Van Homer naar Valdez
Maandag 28 juli is het zwaar bewolkt en er schijnt een wat waterig zonnetje als we de Homer Spit achter ons laten. Wat een verschil met gisteren toen het zulk stralend weer was.
Het miezert wat als we bij Buzz Cafe in Ninilchik aankomen, echt weer voor een lekkere capuccino waar dit cafe zo bekend om staat. We proberen de puzzel, 9 vierkante plaatjes die op verschillende wijze tegen elkaar gelegd kunnen worden, op te lossen maar dat lukt voor geen meter, ondanks veel geschuif. Later heb ik er spijt van dat we niet een puzzel gekocht hebben want ik zou graag eens zien dat iemand hem zou oplossen. De volgende keer dat we weer op de Kenai zijn zullen we er zeker één kopen. Natuurlijk stoppen we ook bij het kleine, over de baai uitkijkende, Russisch Orthodoxe kerkje wat in 1909 gebouwd is en nu wel wat nieuw schilderwerk kan gebruiken.
De geloofsgemeenschap is echter te klein geworden om dat werk nog aan te pakken, het merendeel van de mensen ligt naast de kerk op het kerkhof begraven.
De vele Russische namen herinneren aan de tijd dat Alaska nog in Russische handen was. In de stad Kenai stortregent het en na een bezoekje aan het Visitor Center waar een schitterende natuurfilm draait rijden we door naar Soldotna waar we bij Fred Meijer weer een plekje op het parkeerterrein zoeken. Het blijft regenen en regenen en het is geen weer om er nog op uit te gaan. Als ik, zoals gebruikelijk wanneer we bij een grote winkel
overnachten, tegen half tien ’s avonds de winkel verlaat na nog wat kleine aankopen te hebben gedaan, is het gelukkig gestopt met regenen. Ik moet wel naar de andere kant van de winkel lopen. Naast ons was een grote koelwagen gaan staan die toch wel voor wat geluidsoverlast zorgde zodat Dick de camper verhuisd heeft. Nu staan we tussen zeker 30 andere campers die ook lawaai maken doordat ze natuurlijk niet zonder stroom kunnen en oude versies van generatoren hebben, maar meestal worden deze ’s nachts uitgezet. Voor het eerst merken we dat het ’s avonds laat weer donkerder wordt. Weliswaar is er nog geen sprake van een zwarte nacht maar het is ‘s nachts ook niet meer licht. Gelukkig is het dinsdag weer mooi weer en kunnen we weer genieten van de bergwereld om ons heen.
We stoppen onderweg enkele malen om rond te kijken, caches te zoeken en ook bewondert Dick een huis in aanbouw vervaardigd uit hele boomstammen. Echt een huis om naar te verlangen vinden we beiden. Helaas, voorlopig zit zo’n huis er niet in. We hoeven niet ver te rijden want onze bestemming is Hope, een plaatsje bestaande uit enkele huizen aan de Turnagain Arm waar eind 1800 goud werd ontdekt. Tegen de baai aan ligt een kleine campground die drie jaar geleden doodstil was. Nu hebben we moeite om er een plekje te vinden. Gelukkig vertrekt er net een camper waar wij kunnen staan. De stoelen zetten we buiten want het is inmiddels 20 graden geworden. Aan de rand van een baai gevuld met het koude water uit de Golf van Alaska is dat erg warm. Er staat dan ook geen wind. Terwijl om ons heen iedereen zich naar de rivier spoedt waar de “Silvers” zwemmen, lopen wij naar de library. Dick wil de caches loggen en de e-mail ophalen en ik ga het bijgebouwtje in waar de tweedehands boeken staan die iedereen hier kan uitzoeken en aanschaffen voor 1 of 2 dollar. Als je boeken achterlaat mag je zelfs gratis omruilen. Het is een walhalla om hier rond te kijken en ik blijf er langer dan verwacht. Er zijn ook zoveel leuke boeken hier. Twee boeken kan ik niet laten liggen. Ze geven weer hoe je het beste kunt schetsen en waar je op moet letten als je iets tekent. Met het van onze vader ge-erfde talent voor schilderen lijken me dat nu echt boeken voor Hannah. Uiteindelijk ruk ik me los uit de heerlijke boekenwereld met een vracht aan nieuwe boeken en lopen Dick en ik weer terug naar de campground.
Het is nog steeds heerlijk weer en de plek om te vertoeven is buiten in het zonnetje, uitkijkend over de baai en de omringende bergen. Natuurlijk nemen we ook een kijkje bij de creek waar de gevangen zalmen worden schoongemaakt en honden de resten zalm schrokkend opeten. Tot laat toe blijven de vissers in de creek staan om nog wat zalm te bemachtigen. Ze smaakt dan ook heel erg goed, zeker als ze boven een houtsvuurtje wordt klaargemaakt. Voordat we weg gaan woensdag tanken we eerst fris water en dan begeven we ons op weg naar Whittier. Op de Seward highway komt ons een Subaru voorbij gereden met een zwaaiende arm. Waarschijnlijk Dick uit Seward, die op weg is naar Anchorage. Hij weet nu in ieder geval dat we dit jaar niet nog langs Seward rijden.
Om bij Whittier te komen moet je de iets meer dan 4 kilometer lange (trein)tunnel nemen die een kwartier voor de ene en dan een kwartier voor de andere kant beschikbaar is. We boffen want we kunnen meteen doorrijden en arriveren al om half één bij de campground in Whittier. Dit stadje bestaat uit enkele huizen, een hotel, een grote vissershaven en veel visverwerkende industrie. Eigenlijk is er niets te doen, alleen genieten van de stilte van de bergen en tochten naar de Tidal glaciers op de Prince William Sound. In Seward hebben we en couponboekje gekocht wat ons recht geeft op een tweede kaartje gratis, mits je van te voren reserveert. Derhalve spoeden we ons zodra de camper op zijn plekje aan de creek staat (een snel stromend beekje gevoed door gletscherwater en dus ijzig koud) naar de haven en boeken een boot-tour naar de gletscher. Vandaag is het prachtig weer, nu maar hopen dat het morgen ook mooi weer blijft. De rest van de middag lopen we rond in het stadje, eten een voortreffelijke burger in het enige hotel van het stadje en nadat ik wat Boysenberries geplukt heb nemen we de camper onderhanden. Van buiten glimt hij nog maar binnenin moet hij nodig gepoetst worden. Ik dweil en schrob en Dick zuigt de kleden uit. Wat een stof heeft zich daarin verzameld na alle dirt roads die we hebben gereden. Tegen zevenen is alles schoon en kunnen we nog lekker in het zonnetje zitten voordat deze achter de bergrug verdwijnt en het buiten te koud wordt. Donderdag 31 juli slapen we tot half negen uit. De boot vertrekt toch pas na twaalven. Natuurlijk zijn we veel vroeger in de haven waar we de tijd doden door met andere passagiers gezellig te kletsen. Onze boot blijkt niet vol, we boffen, in plaats van dat we met zijn zessen opgekropt om een tafel zitten hebben we nu met zijn tweeën deze ruimte. En er zijn zelfs nog tafels in het midden leeg. Niet fijn voor de maatschappij maar wel voor de passagiers die heel veel ruimte om zich heen hebben. Na de haven van Whittier achter ons hebben gelaten kunnen we genieten van de vele gletschers die de bergen hier bedekken.
Er is geen wolkje te bekenen en het zicht is dus schitterend. Al snel wordt het “All you can eat” buffet geopend. Ik ben niet echt een viseter maar de Silver Salmon die hier geserveerd wordt is zo lekker dat ik zelfs 3 maal terugga om nog een stukje te halen. Tesamen met de rijst en heerlijke salade wordt ons een voortreffelijke maaltijd voorgeschoteld. Dick eet meer primerib die lekker is maar ik te bewerkelijk vind omdat ik er eerst het vet vanaf moet snijden. Na het eten gaan we aan dek staan. De eerste Tidal Glaciers verschijnen aan den einder. Alhoewel de zon volop schijnt merken we aan de daling van de temperatuur dat we in de buurt van een grote ijsmassa komen, het is hier maximaal 4 graden. Een groot stuk gletscher ijs wordt de boot ingehaald om straks in de Margaritha cocktail met gletscherijs dus, te belanden. Ook al hebben we deze tour eerder gemaakt het blijft onvoorstelbaar om tussen de ijsschotsen, waar de seals op liggen te zonnen, door te varen en de gletscher voor je te zien opdoemen.
Helaas breekt er slechts een klein stukje ijs van de gletscher (dat geeft al het geluid van een langs razende trein) maar is toch wat minder spectaculair dan wanneer een groot stuk afbreekt. Het is de prijs die we moeten betalen omdat het te mooi weer is. Bij regenachtig weer heb je meer kans dat een stuk ijs afbrokkelt en in zee terecht komt. De overal rondvliegende meeuwen krijsen wat af en helaas moeten we nadat we nog een tweede gletscher hebben bezocht deze ijsmassa’s weer de rug toe keren.
We worden verwend met nog een heerlijk dessert buffet van vruchten, chocolade- en cheesecake en arriveren we na bijna 5 uur varen weer in de haven van Whittier. De twee bultrug walvissen die, voor we de haven invaren, nog even komen buurten vlakbij de boot vormen het slot van een schitterende dag met prachtig weer en volop zonnenschijn. We boffen dat we dit hebben mogen meemaken. Nog lang zitten we buiten in het avondzonnetje.
Vrijdag, het is al 1 augustus, haasten we ons om nog de tunnel te kunnen halen om negen uur maar helaas we zijn net 3 minuten te laat dus moeten we tot 10 uur wachten om er door te kunnen rijden. Om de tijd te doden rijden we nog een rondje door het stadje en werpen nog een laatste blik op de haven. Dan is het al tijd om aan te sluiten bij de rij voor de tunnel. Net na de tunnel is een schitterend wildpark waar we naar toe gaan. Je loopt er pal langs de kuddes Elks en Bizons en kunt ze zelfs aanraken. Dat doe je niet met de veel agressievere Musk-ossen, een overblijfsel uit de dinosaurus tijd. Ik ben blij dat er een stevig hek tussen mij en het dominante mannetje staat als deze mij tijdens het eten venijnig aankijkt en gromt.
Gelukkig zien we ook nog 2 Brown bears door het park sjouwen. Wat een enorme beesten zijn dat toch, ik mag hopen dat ik zo’n beer nooit in de vrije natuur tegen kom. Gelukkig hebben we uit voorzorg nu toch nutoch de fles bear spray, die we eerder gekocht hebben. Na bijna drie uur rondwandelen rijden we verder naar Girdwood, waar we de gondel willen nemen de bergen in. Helaas gaat de gondel niet helemaal tot de top en ik ben er wat teleurgesteld over. Een kleine woordenwisseling tussen ons beiden maakt dat we uiteindelijk niet meer naar boven gaan en Girdwood achter ons laten. Bij Wasilla vinden we bij Walmart een slaapplekje. In Anchorage mag je nergens bij winkelketens overnachten maar in dit net noordelijk gelegen stadje mag dat wel. Terwijl Dick achter de laptop gaat zitten om ons stukje op de website te publiceren, ons mobile internet werkt gelukkig weer, loop ik naar Sears, een winkel vlakbij, om te kijken of ze tapijt verkopen. Helaas blijkt dat niet het geval dus zullen we nog enige tijd met ons oude kleed moeten doen. De rest van de avond lezen we lekker in de camper met de ramen wagenwijd open. Het is heerlijk weer, de zon schijnt en de temperatuur is opgelopen naar 18 graden. Zaterdag 2 augustus, staan we om zeven uur op om te proberen met tante Ank te skypen. Helaas blijkt ze niet online zodat we vertrekken en de Glenn Highway oprijden die ons door de bergen voert, langs de schitterende Matanuska Gletscher en snelstromende rivieren.
Het zicht is overweldigend, overal zien we hoge en met sneeuw en gletschers bedekte bergen. We herinneren ons zo deze weg niet maar dat kan komen omdat de lucht nu staalblauw is en de zon volop schijnt en het drie jaar geleden beduidend minder mooi weer was. Tegen tweeën, nadat we bij de Library van Glenallen onze mail hebben opgehaald, besluiten we om toch niet op een parking tegenover de IGA winkel te blijven staan maar naar een nabij gelegen statepark te rijden. Deze blijkt saai en doods, geen wonder dat er niemand staat. Dus rijden we toch nog maar 40 mile door richting Valdez waar we uiteindelijk bij Mile 79.5 Squirrel State Park vinden. Prachtig gelegen met zonnige plekjes waar we de rest van de middag, nu ja, avond, want het is al half 5 als we hier arriveren, lekker buiten zitten. Terwijl Dick leest en water tapt bij de pomp om de tank te vullen zit ik achter de laptop om onze belevenissen van de afgelopen dagen weer eens op te schrijven. Dat maakt dat we pas tegen zevenen aan het eten beginnen. Omdat het windstil is blijft het warm en daar de zon ook nog volop schijnt is het niet erg om laat te eten. Onze voorgangers hebben een stapel haf verbrand hout achtergelaten dus kunnen we na het eten nog heerlijk genieten van een houtvuurtje voor we tegen half elf ons bed induiken. Zondag 3 augustus zijn er beduidend meer wolken en naarmate we meer naar de kust rijden des temeer neemt de bewolking toe.
Nu geen zicht op zonovergoten witte bergen maar de wolkensluiers rond de bergen imponeren ook. Nog voor het middaguur arriveren we in Valdez. Aan de overkant van de baai vinden we een mooi plekje. Weliswaar moet je om in Valdez te komen 11 mile rijden, dit plekje en het uitzicht over de baai vergoeden veel, zelfs nu de wolken bijna op het water drijven. Nadat we betaald hebben en ons betaalbewijs op de paal gestoken, rijden we naar Valdez om te kijken of we daar kunnen wassen. Het moet gebeuren en dit regenachtige weer nodigt niet bepaald uit om te wandelen of te fietsen. Na wat rondvragen vinden we uiteindelijk naast Safeway een grote laudromat waar we de rest van de middag doorbrengen.
Op de terugweg naar de camping stoppen we om te kijken naar de seals die op zalmenjacht zijn en natuurlijk maken we ook foto’s van een langslopende grizzly. Overal, maar dan ook overal zie je grote donker gekleurde spots in het water, het zijn grote groepen zalmen die zo nu en dan uit het water vliegen, bijna altijd het gevolg van een succesvolle achtervolging van de Harbor Seals. Daar het opgehouden is met miezeren en gewoon hard regent blijven we niet al te lang buiten kijken en rijden nog een paar honderd meter door om vervolgens onze camper op het gereserveerde plekje te zetten. We moeten het ondanks de vuile grond helaas zonder buitenmatje doen want dat heeft iemand meegenomen terwijl wij waren wassen, we hadden het ook op ons plekje laten liggen. Het is dus maar goed dat we nog geen nieuw tapijt in de camper hebben. Terwijl de wolken steeds verder zakken en het zicht tot bijna nul reduceert zetten wij ons achter onze laptops om de administratie bij te werken.
Dank je wel weer!
Al fietsend in Brabant heb ik wel eens gezien hoe iemand in een jaar tijd met z’n schoonvader samen op z’n gemak een loghouse aan het in elkaar zetten was, het was op maat gezaagd op twee vrachtwagens geleverd.