Van Chicago naar Minneapolis
Nadat we ’s avonds een heerlijk worstjes, geroosterd boven een houtvuurtje, hebben gegeten en voortreffelijk geslapen staan we vrijdag 23 mei al vroeg naast ons bed om ons plekje te verlengen. Gisteren hebben we van Jurgen, een in Chicago wonende Duitser, gehoord dat je vanuit een vlakbij dit National Park gelegen stationnetje heel makkelijk met de trein naar Chicago kunt rijden. Helaas heeft het park een geautomatiseerd betalingssysteem zodat ik pas klokslag negen uur ons plekje voor een extra dag kan veilig stellen. Niet geheel onbelangrijk want het is het weekend van Memorial Day, hét begin van het vakantieseizoen waarop klaarblijkelijk iedere Amerikaan erop uit trekt met gezin en tentje. Gevolg is dat we pas om 11:00 uur het boemeltreintje naar Chicago kunnen pakken. Het stationnetje Beverly Shores ligt inderdaad op nog geen 500 meter lopen van onze campground en ruim op tijd staan we te wachten op de trein. We moeten namelijk de trein “flaggen” anders stopt deze niet. Nu hebben we geen vlag maar gelukkig is er een knop die we 10 minuten voor aankomst van de trein kunnen indrukken om de trein tot stoppen te manen. De tijd tot aankomst doden we door gezellig met voorbijkomende Amerikanen te praten die, zoals overal in dit land, maar al te nieuwsgierig zijn naar de levensgewoonten van ons Europeanen. De tijd vliegt daardoor, we stonden natuurlijk drie kwartier te vroeg al hier en kunnen we, zodra de trein in zicht komt al snel de trein boarden.
Het blijkt een bijzondere trein van twee verdiepingen maar met een open ruimte in het midden zodat je van boven naar de benedenverdieping kunt kijken. We kijken er rond en maken foto’s alsof we nog nooit in een trein gezeten hebben. Heel apart is dat je de stoelleuning kunt verzetten zodat je al naar wens naar voren of naar achteren kunt rijden en dus ook kijken. Door dat heen en weer gedrentel en bewegen van stoelleuningen worden we al snel verwonderlijk aangestaard door de andere passagiers. Nadat we ons stationnetje, liggend in een verstild duinlandschap, hebben verlaten verschijnen de eerste rokende schoorstenen van de hier overal aanwezige staalfabieken. Buiten dit National- en State Park Indiana Dunes lijkt het overige gedeelte van de kust tot aan Chicago helemaal in beslag genomen te worden door staalfabrieken. Na een fantastische treinrit langs Lake Michigan arriveren we rond het middaguur in Chicago bij het eindstation Millenium park. Nadat we bij het Visitor Center een plattegrond van Chicago hebben gehaald lopen we het park in.
Eigenlijk om een cache te zoeken en niet wetend wat we daar aantreffen. Het blijkt het meest verwonderlijke park te zijn waar we ooit hebben rondgelopen. Allereerst treffen we er een spiegelbol aan in de vorm van een boon waar je jezelf en alle hoge flatgebouwen rondom het park in weerspiegeld ziet. Niemand die hier rondloopt kan er genoeg van krijgen zichzelf te zien en te fotograferen. Wat een geniaal object is dit. Uiteindelijk rukken we ons los van “The Bean” en lopen we verder door het park waar we bij een openlucht stadion komen, waar in de zomer gratis concerten gegeven worden. Langs een kanaaltje waar mensen met hun voeten verkoeling zoeken in het water treffen we iets verderop twee hoge wanden waarop menselijke gezichten geprojecteerd zijn, telkens verschillende en waar water afloopt en uitspuit. Het is een eldorado voor kinderen en volwassenen om in het overal vanaf stromende en spuitende water te vertoeven. En nu is het slechts 10 graden. Wat zal het hier druk zijn als het rond de 25 graden of warmer is. We staan er versteld over wat in zo’n klein stukje groen (gemeten ten opzichte van de rest van de stad) te ontdekken valt. Ik ben op slag verliefd op deze stad die echt met geen enkele andere ter wereld te vergelijken is. Toch willen we nog een bijzonder ding in deze stad zien en dat is Sears tower, die inmiddels door een overname nu Willis tower heet. Deze wolkenkrabber steekt hoog uit boven de stad en vanaf de 103-de verdieping heb je een prachtig uitzicht over Chicago en omgeving.
De lucht is strakblauw dus een uitgelezen gelegenheid om deze toren (met de lift) te beklimmen. We moeten wel enig geduld hebben want ondanks het feit dat de wachtrij niet echt lang lijkt doen we er toch een uurtje over om boven te komen maar dan kunnen we dan ook genieten van een schitterend zicht over Chicago en lake Michigan. Wat is het helder. Het meest spectaculaire hierboven zijn de balconnetjes met glazen vloer die 103 verdiepingen boven de stad te betreden zijn. Ik vind het doodeng erop te staan terwijl Dick ze betreedt alsof ze gewoon op de 3e verdieping over de stad uitkijken. Natuurlijk maken we er heel veel foto’s en uiteindelijk nemen we de lift terug vanwaar we op de straat opnieuw een blik omhoog werpen en in de verre verte, heel hoog boven ons, de balconnetje zien waar we net ons leven op “gewaagd” hebben. Vol van dit nieuwe avontuur lopen we langzaam terug door de smalle straten met hun hoog oprijzende wolkenkrabbers. Maken nog even foto’s van “the Loop”, de boven de straten lopende treinrails en eten dan bij een bakery. Tijdens het eten van de wel erg met kaas overgoten en daardoor vet lijkende spaghetti voel ik iets in mijn nek. Dick weet het zwarte monstertje snel weg te vegen. Het is dus waarschijnlijk geen teek alhoewel het beest net zo’n dikke schaal heeft en niet kapot te krijgen is. Opnieuw zijn alle ogen op ons gericht als Dick mijn haardos navlooit, niet echt een gebruikelijke bezigheid in een drukke zaak als een bakery.
Na een vullende maaltijd lopen we opnieuw door het Millenium park en kijken nog een keer naar de spiegelbol en de waterwanden met hun imponerende gezichten die nog mooier zichtbaar zijn in het avondlicht.
En dan is het alweer tijd om onze trein naar huis te pakken. Als we nog langer blijven hangen zijn we namelijk pas tegen twaalven thuis. Helaas is de trein terug een normale trein en hetzelfde als onze eigen treinen. Als we in Beverly Shores de trein verlaten is het al donker. Maar met de bij “REI” aangeschafte nieuwe hoofdlampjes met 130 lumen kunnen we onze weg naar de campingplek in het bos toch goed vinden. Zodra we in de camper gearriveerd zijn komt Jurgen langs die ons toch nog even bij zijn “big fire” vraagt, een verzoek dat we helaas niet kunnen weigeren, zodat we even later gezellig rond het kampvuur zitten bij Jurgen en Cathy en de bijzonderheden van elkaars leven vertellen. Het is echter door en door koud buiten, de temperatuur haalt maar net de 8 graden, zodat we halfbevroren (bij een kampvuur is het vaak zo dat je voorkant verbrand en je rug bevriest) uiteindelijk een uurtje later afscheid nemen van Jurgen en Cathy en ons lekkere warme bed induiken. Zaterdag , na het dumpen van black- en grey water, het innemen van water en het afscheid nemen van Jurgen en Cathy rijden we weg. Dwars door de voorsteden van Chicago. De drukte valt mee omdat het merendeel van de auto’s Interstate rijden en geen binnenwegen dwars door de stad. Door de vele stoplichten met “rode golf” vorderen we toch wel langzaam door het agglomeraat van Chicago maar uiteindelijk bevinden we ons op het platteland van Illinois. We proberen eind van de middag een slaapplekje te vinden in het stadje Galena maar bij Walmart mag je niet overnachten en de camping ernaast is overvol. Overal staan auto’s. Het enige plekje wat er nog vrij is, is daardoor haast niet benaderbaar en de blikken van de buurvrouw kunnen ons haast doden als we proberen onze camper hier neer te zetten. Het maakt dat ik schoon genoeg heb van deze campground en we besluiten nog 18 mile door te rijden tot we aan de andere zijde van de Mississippi
zijn, in Dubuque, Iowa. Daar mogen we wel op het parkeerterrein van de Walmart overnachten en omdat het inmiddels 5 uur is en we al 375 km hebben gereden, stoppen we hier. Al snel hebben we gezelschap van drie Nederlanders die met een huurcamper rondtrekken en informatie vragen over de omgeving die wij net verlaten hebben. Tijdens het uitwisselen van bijzonderheden ontdekt Dick opeens een teek op de bovenarm van een van de mannen. Hoe mijn schatje dat nu opmerkt??? Met onze nieuwe tekenverwijderaar (een plaatje met sleutelgat) verwijdert Dick, met grote deskundigheid en of het zijn dagelijkse werk is, snel deze teek en even later gaan we ieders ons weegs. Zij naar hun camper om te koken en wij naar Walmart om de benodigde levensmiddelen aan te schaffen. Ondanks het motorgeronk van de ook hier aanwezige vrachtwagens slapen we goed en worden we zondag 25 mei pas om half acht wakker. We wisselen onze propaantank, gaan bij Walmart nog even naar het toilet en rijden dan naar de Great River Road, de weg langs de Mississippi die we verder noordwaarts willen volgen.
Onderweg stoppen we regelmatig om een cache te zoeken en te genieten van het werkelijk schitterende uitzicht over het landschap. Niet alleen over de Mississippi in al haar verschijningen maar ook over het akkerlandschap wat hier en daar in terrasvorm gebouwd lijkt en waar hier en daar de boerderijen met hun hoge silo’s als in een schilderij gedropt zijn. Het is een prachtig zeer heuvelachtig landschap.
In het leuke stadje Guttenberg, genaamd naar de Duitse uitvinder van de boekdrukkunst, stoppen we om een ijsje te nuttigen. Je moet wel geduld voor hebben om hier een ijsje te kopen want er staat een enorme rij maar als je uiteindelijk aan de beurt bent kun je genieten van het lekkerste ijs en milkshake die je ooit heb gehad. Iets buiten Guttenberg ligt het Pikes Peak State Park waar tot onze verbazing zowaar plekjes beschikbaar zijn. We aarzelen niet langer en gaan op een van deze plekjes staan. Het is immers heerlijk weer, de zon schijnt volop en de temperatuur loopt tegen de 26 graden. Nadat de camper goed staat en we een lekkere kop koffie gedronken hebben lopen we het bos in rond de campground en komen bij de klif vanwaar we een schitterend zicht hebben op de loop van de Mississippi en de overkant waar het stadje Prairie du Chien in de staat Winsconsin zich bevindt. Wat een prachtig uitzicht en wat een schitterende plek. Hier blijven we twee dagen!
Als we eind van de middag buiten op het bankje zitten is het net Australia. Overal wordt je direct omhuld door duizenden kleine vliegjes, we sprayen ons in met anti mosquito- en tick spray, met en zonder deet en steken ook muggenspiraaltjes aan maar niets helpt tegen deze hinderlijke kleine steekbeesten. Ach gewoon doorgaan met praten en schrijven en net doen alsof je niet merkt dat die rotbeesten overal om je heen zwermen, hinderlijk je huid aftasten en erin prikken. Gelukkig wordt de overlast iets minder als we eind van de middag een houtvuurtje ontsteken waarboven we ons vlees roosteren. Tot laat in de avond zitten we buiten en genieten van het warme weer. Maandagochtend douchen we ons in het toiletgebouwtje op de campground. Niet echt handig want met zoveel mensen is het water lauwwarm, maar we worden er wel lekker wakker van. Het heeft vannacht wat geregend maar nu is het gelukkig droog en al weer lekker warm. Na buiten ontbeten te hebben ga ik achter de computer zitten om aan het nieuwe stukje voor de website te werken terwijl Dick de betalingen doet die gedaan moeten worden en die we dankzij Danielle zo goed doorkrijgen. Omdat we vandaag toch blijven is het een goede gelegenheid om ook weer eens te skypen. Opnieuw zijn we blij dat we bij aankomst in de USA in een mobiel wifi apparaat geinvesteerd hebben zodat we ook in dit afgelegen Pikes Peak State Park, gelegen op een klif 250 feet (75 meter) boven de Mississippi, gewoon de beschikking hebben over internet. Langzaam wordt de camping steeds leger. De ene na andere caravan en tent wordt opgebroken en vertrekt richting huis op deze Memorial Day. De hinderlijke vliegbeesten blijven helaas wel achter en lijken vanwege het gebrek aan andere slachtoffers zich in zwermen op je te storten zodra je even niet beweegt. Niets helpt ertegen. Het kan niet anders met zoveel bijtdingen dat ik vannacht en de volgende dagen alleen maar zal krabben. Als dit een voorproefje is van Alaska waar het formaat steekbeesten zeker 10 maal zo groot is? Jullie zullen er in de loop van onze tocht zeker nog over horen.
Tegen het middaguur breken we op om even de omgeving te verkennen. We wilden dat met de fiets doen maar zijn door de Ranger gewaarschuwd dat niet te doen omdat de wegen hier bijzonder smal, bochtig en steil zijn en het (met het vele verkeer vandaag) op de weg voor een fietser niet echt vertrouwd is. Dus pakken we de camper en rijden de 14 kilometer naar Effigy Mounds National Historic Site waar gedurende een 3 mile lange wandeling niet alleen regelmatig een schitterend uitzicht is vanaf de oprijzende kliffen over de brede Mississippi maar ook eeuwenoude door indianen gemaakte heuvels te zien zijn in verschillende vormen. De meest aparte is wel die van een beer. Het is een leuke, maar ook inspannende wandeling vanwege de vele beklimmingen en de broeierige temperatuur van 26 graden zodat we tegen vieren redelijk uitgeput bij de campground terugkomen. Daar willen we ook nog even een stukje wandelen om enkele caches te zoeken, die ook langs de kliffen zo’n 75 meter boven de rivier gesitueerd zijn. Als we deze paar kilometer lange wandeling er ook op hebben zitten kunnen we als beloning nog genieten van de vele hier aanwezige Hummingbirds.
De vrijwillers van dit park hangen speciale voederflessen op waar ze met hun lange snavels het zoetige vocht uit kunnen drinken. Wat dat betreft zijn het net amerikanen, alles is zoetig hier. Tegen zessen zijn we terug bij de camper waar je nu het nog steeds zo broeierig is dat je alleen nog maar buiten kunt vertoeven als er heel veel muggenspiralen branden. Daar we nu best wel trek hebben in wat eten bouwen we snel een hout vuurtje waarboven we nog net onze burgers kunnen roosteren voordat de eerste regendruppels gaan vallen. Terwijl de regen op de camper tikt genieten wij van onze simpele maaltijd en na ook nog een lekker yoghurt met bosbesjes gaan we al snel richting bed. Het is nu zo warm in de camper en daarbuiten dat we ons dekbed inmiddels naar de kast hebben verhuisd en alleen nog onder ons laken slapen. Dinsdag ochtend is het nadat er ’s nachts redelijk wat regen is gevallen gelukkig weer droog en na de inname van vers water en het dumpen van het vuile, rijden we over de brug naar Prairie du Chien, in de staat Wisconsin. Het zal jullie niet verbazen dat de Fransen de ontdekkers van deze streek zijn geweest. De weg langs de Mississippi is bijzonder leuk en biedt ons telkens een schitterend zicht over deze machtige rivier.
Er blijken zelfs Amish hier te wonen want op een van de plekken waar we stoppen zien we drie jongeren in een paarden karretje weg vluchten bij onze komst. Alsof wij ze wat aan zullen doen. Na regelmatig gestopt te hebben en gekletst met de plaatselijke bevolking die zoals altijd onze camper toch wel wat bijzonders vinden, voor hen lijkt deze het meest op een ijscokar, besluiten we toch een stukje grotere weg te gaan rijden om vandaag nog in Minneapolis-St. Paul, de Twin Cities te kunnen arriveren. Het blijft warm en ondanks de vele zwarte wolken aan de horizon vallen er slechts enkele druppels en na een lange dag komen we, na 335 kilometer rijden, aan bij een campground waar we bij nader aanzien drie jaar geleden ook hebben gecampeerd. Het is een nette campground, met gratis wifi en warme douches en veel belangrijker (ja, Walter ik kan het niet laten) ook een laundry zodat ik gelukkig weer eens onze volle waszak kan ledigen.We eten simpel, wat restjes, en genieten weer eens ouderwets van een avondje lezen. Alhoewel we woensdag 28 mei om 7:00 uur opstaan komen we niet echt goed op gang met als gevolg dat we pas tegen tienen naar de Mall of America rijden.
Dit enorme winkelcentrum bestaande uit drie verdiepingen met in totaal 7 kilometer aan etalage ruiten staat, net als drie jaar geleden, weer op ons programma. Soms kan een mens er niet aan ontkomen om gezellig rond te lopen in een “superwinkelcentrum”. We vinden na enig zoeken een parkeerplaatsje. Niet dat ze er niet zijn, overal staan enorme parkeergarages maar daar kunnen wij natuurlijk niet terecht zodat we buitenom moeten kijken waar ook al weer het terrein zich bevond voor de RV’s. Al snel is het plekje gevonden en lopen we binnen. Ik denk dat alle zichzelf respecterende winkelketens van de USA hier een filiaal hebben. Victoria’s Secret heeft zelfs meerdere filialen op verschillende verdiepingen van het gebouw. Onze eerste gang is naar Macy waar we hopen de tas te vinden die tante Ank toch maar niet gekocht heeft toen we in Vegas waren. Het kost even moeite om de juiste plek te vinden maar dan blijkt inderdaad het gewenste exemplaar (hier helaas minder afgeprijsd dan in Vegas) te hangen. Omdat naar mijn mening het hengsel wel wat kort is vindt er meteen APP-verkeer plaats met Holland om te vragen of dit ook echt de goede tas is. Wachtend op antwoord kijken wij intussen verder rond, koop ik (tot verdriet van Dick) nog twee heerlijke sporttops van Calvin Klein, nee, niet van Victoria’s Secret, drinken we lekker een koffie bij Starbucks en kijken we rond bij de Apple- en Microsoft Store naar een nieuwe laptop voor Dick. Na uitleg van een opdringerige verkoper en het raadplegen van het internet naar vergelijkbare exemplaren, besluit Dick toch de aanwezige laptop niet aan te schaffen. De keuze is ook erg beperkt in de 15 inch laptops en niet alles wat hij aan functionaliteiten wenst is aanwezig op deze laptop. Het ziet er naar uit dat we uiteindelijk toch in oktober een ander exemplaar moeten aanschaffen.
Nu eerst even wat eten aan de rand van een balcon met zicht op de op het binnenterrein aanwezige attrakties, van achtbanen tot schommels, een wildwaterbaan en verschillende eenvoudige dingen waar de kinderen mee bezig gehouden kunnen worden terwijl de volwassenen kunnen shoppen. Het wordt Thai’s deze keer en smaakt prima, echt zoals in Thailand en deze keer niet te zoet. Inmiddels hebben we bericht ontvangen via de App dat de gespotte tas het gewenste exemplaar is en dus lopen we opnieuw langs al die kilometers winkelruiten naar Macy terug. Daarbij komen we langs Abercrombie waar ik toch wel erg graag nog even naar binnen ga om shirts te kijken. In tegenstelling tot de meeste winkels van Abercrombie staat de muziek zacht. Het blijkt de kinderwinkel te zijn. In de volwassenwinkel, natuurlijk weer aan een andere zijde gelegen staat het geluidsvolume wel vele malen hoger, een reden voor Dick om deze luidruchtige en donker ogende winkel maar te mijden. Shirts zijn er niet maar gelukkig wel mijn geliefde geurtje Fierce wat ik helaas in NL heb achtergelaten. Volgespoten en dus al van verre geurbaar lopen we verder, kopen de tas voor tante Ank en gaan de Columbus winkel binnen om die schitterende kwaliteit “Dutchie” te kopen, zo wordt de broek genoemd die wij afritsbroek noemen. Helaas de zoektocht in deze toch waarlijk niet kleine winkel levert niets op. Ik heb volgens de verkoper een buitensporige maat. De mannen broeken passen niet want beginnen met maat 30. De grootste maat kinderbroeken kan ik net aan maar zitten eigenlijk wel strak en zijn in ieder geval te kort en voor de vrouwenbroeken heb ik voor het mooie, zoals de verkoopster zegt: “to less Junk in the Trunk”. De broeken, zelfs maat 4, zijn echt gebouwd op wat meer laaghangend volume. Diep teleurgesteld vertrekken we zonder mooie afritsbroek maar wel met heerlijk geurtje, fijne sporttops en een mooie tas uiteindelijk tegen zessen weer uit dit heerlijke winkelcentrum waar ik wel dagen zou kunnen rondsnuffelen. Buiten is het in tegenstelling tot gisteren schitterend weer geworden en nadat we de camper op zijn plekje hebben gezet genieten we tot ver na zonsondergang van de koeler wordende avondlucht. Hemelvaartdag lijkt in Amerika een gewone werkdag want in de ochtend vertrekt er zoals op iedere camping hier een stoet wagens met mannen op weg naar hun werk. Wij zetten, na een ontbijt buiten, waar het door een windje eigenlijk nog iets te koel voor is koers naar het stadje Minnetonka. Hannah heeft graag een paar van deze superzachte moccasins met gelijknamige naam en we hebben hier een General Store gevonden waar ze aanwezig zouden moeten zijn. Het is even lastig om de juiste plek te vinden want onze hakuna’s reageren niet op het opgegeven huisnummer maar eindelijk staan we bij de ingang van eigenlijk een grote oude boerenschuur. Al direct bij het binnentreden heeft Dick het gehad met deze winkel.
Het is meer een “Yard sale winkel” waar alle troep die ze in de eerste 200 mile niet hebben kunnen gebruiken plompverloren hebben heen gebracht in een poging ze toch te slijten vindt hij. Ik ben dat niet met hem eens en zou hier best wel langere tijd kunnen rondsnuffelen, maar mannen zijn nu eenmaal anders. De winkel is wel heel erg onoverzichtelijk en we moeten een verkoopster vragen waar de Minnetonka’s zijn. Even later staan we bij het verborgen hoekje wat de moccasins herbergt. Wat zijn er veel soorten van. Die van Hannah, roodbruine, zijn snel gevonden en ook nog in de juiste maat. Dan valt mijn oog op een paar bontmoccasins en ik raak er verliefd op, zeker als blijkt dat ze ook nog heerlijk zitten. Snel beslissen bij een aankoop is niet echt mijn sterkste punt en terwijl Dick eerst maar op zijn gemakje de winkel doorwandelt op zoek naar koffie probeer ik nog een groot aantal andere bontmoccasins uit. Mijn keuze valt uiteindelijk op het eerste exemplaar en blij vertrekken we, ik tenminste, naar de toonbank om af te rekenen maar niet nadat er door de winkeleigenaar eerst nog een foto van ons gemaakt is bij de moccasinhoek van ons beiden voor de facebookpagina. Nog napratend over deze General Store met snuisterijen in plaats van echte goederen waar Dick op gehoopt had, rijden we verder naar het Westen. We rijden nu over eindeloze vlaktes. Vroeger waren dit waarschijnlijk prairies, nu zijn het enorme vlaktes die ingezaaid zijn, met hier en daar in het landschap enorme silo’s die verhalen van de grote oogsten die hier plaatsvinden. In Olivia, the Corn Capital, zien we langs de weg een camping liggen waar je gratis (echt NL) drie dagen mag overnachten. Het is eigenlijk meer een groot grasveld met uiteraard toiletten en water en verder niets. Het loopt echter tegen de 30 graden en geen van beiden hebben we meer zin om nog verder te rijden dus besluiten we hier te blijven. Vanwege de warmte kunnen we de verleiding niet weerstaan een heerlijke shake te halen bij Dairy Queen die schuin tegenover ons gesitueerd is en daarna gaan we lekker in het zonnetje werken aan de computer en relaxen.
Stoer Tita, zo hoog boven de grond op een doorschijnend platvorm.
Prachtige trein ook.
Was jij maar lekker hoor (ik was het en niet Walter die er iets over gezegd heeft).
Hebben jullie al een aanhangertje gekocht voor al die mooie spullen die je gekocht hebt?
Nog heel veel moois en leuke caches, groeten, Doreen en Walter.