19 Mei tot 28 Mei 2017, Colorado, Wyoming, Nebraska en South Dakota
Helaas heeft het evenmin zin om vrijdag 19 mei de camper te wassen want het regent pijpenstelen dus beperken we ons tot het dumpen van grey water en rijden dan naar de interstate, de enige weg in de verre omgeving. Net nadat we de staatsgrens met Colorado gepasseerd zijn vinden we een Welcome Center dat ons welkome informatie over deze nieuwe staat geeft. Helaas ook slecht nieuws want in Estes Park bij Rocky Mountain NP ligt 60 cm sneeuw en de wegen die we wilden rijden om daar te komen en te vertrekken zijn beiden afgesloten, de eerste vanwege de enorme hoeveelheden sneeuw en de tweede vanwege een landverschuiving waardoor toegang voorlopig niet mogelijk is. Tel dat bij het feit dat het 2 graden is en we inmiddels over sneeuw bedekte hoogvlaktes rijden en de twijfel slaat toe. Is het wel verstandig dwars door de hoge bergen te rijden in dit jaargetijde. “Nee”, is het antwoord dus besluiten we zuidelijker wat warmte te zoeken.
Dit, nadat we weer een vlakte hebben doorkruist waar nog volop sneeuw ligt en we getankt hebben in temperaturen waarbij het lijkt, zelfs met jas aan, of je in je nakie staat. Zodoende draaien we weg van Colorado Springs. Er is zelfs geen berg meer te zien vanwege de stromende regen en ijskoude wind. Zuidelijk van Colorado Springs, in Pueblo-Colorado, mogen we niet bij Walmart overnachten, dus rijden we naar een vlakbij gelegen State Park waar we, ondanks het feit dat het vrijdagavond is, een schitterend plekje vinden met uitzicht over het stuwmeer en de bergen. Die laatsten komen in de loop van de avond tevoorschijn als de wolken optrekken en plaats maken voor blauwe lucht. Hoewel het nog te koud is om buiten te eten kunnen we wel zaterdagmorgen heerlijk in het zonnetje ontbijten. Het is stralend weer en echt genieten op dit plekje.
Maar we willen verder zuidelijk dus na het ontbijt rijden we naar de Great Sand Dunes. Omdat we nog voor het middaguur in dit National Park arriveren, kunnen we op de “first come, first serve” plekjes een net vrijgekomen, heel mooi plekje, innemen. Gelukkig is onze nieuwe camper korter dan de oude, slechts 7,50 meter, daardoor past dit plekje. Met een iets langere camper hadden we hier nooit kunnen staan. Nadat we betaald hebben gaan we met een kop koffie genieten van het uitzicht op de Great Sand Dunes, de hoogste in de USA. Hoewel ik niet van zand hou trekken deze hoge hellingen (het hoogste zandduin is 230 meter) me wel heel erg dus wandelen we na de koffie naar het Visitor Center.
Nadat we gezien hebben hoe deze duinen gevormd zijn en wat er leeft lopen we naar de kreek die deze duinen omsluit, stropen onze broeken op en lopen door het water naar de overkant vanwaar we aan de duinbeklimming kunnen beginnen. Eind van de middag hebben we echter niet zo heel veel puf, we hebben dan al zeker 8 km gelopen, dus we klimmen wel naar een topje maar niet het hoogste en dalen daarna rustig af (rennend van de duintoppen) terug naar de campground waar we heerlijk filetlapjes grilleren. Eten doen we wel binnen want in de namiddag zijn de wolken gekomen en is de wind toegenomen. Buiten is het niet meer zo lekker toeven, te koud met 10 graden. Gedurende de nacht daalt de temperatuur naar 5 graden maar als we rond 6 uur wakker worden zien we weer een staalblauwe lucht met zon. Geen wolkje meer te bekennen. We besluiten nog een dag hier te blijven. Gisteren heb ik Dick de hele avond bestookt met mijn verhaal dat ik toch echt het hoogste duin had moeten beklimmen. Jullie zullen begrijpen dat Dick gek van me werd en niet lang hoeft na te denken voor hij zegt: “ik regel de betaling van de camground wel, nu is het je kans om alsnog dat duin te beklimmen”.
Dus loop ik rond acht uur met korte broek, hoodie (het is nog kil) en rugzak (voor drinken) naar de creek. Het water is ijzig koud dus het is geen pretje om de vele waterstroompjes over te steken maar aan de andere zijde wacht na het natte koude zand toch het rullere en warmere zand waardoor mijn voeten kunnen opdrogen en ik gelukkig weer mijn schoenen kan aantrekken. Na bestudering van een kever, die als ik te dichtbij kom, mij besluit aan te vallen waardoor ik achterover een zandheuveltje afglij, klim ik verder naar boven en naar boven en naar boven. Er komt geen eind aan. Door het vroege ochtendlicht is ook moeilijk te zien waar ik het beste naar boven kan klimmen dus kies ik gemakshalve voor de kortste weg naar boven. Niet altijd even verstandig want sommige hellingen zijn erg steil. Uiteindelijk, na het topje van gisteren bereikt te hebben, blijkt slechts 30 minuten onafgebroken klimmen nodig om de top te bereiken en nadat ik daar 20 minuten heb zitten uitpuffen klim ik het laatste gedeelte over de rim naar de echt hoogste top. Het is er gezellig toeven, naast een groep studenten uit Southern Illinois komt ook nog een vader met drie kinderen uit Denver en gezamenlijk blijven we bijna twee uur zitten kijken en kletsen. Het gekrioel van de mensen beneden en de pogingen die men onderneemt om tegen de duinen op te klimmen is leuk om te aanschouwen. De zon brandt en het is duidelijk dat het hier in de zomer 60 graden kan worden. Als er grote groepen de top naderen wordt het boven dringen geblazen en gaan wij, de eerste lichting, weer naar benden.
Ik zoek nog twee geocaches en loop daarna, grotendeels via de creek, terug naar de camper die trouwens vanaf het hoge duin goed te bewonderen was. Ons hoge zandduin bleek lopend op 4 km afstand van onze camper te liggen. Dick heeft inmiddels inspanningen verricht om ons isolatiescherm zodanig passend te maken dat we dat, als het nodig mocht zijn, snel over de voor- en zijruiten kunnen bevestigen. En hij heeft kennis gemaakt met onze nieuwe buren, Paul, Lucia en Jason uit Denver. Eind van de middag nemen donkere wolken de plaats in van het schitterende blauw en is de wandeling door de creek toch minder aangenaam. En toch moest dat nog even om én een geocache vraag te kunnen beantwoorden én aan de benodigde lichaamsbeweging van in totaal 12 kilometer te komen. Ondanks de inmiddels koude wind en donkere wolken gaan we samen met Lucia, Paul en Jason buiten eten. Lucia heeft vlees- en groente spiesen gemaakt, teveel voor hen drieën, dus worden we uitgenodigd mee te eten. Nadat we heerlijk gegeten hebben arriveren Sofie en Theresia, 2 fietsers uit Duitsland en Oostenrijk.
Zij laten zich de restjes eten en niet te vergeten onze Hollandse kaas met toast, goed smaken. Lang kletsen we met elkaar, drinken enkele glaasjes wijn en hebben het gezellig. Om half negen zijn we zo verkleumd dat we de camper ingaan, de temperatuur is inmiddels gezakt naar 6 graden en wij zijn veranderd in ijsklompjes. Na afscheid van onze gezellige buren vertrekken we maandagochtend 22 mei. Het is mooi weer maar er zijn veel meer wolken dan gisteren. Door de San Luis vallei rijden we naar het noorden. Om ons heen torenen de hoog en wit besneeuwde bergen. In Florissant, CO maken we een tussenstop om een kijkje te nemen bij Fossilbed National Monument. We wandelen tussen de versteende overblijfselen van Redwoods.
Ook hier waren de bomen in het verre verleden aanwezig en niet alleen langs de westkust van de US. Mooi om te zien maar ik vind Petrified Forest in Arizona toch echt indrukwekkender. Toch zijn op deze plek de meest indrukwekkende fossielen ooit gevonden. Door de heuvels rijden we verder naar Colorado Springs waar we bij “Garden of the Gods” stoppen, nu ja we halen informatie bij het Visitor Center en rijden dan in file door het park. Bij het grootste rotsen complex, indrukwekkend door hun felrode kleur, vinden we makkelijk een parkeerplekje omdat bijna alle andere bezoekers met een auto komen en er aparte parkings voor campers zijn. We wandelen enige tijd tussen de hoog oprijzende rotsen. Ik wil ze meteen gaan beklimmen, zeker als op verschillende plaatsen mensen aan touwen hangen.
Helaas klopt het klimmershart van Dick niet meer zo uitbundig dus wandelen we gewoon door in plaats van onze weg verticaal te zoeken. Helaas is het overal erg druk dus nadat we alle rotsen uitvoerig bekeken hebben en vele foto’s hebben gemaakt, stappen we weer in de camper. Bij Balanced Rock stoppen we niet eens meer. Daar krioelt het werkelijk van de mensen en daarbij is het inmiddels eind van de middag, het weer slaat om en het gaat miezeren en we moeten nog een slaapplekje zien te vinden. De drie Walmarts die we proberen geven aan dat er “No overnight stay” mogelijk is zodat we uiteindelijk besluiten een stukje naar het oosten te rijden en in Calhan- Colorado, vinden we een slaapplek bij Cadillac Jack, een ietwat verouderd RV-park. Inmiddels stormt het hard en begint het te regenen. Onaangenaam weer, dus eten we wat restjes in de camper en gaan bijtijds slapen. Gelukkig is het dinsdag wat beter weer hoewel het hier op de vlaktes rondom Calhan nog enorm hard waait. Daar er tegenover de campground een coin laundry is gaan we eerst onze kleding en beddengoed wassen want de waszak wordt veel te vol en past niet meer in de douche. Als alles weer schoon en ingeladen is rijden we opnieuw westwaarts naar Golden, een klein plaatsje ten westen van Denver. Helaas zijn er geen tours in de brouwerij van Coors, wel jammer want we hadden graag gezien hoe ons favoriete bier gebrouwen wordt. Dus rijden we verder richting Rocky Mountains National Park. Omdat ik denk dat er eind van de middag, vlak voor het Memorial Day weekend, geen plek zal zijn, zoeken we elders een slaapplek. Bij Walmart is het niet toegestaan, de State Parks zijn vol, op een public park vlakbij Estes park lag tot gisteren nog 30 cm sneeuw dus de plaatsen zijn te zacht en ze accepteren geen gasten en de campground in Estes park vraagt (met Good Sam korting) toch nog 68 dollar.
Dus rijden we toch naar de campground op het National Park. Het is inmiddels 16.30 uur en bij de toegang zit niemand meer. Zonder kaart rijden we het park in, niet echt verstandig want we hebben geen idee waar we naar toe moeten rijden. Van de 5 campgrounds zijn er 4 dicht vanwege de enorme hoeveelheden gevallen sneeuw en natuurlijk is er geen aanduiding te vinden naar de enige open campground. We rijden dus, zonder enig besef waar we zijn en waar we naar toe moeten, door het park. Niet echt onaangenaam maar ook niet handig als je een slaapplek wilt vinden. Uiteindelijk in een doodlopend dal vinden we tussen de sneeuwhopen een kaart van het park en tegelijkertijd ontdekt Dick dat zijn Hakuna de naam van de open campground herkent zodat we uiteindelijk om half zes op Aspenglen campground arriveren. Er zijn zowaar nog plaatsjes beschikbaar! Als ik ga betalen koop ik ook een bundel brandhout want er zal en moet om dit te vieren een vuurtje gestookt worden. En niet lang daarna zitten we aan een heerlijk glas wijn bij een knetterend houtvuurtje. Er staat bijna geen wind dus het is buiten goed toeven ondanks de temperatuur van slechts 12 graden. Als we woensdag 24 mei wakker worden staat de zon aan een staalblauwe hemel. Het is slechts 12 graden maar dat komt ook omdat we op een hoogte van 2500 meter verblijven.
Na het ontbijt rijden we naar het Visitor Center om de film te bekijken en daarna rijden we gewapend met goede kaarten het park in. Eerst naar Bear Lake waar we een schitterende wandeling rondom het nog grotendeels bevroren meer kunnen maken, door diepe sneeuw ploegend. Veel Amerikanen hebben sneeuwschoenen aan en het dus beter bekeken want die zakken niet weg en glibberen niet uit. Ik ga snel in een outdoor sport zaak eens kijken naar die dingen want ze zien er erg comfortabel uit. Maar de zon schijnt volop en brandt op ons dus het leed van wegzakken in sneeuw is snel vergeten. Na de heerlijke tocht en het praten met verschillende mensen die alles willen weten van onze apart uitziende camper rijden we over de Trail RidgeRoad tot de wegblokkade, ons eindpunt op 3305 meter. De rest van de weg is afgesloten voor alle verkeer zodat nu het National Park slechts vanuit het oosten benaderbaar is. Wel jammer dat we niet verder kunnen maar ook logisch als je ziet dat naarmate we hoger komen de sneeuwwallen langs de weg ook verder oprijzen. We bewonderen het schitterende uitzicht op de omgeving en rijden dan na vele tussenstops toch terug naar de campground. Deze loopt inmiddels langzaam vol. Nadat Dick het Nederlandse deel van een nieuw stukje voor de website weet te publiceren (dankzij de Mifi van Verizon) gaan we opnieuw een kampvuurtje stoken om na te genieten van deze schitterende dag in de bergen.
Donderdag 25 mei staan we vroeg op en kunnen daardoor genieten van de kudde Elks die naast de tenten voor onze camper rondgrazen. Het is een prachtig gezicht en de geweien van de vele mannetjes zijn nu al indrukwekkend. Na een uurtje klimmen ze de berghellingen op en rijden wij het park uit, met een omweg omdat de weg die wij wilden nemen naar Loveland, CO door een landslide niet meer bruikbaar is. Na een half uurtje zien we donkere wolken zich samenpakken boven de Rockies en even later krijgen wij ook een deel van de regen mee. Als we een Propaan vulstation tegen komen stoppen we. Onze Europese gasfles wordt uitvoerig bestudeerd door wel 3 mensen. Gelukkig doorstaat de aluminium gasfles deze inspectie en wil men hem vullen. Na de grens met Wyoming gepasseerd te hebben vinden we bij een Welcome Center weer voldoende kaartmateriaal voor het volgende deel van onze tocht. In Cheyenne stoppen we wel even omdat een steen opnieuw voor een scheurtje in de ruit heeft gezorgd. Gelukkig heeft Walmart altijd reparatiesets voor voorruiten zodat Dick, terwijl ik snel wat inkopen doe, deze scheur kan proberen in toom te houden. Nadat de ruit beplakt is rijden we nog een stukje verder door de heuvels en eindeloze steppes van dit deel van Wyoming waar zo nu en dan kuddes koeien grazen. Rond drie uur stoppen we in Wheatland waar we een prachtige gratis camping plek aan de rand van het stadje, naast de spoorlijn, vinden.
Terwijl Dick het Engelse verhaal op onze website gaat plaatsen ga ik nog wat cachen in het uitgestorven stadje wat betekent dat ik 2 ½ uur later en met 7 km in mijn benen weer terugkeer. In dit leuke dorp zijn een groot aantal huizen beschilderd met prachtige muurschilderingen. Ik heb alle tijd genomen om een aantal te fotograferen en dus ben ik bij terugkeer bij de camper toe ben aan een heerlijke Coors light. Doordat dit parkje ook stroom heeft kunnen we heerlijk samen op de computer werken luisterend naar de altijd fantastische muziek van Dire Street en Marc Knopfler. Als we vrijdagochtend wakker worden schijnt de zon volop. Er zijn nog wel wat wolken maar blauw heeft de overhand. Na het ontbijt rijden we naar het dumpstation waar we ons grey water dumpen en tegelijkertijd gezellig praten met Rita en Jeff die hier wonen. Ons gesprek is zeer onderhoudend en gezellig en de tijd vliegt. Maar we hebben geen haast want we zien wel waar we vannacht terecht komen. Uiteindelijk rijden we via binnenwegen verder over de vlaktes van Wyoming.
Natuurlijk stoppen we bij Register Cliff. Een plek vol historie want hier passeerden, langs de North Platte rivier, de kolonisten op weg naar Oregon. Speurend lopen we langs de rotswanden om namen te zoeken uit die tijd en we vinden ze. Bijzonder om hier namen te zien staan van mensen die wilden laten weten dat ze deze plek in ieder geval gehaald hadden op weg naar het westen. Iets verderop ligt Fort Laramie wat eveneens een bepalende rol speelde in de tocht westwaarts van de kolonisten. Niet alleen kon men hier reparaties verrichten en voorraden inkopen ook werden afspraken gemaakt met de indianen over het ongehinderd doorlaten van de westerse kolonisten. Helaas werden deze afspraken later keer op keer geschonden wat oorlogen met de indianen die op de vlaktes leefden ten gevolge had.
Voordat we in Scotts Bluff, Nebraska, arriveren moeten we nog twee maal geduld oefenen om de ellenlange treinen te laten passeren, ditmaal zijn er 153 wagons. Bij Walmart mogen we gelukkig weer overnachten en we kunnen voordat een enorme bui losbarst nog net een aantal caches in de omgeving zoeken. Vlakbij bevindt zich een Chinees restaurant waar ik in de stromende regen eten ga halen. Het voedsel is erg smakelijk en lijkt meer op dat in China. Na jarenlang foto’s geschoten te hebben met mijn Sony fotocamera vertoont deze nu wat gebreken en de enorme zandmassa en wind bij de Great Sand Dunes heeft er niet aan bijgedragen dat er verbetering optreedt. Momenteel kan ik eigenlijk geen scherpe foto’s meer maken. Dus lopen we Walmart in en zoeken daar een andere camera. De keuze is niet zo moeilijk want er zijn niet veel modellen en uiteindelijk komen we met een Nikon Coolpix 500 weer naar buiten. In ieder geval kunnen er weer foto’s gemaakt worden.
Vrijdag 25 mei na het opstaan skype ik eerst even gezellig met tante Ank en daarna rijden we naar Scotts Bluff National Monument. Langs deze hoge rots reisden van 1841 tot 1869 meer dan 250.000 pioneers op weg naar een betere toekomst. Vanaf de top is goed te zien hoe bepalend deze rotsformatie was. Helaas kunnen we daar niet op, de wandeltrail is halverwege gesloten, de camper kan door zijn hoogte de tunnels niet door en de shuttle rijdt nog niet. Dus al snel rijden we verder langs Chimney Rock, een rots die hoog boven het landschap torent en van verre zichtbaar was voor de pioneers, en dan naar Carhenge, bij het stadje Alliance, Nebraska. Hier zijn Amerikaanse wagens uit de jaren ‘50 en ‘60 zodanig neergezet dat ze een replica vormen van de stenen circle in Stonehenge, Engeland. Om meer uniformiteit in de auto’s te krijgen zijn ze inmiddels allen grijs geverfd.
Het is een aparte ervaring hier tussendoor te lopen en vanaf een afstandje, met een dreigende lucht op de achtergrond, lijken de auto’s op opgerichte stenen. We genieten en laten dit indrukwekkende landschap diep op ons inwerken voor we uiteindelijk toch verder trekken naar Chadron, nog net in Nebraska, waar we de rest van de middag en avond lekker kunnen genieten van zon en regen, Dick in de Walmart zittend eindelijk eens al onze gevonden caches kan loggen en ik eindeloos kan ronddwalen door Walmart, iets wat nooit verveelt. Het blijkt een bijzondere Walmart want er zijn bijna geen auto’s te bekennen en ’s nachts is het gewoon helemaal uitgestorven. Zondag 28 mei is het nog altijd doodstil op de parking en in het zonnetje genieten we van ons ontbijt. Als we Griekse yoghurt en brood hebben gehaald kunnen we verder. Helaas is ons heerlijke “Dave’s Killer Bread” met veel zaden en slechts 2% suiker, hier niet aanwezig dus moeten we het doen met het iets mindere “Orowheat met 38% zaden “. Via smalle binnenwegen rijden we door Indianen gebied (de Oglala, Lakota en Sioux) naar de Badlands. Alhoewel het landschap mooi groen is, er vele heuvels zijn en je achter iedere heuvel een enorme kudde Buffalo ‘s verwacht te zien met er achter jagende indianen is het enige wat opduikt als Dick even in the middle of nowhere stopt omdat ik een foto wil maken, twee haveloze indianen die ons weliswaar een goede reis wensen maar ook geld willen. We schudden hen de hand wensen hen alle goeds en rijden door. Dan komen we bij Wounded Knee waar in 1890 een massa slachting plaatsvond onder de indianen. Er is een bijeenkomst op de heuvel waar een kerkje staat en ik wil erheen. Nadat we even over het parkeerterrein rondgewandeld hebben, oordeelt Dick, dat het verstandiger is om weg te gaan. Naast een andere auto met blanken (whiteman zoals een van de Indianen het hier noemt) die trouwens niet uitstappen, hangen er alleen grote en zware indianen rond. Het is niet verantwoord om in deze omgeving de camper onbeheerd achter te laten en een wandeling van tenminste een half uur te ondernemen. Dus rijden we weg van deze verlaten en weinig inspirererende plek, waar we nooit meer naar toe gaan, om niet veel later in Badlands National Park te arriveren.
Helaas is de campground helemaal volgeboekt dus rijden we terug naar het plaatsje Interior, SD waar een campground van Good Sam is en we tegen dezelfde prijs als in het park kunnen overnachten. De rest van de middag kletsen we met medebewoners van de campground, doen we de was en zoeken wat caches. Dat je hier wel moet oppassen, blijkt als we over de zandweggetjes in het stadje lopen en naar de mening van een 15-jarige jongen te dicht bij zijn erf komen. Hij vraagt wat we doen waarbij hij tegelijkertijd naar de aan zijn broeksband hangende revolver grijpt. Gelukkig trekt hij zijn hand terug als ik vertel dat we de verkeerde weg hebben genomen. Na nog genoten te hebben van een schitterende zonsondergang lezen we en doen we de administratie in de camper. Na een stevige regenbui eind van de middag is het een stuk afgekoeld.
Hoi Tita en Dick
Wat maken jullie weer veel mee, prachtige omgeving trouwens!
Geniet van jullie verdere reis.
Groetjes
Jeroen en Desiree
lieve tita en dick,
wat een leuk stukje heb je weer geschreven en wat een mooie foto’s.
wat een eng idee dat jullie gewoon wandelen bij Bear Lake tussen de beren. snap ik nog steeds niks van.
hier in nederland is het nu volop zomer en ook best mooi. net aan het strand witte wijn en bitterballen gegeten.
voor jullie veel liefs van je lieve tante en je (schoon) zusje
xxxxxxx
Enerverend verhaal weer.
Op alle genoemde plekken waren wij in 2011, dus een feest van herkenning.
Alleen hadden wij heel mooi weer.
Goede reis nog en tot de volgende Reiskraan.
Groeten, Doreen en Walter.
Hallo Tita & Dick. Wat een geweldig leuk verhaal. Ik zie Tita tegen die grote zandheuvel oprennen en snap wel dat Dick hier geen zin in heeft. Dat jullie nog sneeuw tegen komen in mei is ook bijzonder maar ja op die hoogte kan dat natuurlijk wel. Een mannetje van 15 jaar oud met een pistool lijkt mij een gevaarlijke zaak en bij een bijeenkomst van indianen op een orlogsplek zou ik mij ook niet prettig voelen als blanke. Hier bij ons is het al twee weken prachtig weer meet veel zon en warmte maar helaas voor mij ook met veel werk. Genieten jullie maar verder van de reis daar en wij wachten weer op het volgende verhaal.
Groetjes van Thecla &Thomas
Hallo Tita en Dick,
Geweldig weer om jullie reisverhaal te mogen lezen en zo deelgenoot te zijn van jullie reizen.
Het is weer leuk om te lezen wat jullie allemaal weer meemaken op deze reis.
Ook Plony leest jullie reisverhaal en vind het geweldig wat jullie allemaal beleven.
Geniet samen van deze tijd.
Goede reis verder en tot het volgende verhaal.
Groetjes,
Plony en Rien