Van Terrace-Canada naar Polson-USA

Van Terrace, BC terug naar de Polson, Montana, USA

Woensdag 20 augustus staan we én niet al te vroeg op (we worden pas om half negen wakker) én voordat we dit aangename stadje kunnen verlaten moeten we toch nog wat dingen doen. Water en diesel tanken, gelukkig kan dat laatste weer want door de zware bosbranden bij Prince George enkele dagen geleden werd de snelweg gesloten waardoor er geen aanvoer mogelijk was en de gasstations in Terrace zonder brandstof kwamen. Dumpen van black en grey water, op Ferry Island campground is dat niet mogelijk maar zowel bij Canadian Tyre als het Visitor Center kan dat wel. En natuurlijk naar de recycle shop want het is toch zonde de blikjes, die 5 cent waard zijn, zomaar weg te gooien. Beter ze op te sparen, de camper vol kleverige troep te hebben (de frisdrank in de blikjes is er nooit helemaal uit) en dan kilometers rijden om de opgespaarde zak weg te brengen, op een plakkerige vloer te sorteren om uiteindelijk $ 1.10  terug te krijgen. Als alle klussen geklaard zijn verlaten we om elf uur Terrace. Het is stralend weer, de lucht is strakblauw en was het vanochtend nog wat fris, nu voel je de lucht gewoon opwarmen en snel zitten we met onze korte broek. Stil is het niet op deze oost-west verbinding van Prince Rupert naar Prince George en de ene na de andere vrachtwagen komt ons tegemoet. Dat komt ook omdat er momenteel een honderden kilometers lange pijpleiding aangelegd wordt vanuit Alberta naar de havenstad Prince Rupert waardoor de drukte  aanzienlijk is toegenomen. De weg is schitterend, de bergen laten zich van hun mooiste kant zien en de sneeuw op de gletschers glinstert ons tegemoet.

Fireweed in na-zomer tooi
Fireweed in na-zomer tooi

Fireweed, die mooie plant die ons de gehele reis in het noorden verblijd heeft met zijn prachtige roze bloeiende bloemen is nu uitgebloeid, een teken dat de zomer voorbij is. De planten worden overwoekerd door witte draden waarmede de zaadjes zich verspreiden, althans dat denken wij want als je het wattig-achtig spinsel uit de planten haalt lijkt het net alsof er zaadjes in zitten. Op enkele stops na, bij een Visitor Center om een stempeltje te halen, je kunt immers een hoesje voor je telefoon krijgen als je 8 stempeltjes hebt, rijden we aan één stuk door, richting oosten. In Burns Lake horen we dat het dorp een mooie campground heeft aan het meer. Als we er gaan kijken blijkt er geen woord te veel gezegd en met zicht op het meer zetten we de camper neer. Heerlijk, tijd om te relaxen en te genieten van de nog warme zonnestralen.

Uitzicht op Burns Lake
Uitzicht op Burns Lake

Pas als de zon achter de bomen verdwijnt en wij niet meer mee kunnen schuiven omdat we dan in het water belanden, verhuizen we naar binnen om daar een hapje te eten en te lezen. Donderdag 21 augustus zijn we al vroeg op stap. Opnieuw stralende zon en blauwe lucht maar als we rond het middaguur in Prince George arriveren neemt de bewolking toe. Het is nog lekker warm, 20 graden, maar er steekt wel een windje op wat in kracht toeneemt en ook veel bewolking naar ons toedrijft zodat, net als ik rij natuurlijk, opeens een zware stortbui gepaard met onweer en natte sneeuw boven ons losbarst. Het is wel een plaatselijke bui want vijf kilometer verder is de weg weer droog en kunnen we op ons gemakje verder rijden.

Mount Robson
Mount Robson

Bij Mount Robson, de hoogste berg van de Canadian Rocky Mountains, stoppen we. Het is niet ver meer tot Jasper maar we hebben geen zin om nog eens 85 kilometer te rijden. De campground van het Provincial Park ligt tussen de bomen, niet echt mijn favoriete plekje maar er is én geen zon én te koud om buiten te vertoeven én geen andere plek beschikbaar omdat de campground bijna helemaal vol staat, dus we moeten het ermee doen. Toch wel vermoeid van het lange rijden, we hebben er 506 km opzitten wat voor ons extreem veel rijden is, eten we wat en na een korte leespauze duiken we ons bed in. Vrijdag is het nog steeds bewolkt maar als we bij het Visitor Center van Mt. Robson stoppen zien we de bovenkant van deze 3954 meter hoge berg al boven de wolken uitsteken. Na de mail binnen gehaald te hebben en genoten van de post die jullie ons regelmatig sturen, rijden we het laatste stukje naar Jasper. Onderweg komen we alleen een prachtige mannetjes Elk tegen maar het verkeer is zo druk (we rijden aan beide zijden van de weg in file) dat stoppen niet echt bevorderlijk is voor de veiligheid. Doordat het in Alberta een uur later is, we hebben nog maar 8 uur tijdsverschil met Nederland, komen we niet om half 11 maar pas om half 12 bij Whistler campground in Jasper. Ook deze campground aan het begin (of einde) van de Icefield Parkway is enorm druk. Plekjes met electra zijn helemaal niet meer te verkrijgen en eigenlijk is er alleen een plekje voor vrijdagnacht, maar na lang zoeken wordt er toch nog een plekje ontdekt dat voor twee dagen beschikbaar is. We kijken waar het ligt, betalen en rijden dan door naar het centrum van Jasper om onze waszak weer eens te legen. De laundromat staat te koop en dat is binnen ook wel te zien. Hij ziet er vervallen uit, er is geen mens en de drogers zitten dik onder de pluizen. Een Duits stel wat binnenloopt kijkt verschrikt rond, trekt een vies gezicht en verlaat dan snel de laundromat. Wij hebben echter geen zin een stuk verder het dorp in te lopen naar een nieuwere laundromat en doen onze was hier. Terwijl ik onze was in de machines stop en bewaak zoekt Dick foto’s uit in de camper. Deze laundromat heeft namelijk geen wifi en dat zal er denk ik ook nooit komen.

Ruw uitsnijden en later ..
Ruw uitsnijden en later ..

Om 2 uur is alles schoon en rijden we naar een parkeerplek aan het einde van het dorp waar Dick op het voetpad ons, in Terrace gekochte, tapijt grof op maat snijdt. Hier is namelijk het schoonste stukje asfalt in de gehele omgeving. Nadat we het oude tapijt hebben weggegooid in een van de afvalcontainers die hier op iedere straathoek staan en daarmee een “serious offence” begaan, er mag geen furniture en andere bekleding in de bak gedeponeerd worden (maar wat moeten wij er anders mee?) rijden we naar de campground en gaan aan de slag. Alhoewel het slechts 12 graden is dragen we beiden onze korte broek en T-shirt. Onze net schone lange broeken en hoodies mogen immers niet vuil worden.

.. in de camper op maat maken
.. in de camper op maat maken

Dick gaat de vloerbedekking leggen nadat ik de vloer heb geboend en Dick de voorstoelen eruit heeft gehaald en schoongeklopt en ook alle randjes en hoekjes ontdaan heeft van het vuil wat zich tijdens onze reis over gravel- en zandwegen in de camper heeft opgehoopt. Daar Dick voor deze kleine details meer oog heeft maak ik me verdienstelijk met het grove werk, de camper van buiten poetsen wat weer hard nodig is. Telkens verbaas ik me over het feit dat deze camper wel heel regelmatig een poetsbeurt  behoeft. Net als Dick de beide voorstoelen weer gemonteerd heeft komen twee auto’s aanrijden die kennelijk op ons plekje willen staan. Niets vermoedend kijken we naar het bordje met de plaatsaanduiding en komen er achter dat WIJ op de verkeerde plek zijn gaan staan. Onder aanbieding van excuses proppen we snel de overal liggende spullen en matten in de camper en verhuizen twee plekjes verderop waar wij behoren te staan. Om half acht ’s avonds zit ons nieuwe tapijt erin en stoppen we. Dick heeft schitterend werk verricht en de camper blinkt ons tegemoet. We eten wat warme worstjes met aardappelsalade om daarna al snel in diepe slaap te vallen. Ik merk niet eens dat ik mijn kussen raak.
Zaterdag is het zwaar bewolkt maar gaande de morgen komt er steeds meer blauwe lucht en zon. Helaas is ons plekje te veel omzoomd door bomen zodat we weinig van de zon kunnen genieten maar je kunt niet alles hebben. Terwijl Dick bezig is een nieuw stukje publiceerbaar te maken ga ik achter de computer zitten om onze nieuwe belevenissen aan de laptop toe te vertrouwen. We praten ook gezellig met onze buren die gisteravond wel vreemd opkeken toen we plotseling van de ene naar de andere kant verhuisd waren en de hilariteit is groot als we vertellen dat we niet hebben gekeken waar ons plekje was maar gewoon ingedraaid zijn in, wat we dachten dat ons plekje was. Langzaam verdwijnen steeds meer wolken en rond 12 uur schijnt de zon volop, zelfs op ons door hoge bomen omzoomde plekje.

Capu en taart bij de bakery
Capu en taart bij de bakery

We pakken de fietsen en rijden naar Jasper waar we in het zonnetje rondfietsen, wat cachen, koffie drinken bij de bakery en mensen kijken alsmede gezellig kletsen met een Canadees stel dat gedurende de wintermaanden in Phoenix verblijft, echte snowbirds dus. Bij het Visitor Center halen we onze mail op wat niet zo goed lukt omdat de wifi door enorme aantallen mensen gebruikt wordt en erg zwak is en tegen half zes gaan we lekker uit eten bij Smitty’s, een restaurantje dat ons alle keren dat we Jasper bezocht hebben met lekker eten verraste. Uiteindelijk fietsen we rond half zeven terug naar de campground. De zon is inmiddels achter de bergen verdwenen, de temperatuur is samen met onze broekspijpen gezakt en de windjacks zijn aangetrokken. Je merkt wel dat we rond de 1100 meter hoog  zitten. Daar Parks Canada om 9 uur ’s avonds een voorstelling heeft in het theater over de Métis (afstammelingen van indianen en westerlingen) en hun muziek lopen we in een kwartiertje naar het openlucht theater van de campground.

Een prachtige Elk
Een prachtige Elk

Langs het pad ligt een prachtige mannetjes Elk met een enorm gewei die zich niets van ons aantrekt en later zelfs op zijn gemakje over het grote, met mensen bezaaide, grasveld van de campground loopt. De muziek en dans van de Métis is onderhoudend. Het heeft wat weg van de Schotse- en Ierse muziek en werkt erg opzwepend. Snel is bijna het gehele theater op de been en op het grasveld aan het dansen.

Metis dancers
Metis dancers

Iets voor tien uur is de programma over en lopen we over de inmiddels zeer donkere campground terug naar de camper waar we lekker kunnen opwarmen. Lang buiten zitten in temperaturen van 10-12 graden werkt niet echt bevorderlijk voor je lichaamstemperatuur. Zondag gaat de wekker om half acht en na het ontbijt, het vullen en dumpen van water en het tanken van diesel rijden we de Icefield Parkway op. De lucht is staalblauw en de zon schijnt dus het panorama wat zich voor onze ogen afspeelt is prachtig. De Rockies en hun hoge met gletschers bedekte toppen laten zich van hun beste kant zien. Om één uur zijn we in Lake Louise. Er is nog blauwe lucht maar er zijn ook donkere wolken waardoor na enkele uren de zon volledig verdwijnt en er enkele druppels vallen.

Lake Louise heeft Wifi
Lake Louise heeft Wifi

Het belemmert ons niet om naar het centrum van Lake Louise te fietsen, een verzameling gebouwen rondom het stationnetje met winkels, een bakery en een postkantoor dat wifi tijd verkoopt, wat Dick de gelegenheid geeft om op een bankje onder een afdak met stopcontact, ons nieuwe stukje te publiceren. Helaas is het al te laat in Nederland om daar nog contact mee te zoeken want onze wifi is nu sterk genoeg om even te skypen. Terwijl Dick achter de laptop zit loop ik de winkels af en vind zowaar een mooie en passende afritsbroek. Dwars door de winkelruit heen show ik de broek aan Dick die buiten achter de laptop zit en dan kom ik erachter dat als ik ermee ga zitten de ritsen toch wel in mijn been snijden, dus toch geen aankoop. Terwijl Dick worstelt met de mail-adressen die het internet niet wil pakken (teveel tegelijk accepteert deze provider niet), ga ik ook maar achter de laptop zitten om verder te schrijven, er komt immers nooit een einde aan onze belevenissen in dit overweldigende land. Het is wel bijzonder dat het overal enorm druk is, busladingen Japanners en Chinezen worden in deze schilderachtige bergdorpjes gedropt en het is echt verwonderlijk dat wij in Lake Louise nog een plekje op de campground hebben kunnen vinden. Om 6 uur rijden we terug naar de camper waar we, voordat het te koud wordt omdat de zon achter de bergen verdwijnt, nog lekker even in het zonnetje kunnen opwarmen. Zodra de duisternis invalt merk je dat je op 1700 meter hoogte verblijft en is het bijzonder aangenaam om binnen te vertoeven. Maandagochtend zijn de wolken gelukkig bijna allemaal verdwenen en wordt ons een schitterende blik gegund op het woeste berglandschap om ons heen. De skipistes liggen al te lonken. Wat zal het hier in de winter ook heerlijk zijn om te skieen.

Gewoon onderweg
Gewoon onderweg

We pakken de Trans Canada Highway #1, een drukke Oost-West verbinding, waar het file rijden is. Het landschap is  imponerend en regelmatig stoppen we om foto’s te maken. Bij het Visitor Center in Revelstoke kijken we of onze fantastische thermobekers, die we 4 jaar geleden hier aangeschaft hebben, nog te koop zijn, wat helaas niet het geval is. Daar we geen zin hebben om nog verder te rijden zoeken we de gemeentelijke campground op aan de Williamson Lake road. Een echte familiecamping die al snel helemaal volloopt. Het is maar goed dat we al vroeg in de middag aangekomen zijn. We zitten in het zonnetje, genieten van een friteke en ons boek en natuurlijk draai ik een was en voor we het beseffen is de middag om en etenstijd. We kunnen bij ons plekje een vuurtje stoken en omdat we in Jasper een grote zak hout gekocht hebben is er ook brandstof. Al snel zitten we, net als bijna iedereen op deze camping, bij een hoog oplaaiend vuurtje. De erboven geroosterde varkens-lapjes smaken voortreffelijk en daar er helemaal geen wind staat en de temperatuur rond de 18 graden blijft, zitten we tot laat in de avond heerlijk buiten bij ons mooi brandend vuurtje. Dinsdag 26 augustus staan we om 7 uur op en worden begroet door een uitbundig schijnende zon. Het voelt al heerlijk warm en de temperatuur lijkt alleen maar te stijgen. Nadat we even met Tante Ank hebben geskyped rijden we de laatste 210 kilometer naar Kamloops. Het blijft druk op de weg maar de afstand die we moeten afleggen is gelukkig niet groot dus we kunnen rustig aandoen. Iets voor tweeën arriveren we bij het huis van onze vrienden Marcia en Earl. Alhoewel we elkaar drie jaar niet gezien hebben lijkt het alsof de tijd heeft stilgestaan. Als Earl om 4 uur thuiskomt na een vistochtje met bezoekende buurkinderen, gaan Marcia en ik de keuken in waar ik onderricht krijg in het bereiden van Sourdough deeg, het bakken van Raspberry scones en “echt”brood in plaats van het “luchtige” brood wat in de winkels te koop is. Daar de temperatuur alleen maar is gestegen, begin van de avond is het nog 25 graden, eten we heerlijk buiten, wat de heerlijke Griekse maaltijd die Marcia heeft bereid nog meer tot zijn recht doet komen.

Griekse maaltijd bij Marcia en Earl
Griekse maaltijd bij Marcia en Earl

De opmerking van Earl dat we, als het niet lekker is, altijd nog naar Mc Donalds kunnen rijden is absoluut niet van toepassing als je van de voortreffelijke kookkunst van Marcia mag genieten. Na het eten lopen we nog even naar een uitkijkpunt achter hun huis vanwaar je een schitterend zicht hebt op de, op vele heuvels gebouwde, stad Kamloops en de bergen in de verte. Er heerst in dit deel van British Columbia een “arid climate” wat goed te zien is aan het geel gekleurde en verdorde gras op de heuvels.

Avond wandeling met Earl
Avond wandeling met Earl

Lang genieten we van het prachtige uitzicht en, na de korte wandeling terug waarbij we een nieuw merk GPS gebruiken genaamd “Earl“ om een dichtbij hun huis verborgen cache te zoeken, genieten we tot laat in de avond van elkaars gezelschap. De camper kan voor hun huis blijven staan zodat we niet ’s nachts nog naar Costco moeten rijden. Woensdag 27 augustus staan we pas om zeven uur op, te laat voor Dick om gezellig met Earl naar Tim Hortons te gaan en daar een ochtend koffie te nuttigen. Earl is namelijk al om half zeven weggereden en toen lagen wij nog in diepe slaap. Als hij echter een uurtje later terugkeert zijn we beiden wel wakker en schoongeboend en gaan we met zijn vieren lekker ontbijten. We genieten van de raspberrie scones die Marcia gisteren gebakken heeft. Wat smaakt dat goed zeg met een beetje jam. We hebben elkaar veel te vertellen dus blijven lang aan de ontbijttafel zitten. Voordat we weer op stap gaan mag ik nog de schitterend gemaakte Quilts bewonderen die Marcia maakt. Wat een kunstwerkjes zijn erbij en wat een geduld moet je hebben om dit te maken. De ene Quilt is nog mooier dan de andere maar de allermooiste, een art Quilt, is toch wel de afbeelding van de zee en bergen bij Homer, Alaska die boven de schoorsteen hangt.

Een "kei van een cache"
Een “kei van een cache”

Na tienen vertrekken we dan toch, niet om weg te gaan maar om met Earl gezellig een dagje in de omgeving te cachen. Helaas kan Marcia niet mee want die heeft te veel last van haar heup waar ze over twee dagen aan geopereerd zal worden. Het is opnieuw schitterend weer wat wel leuk is nu we regelmatig stukken door de bossen rondom Kamloops wandelen. Er zijn in de omgeving van Kamloops erg veel caches en allen zijn verschillend. Dat maakt het wel leuker dan alleen maar zoeken naar verborgen kokertjes. Op een gegeven moment denk ik de cache te hebben gevonden, een tegen een boom gespijkerd pistool. Triomfantelijk geef ik de mannen aanwijzingen maar helaas blijkt dit pistool maar een tussenpunt.

The Man with the Golden Gun
The Man with the Golden Gun

De echte cache is pas te vinden als je door de loop heen kijkt en dan blijken de technische ogen van Earl en Dick toch aanzienlijk perfecter dan die van mij want zij vinden de cache terwijl ik meters ervan verwijderd aan het zoeken ben. Uiteindelijk is het genoeg voor vandaag en rijden we rond twee uur terug naar huis om de Gus en Ginger (de honden) te halen en uit te laten in de Thomson River. Ik heb helaas geen zwempak bij me want rondspringen in de rivier wat de honden doen is met de huidige temperatuur van 28 graden toch wel heel erg verleidelijk. Als we na sightseeing Kamloops weer terug zijn komt Veronica, de dochter van Earl en Marcia met haar zoons, Andrew en Omen ook langs en eten we met elkaar de door Earl op de barbecue bereide steaks.

Marcia met dochter en kleinzoons
Marcia met dochter en kleinzoons

Opnieuw hebben we een gezellige avond en komen we tijd te kort om alle belevenissen van de afgelopen drie jaar uit te wisselen. Toch vertrekken we na op nieuw een heerlijk ontbijt met versgebakken brood donderdagochtend bij Marcia en Earl omdat we donderdag 4 september in Seattle willen zijn. Op zich zou dat vanuit Kamloops geen probleem zijn ware het niet dat ik graag nog een tweede donskussen wil kopen in Polson, Montana en dat ligt, vanuit Kamloops en Seattle bekeken, toch wel enige honderden kilometers naar het oosten. Graag zouden we ook nog even naar Banff zijn gereden om daar Lydia en Beno uit Zwitserland te treffen die daar, na een trekking van 4 maanden dwars door Canada, zijn aangekomen. Bestudering van de kaarten heeft echter opgeleverd dat we dat echt niet meer redden dus nu maar hopen dat we elkaar in het najaar nog in de westelijke staten van Amerika kunnen treffen.

Ook regen komt soms voor
Ook regen komt soms voor

Het regent behoorlijk als we Kamloops verlaten hebben en door de bergen naar het zuid- oosten rijden. Gelukkig trekken de regenwolken weg na het middaguur en kunnen we van de steeds warmer wordende zonnestralen genieten. Om drie uur vinden we een prettig Provincial Park bij Boundary Creek. Na alle regen van vanmorgen is het nu heerlijk weer en we kunnen lekker buiten zitten achter de computer. Een vuurtje brengt uitkomst om de kilte te verdrijven die neerdaalt als de zon achter de bergen verdwijnt  en maakt het natuurlijk ook makkelijker om ons eten te bereiden want er gaat toch niets boven een op houtvuur geroosterd lapje. ’s Nachts koelt het behoorlijk af waardoor ik het zo koud heb dat ik mij in mijn slaap helemaal in ons dekbed rol met als gevolg dat Dick slechts enkele centimeters dekbed overhoudt om zich te bedekken wat toch wel erg weinig is voor zijn lijfje. We rijden vrijdag de gehele dag door bergachtig gebied en dat is te merken aan de snelheid. Er zijn beklimmingen en afdalingen van elk 32 kilometer lengte en “ in a snails pace” kruipen we de hellingen op.

Inhaalstroken als nodig
Inhaalstroken als nodig

Gelukkig is er niet veel verkeer en zijn er regelmatig inhaalstroken zodat we het verkeer wat er rijdt niet al te veel verstoren. Het is een test voor de motor maar deze blijft, ondanks een buitentemperatuur van 25 graden, keurig op gelijke temperatuur dus we hoeven ons geen zorgen te maken. De weg is schitterend en we zijn blij dat we deze gekozen hebben in plaats van uren in de file te staan vanwege wegwerkzaamheden aan de Trans Canada Highway. Om half drie rijden we Creston binnen waar we met 28 graden buiten eerst een lekkere milkshake nuttigen bij DQ en dan het laatste stukje naar de grens met de USA rijden. Alleen omdat ik eerst nog de autopapieren uit de kluis moet halen kost de gehele grensformaliteit zeven minuten anders waren we al eerder de grens gepasseerd. Ik heb voor niets gisteren rauw vlees in de oven bereid, het is geen probleem dat mee te nemen en evenmin is dat het geval met onze bosbesjes, sla, komkommer en tomaat. Wat een verschil met drie jaar gelden toen we meer dan een uur moesten wachten voordat we eindelijk een clearance kregen om de USA binnen te rijden. Bij de eerste grote kruising is gelukkig een tankstation waar we de tank vol kunnen gooien met de nodige gallons aan diesel. Het prijsverschil is enorm ten opzichte van Canada maar je ziet, terwijl we verder rijden, dat Canada aanzienlijk rijker aandoet dan de USA. Aan deze zijde van de grens zijn veel meer bouwvallige huizen en krakkemikkige auto’s. Als we de staat Idaho uitrijden (en daarbij ook de tijdsgrens passeren waardoor het direct een uur later is) zien we een National Forest Campground. Het is een lang weekend door Labour Day dus we boffen als er nog net één plekje beschikbaar blijkt te zijn. We zetten de camper er neer en ik ga op zoek naar hout. Dat blijkt aan de andere zijde van de rivier bij de camphost te verkrijgen. Als ik er naar toe wil lopen wordt ik door de buren teruggeroepen, zo’n eind met hout sjouwen is niet gebruikelijk. Dus maak ik gebruik van de lift die de buren aanbieden en al pratend rijden we naar het houthok. Als ik de reuze stammen zie die onder het afdak liggen ben ik wel blij met de aanwezigheid van een auto, ze waren niet te dragen geweest. We laden een armvol in (misschien iets meer dan een armvol ) en terug bij ons plekje kan Dick zich uitleven op het splijten van deze enorme brokken hout.

Mule Deer bij de campground
Mule Deer bij de campground

Uiteraard kletsen we nog even met onze gezellige buren en kijken naar de “Mule Deer” die naast ons in het bos en bij de rivier rondscharrelen. Natuurlijk hebben we niet voor niets hout gehaald en nadat Dick alle vijf stammen hout gespleten heeft maken we een vuur waarboven we ons eten bereiden. Dit is wat ik het meest mis als we in Europa camperen, een houtsvuurtje waar je tot laat in de avond omheen zit en wat je én warmte geeft én zorgt voor een voortreffelijke maaltijd. Zaterdag 30 augustus staan we om half acht op en na een lekker ontbijt met het van Marcia en Earl gekregen zelfgebakken brood en zelfgemaakte jam, rijden we weg. Vandaag geen hoge bergpassen meer maar een heuvelachtig landschap met soms brede dalen waar pikzwarte koeien in de weide grazen. Om 12.00 uur zijn we in Kalispell, Montana waar we de nodige inkopen doen en na nog een uurtje rijden draaien we de parking in voor “Three Dogs Down”. Bob zit in de “Happy Hippo” een amphibi voertuig wat zich zowel op de weg als in het water kan voortbewegen. We worden uitgenodigd om de 13 andere passagiers te vergezellen maar moeten dan wel even andere kleding aantrekken omdat we gegarandeerd drijfnat worden. Snel trekken we onze korte broeken en crogs aan en stappen in de Happy Hippo. Na een korte introductie van Bob (zijn Nederlandse  vrienden zijn gearriveerd) en met luide draaiorgel muziek uit de luidsprekers zet het voertuig zich in beweging. We rijden eerst naar het centrum van Polson en nadat we luid  toeterend, luid schreeuwend en met mars muziek, afgewisseld met de “Stars and Stripes” op volle sterkte, enkele rondjes hebben gereden wordt de aanloop genomen om met toch wel enige snelheid het water in te rijden. De mensen die er vlakbij met hun bootje aan de kant liggen zullen deze te waterlating niet zo op prijs hebben gesteld want zij zijn, net als wij trouwens, drijfnat geworden door de enorme hoge golf die dat inrijden met zich meebrengt. En dan heb ik het nog niet over de honderden liters water die in het bootje terechtgekomen moeten zijn. We varen een klein rondje over het Flathead Lake, gebruiken ons waterkanon op het dak én Amerikaanse oorlogsmuziek om een grote rondvaartboot angst aan te jagen en nat te spuiten, zien “immature albino bald eagles” (en wij maar denken dat dat meeuwen waren) en weten nu dat meeuwen die op een dakrand zitten aangeven waar de wind vandaan komt en dat, als ze nog niet op het randje zitten, ze nog in training daarvoor zijn. Net voor we het water weer verlaten is er eerst een Chicken dans en daarna een watergevecht met watergeweren en natuurlijk het waterkanon op het dak.

Weer droog voor de Happy Hippo
Weer droog voor de Happy Hippo

Uiteraard dit alles onder luid tetterende muziek. Al snel is niemand meer droog en druipt het water van ons af. Voor de vijf volwassenen op de boot is dat niet echt erg alhoewel het met 17 graden ook niet heel warm is, maar voor enkele kleintjes van 5 tot 7 jaar oud wordt het te veel en al snel zijn Dick en ik niet meer bezig met het spuiten van water maar met het in de luwte van de boot brengen en afschermen van deze klappertandende kleintjes en trekken hen onze meegebrachte hoodies aan. Gelukkig zijn we niet ver van de trailerhelling en donswinkel verwijderd zodat binnen tien minuten de kleintjes zich kunnen warmen in de verschillende auto’s die op het parkeerterrein staan. Wij verwisselen ook onze drijfnatte kleding voor droge en gaan dan op zoek naar het donskussen wat toch het doel van deze bestemming was. Natuurlijk vertoeven we ook nog enige tijd in het kleinste theater van de wereld, het hoekje van de winkel waar Bob, die overigens fantastisch kan zingen, zijn liedjes ten gehore brengt en pas om vijf uur verlaten we deze heerlijke winkel.

Avond uitzicht Walmart Polson
Avond uitzicht Walmart Polson

Gelukkig kunnen we bij Walmart in Polson overnachten zodat we niet erg ver hoeven te rijden en de rest van de avond na kunnen genieten van deze aparte dag. Het is rustig bij deze gloednieuwe Walmart en ze verwelkomen ons vriendelijk. ’s Avonds wordt ons nog een prachtig uitzicht op het meer gegund alvorens we van onze nachtrust gaan genieten.

Dit bericht is geplaatst in USA en CANADA 2014-2015. Bookmark de permalink.

2 reacties op Van Terrace-Canada naar Polson-USA

  1. Desiree Jansssen schreef:

    Dag Dick en Tita
    Het is heerlijk om te lezen, wat jullie allemaal meemaken. De prachtige foto’s laten al het moois zien. Wellicht moeten we een keer Azië omruilen voor een bestemming in de USA en Canada.
    Ja, afstanden zijn daar niets! Ik heb bewondering voor de hoeveelheid kilometers die jullie afleggen. Heel veel plezier verder!
    Hartelijke groeten,
    Jeroen en Desiree

  2. René schreef:

    Hoi,
    Het kost wel even tijd, maar ik ben weer helemaal bij met het lezen van jullie avonturen.
    De schrijfstijl van Tita maakt het zo heerlijk herkenbaar.
    We hebben er zo veel zin in om een tijdje mee te reizen.
    Tot over een paar weken.

    Rene

Reacties zijn gesloten.