Terug naar San Francisco

Weer richting San Francisco

Donderdag 9 oktober staan we zoals iedere dag om 7 uur op en na het ontbijt en het dumpen en vullen van water rijden we weg uit Moab. Het is zwaar bewolkt en vannacht heeft het ook wat geregend. Als we van de camping het stadje inrijden begint het te miezeren en de eerstkomende uren stopt dat niet. Om ons heen zijn de bergen bedekt met poeder”suiker”, daar heeft het al gesneeuwd.

Mexican Hat is genoemd naar deze rots
Mexican Hat is genoemd naar deze rots

Gelukkig miezert het alleen op het saaie gedeelte van de route want wanneer we in Mexican Hat arriveren, waar de eerste mooie rotsformaties verschijnen, is het droog en de rest van de weg dwars door Monument Valley blijft het droog. Je merkt dat het geen seizoen meer is want nergens zijn meer bemande stalletjes met indiaanse zooi (zoals Dick dat noemt) te vinden. Na eindeloze lange wegen gereden te hebben alleen afgewisseld met een stop in Kayente waar de Mc. Donald onveilig wordt gemaakt, rijden we uiteindelijk eind van de middag Page binnen waar we een plekje zoeken op het Walmart terrein. Terwijl Sandra de route verder bekijkt, we moeten de 16e  voor half 11 in Hayward de camper inleveren, schrijf ik mijn stukje voor de website af. Rene en ik zitten daarbij lekker buiten tussen onze campers in alhoewel dat op een Walmart terrein eigenlijk niet gebruikelijk is omdat  camperen niet toegestaan is en buiten op stoeltjes in het zonnetje zitten daar toch echt een vorm van is. Als de route voor de rest van de vakantie is vastgesteld en nagegaan is of er nog een plekje op de tour naar Antelope Canyon te krijgen is (alles blijkt helaas al volgeboekt) lopen Sandra, Rene en ik Walmart in om daar lekker rond te neuzen. We brengen er meer tijd door dan verwacht want pas tegen half acht komen we weer buiten, het is dan inmiddels donker. Sandra maakt een lekkere witlof schotel klaar die we smakelijk opeten in de camper en na nog een avond koffie verdwijnen we ons bedje in. Vrijdag 10 oktober na het ontbijt en nog wat laatste levensmiddelen bij Walmart te hebben ingeslagen zetten we koers naar Horseshoe Bend, net buiten Page waar de Colorado river 300 meter onder ons door de canyon kronkelt.

Waar zou de naam vandaan komen ??
Waar zou de naam vandaan komen ??

We klimmen en klauteren langs de rand van de afgrond om zoveel mogelijk van de ijzingwekkende canyon te kunnen zien waarbij Sandra en Rene duidelijk heldhaftiger zijn dan Dick en ik want wij begeven ons niet op het randje naast de peilloze afgrond. Het weer is schitterend, staalblauwe lucht en zon. Wat een verschil na de miezer van gisteren. Na bijna 4 km rondlopen en de rivier die zich in een 270 graden bocht kronkelt van vele kanten gefotografeerd te hebben, verlaten we Page en rijden naar Flagstaff. Het landschap om ons heen is doods en verlaten, het is de woonplaats van de Hopi indianen. Het lijkt erop of alle plekken waar de natives wonen zich midden in de woesternij bevinden waar alleen een dor en eenzaam landschap is. Uiteindelijk arriveren we in Flagstaff. We zijn klaarblijkelijk een tijdszone gepasseerd want het is hier een uur vroeger zodat we nadat we een plekje hebben gevonden voor de campers, wat best wel enige tijd in beslag neemt omdat de office niet open is, lekker  in het zonnetje kunnen zitten. De camping is niet echt rustig, ligt ingeklemd tussen de interstate en enkele spoorlijnen en verkeerslawaai voert de boventoon. Nadat de zon helemaal weg is wordt het, zelfs met een bodywarmer aan, te koud om buiten te blijven dus  gaan we naar binnen.

Lekker eten bij de Outback
Lekker eten bij de Outback

Niet ver van de campground is een Outback restaurant waar we tegen zessen naar toerijden. Sandra en Rene trakteren Dick op een etentje voor zijn verjaardag. Er blijken meerdere mensen jarig te zijn want als we na 40 minuten wachten een plekje toegewezen krijgen horen we van verschillende kanten Happy Birthday zingen. Het eten wat opgediend wordt is echt voortreffelijk. Met een lekker gevuld buikje rijden we na de maaltijd in het pikkedonker weer terug naar de camping waar we nog even een kopje koffie drinken voor we ons bed induiken. Zaterdag 11 oktober ben ik al voor zes uur klaar wakker, het uur tijdsverschil zit nog niet in mijn systeem. Na een lekker ontbijt, wel binnen, want buiten is het echt te koud, rijden we naar de interstate om deze bij Ashfork weer te verlaten. Een afslag te vroeg want we rijden tegen een doodlopende weg aan maar na nog enkele miles op de interstate kunnen we toch route 66 rijden. Direct overvalt ons het nostalgische gevoel uit de jaren vijftig. Niet dat ik me dat herinner maar in het stadje Seligman doet alles aan die jaren denken, je wordt terug in de tijd gezet. De vele motoren die deze beroemde weg rijden, die in Chicago begint, passen gewoon in het straatbeeld en worden door iedereen gefilmd. Het weer is fantastisch, 25 graden, dus op ons gemakje lopen we rond. Na een lekkere capuccino en hot dog verlaten we Seligman. De weg kronkelt zich door verlaten dorre vlaktes en het is een beetje saai maar net als we er genoeg van krijgen arriveren we in Hackberry.

Deze staat al een tijdje in Hackberry

Deze staat al een tijdje in Hackberry

Hier bevindt zich een ouderwets roadhouse waar het een genot is om rond te kijken, zelfs de wc is een plaatje, ik vind er een mooi t-shirt  en na wat foto’s nemen rijden we verder. In Kingman besluiten we nog een stukje door te rijden langs Oatman en pas in Bullhead City een camping te zoeken. Helaas blijkt dat toch meer tijd te kosten dan verwacht want de weg is smal en klimt de bergen in tot we op 1560 meter hoogte arriveren. We hebben vaak  een schitterend zicht op het dal onder ons en zien uiteindelijk de goud- en zilvermijnen liggen waar het dorp Oatman zijn bestaansrecht aan ontleent. Oatman is een klein western dorpje maar het is er gezellig druk en eindelijk zien we nu ook de vele ezeltjes waar dit dorp zo bekend om is.

De ezels in Oatman
De ezels in Oatman

Vanaf eind 1800 werden ze gebruikt door de mijnwerkers om mensen en materialen te vervoeren, vertroeteld als kinderen en goede kameraden en thans lopen in het wild levende afstammelingen regelmatig door dit dorpje om te kijken of er eten te halen is. Ze zijn schattig zeker omdat er nu ook enkele jonkies zijn, net vier weken oud, die als ze te moe worden gewoon op straat neerploffen en daarbij de doorstroom van het toeristenverkeer toch wel wat bemoeilijken en ondanks sjorren en trekken zijn ze met geen mogelijkheid te bewegen weg te gaan van het midden van de straat. Uiteindelijk na wat heen en weer lopen door het dorpje en in vele winkeltjes rond gesnuffeld te hebben rijden we verder. Dat mag ook wel want het is inmiddels 5 uur en de hoogste tijd om beneden in het dal een campground te zoeken. Gelukkig is de weg aanzienlijk beter berijdbaar dan vanaf de andere zijde dus na 45 minuten rijden we Bullhead City binnen waar we een mooi verzorgde campground vinden met twee plekjes naast elkaar. Het is nog heerlijk warm en tot zeker 11 uur zitten we tussen onze campers in en genieten van de zwoele avondlucht. Zondag 12 oktober is het ’s ochtends meteen al warm. Daar we vandaag slechts tot Las Vegas rijden nemen we even de tijd om een paar wassen te draaien en nadat de schone was opgeborgen is gaan we op weg. Aan de overkant van de Colorado river zien we al de grote casino’s verschijnen van de staat Nevada en na de Colorado overgestoken te zijn rijden we de woestijn in, een dor en kaal landschap bestaande uit zandduinen waartussen solar panels zijn gemonteerd om de zo broodnodige stroom op te wekken. Een fantastische voorziening op een plek waar zoveel zonlicht is. Al voor 12 uur zien we in de verte de contouren van de strip liggen en om 12.15 uur hebben we een plekje bij het casino van Arizona Charlie’s. Ondanks het feit dat het seizoen begonnen is kunnen we vlakbij de luxueuze doucheruimtes een plekje naast elkaar krijgen. Na nog even een koffie, die lekker smaakt zelfs als het bijna 30 graden is, lopen we naar de bushalte aan Boulder Highway waar na enig wachten de bus verschijnt die ons naar het busstation van Las Vegas brengt vanwaar we al snel een bus naar de “Strip” kunnen nemen. Bij de Fashion Mall stappen we uit, de Strip ligt klaar om bewonderd en bewandeld te worden maar eerst willen we even nog langs enkele winkels om te kijken of Sandra hier die nieuwe Converse All Stars kan kopen. Helaas, ze zijn er wel maar niet in de gewenste kleurstelling dus na nog even een blik op een modeshow en natuurlijk een bezoekje aan de Apple store waar we de nieuwe IPhone 6 bewonderen, lopen we de Strip op. We bevinden ons aan de luxe zijde van de Strip. Wat een gebouwen, het ene nog luxueuzer dan het andere en onvoorstelbaar groot en overdadig. We dwalen rond en vergapen ons aan de winkels waar, gezien de prijzen,  slechts de rijken der aarde hun aankopen kunnen doen. Er zijn nergens prijskaartjes en de winkels lijken leeg, maar er straalt wel een pracht en praal vanaf.

De strip in het donker
De strip in het donker

Uiteindelijk na veel foto’s nemen, kijken naar straat-artiesten en naar de mensen in de casino’s die wezenloos achter de gokmachines zitten, arriveren we bij New York, waar we bij de Irish Pub eten. Helaas is er geen plek op het terras aan de Strip maar binnen zitten op een terras in het casino is ook wel apart. We eten lekker en lopen dan nog wat door het casino. Ik stop wat dollars in de gokmachine waar iedereen tijdens ons eten winst behaalde en zie binnen één seconde de eerste dollar verdwijnen en de tweede, op een andere machine, drie seconden later dus mijn lust tot gokken is zeer snel verdwenen. Dit tijdverdrijf is niet aan mij besteed. Als we buiten komen is het inmiddels donker en de lichtjes van deze aparte stad waar alles plaatsvindt wat in de rest van Amerika niet kan, branden volop.

Keuze teveel in de M&M Store
Keuze teveel in de M&M Store

Natuurlijk brengen we een bezoekje in de M&M store waar net de witte chocolade  variant is uitgebracht en verschillende smaken zijn die niet in de bekende zakjes voorkomen te koop zijn en lopen daarna de Coca Cola winkel in. We zien bij het Bellagio de schitterende fonteinen op muziek van de Beattles dansen, kijken naar de felverlichte Eiffeltoren en zien uit de verte de uitbarsting van vuur van vulkanen. En daartussen de vele mensen die net als wij over de Strip paraderen, vaak met grote glazen drank in hun hand, niet echt raar als je bedenkt dat het om 9 uur nog steeds 25 graden is. Uiteindelijk arriveren we bij The Venetian waar we langs de canals lopen en de gondoliers hun “Oh solo mia” horen zingen. We wanen ons echt in deze stad, wat is dit kunstig nagebouwd. Wel blijken de gondels electrisch aangedreven te worden zodat het bewegen van de riemen nep is. In tegenstelling tot in April toen ik hier was met Hannah en tante Ank zijn er nu beduidend minder bedelaars op straat. Slechts een enkele en die heeft meestal een hond of kat bij zich omdat dat meer geld oplevert. Als we Venetie verlaten kunnen we al snel de bus pakken naar het busstation. We hebben een humorvolle chauffeur want bij iedere halte heeft ze wel een aparte opmerking over dat wat je daar kunt aantreffen. Na 20 minuten wachten op het busstation komt dan toch ook echt onze Boulder Highway Express bus. Nadat twee zielige ouderen in rolstoel door de chauffeur zijn vastgesjord (we dachten dat één een “homeless” was die bij de bushalte een slaapplekje had) mogen we de bus in waar we gelukkig een plekje kunnen vinden, wel fijn als je een rit van 40 minuten voor de boeg hebt. De rit is boeiend vanwege de mensen die zich in de bus bevinden. Hier zie je dat de species mens zich in vele gedaanten voordoet. Een verlopen uitziende vrouw valt voortdurend in slaap (dat gebeurde al toen ze bij de bushalte stonden te wachten), laat natuurlijk haar telefoon vallen en alleen dankzij het feit dat ze bij een halte opgehaald wordt waarbij de ophaler hard haar naam brult maakt dat ze wakker wordt en uitstapt. Een paar mensen zijn duidelijk onder invloed van drank wat maakt dat ze niet op tijd het stopknopje indrukken waardoor ze, al scheldend op de lachende chauffeur, een halte verder pas de bus kunnen verlaten. Natuurlijk kost ook hier het met gepast geld betalen veel tijd, zeker als een ruitenpoetser zijn dagomzet van fooien bestaande uit centen en dubbeltjes in de geldautomaat leegt wat zeker 5 minuten in beslag neemt. Al deze voorvallen maken dat de rijtijd omvliegt en voor we er erg in hebben arriveren we bij ons RV park waar we nog even napraten voor we ons bed induiken. Het is inmiddels middernacht en we besluiten de wekker morgen pas om 8 uur af te laten gaan. Natuurlijk is het maandagochtend als we opstaan al heerlijk warm, we zitten immers in het midden van de woestijn. We kunnen dus in t-shirt buiten ontbijten.

Nog even wat inkopen doen bij Walmart
Nog even wat inkopen doen bij Walmart

Voor we Las Vegas verlaten stoppen we nog wel bij een Walmart om wat pennen te kopen, die volgens Sandra heel erg lekker en altijd (zelfs op vochtig papier) schrijven en rijden dan de woestijn weer in. Een lange weg is het naar dorpje Mojave, dwars door de gelijknamige woestijn. Ik vind het niet erg want hou van het desolate en doodse landschap, stil en eindeloos leeg en als je er vast komt te staan erg grimmig. Het heeft een eigen bekoring. Uiteindelijk arriveren we in Mojave, vlakbij de luchtmachtbasis waar de ruimteveren landen en de landingsbaan heel erg lang is. Het kost enig zoeken en rondrijden maar uiteindelijk vinden we de afgesproken campground. Sandra en Rene hebben de twee laatste plekjes  geboekt en zitten al met lekkere toastjes voor de camper, we hoeven alleen maar aan te schuiven. Wat zijn we blij dat ze hier eerder arriveerden want om na 400 km in de wielen nog verder te rijden …….. gelukkig, het hoeft niet, we hebben een plekje. Tot 9 uur zitten we lekker buiten, daarna wordt het te koel en overmant de slaap ons ook. Direct na het ontbijt op dinsdagmorgen kijken we welke route we nemen naar San Francisco. Het blijkt mogelijk om langs de kust naar het noorden te rijden en we zijn eensgezind dat dit een leukere weg is dan de weg door het binnenland. Wel moeten we om bij de kustweg, California 1, te komen eerst dwars de staat doorsteken wat betekent dat we de Coastal Ranges over moeten.

Horizon vervuiling
Horizon vervuiling

Het is geen straf want de weg is mooi en afwisselend, we zien kale gele zandduinen en wanen ons (Tita dus) in de Gobi, rijden over wegen dwars door de fruitboomgaarden, velden met katoenplanten, kale heuvels vol met ja-knikkers, olieleidingen en velden vol met windmolens en vinden Sandra en Rene terug in het dorpje Simmler, bestaande uit 2 farms, 19 inwoners en veel geiten en paarden, we zien de grote droogte die hier heerst, meertjes worden gebruikt als rijbaan en bruggetjes liggen er voor nop bij en arriveren uiteindelijk iets voor drie uur in Morro Bay waar we gezellig langs de haven lopen. Het is er uitgestorven en er waait een koude wind. Veel winkeltjes zijn gesloten of helemaal opgeheven en het gezellig bruisende stadje wat ik me van drie jaar geleden herinner is niet meer. Toch is het lekker om even de benen te strekken en na een uurtje rondlopen rijden we naar het State Park een mile verderop. We mogen samen op één plekje staan, mits we er inpassen en na enig zoeken vinden we een invalide plekje wat we, omdat het bijna “goverment closure time” is, mogen bezetten, mits het slechts voor één nacht is.

Eindelijk vlees klaarmaken op houtvuur
Eindelijk vlees klaarmaken op houtvuur

Gelukkig gaat de wind liggen en kunnen we lekker buiten zitten, genieten van de vele Eagles die af en aan vliegen en eindelijk kunnen we nu toch echt ons vlees boven een houtvuurtje bereiden. Tot op heden was dat niet mogelijk omdat er of een vuurverbod was,we het verkeerde vlees hadden of het zelfs mét een vuurtje te koud was om buiten te zitten. Het eten smaakt goed en het is nog tot laat in de avond gezellig rondom ons campvuur. Woensdag 15 oktober rijden we na het ontbijt weg uit Morro bay. Er is veel bewolking maar gelukkig lost deze snel op en breekt de zon door waarmee het ook direct veel warmer wordt. De kustweg is schitterend zeker als de zon schijnt en regelmatig stoppen we even om over de zee uit te kijken. Uiteindelijk arriveren we bij het vista point waar de Sea Elephants zich bevinden. Helaas zijn in dit jaargetijde alleen de juveniles (jonge en 1-jarigen)  aanwezig zodat we de zo kenmerkende slurven van de oude bulls niet echt kunnen bewonderen.

Net uit zee, zo mooi glimmend
Net uit zee, zo mooi glimmend

Toch blijft het een schitterend gezicht deze logge grote beesten bij honderden op het strand te zien liggen. Nog spectaculairder is het als je ze in zee ziet. Hun lompheid is op slag verdwenen en elegant bewegen ze zich door het water en natuurlijk proberen ze elkaar, rechtopstaand in het water weg te duwen, het voorspel van de strijd met elkaar op latere leeftijd om met het beste vrouwtje te mogen paren. Na zeker een uur rondkijken rijden we verder. De snelheid op deze smalle en bochtige kustweg ligt niet hoger dan 25 km per uur maar daardoor hebben we ook een schitterend zicht op de omgeving. Uiteindelijk verlaten we de kust en rijden we het binnenland in waar we net ten zuiden van Silicon Valley een campground vinden. Er zijn geen twee plekken meer naast elkaar maar gelukkig kunnen we wel bij elkaar in de buurt staan. Terwijl Sandra en Rene hun spullen gaan inpakken ga ik achter de computer zitten om mijn achterstand in schrijven wat in te halen . Om half zeven eten we lekker pasta en na nog een koffie gedronken te hebben gaan we naar bed. Morgen gaat de wekker al vroeg want om tien uur moeten willen we bij Road Bear zijn om de camper in te leveren en dat is zo’n 48 mile hier vandaan. Erg leuk is het niet als de wekker om half zeven afgaat maar na een verfrissende warme douche en een snel ontbijtje, we hebben afgesproken apart te ontbijten omdat dat veel tijd scheelt, rijden we om 8.15 uur weg van de campground en storten ons na getankt te hebben in het drukke verkeer naar San Jose. Gelukkig stopt na 20 minuten de file en kunnen we het laatste stukje gewoon doorrijden en zelfs met opnieuw voltanken met gas en propaan lukt het Sandra en Rene om exact om tien uur bij “Road Bear” te arriveren. Een half uur voor het uiterste inlever tijdstip. De inname procedure neemt weinig tijd in beslag zodat we binnen een half uur weer in de camper zitten op weg naar Silicon Valley. We willen allemaal wel het hoofdkwartier van Apple zien en als het kan van nog wat computer giganten. Helaas komen we er op een beroerd moment, net nu een nieuwe Apple I-Mac Air wordt gepresenteerd zodat het vol staat met camera wagens en alle parkings overladen zijn. Zodra we maar even aanstalten maken om te stoppen komt direct security naar ons toe en wenkt dat we door moeten rijden. Helaas geen blik in het Apple gebouw en van buiten zie je niet de ronde vorm die vanuit de lucht wel mooi zichtbaar is. Dus rijden we maar verder, ook andere computer giganten blijken niet spectaculair qua behuizing en dus gaan we op zoek naar een grote Mall. Dat blijkt niet mee te vallen zonder adres en zoals altijd, als je iets wilt vinden vind je het niet en slechts na heel lang zoeken komen we uiteindelijk in San Mateo bij een Mall die echter toch niet de gewenste winkels heeft zodat we er ook snel weer weg zijn. We zitten nu vlakbij het hotel van Sandra en Rene, waar we de koffers uitladen, aan de verbijsterend kijkende hotelklerk vertellen dat we echt geen parking voor de camper zoeken en dan na enig overleg, stappen Sandra en Rene weer de camper in om mee te liften tot Market street in San Francisco.

Zij lijken het koud te hebben
Zij lijken het koud te hebben

Daar zijn we om twee uur, tijd genoeg dus om nog even bij enkele winkels in de binnenstad binnen te lopen. Wij rijden ondertussen naar de campground in Greenbrae, ten noorden van San Francisco waar we ons plekje op de campground veilig stellen. Dat laatste lukt want we arriveren drie uur op de campground. Het is helaas te laat om nu nog met de bus naar het centrum van San Francisco te rijden dus pakken we de fiets en rijden een paar mile verderop waar zich een enorme Mall bevindt met o.a. winkels van Nordstrom, Macy, Abercrombie en North Face. Ook hier zijn Apple en Microsoft aanwezing maar het budget laat het niet toe de net gepresenteerde MAC van $ 2500 te kopen. Ook staat er een prachtige Tesla maar ook die gaat wat boven ons budget. We lopen er gezellig wat rond maar kopen niets want dat wat ik wil hebben is er niet of naar mijn mening te duur en een bezoek aan de Cheesecake factory hier laten we achterwege omdat het inmiddels al bijna half zes is en we zo gaan eten. Toch is het leuk om even rond te kijken en we rijden langs een mooi stukje baai met veel pelikanen en reigers. Bij de camper aangekomen gaan we achter de computer zitten waarbij Dick probeert te publiceren. Het kost erg veel tijd door het langzame internet van de campground maar uiteindelijk lukt het.

Dit bericht is geplaatst in USA en CANADA 2014-2015. Bookmark de permalink.