Georgia, North Carolina, Tennessee, South Carolina and Virginia
30 maart tot 14 april 2018
Nadat we vannacht een enorme donderbui met harde regen over ons heen kregen is het gelukkig droog als we vrijdag 30 maart om half 8 opstaan, maar de grond om ons heen dampt. Ik draai nog snel even twee wassen voor we weggaan. Het duurt iets langer dan gepland omdat één van de drogers niet goed werkt, dus moet nog een keer gedroogd worden, maar om half 11 zijn we op weg. We willen eigenlijk even in de Little Grand Canyon kijken maar laten het als er voor de ingang een rij van tenminste 15 auto’s staat te wachten. Iets voor een andere keer.
Om half 1 zijn we in Andersonville. Het Prisoner of War museum hebben we drie jaar geleden al gezien maar de indrukwekkende film over dit prison camp uit de burgeroorlog nog niet. Het blijft onvoorstelbaar dat gedurende de burgeroorlog op een niet al te groot terrein meer dan 35.000 Union soldaten gevangen gezet werden. De leefomstandigheden waren zeer slecht en er was nauwelijks voedsel. Niet voor niets stierven hier meer dan 13.000 soldaten. Toen, na de overgave van de Confederate troepen, de overlevenden van dit camp terug naar het noorden trokken ontplofte het schip waarop de soldaten zaten en stierven nog eens 8000 man. Net als de concentratiekampen in Europa is dit een plek waar je moet gaan kijken. Na ongeveer 2 uur rondgekeken te hebben rijden we verder en in Perry, Georgia blijven we bij Walmart overnachten. Dick kan nu mooi weer eens publiceren terwijl ik een begin kan maken met de vertaling van onze nieuwe tekst. Het is maar goed dat toen Sandra en Rene 6 jaar geleden deze website voor ons maakten, we niet wisten wat voor tijd eraan besteed moest worden. Misschien waren we er dan nooit aan begonnen. Na een rustige nacht op de parking rijden we verder naar het noorden.
Vlakbij Macon ligt de Cache Across America van Georgia en die willen we wel zoeken. Het is in een bosrijk gebied bij een waterkrachtcentrale en we zien water met donderend lawaai van een klif de rivier instorten. Na een steile afdaling dwars door het bos vinden we de cache van Georgia en even verder op is nog een leuke cache verborgen te midden van enorme rotsblokken eveneens uitkijkend over de rivier. Twee gieren kijken toe terwijl wij over de rotsblokken klauteren om de cache te zoeken en pas als we drie meter van hen af zijn vliegen ze op. Wat zijn dit ook enorme vogels. Na de schitterende wandeling, eigenlijk meer een klim, door de bossen arriveren we weer bij de camper. De hele dag doet die al raar, hij schokt en trilt op een manier die we eigenlijk niet gewend zijn. Wat de oorzaak is blijkt als we een half uur later opeens plok, plok, plok, horen. Gelukkig kan Dick bijna meteen stoppen, onze rechterachterband staat volledig plat.
We hebben altijd een zware garage krik bij ons zodat Dick in een mum van tijd de lekke achterband verwisseld heeft. Ik tel de tijd die we nodig hebben om bijna de gehele garage van onze camper leeg te ruimen teneinde deze krik en reserveband te pakken niet mee. Het is vandaag Goede Vrijdag en we willen niet zonder reserveband doorrijden dus zoeken we naar een dichts bij zijnde stadje, het is Jackson en rijden daar naar toe. Er blijkt een kleine garage te zijn, nadat de eigenaar even onze band bekijkt komt hij met twee nieuwe banden aan. Het draagvermogen (1250 kg) is iets minder dan onze huidige banden (1400 kg) uit Alaska maar we zullen het ermee moeten doen. In Europa hebben we altijd op dergelijke banden gereden. Binnen een half uur zitten er twee nieuwe achterbanden op de auto en kunnen we onze reis vervolgen. Veel zin om nog lang door te rijden hebben we niet maar in de wijde omgeving ten zuiden van Atlanta is geen enkele campground noch State Park te vinden dus proberen we het bij enkele Walmarts. Na bij 4 Walmarts gevraagd te hebben (overal is het verboden te overnachten) bevinden we ons inmiddels aan de westkant van Atlanta. In Newnan is een Walmart die parkeren niet toestaat maar waarvan de Walmart mevrouw zegt dat er wel regelmatig campers overnachten. Meer aanmoediging hebben we niet nodig en we zetten onze camper neer. Het is genoeg geweest vandaag.
Gelukkig is er vlakbij een Applebee en daar we helemaal geen zin hebben om nog te koken gaan we daar lekker eten (krijgt Dick eindelijk weer eens een steak) en met een voldaan gevoel duiken we later op de avond in onze spannende boeken. We staan niet op een rustige Walmart want zowel van half 11 tot 12 als van 4 tot 5 uur in de ochtend rijdt er over de parking een veegmachine die heel veel lawaai maakt. Maar ja, dan hadden we hier maar niet moeten gaan staan. Zondag 1 april, Paasochtend, zijn we vroeg op. We willen naar Marietta rijden zodat we vandaar met de bus naar Atlanta kunnen. Helaas als we in de ochtend in Marietta arriveren, blijkt de camping vol te zijn, er is geen enkele mogelijkheid om hier te overnachten. We rijden nog een stukje terug om in Austell een plekje te vinden maar ook daar is geen plek, dus moeten we doorrijden. Helaas, dit jaar zit een bezoek aan Atlanta er niet in want met een camper de binnenstad inrijden en daar parkeren is eigenlijk geen optie. Langzaam rijden we noordelijk. We hebben inmiddels gezien dat er verder noordelijk een State Park is.
Net voordat we daar aankomen, zien we een schitterend County Park langs het water. Heel aanlokkelijk en als we vragen of er plek is blijkt er nog een plaatsje te zijn. We aarzelen niet lang en nadat we bij het Clark Creek County office betaald hebben kunnen we de campground op en de rest van de middag zit ik achter de laptop aan het water om de vertaling af te maken. Het is schitterend weer, staalblauwe lucht en de zon schijnt volop. Wat is dit een mooi plekje. Goed dat Dick zei dat hij twee dagen wilde blijven. Tot laat in de avond zitten we buiten en genieten van een zomeravond en de bootjes die langs varen. Maandag 2 april zijn we vroeg op, de vogels fluiten ons wakker. Nadat we heerlijk op de camping gedoucht hebben (de invalide douche heeft zelfs twee douchekoppen op je gericht) gaan we de route voor de komende tijd bekijken. We zitten mooi op schema en zonder verdere rampspoed zouden we genoeg tijd hebben om Baltimore op tijd te bereiken. En dan lukt het om tante Ank op de skype te pakken te krijgen. Wel leuk want nu kunnen we weer eens nieuwtjes uitwisselen. Als we na een uurtje uitgekletst zijn kan Dick de Engelse tekst publiceren (ja, die is gereed). De rest van de dag, het is inmiddels al middag, lummelen we wat rond bij de camper, wandelen rond over dit schitterende County Park waarbij iedere plaats aan het water ligt en lezen natuurlijk. Natuurlijk eten we weer lekker buiten en pas laat in de avond gaan we naar binnen omdat het iets koeler wordt.
Dinsdag 3 april is het redelijk bewolkt en de zon heeft moeite om door te breken en als we naar het toiletgebouw lopen is het slechts 15 graden. Het warmt wel snel op als we onder weg zijn en om 11 uur breekt de zon door. We zitten dan in Flowery Branch waar we een Travel bug in een cache plaatsen die daar graag naar toe wilde reizen. Voor ons een kleine moeite want we kwamen er toch langs. Benieuwd hoe lang deze travel bug erover gedaan heeft om vanaf de staat Washington hiernaartoe te komen want daar werd hij voor het eerst in een cache gestopt. We halen het vandaag niet meer naar Franklin in North Carolina dus stoppen we bij de Walmart in Clayton, Georgia waar we een schitterend plekje hebben. Hoog boven het stadje en met uitzicht op de Blue Mountains en het verkeer onder ons. Ondanks de zon die goed is doorgebroken is, voelt het hier koel aan want er staat een koud windje. We zitten dan ook weer in de bergen. ‘s Nachts gaat het hard regenen en donderen maar we zitten lekker droog en op het terrein van Walmart is het ongelooflijk rustig dus we slapen diep.
Wel moet ik voor het slapen nog even een teek verwijderen bij Dick. Op zijn bil heeft een teek zich al diep ingegraven maar dankzij enkele “teken verwijderaar tools” lukt het de teek levend te verwijderen. Nadat we woensdag 4 april ontbeten hebben rijden we naar de plaatselijke laundromat waar we nog even een paar wassen draaien alvorens we de grens met North Carolina oversteken. Vanuit daar is het nog een klein stukje naar het huis van Mike en Dee. Als we de straat in komen rijden en voor hun nieuwe huis stoppen komen ze ons al begroeten. Terwijl Dick en Mike de camper goed neerzetten op hun grondstuk van bijna een acre ga ik alvast met Dee naar binnen en we bekijken hun nieuwe huis. Wat is het schitterend en wat hebben ze een prachtig zicht op de omgeving. Vanuit de keuken zijn zelfs de bergen te zien. Het huis is ruim en groot en ligt te midden van de natuur en toch op loopafstand van down town Franklin. We hebben elkaar drie jaar niet meer gezien dus heel veel is er te vertellen en de rest van de middag vliegt voorbij. Nadat we heerlijk gegeten hebben, Mike bereidt het vlees op de gril en Dee maakt lekkere aardappels in de oven, gaan we gezellig eten en voor we het weten loopt het tegen tien uur zodat we ons bed in duiken. Hier midden in de Smokey mountains is het duidelijker kouder dan op de zuidelijke vlaktes waar we net vandaan komen. We zitten dan ook al op 650 meter hoogte. ’s Nachts slaat voor het eerst in weken de kachel weer aan want de temperatuur zakt naar 5 graden.
Donderdag 5 april zijn we bijtijds op want we trekken er vandaag op uit. De stroom blijkt overal afgesloten (een kabelbreuk) en heel veel mensen in Franklin zitten zonder stroom dus in plaats van te ontbijten stappen we in de nieuwe auto van Mike en rijden we naar Clayton, Georgia en ontbijten bij het Huddle house. Voor het eerst proef ik Grits, het smaakt niet slecht en doet me denken aan de griesmeel uit mijn jeugd. De smaak is echter onvoldoende om mij te verlokken dit te eten dus ik houd het bij hashbrowns, eieren en brood. Het eten is lekker en het is leuk om te ervaren hoe een ontbijt buiten de deur is. In Europa zijn we dat immers niet gewend. Na het ontbijt stappen we weer in de schitterende Chrysler 300 en Mike rijdt verder de bergen van Noord Georgia in. Het is er schitterend, de zon schijnt inmiddels volop en de temperatuur is ook gestegen, het is nu 17 graden.
Als we langs een Fish Hatchery komen nemen we wel even een kijkje. Er worden hier drie soorten Trouts gekweekt en nadat we Garfield bewonderd hebben
, een geelgekleurde Brown Trout, die toch wel zeldzaam is, mogen we een kijkje nemen bij de allerkleinste trouts die binnen in bakken opgekweekt worden. Deze miniatuur visjes krijgen 8 maal per dag heel fijn voer en verdubbelen in twee weken hun gewicht. Het is ongelooflijk interessant om van de ranger te horen hoe het op een hatchery werkt en pas nadat we he hele proces doorlopen hebben van het hatchen van de eitjes tot het uitzetten van de grote trouts in de rivieren verlaten we deze hatchery weer. Vanuit hier is het niet meer ver naar het begin punt van de wandeling naar de Anna Ruby Falls.
Een prachtige wandeling die ons naar twee schitterende watervallen leidt. We zijn niet de enigen die hier vandaag wandelen, het is nog steeds “Spring Break” en velen, aangelokt door het mooie weer, zijn hier naartoe gekomen om de klim naar de watervallen te maken. Na vele foto’s bij de watervallen en onderweg langs de woeste bergstroom, rijden we naar Helen waar we bij een graanmolen wat granen halen (kunnen we thuis porridge van maken) en op een terras Schwarzwalder Kirsch Torte eten. Het dorpje is volledig in Duitse stijl gebouwd en de Torte smaakt heel goed en is echt Duits, heerlijk! Als we op de terugweg zijn komen we langs Lake Hiawassee waar we na even zoeken en navragen de weg naar Bell mountain vinden.
Een steile weg omhoog, heel smal en erg bochtig, die we met de camper nooit zouden zijn opgereden. Als we uiteindelijk vlakbij de top staan en het laatste stuk omhoog lopen worden we beloond met een schitterend zicht op de omgeving. 360 graden rondom over de majestueuze bergwereld, we zien de Blue mountains en genieten van telkens weer een ander uitzicht punt. Onder ons ligt het Lake dat zich met veel vingers uitstrekt. Lang genieten we in de zon van dit prachtige plekje, we kunnen er geen genoeg van krijgen. Pas eind van de middag rijden we terug naar Franklin, North Carolina. Na ons even opgefrist te hebben vertrekken we weer om bij het Thaise restaurant in Franklin te eten. Drie jaar geleden hebben we hier ook met zijn vieren gegeten en het was voortreffelijk. Ook nu is dat weer het geval en we genieten van het eten en elkaars gezelschap. Thuis praten we nog even na en dan duiken we snel ons bed in. Ik voel het kussen niet eens, de buitenlucht heeft zijn werk gedaan. 6 april staan we opnieuw om 7.15 uur op en na lekker ontbeten te hebben bij Mike en Dee stappen we weer in Mikes schitterende auto en rijden naar het National park Smokey Mountains. Het weer is minder mooi dan gisteren en er is heel veel bewolking. Het lukt de zon niet om door te komen. In een grote file rijden we hoger en hoger over de ridge met telkens weer een nieuw zicht op de Smokey Mountains. Ondanks de bewolking hebben we een goed zicht op de bergen en hun blauwe kleur.
We nemen de afslag naar Clingmans Dome waar we de auto neerzetten. Er zijn inmiddels meer wolken gekomen, de wind is toegenomen en het begint te sneeuwen. Nadat Dee, die niet voorbereid was op dit weer, net als wij trouwens, een vest gekocht heeft in het Visitor Center lopen we het voetpad naar de dome op. Het is een steile trail en snel komen we niet vooruit, ook al omdat het heel erg druk is. Het gaat steeds harder sneeuwen en zowel op onze haren als op de grond blijft sneeuw liggen. Toch lopen we door in de ijzige kou. Het is niet warmer dan 1 graad en mijn handen zijn tot op het bot verkleumd. Maar boven op de Dome, we staan hoger dan 2100 meter, hebben we ondanks het mindere weer toch nog een zicht op de ons omringende bergen. Het is apart om ander weer te hebben. Na de nodige foto’s, natuurlijk ook bij de Appalachian Trail die hierlangs loopt, arriveren we weer bij de auto waar we ons lekker kunnen opwarmen. Deze Chrysler heeft namelijk op alle stoelen verwarming ingebouwd en voor we het weten gloeit onze rug. In een enorme file auto’s rijden we dwars door de Smokey Mountains naar de staat Tennessee, maken foto’s op de grens van beider staten en rijden dan Gatlinburg in.
Doordat ik een knalgele hoodie heb met Gatlinburg moeten we hier 6 jaar geleden ook geweest zijn maar veel van dit stadje herinneren we ons niet. Het is er enorm druk, overal lopen werkelijk mensen en heel veel kinderen. Het is duidelijk een gewilde bestemming voor een uitje in de Spring Break. Van al dat wandelen en de kou hebben we best trek gekregen dus zoeken we in het stadje iets waar we buiten op een terrasje kunnen zitten. We hebben namelijk Purdy bij ons en ja hoor na enige zoeken vinden we een restaurant van de Five Guys met een buitenterras en een vrij tafeltje. De zon schijnt inmiddels volop en het is heerlijk om buiten te zitten. We halen een lekkere burger, echt heel smakelijk omdat ze vers klaargemaakt worden en eten dan onze smaakvolle burgers op het terras in het zonnetje. Wat een leuke dag en wat apart om drie seizoenen in een dag te hebben, winter, voorjaar en nu zomer. Rond 4 uur verlaten we Gatlinburg weer (met een nieuwe mooie knalgele hoodie voor mij) en rijden terug naar Franklin waar we twee uur later aankomen. De maaltijd bij Five Guys was zo overdadig dat we geen van allen nog trek hebben dus met een glaasje wijn praten we gezellig na over deze geslaagde dag. Ik bekijk samen met Dee wel de foto albums die ze gemaakt heeft van hun avonturen in the Adventurer (hun RV). Vooral het fotoboek dat ze van hond Purdy gemaakt heeft is hilarisch. Tegen 10 uur nemen we afscheid en gaan naar bed. Het regent behoorlijk buiten. We merken ook dat we in de bergen zijn want de temperatuur is opnieuw een stuk gedaald en ’s nachts slaat de verwarming opnieuw aan. Zaterdagochtend 7 april is het nog steeds koel en zwaar bewolkt maar droog en het lijkt erop dat het wat gaat opklaren. Na een heerlijk ontbijt nemen we afscheid van Dee en Mike. Het waren heerlijke dagen samen.
Om 9 uur vertrekken we en rijden richting Asheville. Bij het Visitor Center van de Blue Ridge parkway stoppen we even om de film over deze scenic road te bekijken. Zelf hebben we grote stukken van deze weg gereden 6 jaar geleden maar waren niet echt onder de indruk ervan. Mogelijk ook omdat het toen begin maart was en het weer toen druilerig was. We buigen al snel af en nemen de weg door de Hickory Nut Gorge. Deze weg is erg mooi en slingert door een smal dal. Bij Chimney Rock stoppen we even om een blik te werpen op deze hoog uitstekende rots. De weg ernaartoe voert steil omhoog en we vragen ons af of wij dit met de camper kunnen rijden. We besluiten het niet te wagen. Al snel laten we de hogere bergen achter ons en overal om ons heen zijn bloeiende struiken en bomen. Het is hier voorjaar. In Forest City vinden we dat we genoeg gereden hebben en we parkeren onze wagen bij Walmart. Helaas is het inmiddels gaan regenen dus zitten we lekker bij de kachel binnen en lezen en doen onze administratie. Het voordeel van Walmart is dat er wifi is zodat ik zondag 8 april mijn zusje Hannah kan feliciteren met haar verjaardag. De ontvangst is wel slecht dus het is een kort gesprekje en snel rijden we verder. Opnieuw is het erg koud, slechts 5 graden. Wat verlangen we naar de temperaturen van Florida. Maar we moeten verder naar het noorden en kunnen daar alleen maar lage temperaturen verwachten. Opnieuw hangt er een koudefront over Washington DC en Baltimore en er wordt weer sneeuw verwacht dus in plaats van rechtstreeks naar het noorden te rijden maken we eerst nog even een uitstapje naar het zuidoosten. Inmiddels hebben we gezien (nu ja, Mike maakte ons erop attent) dat de fabriek van Blenheim Ginger Ale (de sterke ginger ale die we bij Bob uit Montana hebben meegenomen) in Hamer, South Carolina is en daar willen we een kijkje nemen. Het brengt ons vandaag dwars door de enorme stad Charlotte.
Aan de rand van Charlotte ligt de Cache Across America van North Carolina. Eindelijk vinden we een cache uit deze serie die ook werkelijk betekenis heeft want het brengt ons naar de plek in Mecklenburg waar op 20 maart 1775 de eerste “Declaration of Independence” werd getekend. Pas op 4 juli 1776 werd de andere “Declaration of Independence “ die wij uit de geschiedenis boekjes kennen, in Pennsylvania getekend. Helaas is de library van Billy Graham, recentelijk op 99 jarige leeftijd overleden, in Charlotte gesloten dus daar kunnen we niet rondkijken. In Fort Mill, net ten zuiden van Charlotte, stoppen we bij Cabela’s. Niet alleen willen we hier blijven overnachten ook willen we graag naar nieuwe Keens kijken. Onze oude exemplaren zijn na een jaar intensief gebruik echt aan vervanging toe. We vinden het beiden heerlijk om in deze enorme outdoor winkel rond te lopen. Bij de sale vind ik zowaar een schitterend waadpak wat ik al heel lang wil hebben. Makkelijk als we door een water moeten lopen om een cache te vinden. Het waadpak blijkt perfect te passen. Helaas vinden we voor Dick geen waadpak maar wel een erg mooie zonnebril die over zijn bril geplaatst kan worden. De late lunch die we hier nuttigen, een “Yeti burger”, is wel wat te veel van het goede dus de rest van de dag hoeven we geen eten meer te hebben. De bewolking is gelukkig opgetrokken en de zon schijnt dus als we eindelijk eind van de middag buiten komen, na ons verlekkerd te hebben aan al die schitterende outdoor spullen. We kunnen ons nog even aan de laatste zonnestralen koesteren. Maandag 9 april is er weer veel bewolking, het is slechts 10 graden en er vallen wat regendruppels.
Nadat we weggereden zijn stoppen we bij het geboortehuis van James Polk, de negende president van de USA maar deze historische site is op zondag én maandag gesloten dus rijden we verder. Om ons heen zijn regelmatig enorme katoenvelden te zien en de weg is erg rustig. We zijn er inmiddels achter gekomen dat de tour door de fabriek van de Ginger Ale alleen op afspraak en alleen op vrijdagochtend is en in Hamer is niets van een fabriek te bespeuren. Alleen een drukke souvenirwinkel in South of the Border waar flesjes Ginger ale gekocht kunnen worden. Wat een teleurstelling. We slapen iets verder in Dillon, South Carolina, natuurlijk bij Walmart. We zijn niet de enigen want camper na camper komt binnenrijden. Op een gegeven moment staat practisch het gehele parkeerterrein vol met campers. En wij zijn echt de kleinste camper. Het blijft koud en de wind is venijnig ook als we dinsdag 10 april verder rijden. In plaats van een fabriekstour gaan we nu in Hamer (hier noemen ze het South of the Border) een paar caches zoeken.
Het zijn leuke en allemaal verschillende caches en één is uitdagend want Dick is zeker 20 minuten in de weer met verschillende sleutelbossen om uiteindelijk een enorme kast open te krijgen. Pas om half 12 verlaten we Hamer en South Carolina en rijden verder naar het noorden. Over smalle heuvelachtige wegen omzoomd door bloeiende struiken en bomen rijden we naar Burlingham in North Carolina. Ondanks het feit dat het slechts 3 uur is stoppen we. Het geeft Dick de kans om bij Walmart onze caches te loggen en ik kan weer eens op mijn gemakje door Walmart slenteren. Nu kan het nog, over drie weken hebben we niet meer een dergelijke enorme winkel om door te lopen. Tot mijn plezier vinden we twee films die we graag wilden hebben, één is de film “12 Years a Slave” die ik in New Orleans probeerde te kopen, maar daar nergens verkrijgbaar was en de andere is, “The Fugitive” waarvan de opnames in Franklin, vlakbij Mike en Dee gemaakt werden. We hebben daar het wrak van de trein en bus (die in de film voorkomen) zien liggen. Alhoewel de parking van deze Walmart erg stil en rustig is en we de enige camper zijn, dus geen last hebben van ronkende generatoren van de grote Amerikaanse RV’s, worden we wel midden in de nacht opgeschrikt door een veegmachine. Hij maakt ietwat minder lawaai dan die in Newnan, GA, maar desondanks worden we er wel ruw door wakker gemaakt. Helaas lukt het ook woensdag ochtend niet om tante Ank op de skype te spreken dus rijden we al rond half 10 weg van Walmart, verder naar het noorden. De kilometerteller van onze camper is inmiddels de 100 000 km gepasseerd en we hebben deze reis al meer dan 33.000 mile door de USA gereden. Gelukkig trekken de wolken snel weg en rond 11 uur verschijnt de zon. De temperatuur blijft wel nog achter want warmer dan 12 graden is het niet. Opnieuw slaagt Dick erin smalle weggetjes te vinden die verder noordwaarts leiden.
In Lynchburg stoppen we bij de oude begraafplaats. Hier moet het Pest House Medical Museum zijn. Langs een steile smalle weg rijden we de cemetary op. Niet echt een weg geschikt voor een RV maar uiteindelijk arriveren we heelhuids bij het museum. Het Pest house blijkt een klein huisje te zijn waar in de tijd van de burgeroorlog, toen heel veel Confederate soldaten besmettelijke ziekten hadden, behandeld werden. Niet veel artsen wilden dat maar één arts, Dr. John Jay Terrell, vond het zijn plicht om te helpen en wist, door de zieken op een laag zand te leggen (dat had hij uit de Bijbel en het kon heel snel verschoond worden), de muren zwart te schilderen (niet zo fel voor de ogen), zijn instrumenten te koken (doodde de bacteriën) en zuurkool als eten te geven, heel veel soldaten in leven te houden. Het sterftepercentage zakte van 50% naar 5 %. Naast het “pesthouse” ligt de indrukwekkende begraafplaats, enorme velden met paaltjes. Hoewel het museum wat tegenviel, we hadden er meer van verwacht, is het toch interessant om weer een stukje geschiedenis op te doen. De stad Lynchburg in Virginia is heel heuvelachtig en als we een slaapplekje zoeken rijden we omhoog en omlaag over smalle en steile kronkelweggetjes. Ook niet echt geschikt voor een camper. Uiteindelijk vinden we noch een campground noch een Walmart waar we mogen overnachten en rijden naar Appomattox in Virginia waar we wel bij Walmart mogen overnachten. De zon schijnt volop en het is zo’n 18 graden dus we koesteren ons in het late zonnetje en lezen. Hoewel het erg rustig lijkt wordt de stilte ruw verstoord als om 10 uur in de avond een van de vrachtwagens pech heeft en er een enorme truck komt, enkel bestaand uit generator, die aan deze vrachtwagen gaat werken. Klaarblijkelijk zijn we inmiddels zo aan lawaai gewend dat we even wakker schrikken en dan weer diep inslapen.
Donderdag 12 april tanken we eerst propaan in Appomattox (de nachten zijn telkens zo koud dat we het met onze huidige hoeveelheid niet redden), draaien een paar wassen en rijden dan naar het Courthouse Historic Parc. Op deze plek in Appomattox werd op 26 april 1865 de grootste overgave uit de Amerikaanse burgeroorlog getekend tussen General Lee van de zuidelijke staten (de Confederates ) en General Grant van de noordelijke staten (de Union). Dankzij de wijsheid van President Lincoln die de zuidelijke soldaten niet wilde vernederen en hen vrij terug liet keren naar hun huizen was vrede een feit, werd de slavernij officieel beëindigd en kon aan een opbouw van het land begonnen worden. Niet altijd makkelijk want het zuiden lag in puin en de economie daar draaide tot op dat moment op de slavernij. Indrukwekkend is het om de film te bekijken die over deze beëindiging van de burgeroorlog gaat en rond te lopen door het huis waar de overgave papieren getekend werden. Het is jammer dat zo’n wijze president als Lincoln een week later in Washington DC werd vermoord. Ons historisch plaatje over de USA wordt steeds verder ingekleurd en meer en meer gaat de geschiedenis van dit immense land, waar we nu al bijna 3 maal een jaar rondrijden, voor ons leven. In de middag rijden we weg van deze historische plek.
Onze Hakuna (navigatie) weet het niet zo goed in deze streken. We kiezen altijd kronkelwegen en ook nu, maar ondanks het feit dat we onverharde wegen uitsluiten brengt de hakuna ons toch naar onverharde wegen. Een van de wegen blijkt uiteindelijk een bospad maar omdat het al enige tijd droog is kan Dick erover heen rijden. Wel moet ik zo nu en dan uitstappen om wat bomen weg te duwen maar het lukt Dick om het bospad te blijven berijden. Eén mile voor onze bestemming, het Bear Creek Lake State Park, stopt het bospad. Er is geen verder rijden mogelijk door de dikke bomenrij voor ons. Gelukkig is er een keerlus maar deze is steil, zanderig en vol diepe kuilen. Dick heeft echter geen keuze dan erin te rijden, het pad is te smal om te keren. Hij rijdt voorzichtig naar benden door de gaten en klimt de heuvel weer op. Enkele malen slippen de wielen door en ik houd mijn hart vast maar Dick komt veilig boven met de camper. Gelukkig, onze oprijmatjes en sneeuwkettingen hoeven we niet om te leggen. We rijden de bijna 4 km terug over het hobbelige bospad en komen uiteindelijk toch op onze bestemming aan. Er is plek in het State park maar slechts voor één nacht. Na onze camper op een mooi plekje vlakbij het meer neergezet te hebben pakken we onze GPS en gaan we enkele caches zoeken die in het park verborgen zijn. Het landschap is erg heuvelachtig en het is veel klauteren, deels over trails, deels dwars door het bos maar we hebben een prachtige wandeling, vinden onze caches en zijn half zeven terug bij de camper. Hoewel het de hele middag lekker warm was, tenminste 23 graden, we lopen inmiddels in onze korte broeken, staat er bij de camper een koel windje en dus gaan we lekker binnen zitten en genieten van een biertje want dat hebben we wel verdiend.
Vrijdag 13 april staan we om 7 uur op want om 8 uur kan ik bij de office navragen of er afmeldingen zijn. We boffen want we kunnen nog een dag blijven. Niet echt vervelend want de weersvooruitzichten zijn gunstig. Het blijft vandaag nog mooi en warm en pas vanaf zondag keldert de temperatuur weer en gaat het regenen. Na het ontbijt kletsen we wat met medecamping gasten en de host, er zijn nu nog heel weinig mensen op de campground, en daarna wandelen we langs het meer wat in 1938 door de CCC werd aangelegd. We zien redelijk wat schildpadjes langs de oever op boomstammen en vinden opnieuw enkele caches. Pas na 1 uur zijn we terug en kan ik weer eens in het warme zonnetje achter de laptop kruipen om wat te schrijven. Het wordt weer tijd om te publiceren.
Wat een weer geweldige reis hebben jullie ons weer voorgeschoteld. Bedankt en nog een paar geweldige weken
.groeten en liefs Ina