzondere gebouwen dus, als we terug zijn bij de camper, besluiten we toch verder te rijden. Helaas is er in het plaatsje Les Sorinieres, onder de rook van Nantes, geen plek om te staan. De camperplek hier wordt bezet door verlaten en geparkeerd staande campers en dus rijden we door en arriveren uiteindelijk iets voor zessen in Mouzillon.
Op een drukke parking aan een drukke straat. Dick kijkt even rond en ziet achter een grote kerk een groot terrein waar we, na even wat zoeken, kunnen komen en waar we de camper parkeren. Een stuk rustiger dan op de parking langs de straat, maar of we hier mogen staan? We worden in ieder geval niet weggejaagd en slapen rustig en ongestoord.
Woensdag 9 maart is de lucht weer helemaal grijs maar nadat we ontbeten hebben met vers brood van de bakker aan de overzijde van de straat, verdwijnen de wolken en verschijnt er blauwe lucht en zon. Nadat we nog wat lekkere Loire wijn gekocht hebben bij een klein winkeltje vertrekken we. Opnieuw kijken we bij Les Sorinieres maar dezelfde Franse campers staan nog steeds geparkeerd, dus is er geen mogelijkheid om hier een plekje te bemachtigen en rijden we door naar Lanvalley, een klein stadje oostelijk van Dinan. De oorspronkelijke parking is afgesloten in verband met de bouw van een huis, maar in de hoek van de sportvelden vinden we wel een ruimte waar we de camper neer kunnen zetten. Toch word ik rusteloos en dus besluiten we ook de beide camperplekken in Dinan te bekijken. De eerste ligt niet zo gunstig om de stad te bezoeken. In de diepte bij de rivier terwijl de oude ommuurde stad hoog op de berg ligt en de tweede parking ligt echt buiten de stad zonder enige winkel in de buurt. Snel is ons besluit genomen en rijden we verder en even later staan we opnieuw in het centrum van Dol de Bretagne waar én ruimte is én winkels en restaurantjes vlakbij zodat we vanavond lekker uit eten kunnen.
Het centrum hebben we al bewandeld dus maken we nu een wat grotere bocht om het centrum, ook een leuke wandeling door parken en langs oude gebouwen en natuurlijk pakken we ook het laatste stuk van de oude hoofdstraat van Dol mee. Nadat we thuis geocaches gelogd en wat gedronken hebben wandelen we begin van de avond weer naar de hoofdstraat door de Ruelle de Robinet (het kraansteegje) en eten opnieuw voortreffelijk bij Umut Kebab. Terug in de camper lezen we nog wat en volgen het nieuws voor we gaan slapen.
Donderdag 10 maart, nadat ik een baguette bij de bakker heb gehaald, begint het wat te miezeren maar terwijl we verder naar het noordwesten rijden wordt het droog en breekt zelfs de zon zo nu en dan door. Aan de haven van Loguivy de la Mer staat helemaal niemand en dus parkeren we er onze camper. Het wordt laagtij en de haven voor ons valt steeds droger. Het moment om eens polshoogte te nemen bij het eiland aan de kust waar een cache verborgen is die alleen met laagtij te bereiken is. Helaas de harde wind stuwt het water door de smalle creek en rond 2 uur is er geen doorkomen aan tenzij je een droogpak aanhebt en dan is het nog haasten want het tijd keert hier heel snel.
Dus wandel ik maar over het pad langs de kliffen van deze mooie kust op zoek naar een andere cache. Dick verkiest ervoor lekker thuis te rommelen. Ik denk dat het wel verstandig is geweest want het wandelpad gaat voortdurend steil omhoog en omlaag langs de klifrotsen en dat zou zijn knieën niet echt goed doen. Het is wel een schitterende wandeling en ik geniet van de uitzichten over de baai. Ook de zon is tevoorschijn gekomen en hier, uit de wind, voelt het zelfs warm aan. Als ik rond 4 uur terug ben wandelen we samen nog over het drooggevallen strand naar het eiland.
Het is een half uur voor de kentering, dus het water is bijna op zijn laagste punt, als we er opnieuw arriveren. Nog steeds is er veel te veel water om het eiland te kunnen bereiken. Dit wordt een project voor de zomer. We lopen of zwemmen dan wel over want uiteindelijk willen we toch deze cache te pakken krijgen. Nadat we, bij de enige winkel, brood besteld hebben voor morgen, keren we terug naar de camper. Voor het eerst kan de deur wagenwijd openstaan want de zon schijnt inmiddels aan een staalblauwe hemel. Langzaam zien we het water weer de haven in stromen voor het te donker wordt. Door alle inspanningen zijn we opnieuw rozig en heel laat wordt het niet.
Vrijdag 11 maart staan we om 8 uur op. Ik heb immers beloofd om ons brood en croissants om half negen op te halen. Na een heerlijk ontbijt met vers gekookte eitjes rijden we weg. Het weer is wel omgeslagen want het regent regelmatig en zon is er helemaal niet meer te zien. In Paimpol stoppen we even om de camperplek bij de haven te bekijken en rijden dan door. Maar net als we de rand van de stad bereiken bedenk ik me dat we vandaag helemaal niet terecht kunnen in Guingamp (waarschijnlijk vanwege een markt) dus draaien we om en rijden terug naar Paimpol.
Er is voldoende plek en van waar wij staan kunnen we net de rand van de haven zien. Nadat we een koffie hebben gedronken trekken we onze regenjassen aan en gaan het stadje Paimpol verkennen. Paimpol is vooral bekend geworden door de kabeljauwvisserij in New Foundland en IJsland. Tussen 1852 en 1935 visten de plaatselijke schoeners daar waarbij ze wel 6 maanden wegbleven. We bewonderen de muurschildering in het stadje dat aan die tijd herinnert. Tegenwoordig staat Paimpol vooral bekend om zijn oesters “de Paimpolaisi” en is de schilderachtig haven in het centrum een toeristische trekpleister.
Het is inmiddels droog maar zo nu en dan vallen er een paar spetters, gelukkig niet lang en al snel daarna verschijnt er weer zon en blauwe lucht. Zoals mijn oud-collega Theo ons schrijft zeggen de Fransen dat het weer in Bretagne enkele malen per dag opklaart. En dat blijken voor vandaag ware woorden want telkenmale als er enkele druppels regen gevallen zijn klaart de lucht weer op en koesteren we ons weer aan de zonnestralen.
Als we rond 1 uur weer bij de haven arriveren, we hebben inmiddels enkele kilometers rondgelopen door de straatjes van dit leuke oude stadje, kunnen we de verleiding van een sandwich niet weerstaan en we lopen een kleine Saladerie binnen.
We krijgen ieder een enorm groot stokbrood
, rijkelijk belegd met sla, kaas, ei, tomaat en als hoofdbestanddeel tonijn voor mij en ham voor Dick. We smullen ervan. Maar wat is het enorm veel. De rest van de dag hoef ik niets meer te eten. Tegen 4 uur zijn we na 10 km wandelen weer terug bij de camper en gaan we lekker wat drinken terwijl het ook weer eens tijd wordt voor mij om onze belevenissen neer te schrijven. Ook nu weer wisselt het weer vaak, het ene moment klettert de regen tegen de ramen en het volgende moment schijnt de zon aan een blauwe lucht. We gaan er niet meer uit en eten ’s avonds slechts een paar toastjes met kaas.
Binnenkort volgt het 2-de deel van dit reisverhaal.