Van Olivia (Minnesota) naar Lovell (Wyoming)
Als we vrijdag 30 mei buiten ontbijten is het nog lekker koel buiten, slechts 23 graden. Daar we om half zeven zijn opgestaan rijden we al vroeg over de uitgestrekte landerijen van het midwesten. Regelmatig zien we nu kuddes zwarte koeien die verbaasd naar ons kijken maar verder is er weinig leven rondom ons te bekennen. De smalle binnenwegen die we rijden zijn doodstil en we kunnen op ons gemakje rondkijken. Rond 12 uur rijden we de staat South Dakota in. Het gloooiende landschap verandert en er komen nu meer bulten. We bevinden ons dan ook al op 550 meter hoogte. Aan het aantal imponerende massief zwarte stieren en de vele malen talrijker zwarte Angus koeien merken we dat er meer veeteelt komt. In Watertown zie je dat het stedelijk gebied ver achter ons ligt. Om ons heen alleen nog mensen met tuinbroeken en cowboyhoeden. Ook het accent wat ze laten horen is zwaarder dan wat we tot op heden gewend zijn. De temperatuur is tot boven de 86 graden gestegen, dat wil zeggen 30 graden celcius en er is nergens een vleugje wind te bekennen.
Nadat we het stadje achter ons hebben gelaten zien we dat in de verte een enorme regenbui zich opbouwt waar we rechtop af rijden. De bui strekt zich uit over een enorme breedte maar er lijken enkele gaten in te zitten die wij proberen te vinden om doorheen te rijden. Helaas, des dichter wij naderen des te zwarter wordt de lucht voor ons en uiteindelijk is er geen ontkomen aan, geen licht tunnel meer en rijden we het zwarte gat in waar de regen naar benden klettert en het zicht niet meer dan 20 meter bedraagt. Het stormt en regent zo erg dat we zelfs door enkele raamkieren wat water zien binnensijpelen.
Uiteindelijk zijn we de kern van dit zware regenfront voorbij en komen we in wat rustiger regenweer.
Onderweg zoeken we nog wat caches en komen hierdoor terecht waar Graham een mentor van president Lincoln uiteindelijk is gestorven. Amerikanen zijn gek op het vermelden van historische plaatsen en dit soort markers is daar weer een prachtig voorbeeld van. Langs de wegen kan je regelmatig dit soort borden vinden maar om overal te stoppen is een ondoenlijke zaak met een camper.
Alleen een massa water die van ons dak stort verraadt nog dat we door zulk slecht weer zijn gegaan. In Miller, een plaatsje net aan de rand van het slechtweer gebied, vinden we een prettig stadpark waar overnachten toegestaan is en we de camper neerzetten. Helaas blijft het ook hier niet echt droog en nadat we ons vlees buiten gegrild hebben barst boven ons een onweersbui los die niet alleen voorkomt dat we buiten kunnen vertoeven maar ook de temperatuur met zeker 15 graden doet dalen. De volgende morgen is het buiten gewoon mistig, maar wel droog. Helaas niet voor lang want tegen elven begint het te regenen en als we in Pierre bij de Walmart stoppen om wat eten te halen stortregent het. Snel rennen we de winkel in en weer uit en vervolgen onze tocht door de regen. In Midland, vlakbij Quinn, ja Thecla en Thomas, er is een dorp naar jullie kleinzoon vernoemd, gaan we opnieuw een tijdsgrens over, we zijn nu in Mountain time. Wel raar want ik dacht dat we al in Mountain time reden. Het tijdsverschil met Nederland is nu 8 uur. Langzaam klaart het op alhoewel er nog veel dikke wolken hangen.
In Wall houden we het voor gezien en zetten de camper op camping Arrow, vlakbij Wall Drug, een winkel die bijna het hele stadje beheerst. Nu is dat niet zo moeilijk want het stadje Wall, aan de voet van de Badlands bestaat uit een klein winkelstraatje en verder enkele motels en twee campings. Net als drie jaar geleden dolen we rond in deze leuke winkel die je echt gezien moet hebben. Natuurlijk kun je er ook eten en daar we vanavond geen zin hebben om wat te koken eten we hier en genieten van lekkere fish en chips en salade en natuurlijk het Free Ice water waar deze zaak sinds 1931 beroemd mee is geworden! We bewonderen de vele schilderijen die in op alle wanden rondom ons zijn opgehangen en laten ons vertellen dat deze alleen al meer dan $ 7 mio waard zijn.
In deze Drugstore is veel te zien. Hier en daar zijn historische figuren en overal waar je kijkt hangen oude foto’s aan de muur. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de oprichters van Wall Drug ereburgers van deze gemeenschap zijn en ter nagedachtenis is er dan ook een plaquette in de “Mainstreet” te zien. Nog steeds is het een familie bedrijf waar velen een werkkring gevonden hebben. Na toch enige tijd ronddwalen waarbij ik er niet aan ontkom een fel geel t-shirt te kopen (wat Dick zelfs leuk vindt), lopen we verder het stadje door om ook nog een bezoek te brengen aan het enige Visitor Center van de Nationale Grasslands. Natuurlijk kijken we er de film, die net als de films in ieder National Park Visitor Center erg informatief is en verhaalt van de pioneers die hier op de prairies hun heil zochten, homesteads bouwden en vanwege de harsh (barre) condities uiteindelijk toch vaak wegtrokken naar andere gebieden. Tegen zessen lopen we op ons gemakje weer terug naar de camping. Het is nog zo vroeg dat ik toch nog even gebruik maak van de gelegenheid ons beddengoed te wassen en natuurlijk ook nog kleren die inmiddels weer vuil geworden zijn. Het valt me op hoe snel we toch weer een waszak vol hebben. Daar we wat te veel gegeten hebben bij Wall Drug koken we niet meer maar nemen ’s avonds alleen nog wat yoghurt met “besbosjes”. Zondag 1 juni gaat de wekker al om 6 uur af. Voor dat we vertrekken wil ik namelijk graag nog even met tante Ank skypen. Dat lukt goed en om kwart voor acht rijden we weg naar Minuteman Missile, de lanceerinstallatie die vanuit de koude oorlog is overgebleven. Helaas blijkt, nadat we 20 miles gereden hebben dat het Visitor Center niet in het weekend geopend is zodat we onverrichterzake terug rijden. We proberen nog of de lanceerbasis wel open is maar ook deze blijkt met een grote ketting afgesloten te zijn dus onverrichterzake arriveren we weer in Wall. Ach, nu kunnen we een lekkere koffie voor 5 cent bij Wall Drug nemen en daarna de Badlands inrijden.
De puntige en scherpe rotsen die de pioneers verhinderden om verder naar het westen te trekken. Regelmatig stoppen we om deze kale, met diepe kloven doorsneden, rotsbergen te bekijken. Dat hier nog leven is bewijzen de Mountain Sheep die hier op de kale rotsen kennelijk kunnen overleven.
Uiteraard genieten we ook van de leuke Prairie Dogs die in- en uit hun holen glippen en kletsen met Amerikanen die er zich verbazen dat wij onze camper hebben over laten komen vanuit Europa. Oh you live in this ??? Alsof het zeer verbazingwekkend is dat je een jaar lang in zo’n kleine ruimte leeft. Onze “reuze” camper is immers, volgens Amerikaanse begrippen toch wel erg klein en bekrompen. Op de campground in Badlands National park vinden we na enig zoeken een mooi plekje, met schitterend uitzicht op de gekartelde bergen.
Het is druk op de campground en je kunt goed merken dat we al in het hoogseizoen zitten. Ons geluk is dat wij geen electra plekje hoeven waardoor er nog wat keuze is. Terwijl we de paar kilometer naar het Visitor Center lopen (we moeten immers een stempeltje halen in ons National Park Paspoort), gaat het stormen en ook vallen er wat dikke regendruppels. Gelukkig waait de wind het meeste van de druppels weg en kunnen we bijna droog teruglopen naar de camper. Na een uurtje klaart het op en kunnen we lekker buiten zitten. Weliswaar in de luwte van de camper omdat het anders door de harde koude wind te onaangenaam is. Alhoewel er ’s avonds zwarte luchten verschijnen en ook een enorme regenboog kunnen we onze kipfiletjes en aardappeltjes goed buiten bakken. Eten buiten zit er niet in omdat het daar te koud voor is geworden en er geen houtvuur gemaakt mag worden op deze campground. Ook maandag 2 juni staat de wekker om half zeven maar nog voor zessen zijn we klaar wakker met als gevolg dat we om half acht al bij Visitor Center staan van Minuteman Missile en nog niet eens de eersten. Omdat tickets uitgegeven worden op “first come, first serve” basis en er slechts 6 mensen tegelijk mee kunnen op een tour, kunnen we pas met de tour van 10 uur mee. Het heeft als voordeel dat we op ons gemak de film over de dreiging van de koude oorlog kunnen bekijken en rondsnuffelen in het museum. Terwijl we wachten praten we gezellig met Graig en Debbie uit Pennsylvania die een deel dezelfde route zullen rijden die wij ook gaan volgen.
De tour leidt ons naar de bunker waar in de jaren “60 en “70 zich een dag en nacht bemande launch control facility bevond, die als het sein gegeven werd binnen een periode van 30 minuten een 10-tal Minuteman raketten voorzien van een kop met een explosieve lading die groter was dan alle explosieven die tijdens de 2-de wereld oorlog zijn ngebruikt. Het ademt dezelfde sfeer als de bunkers in het voormalige Oost Duitsland. De Cuba crisis in 1962 en de woorden die Kennedy toen uitte, komen ons, hoe jong we ook waren, weer helder voor de geest. Gelukkig is het nooit zover gekomen maar ook nu nog staan er Minuteman Missile van de 3-de generatie gereed om in geval van dreiging gelanceerd te kunnen worden.
Gelukkig kunnen we na de 45 minuten durende tour ook de Missile, die een aantal mijlen verderop in het landschap in de grond zat ook nog even bekijken en daarna rijden we verder westwaarts over de Interstate 90 omdat vanaf hier rijden over secundaire wegen wel heel erg om is. In Rapid City verlaten we gelukkig weer de Interstate en rijden we via binnenwegen naar Mt. Rushmore, een gebergte bestaand uit graniet daar waar de Black Hills oprijzen als voorbode van de Rockie Mountains. Ook al hebben we drie jaar geleden de hier hoog in de rotsen uitgehouwen hoofden van de 4 voor Amerika zo belangrijke presidenten gezien, we willen ze graag nogmaals bewonderen. Er is gelukkig wat zon, al staat die niet echt gunstig, maar we kunnen de hoofden goed zien. Ze kijken je aan alsof ze zo van gelaatsuitdrukking kunnen veranderen. Wat zien ze er levensecht uit.
We wandelen op ons gemakje rond, eten een lekker ijsje (naar een recept uit 1870 van President Jefferson) en bewonderen Washington, Jefferson, Roosevelt en Lincoln, het levenswerk van de zoon van een naar America gekomen Deense Amish familie, Gutzon Borglum. Deze wilde met de uitbeelding van deze 4 mannen laten weten dat Amerika een land is met grote ambities maar ook een land waar iedereen het recht heeft om vrij en gelukkig te zijn. Elk der vier mannen heeft op zijn eigen wijze daartoe bijgedragen. De beelden zijn voor 90 % middels het werken met dynamiet tot stand gekomen en het is onvoorstelbaar dat deze levensechte uitdrukking het resultaat daarvan is. Uiteindelijk, het is al vier uur, scheuren we ons los van deze fascinerende plek en rijden nog zo’n 10 mile tot we bij een van de campgrounds in het Black Hill National Forest belanden waar we de rest van de avond en nacht verblijven en heerlijk een houtvuurtje stoken waar we natuurlijk ook onze burgers op bereiden. De volgende morgen is het ander weer. De wolken hangen bijna tot de grond. Toch willen we nog even een kijkje nemen bij de presidenten. We hebben toch een parking pas die een jaar geldig is.
Voordat we daar arriveren maken we eerst nog een mooie boswandeling, nu ja, het is eerder een klauterpartij naar enkele hoog uitstekende rotsen vanwaar we een prachtig zicht zouden hebben als het helder weer zou zijn. Nu is dat uitzicht wat beperkt door de wolken maar nog wel mooi. En we vinden er een cache die boven in de hoogste rotsspleet verborgen is. Het is een leuke wandeling en we zien ook nog een hert wat ons verbaasd staat aan te kijken. Klaarblijkelijk komen in dit gebied niet veel mensen zo vroeg in de morgen.
Mt Rushmore ligt niet erg ver hier vandaan zodat we nog net de tijd hebben de hoofden te bewonderen voordat de wolken zover naar beneden zakken dat alle zicht op hen ontnomen wordt. Langzaam lopen we weer terug naar de auto en vervolgen we onze weg door de Black Hills. Het hadden beter Black Mountains genoemd kunnen worden want al snel rijden we op 1900 meter hoogte. Door de wolken is het zicht gereduceerd tot 50 meter en langs de weg liggen de hagelstenen te schitteren, bewijs dat het weer hier net nog wat slechter was. We willen rondkijken in het historische gokstadje Deadwood. Beroemde figuren als Wild Bill Hickock en Calamity James leefden hier en het stadje ziet er inderdaad uit als weggelopen uit een western. Helaas begint het te stortregenen als we er aankomen dus laten we het snel achter ons liggen. Zodra we de bergkam over zijn, in Spearfish Canyon, klaart het op en met stralende zon kunnen we onze tocht door deze mooie canyon vervolgen.
Het stadje Spearfish heeft een aangename campground en de omgeving lijkt ook mooi dus, zodra de camper een plekje heeft, pakken we onze fietsen om in de omgeving te fietsen, de zon schijnt immers nog steeds volop en natuurlijk willen we ook wat caches zoeken. We boffen want als we anderhalf uur later terug zijn bij de camper begint het te regenen en te onweren. Net op tijd terug om niet door en door nat te worden. Alhoewel het tegen zevenen wel weer opklaart is de temperatuur zodanig gekelderd dat we niet meer buiten willen zitten maar in de camper blijven. Gelukkig schijnt woensdag 4 juni de zon weer volop en is er geen wind zodat zelfs om 7 uur de temperatuur, die niet boven de 13 graden komt, toch als aangenaam ervaren wordt.
Nadat we even met tante Ank geskyped hebben en ons “black en gray water” gedumpt te hebben lopen we naar de oudste fish hatchery (kwekerij) van de USA en kijken daar rond. Grote forellen zwemmen naar je toe als je de ruit schoonwrijft. Natuurlijk nemen we ook een kijkje in de treinwagon die de vis vanuit de hatchery naar een stroompje ergens in het land vervoerde, heel apart. Uiteindelijk hebben we alles bekeken, gezellig gepraat met enkele vrijwilligers die we ook al in de Badlands zijn tegengekomen en rijden we verder, op naar de staat Wyoming. Het landschap is erg heuvelachtig en groen en overal grazen zwarte koeien. Al snel zien we in de verte Devills Tower oprijzen boven de rest van het landschap, onze bestemming voor vandaag. Deze 246 meter boven het landschap uitstekende hoge rots gelijkt een toren met lange verticale strepen.
De indianen legende verhaalt dat 2 jongens achterna gezeten werden door een beer. Ze vroegen de goden hen te helpen waarop de grond waarop ze stonden plotseling omhoog rees. De beer probeerde nog naar hen toe te klimmen maar de rots was te steil en zijn klauwen gleden weg wat de verticale strepen in de rotsen zou verklaren. Er is een mooie rustige campground bij dit eerste National Monument van de US waar we de camper neerzetten. Daarna pakken we de fietsen en beginnen we aan de 4 kilometer lange klim de berg op. Het valt niet mee want de weg gaat steiler omhoog dan we dachten, het is 26 graden, de zon brand op ons en ik heb vergeten water mee te nemen. Uiteindelijk zijn we echter aan de voet van de rots waar we de fietsen aan de ketting vastleggen en een stempeltje halen in ons National Park paspoort.
Nu kunnen we eindelijk aan de bijna drie kilometer lange wandeling beginnen die om de rots heen leidt. Drie jaar geleden kon dat niet omdat er toen een sneeuwstorm was en je geen hand voor ogen zag, laat staan een hoge rots. De lucht is inmiddels dichtgetrokken en een bij het pad zittende indiaan vraagt of we denken droog te kunnen terugkeren. Zo nu en dan weerklinkt een donderslag. Toch beginnen we onze wandeling. Het pad is steil maar goed begaanbaar en we boffen, het grootste deel van onze wandeling houden we het droog. Er vallen slechts enkele druppels. Regelmatig staren we verbijsterd omhoog en bekijken de grote kolommen van waar de rots is opgebouwd. Er zitten klimmers in de wand hoog boven ons. Alhoewel we deze sport jarenlang beoefend hebben op de 50 tot 90 meter hoge rotsen in Belgie langs de Ourthe zou ik deze hoogte toch niet graag beklimmen. Pas als we de laatste 1½ kilometer ingaan begint het wat te druppen en nog erger, heel hard te waaien. Op zich zou dat geen probleem zijn ware het niet dat de storm de zaden uit de dennenbomen wegwaait wat als zeer fijn stof wegstuift. We worden helemaal omringt door geel poeder en mijn ogen tranen zodanig dat ik in de luwte van een rots mijn lenzen uit moet doen. De druppels vallen nog een voor een maar als we aan onze afdaling op de fiets beginnen gaat het wel harder regenen en als verzopen katjes arriveren we uiteindelijk bij de camper. Misschien regende het niet echt heel hard maar de snelheid van afdalen versnelde de druppels. Gelukkig is het binnen droog en warm en kunnen we daar verder bijkomen van een leuke tocht. Omdat het blijft regenen zit het er niet in dat we vanavond nog lekker onze “butterflies” op een houtsvuurtje kunnen bereiden. Wel kunnen we de grilplaat pakken en buiten het vlees grillen omdat de regen gelukkig na een uurtje stopt. De wind is echter zodanig toegenomen dat buiten zitten niet echt aangenaam, zeg maar gewoon te koud, is.
Donderdag 5 juni zijn we om 7 uur op en nadat we enkele foto’s genomen hebben bij de schattige prairie dogs naast de campground rijden we weg. Het is slechts 10 graden maar de zon staat te stralen in een staalblauwe lucht. Al snel laten we de bewoonde wereld achter ons en rijden we door de prairies. Wel op 1300 meter hoogte. Het landschap is verstild en we verwachten ieder moment een groep indianen of een kudde buffaloo’s te zien. Die komen we niet tegen maar wel hebben we zicht op de hoge sneeuwbergen van de uitlopers van de Rockies. Het is een schitterende weg en we zijn blij dat we deze weg gekozen hebben. Nadat we in Sheridan wat vlees gekocht hebben gaan we klimmen. De motor moet heel lang veel toeren maken en in korte tijd klimmen we van 1200 meter naar 2500 meter. Waarschijnlijk is dat toch wel wat teveel voor de motor want er gaat een rood lampje branden. Daar we niet weten wat dat betekent zetten we de camper stop en zoeken in het boekje. Het blijkt een waarschuwingslichtje, maar er staat niet wat je moet doen. Gelukkig staan we inmiddels op de pas, 2540 meter hoog en ligt alleen een afdaling voor ons. Nadat we even 20 minuten hebben gestaan met de motorklep geopend beginnen we aan de afdaling waar gelukkig na 100 meter het lampje dooft. Op 2350 meter vinden we een campground in het National Forest. Het is nog schitterend weer en de dichtstbijzijnde plaats is nog 65 mile verder dus hier stoppen we.
Aan de Pine Creek hebben we een plekje waar de zon nog lekker schijnt en bij een houtvuurtje schrijven en lezen we. Zonder hoodie en houtvuurtje buiten zitten is niet mogelijk ondanks de zon want de temperatuur komt op deze hoogte niet hoger dan 10 graden. We hebben gelukkig voldoende hout om langere tijd een vuurtje brandend te houden en genieten de rest van de middag en de vroege avond bij ons vuurtje aan de snelstromende creek. Zodra de zon achter de bergen verdwijnt verdwijnen wij in de camper en genieten van een lekkere maaltijd spaghetti alvorens ons bed, nu weer onder een donsdekje, in te duiken. Het weer is in dit deel van het land erg veranderlijk.
Hadden we gisteren nog zon, vandaag vrijdag 6 juni, is de lucht helemaal bedekt met wolken. Gelukkig hangen ze niet al te laag zodat we kunnen genieten van het hoog alpiene landschap op onze tocht. We besluiten na een waarschuwingsbord over zeer steile afdalingen niet route 14 A maar route 14 te volgen, ook een Scenic Byway maar net iets mindersteil. Het blijkt geen slechte keus want we genieten na een klim tot 2750 meter van een zeer lange afdaling langs met stukken sneeuw bedekte heuvels. Plotseling horen we het gebulder van water en stoppen we. Het blijkt Shell Canyon te zijn, een der verborgen juweeltjes van Wyoming.
Met donderend geweld stort het smeltende sneeuwwater zich door de Shell Falls in de smalle canyon en na een korte wandeling door de canyon kunnen we er niet over uit dat het hier zo indrukwekkend is. De afdaling, we gaan van ruim 200 meter hoogte naar het lager gelegen dal met een hoogte van “slechts” 1200 meter, neemt duidelijk minder tijd in beslag dan de stijging. De boven nog zo brede kloof wordt langzaam smaller en smaller en het duurt dan ook niet lang voor we in een breed dal uitkomen waar het stadje Greybull ligt.
Tijdens onze vorige tocht door Amerika zijn we hier ook al geweest maar toen kwamen van een andere weg en pas aangekomen bij het vliegveld van Greybull herkende Dick deze omdat er een groot aantal oude vliegtuigen staan.Helaas zijn deze nog niet toegankelijk, het museum is nog in de maak zodat we het moeten doen met een blik door het hoge hek.
Het is nu nog maar een klein stukje rijden naarLovell, een stadje met zo’n 1500 inwoners. Naast het sportveld is een klein parkje waar we gratis mogen overnachten en daar het al half drie is hebben we geen zin meer om nog verder te rijden. We lopen op ons gemakje het stadje door, praten met de man van het Visitor Center over de omgeving, kopen de splijtbijl die we al lang willen hebben en waarmee we (ik bedoel Dick) eindelijk onze grote stukken hout kunnen verkleinen en we de plaatselijke economie versterken en ik neus wat rond in de plaatselijke super. Helaas is de kapper al dicht (Dick heeft daar een andere mening over) anders had ik hier ook mijn “woeste” volgens Dick nog steeds te korte haardos kunnen laten minimaliseren. Lovell is een echt plattelands dorpje, iedereen praat met je, zelfs politieman Randy wil zijn hele levensverhaal kwijt waardoor Dick die al eerder terug is gegaan naar de camper denkt dat ik de weg kwijt ben geraakt. Zolang duurt het voor ik eindelijk ook arriveer. Was de lucht vanmiddag even staalblauw en voelde de temperatuur lekker aan, nu zijn de wolken weer teruggekomen en door de eveneens harde koude wind is het lekkerder in de camper dan erbuiten. Terwijl ik ons website stukje schrijf houdt Dick zich bezig met wat kleine reparaties aan de camper. Ja we weten onze tijd goed te besteden. Ik snap niet dat onze dagelijkse beslommeringen zoveel tijd in beslag nemen. Het is alweer bijna avond.
Hoi Tita en Dick
Wat genieten jullie weer!
Hier in Nederland is de temperatuur inmiddels gestegen tot 30 graden.
Het is weer een ouderwets Pinksterweekend met volop zon!
Hartelijke groeten
Jeroen en Desiree
Pfffffft wat duurt het nog lang voordat wij 58 en 63 zijn en die reizen kunnen maken….
Maar ja, goed voorbeeld doet goed volgen; geniet ervan samen!
Hartelijke groeten
Ron en Leonore