Van de Niagara Falls naar Indiana Dunes National Park
We boffen. Is er in de vroege ochtend van zaterdag 17 mei nog wat bewolking, nadat we onze fietsen gepakt hebben breken de wolken en komt er blauwe lucht en zon. Het blijft alleen heel erg koud en de thermometer haalt maar net de 10 graden Celcius. Met behulp van onze GPS vindt Dick de weg naar de rivier die naar de Niagara Falls leidt. Eerst nog een brede traag stromende rivier waar we op ons gemakje langs fietsen en genieten van de overal volop aanwezige Canadese ganzen met hun jongen. Natuurlijk maken we een stop bij een visser wiens hengel bijna dubbel buigt om te kijken wat die nu aan de haak heeft slagen.
Na een langdurig gevecht, deze vis geeft zich niet gauw gewonnen, weet hij een enorme Karper binnen te halen, die we natuurlijk op de foto willen vereeuwigen. Hoe langer we langs de rivier fietsen des te sneller stroomt het water. Op een gegeven moment komen we in het gebied van de stroomversnellingen en slaan golven over elkaar. We horen nu ook een diep gebulder, het teken dat de echte watervallen nabij zijn. Over een brug bereiken we Goat Island en even later staan we langs een hek en bewonderen de American en Bridal falls. Wat een natuur geweld.
In de kalme zomermaanden er “slechts” 275.000 liter water per seconde naar beneden. Dick gaf al aan dat met de regen van de afgelopen dagen er veel meer water zou zijn en dat is ook zo. In ieder geval ziet het neerstortende water er zeer indrukwekkend uit. Langzaam lopen en fietsen we rond over het eiland, kijken daar waar het mooi is.
Helaas is het niet mogelijk op het laagste platform bij de Horseshoe falls te kijken daar er nog te veel sneeuw ligt maar vanuit een plekje wat verderop kunnen we uiteindelijk toch ook deze watervallen, die nog beter vanaf de Canadese kant te zien zijn, bewonderen. Je wordt erstil van. Uiteindelijk rukken we ons los van het almaar vallende water en na een lekker hapje in het stadje Niagara Falls te hebben genuttigd, in een groot winkelcentrum vlak aan de grens met Canada, rijden we op ons gemakje naar huis. De zon is inmiddels volledig schuil gegaan achter de wolken en het laatste deel van onze fietstocht hebben we zowaar een stevige regen- en hagelbui. Gelukkig kunnen we onder de overkapping van een hotel even schuilen om de ergste druppels en hagelstenen te weren waarna we uiteindelijk tegen vijven, door en door koud, maar niet al te doornat, terugkomen bij de camper. We hebben bijna 43 kilometer gefietst en dat met maximum 10 graden Celcius. Jullie zullen begrijpen dat de avond dan niet lang duurt en we al snel onder ons dekbed kruipen waar we direct in diepe slaap geraken. Bij het opstaan de volgende dag zien we, zoals op iedere camping, een druk autoverkeer van de campers en caravans naar de wasgelegenheid. Amerikanen lopen klaarblijkelijk niet naar de wc en douches. Ik kan me nog voorstellen dat men niet met waszakken vol naar de laundry loopt zoals wij dat doen, maar dat ze zelfs voor een toilet/douche bezoek de auto gebruiken is toch wel heel erg. Na een lekker ontbijt, met zoet brood maar het is niet anders, rijden we weg. We hebben een route gevonden die ons voor het grootste deel van onze tocht langs Lake Erie voert.
Het is een prachtige weg waarbij we kunnen genieten van kleine stille dorpjes en soms zien we wat “kleine huisjes”. Alleen bij de overal aanwezige kerken en de vele eettentjes zien we auto’s staan, verder is het stil. Ieder dorpje heeft wel een parkje langs de kust vanwaar we regelmatig een prachtig zicht op Lake Erie hebben. Het meer ziet er wel erg koud uit en er strijkt een kille wind over de watermassa. De stranden zijn derhalve nog leeg. De enkele wandelaar hier mag geen naam hebben. De lucht is wel staalblauw en de zon schijnt volop dus we hebben niets te klagen. In Ashtabula, in de staat Ohio, stoppen we. Het is 3 uur en we hebben geen zin meer om verder te rijden. Gelukkig mogen we op het terrein van de Walmart overnachten waar we dankbaar gebruik van maken.
Naast het feit dat het makkelijk is om je voorraden aan te vullen geeft het ook de mogelijkheid op je gemakje even door deze superwinkel rond te struinen. Doordat we vroeg gestopt zijn hebben we ook de tijd onze administratie op orde te brengen en de mail te lezen. Nadat we lekker spaghetti gegeten hebben wil ik nog even de camper in het avondlicht fotograferen met Walmart op de achtergrond. Misschien had ik dat beter niet kunnen doen want als ik even later in de camper in mijn spannende boek van Nora Roberts verdiept ben voel ik steken in mijn bovenbeen. Wanneer ik mijn huisbroek op stroop om te kijken wat het is, ik denk aan een doorn, zie ik dat een klein zwart monster zich in mijn been aan het ingraven is. Snel zoek ik de tekentang en dankzij de vaardige hand van Dick, die 3 jaar geleden ook al eens een teek uit de buik van een vrouw uit Alaska heeft verwijderd, is de teek snel uit mijn been getrokken en rent vrolijk verder over onze tafel. Om te voorkomen dat hij zich opnieuw bij een van ons ingraaft wikkel ik hem toch maar in een papiertje en zet hem buiten bij de vuilnisbak. Dick inspecteert de wond, nou ja wondje, nog even zorgvuldig, maar kan geen resten vinden die zijn achtergebleven dus na een ontsmetting met alcohol laten we het erbij. Als ik maandagmorgen bij de Pharmacy in de Walmart navraag doe naar een medicijn voor alle zekerheid blijkt dat er niet te zijn. Ik moet maar zorgen dat er geen nieuwe “ticks” zich ingraven. Deze raad laten we ons welgevallen en nadat we een bus “Tick repellent” hebben aangeschaft, wat voorkomt dat ticks zich aan je hechten, rijden we weer verder westwaarts.
Opnieuw over rustige binnenwegen waarbij het weer lukt om vlak langs Lake Erie te rijden. De huizen langs het meer zijn ongelooflijk mooi en we vergapen ons eraan. Wel moeten we regelmatig genoegen nemen met grote gaten in het wegdek. Dachten we nog dat het wegdek van New Jersey en Pensylvania slecht was, hier is het soms nog slechter en moet Dick zich regelmatig zigzaggend over de weg bewegen om niet tot aan de as van zijn wiel in een gat terecht te komen. Het is maar goed dat de camper voorzien is van nieuwe schokbrekers en luchtvering maar of ze deze hobbels en gaten zullen overleven?
Uiteindelijk besluiten we de binnen wegen achter ons te laten en het laatste stuk interstate te rijden. Dit is niet echt een verbetering. Niet alleen zit de interstate ook vol gaten, daarnaast worden we voortdurend ingehaald door enorme trucks die tenminste 70 mile per uur rijden of harder want niemand trekt zich ook maar iets aan van de snelheidsborden die langs de weg staan. Om half vijf arriveren we in Monroe in de staat Michigan waar we opnieuw welkom zijn op de parking van de Walmart. De temperatuur is inmiddels gestegen naar 20 graden en pas nadat de zon bijna onder is komen er wolken en wordt het koeler. We werken zoals altijd onze administratie bij en duiken dan weer onze spannende boeken in tot het bedtijd is. Dinsdag 20 mei is het zwaar bewolkt. Het heeft vannacht redelijk wat geregend en nadat we ons op weg begeven druppelt het nog steeds. Warmer dan 13 graden is het niet.
Dwars door de voorsteden van Detroit rijden we naar Farmington Hills waar het eerste Holocaust Museum van de USA staat. We vinden het makkelijk met ons Hakuna. Het blijkt een indrukwekkend museum waar ook een loot van de kastanjeboom die bij het huis van Anne Frank staat gepland is. Helaas mogen er nergens foto’s gemaakt worden. Ontzet zijn we door de beelden die de Amerikaanse troepen gemaakt hebben bij de bevrijding van de concentratie kampen. Het zijn beelden die je in Europa toch nergens zo terugziet. Na dik 2½ uur rondkijken verlaten we het museum en na een lekkere koffie bij Starbucks (we maken goed gebruik van jullie kaart, Hannah en Henk) rijden we naar Northville een andere voorstad van Chicago om een GPS voor mij aan te schaffen. Navraag heeft ons geleerd dat REI waarschijnlijk de door ons gewenste GPS verkoopt en ja hoor, de door mij gewenste Garmin 62 STC blijkt zelfs in de aanbieding te zijn. Snel is de koop gesloten en nadat ik ook nog een paar mooie Keens (stevige wandelschoenen) heb kunnen aanschaffen rijden we weer verder. Het loopt inmiddels al tegen vieren en omdat we niet mogen overnachten bij de Walmart in Jackson rijden we nog een stukje door tot we in Coldwater uiteindelijk wel een slaapplek op het Walmart terrein vinden tussen de grote trucks die ook de nacht hier doorbrengen. Gelukkig is er vlakbij een cache zodat ik meteen mijn nieuwe GPS kan proberen die uitstekend blijkt te werken.
We besluiten lekker bij Applebee’s, een favoriet restaurant van ons, te gaan eten en laten ons de kip en steak, vergezeld van een “medium biertje” lekker smaken. Na een avond met regen en hagel rijden we woensdag 21 mei over smalle binnenwegen de laatste 45 mile naar Shipshewana in de staat Indiana. Hier is het centrum van de Amish en omdat we graag wat meer willen weten over de achtergronden van deze bevolkingsgroep rijden we naar de Menno Hof, in het centrum van dit kleine stadje. Een centrum waar nadere informatie gegeven wordt over het leven en de achtergronden van de Mennonieten en de Amish. In verschillende aangeklede ruimtes vernemen we over de reformatie. Niet onbekend in Europa maar wel bij de Amerikanen, de vervolgingen van met name de toen als ketters bekend staande Mennonieten en Amish en hun trek naar de USA rond 1800. Ons bijna drie uur durend bezoek is bijzonder leerzaam en leert ons veel over de Amish, een groep mensen hier die een enorm sterke familieband hebben, afzien van elektriciteit, zich met paard en wagen voortbewegen, het land nog met paarden ploegen en in ouderwetse kleding rondlopen.
De ook hier wonende Mennonieten zijn meer gewend aan ons bestaan, ook zij houden sterk vast aan de christelijke leefgewoonten maar rijden wel in auto’s en gebruiken wel moderne apparatuur. Als we weer buiten komen is de temperatuur opgelopen naar 28 graden en we hebben geen zin meer om nu nog een stuk te rijden. Dus gaan we naar de camping midden in het stadje. Het geeft de gelegenheid om op mijn gemakje nog rond te kijken. Overal zie je hier Amish op de straat met hun door paarden getrokken zwarte karretjes maar ook in de winkels lopen de families met hun grote kinderschare. Ze zijn goed herkenbaar. De mannen aan hun pluizige kinbaardjes en witte overhemden met bretels en de vrouwen aan hun witte hoofdkapje en ouderwetse lange jurken. De koetjes staan buiten geparkeerd en de paarden wachten geduldig tot de inzittenden weer aanwezig zijn.
Helaas is het moeilijk echt contact met ze te krijgen, na een korte woordenwisseling trekken ze zich al snel terug in hun eigen wereldje. Wel jammer, want ik had graag van henzelf meer gehoord over hun levenswijze. Wel worden we bijzonder hartelijk gegroet als Dick en ik later over dezelfde wegen fietsen en zij met hun paardenkarretjes langs rijden. Mogelijk omdat wij dan, net als zij, geen gebruik maken van gemotoriseerd vervoer. Tegen half zeven komen we na een fietstochtje op zoek naar een ijsje en wat caches, terug bij de camping.
We hebben inderdaad ijs gevonden maar dat was een enorme ijsblokjesmachine op de hoek van de straat en toch niet het idee dat Dick bij een ijsje had. Omdat het nog heel warm is, 28 graden, kunnen we tot na negenen lekker buiten zitten en natuurlijk bereiden we ook onze maaltijd buiten. Wanneer het echt donker wordt komt er een invasie van kleine zwarte torretjes wat verder buiten zitten verhinderd tenzij je ervan houdt om voortdurend hardschalige beesten te pletten die zich hinderlijk op je armen, benen en zelfs je gezicht nestelen. Donderdag 22 mei rijden we, voordat we Shipshewana verlaten nog even naar de winkel om voor mij een mooi geel t-shirt te kopen wat ik gisteren toch niet gekocht heb en waarvan ik nu al spijt heb. Na nog een laatste blik op de bijzondere paardenkoetsjes en de aankoop van een suikervrije Blueberrie Pie, klaarblijkelijk kan het wel zonder suiker, pakken we State route 20 naar het westen. We hoeven niet echt heel ver te rijden, slechts 160 kilometer, omdat onze bestemming aan de kust van Lake Michigan ligt, Indiana Dunes National Lakeshore. Voor een land met veel rotsachtige kusten zijn duinen echt een bijzonderheid. Tevens zijn de enige duinen ter wereld die gelegen zijn aan een zoetwater meer.
Tot onze vreugde blijkt het mogelijk om in het National Park te kamperen waar we, nadat we de film over dit park bekeken hebben en een stempeltje gehaald voor ons National Park Paspoort, een mooi plekje vinden in de bossen. Helaas is het niet meer zo lekker buiten als gisteren. De temperatuur is met tien graden gekelderd en alleen met hoodie en dikke broek aan is het met de huidige temperatuur van 16- 18 graden buiten uit te houden. Met een lekker vuurtje houden we het nog een poosje vol, lang genoeg om onze worstjes te braden maar dan trekken we ons terug in onze rijdende cocon om de rest van de avond door te brengen.
2 Responses to Van Niagara Falls naar Indiana Dunes National Lakeshore