Weer terug in Canada, Yukon en British Columbia
26 juli tot 4 augustus 2017
Daar het woensdag 26 juni regent besluiten we niet in Tok te blijven maar onze reis voort te zetten maar niet nadat we volgetankt hebben en wat foldertjes van Valdez hebben gehaald en naar Anne en Werner hebben gebracht. Dan kunnen zij kijken of ze daar nog naar toe kunnen gaan. Nadat we ook de paspoorten uit de kluis hebben gehaald, vandaag verlaten we immers Alaska en na onze Duitse vrienden uitgebreid gedag hebben gezegd, verlaten we het regenachtige Tok. Regelmatig zijn er wegwerkzaamheden, geen wonder want de weg zit vol met gaten, sleuven en rillen en we rijden over eindeloze stukken gravelweg. Een test voor onze torsiestaven. Als onze camper hier heelhuids doorheen komt zullen ze wel niet gebroken zijn. Bij de grens moeten we een uur wachten. Niet omdat er zoveel moeilijke vragen gesteld worden of wagens doorzocht worden maar gewoon vanwege het hoge aanbod aan voertuigen wat langzaam over de grens kruipt. Wel wordt er gekeken of we wel aan zowel de voorzijde als achterzijde kentekenplaten hebben. Klaarblijkelijk weten ze dat dat in Nederland verplicht is.
Uiteindelijk zijn we in Canada en omdat het inmiddels half 5 is slaan we af bij Lake Creek Campground, met veel “Knobbelbomen” waar we een schitterend plaatsje naast de rivier vinden. 3 Jaar geleden hebben we hier ook gestaan maar dat merk ik pas als we er arriveren. Toen stonden we er met Judy Nadon van de “Milepost”. Deze gids moet je hebben als je in deze regionen rondrijdt. Alle wetenswaardigheden van de omgeving kun je erin terugvinden. We boffen want nadat het bijna de gehele dag druilerig was klaart het nu op en dus zitten we even later aan ons kampvuurtje en genieten van de natuur om ons heen. Om 10 uur gaat het regenen maar dan is het toch bedtijd dus niet erg om naar binnen te gaan. De gehele nacht blijft het regenen zodat we ’s ochtends door de plassen moeten waden maar als we even later wegrijden klaart het gelukkig op en gaat de zon wat schijnen.
We rijden over een vlakte omzoomd door hoge bergketens vaak bedekt met ijs en sneeuw en de dunne dennenboompjes hebben duidelijk last van de permafrost want vaak hangen ze helemaal scheef. Het is een prachtige weg. Natuurlijk stoppen we bij een oude brug over een kolkende rivier en maken foto’s voor we het laatste stukje doorrijden en in Whitehorse arriveren waar we volop keuze hebben om een plekje te vinden op het parkeerterrein van Walmart. Vrijdagochtend staan we pas om half negen op, onvoorstelbaar dat we gewoon doorslapen terwijl het toch echt niet rustig is op een parkeerterrein met allemaal ronkende generatoren. Na ons ontbijt rijden we naar het Visitor Center. Daar is wifi dus Dick kan de Nederlandse tekst van een nieuw verhaal publiceren terwijl ik de route uitzoek voor de komende weken.
We gaan namelijk terug naar Polson, in Montana om Bob van Three Dog Down weer te bezoeken en we willen de Eclips in Idaho bekijken en ook nog in september Mike en Susan bezoeken die dan in Ouray in Colorado zijn. Dus de bestaande route moet echt aangepast worden. Zowel het uitzoeken van foto’s voor de website, het publiceren alsmede skypen met tante Ank en een nieuwe route maken kost erg veel tijd zodat we uiteindelijk pas om 4 uur in de middag het Visitor Center verlaten. We leveren natuurlijk onze opgespaarde lege flessen in. Ik snap niet dat we die telkens maar bewaren, het levert praktisch niets op en geeft veel rompslomp. Maar we zijn Nederlanders, hebben voor die flesjes betaald en willen natuurlijk ook een deel van dat geld terugzien. Natuurlijk draaien we ook nog een paar wassen en doen wat boodschappen voor we terugrijden naar Walmart waar we weer een plekje voor de nacht zoeken. In deze stad op een kruispunt van wegen sta je ’s avonds altijd tenminste met 35 andere campers.
Zaterdag ochtend 29 juli rijden we bijtijds weg uit Whitehorse. Na wat foto’s bij Emerald Lake stoppen we natuurlijk bij Carcross Desert. Het is altijd leuk om hier even rond te lopen en je te verbazen dat zich midden in een woest berglandschap flinke zandduinen zijn. Op weg ernaartoe heeft een voorbijgaande auto een steen opgewipt die met enorme kracht tegen onze voorruit vloog en een gat heeft achtergelaten. Om te voorkomen dat dit gat verder gaat scheuren gaat Dick met zijn wonderkit in Carcross zelf aan het werk terwijl ik even door dit kleine stadje loop.
Nadat het gat in de ruit is opgevuld en de camper gekeerd is zodat de zon de ingespoten substantie kan drogen, lopen we samen naar een aantal gebouwen van de “First Nations” kenbaar door de schilderingen van raven en andere mytische vogels en drinken heerlijk koffie. Het is buiten goed toeven alhoewel de temperatuur niet hoger komt dan 15 graden. Om 11 uur rijden we verder, komen even later weer op de Alaska Highway en na nog enkele uren rijden arriveren we om 5 uur in Watson Lake. We zetten de camper op de camping naast het Sign Post Forest, lopen door dit Sign Post Forest om ons bord “De Reiskranen” te inspecteren (ja, het hangt er nog steeds en is een van de 78.000 borden die hier geplaatst zijn) en gaan dan naar het “Northern Light Center” om de films te bekijken. Eén gaat over de Aurora Borealis oftewel het Noorderlicht. Ik kan er geen genoeg van krijgen om films te zien die over dit onderwerp gaan want nog steeds staat op mijn Bucketlist een reis naar Fairbanks, Alaska in de winter om dit natuurfenomeen met eigen ogen te aanschouwen. De tweede film gaat over de CO2 uitstoot en de gevolgen die dat heeft op het klimaat en de dampkring en centraal staat de vraag: “Is our goal to sell the earth or to preserve it”. Helaas is dit boeiende onderwerp na een uur afgelopen. Inmiddels is het bijna 8 uur en we hebben best trek. Het chinese restaurant vlakbij ziet er aanlokkelijk uit en blijkt geen slechte keus want het eten smaakt voortreffelijk en is vers klaargemaakt. Ook de wens cookies die we erbij krijgen komen goed van pas als de volgende teksten tevoorschijn komen: “You will travel far and wide” en “Enjoy your good health everyday”. Nog nooit hebben we zulke toepasselijke teksten toegewenst gekregen.
Na zondagochtend onze mail gecheckt te hebben bij het Visitor Center tegenover de campground rijden we de Cassiar highway op, een smalle weg maar goed berijdbaar en op sommige stukken duidelijk bekleed met nieuw asfalt. We stoppen even in Jade City maar de stenen zijn te duur geprijsd en eigenlijk vind ik de kleur niet mooi. De weg kronkelt omhoog en omlaag en heeft een hoog boomgehalte. Daar het soms wat miezerig is stoppen we weinig en na wat overleg besluiten we door te rijden naar Stewart/Hyder. Om 6.15 uur rijden we de enige grens met de USA over waar geen douane is, we zijn in Hyder, Alaska gearriveerd en gaan op camping “Run a Muck” staan.
Alhoewel Alaska tijd één uur vroeger is wordt in dit kleine dorpje met 100 inwoners, dat alleen via Stewart, British Columbia, of een vissersboot bereikbaar is, toch gewoon de Canadese tijd aangehouden. Na deze lange reisdag hebben we geen zin meer om nog naar het “bearview” platform te fietsen dus blijven we de rest van de avond lekker in de camper. Maandag 31 juli is het stralend weer. Wel staat er een kil windje dus nog zonder trui aan fietsen is er niet bij. Als ik de camping betaal zie ik tot mijn grote vreugde dat er boeken geruild kunnen worden en al snel ben ik terug met een stapeltje gelezen exemplaren. Ik bof want ik vind weer een boek uit de serie “Wagons West”. Natuurlijk kletsen we ook nog wat met mede camperaars voordat we onze fietsen pakken en het dorpje inrijden. Er moet een foto gemaakt worden bij de toegang naar het stadje en dan stoppen we bij het winkeltje van Caroline waar zich een geocache bevindt. Dit winkeltje blijkt een schot in de roos want er zijn veel hebbedingetjes en Caroline laat ons een “Dulcimer” zien, een snaarinstrument wat door de emigranten in de USA werd geïntroduceerd.
Daar Caroline ook muzieklerares is krijg ik mijn eerste les op dit instrument: “pick um and flick um” is het motto en het is raak, ik kan er zowaar een melodie op laten horen. Wat is dit fantastisch, ik ben er verliefd op. We gaan zeker gedurende onze reis kijken of we ergens een tweedehands Dulcimer kunnen kopen. Na lange tijd in het winkeltje van Caroline te hebben doorgebracht en ook nog even bij de haven te hebben gekeken, fietsen we naar het bearview platform, gelegen aan de Fishcreek. De eerste zalmen zijn inmiddels op hun spawn-gronden gearriveerd en nu is het wachten op de beren die deze zalmen willen opeten. Het is wel even wachten maar dan verschijnt toch de eerste blackbear, een jonkie die langs de oever loopt en meer interesse toont voor de wortels dan de zalmen.
Even later komt een grote blackbear en lopend langs de oever probeert hij enige malen op de zichtbare zalmen te springen, telkens zonder resultaat. Er spat veel water op maar een zalm vangen? Nee hoor, die schieten alle kanten op om maar weg te raken van de berenklauwen. Dus zonder resultaat vertrekt deze blackbear ook. Na nog even wachten zien we in de verte een grizzly in het water lopen. Wat een imposant beest is dat. Daar wil je niet dichtbij in de buurt komen. Helaas weet deze grizzly buiten ons gezicht een zalm te vangen en verdwijnt hij even later in de struiken om niet meer tevoorschijn te komen.
We wachten nog zeker een half uur, kijken naar het spawnen van de zalmen in deze ondiepe creek en onder een afkeurend oog van de rangers, we zijn immers “meals on wheels” pakken we onze fietsen en rijden weer terug naar de campground. Rond half zes fietsen we naar een bus in een van de zijstraatjes van Hyder waar volgens onze Duitse vrienden, Anne, Renate, Werner en Dietrich heerlijke halibut te verkrijgen is. Het is er druk en als we bestellen horen we dat het wel even duurt voor we aan de beurt zijn maar we zitten heerlijk en hebben een goed zicht op alle andere klanten die na ons komen.
We moeten inderdaad geduld hebben want pas na bijna twee uur krijgen we onze kraakverse halibut met fritekes geserveerd. Ons wachten wordt beloond met een werkelijk voortreffelijk maal. Daar het al 8 uur is als we gegeten hebben fietsen we niet meer naar het bearview platform. Ach we hebben vanmiddag drie beren gezien en drie jaar geleden ook een aantal dus dat is niet erg. Het mooie weer houdt aan want ook donderdag schijnt de zon aan een staalblauwe hemel. Als je uit Hyder vertrekt moet je wel een grens over, Canada in maar dat geeft geen probleem en we kunnen direct doorrijden. Natuurlijk stoppen we even bij Bear Glacier die halverwege de weg naar Meziadin Junction in een meer uitkomt.
We hebben hem 7, 6 en 3 jaar geleden ook gezien en hij is weer veel meer gesmolten. Opnieuw zien we enkele malen een black bear de weg oversteken of langs de weg lopen voordat we in Terrace arriveren. In deze plaats stonden we 6 jaar geleden gedurende 6 weken vast vanwege een kapotte distributieriem die ook ons motorblok beschadigde. In die tijd hebben we hier enkele mensen ontmoet met wie we heel goed contacten hadden en die we natuurlijk even willen begroeten. Eerst rijden we naar Emil en Marianne. Het is warm buiten en ze zijn beiden in de tuin bezig. Verbaasd kijken ze op als wij hun erf oprijden, natuurlijk moeten we blijven.
We raken niet uitgepraat, eten heerlijke “salmon patties” en zitten buiten want het is warm, rond de 28 graden en het koelt maar langzaam af want om 10 uur ’s avonds is het nog rond de 20 graden. De volgende morgen zitten we lang samen te kletsen bij het ontbijt maar rond 11 uur gaan we weg om een aantal vrienden gedag te zeggen. Emil kan dan verder met hooien, per slot van rekening hebben zijn koeien van de winter ook voer nodig. Het is schitterend weer en al in de ochtend loopt de temperatuur op naar 27 graden. Nadat we bij het Visitor Center geweest zijn om onze mail te controleren (we worden zowaar herkend) rijden we naar de garage van Freightliner, die uiteindelijk onze camper wist te repareren. Ed, een van de monteurs is er nog en ziet direct dat we een andere camper hebben, de andere monteur, Ron, is helaas overleden.
Dan rijden we naar Bob en Gerry. Het is heerlijk ze weer te spreken. De tijd vliegt en voor we er erg in hebben is het al weer tijd om op te stappen en terug te rijden naar Emil en Marianne waar Emil al vlees van eigen koeien op de BBQ heeft liggen. Omdat we nog nooit alle land van Emil en Marianne gezien hebben rijden we na de voortreffelijke maaltijd nog even naar de Skeena River waarnaast hun 80 acres stuk grond zich bevindt. Niet alleen een fantastische plek voor de koeien maar ook de oude cederbomen hebben het hier goed naar hun zin. Om te voorkomen dat vreemden het grondstuk betreden woont dochter Jane met haar gezin hier. Op hun veranda praten we gezellig met elkaar en het is jammer dat de schemer invalt (het is bijna half 11) zodat we naar huis terugkeren. Donderdagmorgen 3 augustus staan we bijtijds op en na nog gezellig samen ontbeten te hebben (we raken niet uitgepraat) rijden we weg uit Terrace. Alhoewel we twee dagen hebben staan voor de rit naar Prince George blijken we er makkelijk een dag over te kunnen doen. Niet erg want dat geeft ons iets meer speelruimte in ons verdere reisschema.
We stoppen even in Moricetown om naar de Natives te kijken die hier met hun netten zalm mogen vagen. Helaas staat het water zo hoog dat we de zalm niet zien springen en al snel zetten we onze reis voort. Na een redelijk saaie rit over een op en neergaande weg met een hoog boomgehalte zetten we eind van de middag de camper op het terrein van Walmart in Prince George. Ondanks het feit dat er langs de zijkant van het parkeerterrein overal borden staan met verboden te overnachten trekt niemand zich daar iets van aan en als wij arriveren zien we al 20 campers staan die niet van plan zijn om nog te vertrekken. Dus zetten we onze camper ook neer, een voorbeeld wat nog door anderen wordt gevolgd zodat we uiteindelijk met zo’n 30 campers de nacht doorbrengen. Het is er rustig en goed toeven dus verkwikt worden we vrijdagochtend wakker. Na het ontbijt en voltanken rijden we verder over tamelijk saaie met bomen omzoomde wegen die alleen opgefleurd worden door velden met felroze fireweed. Helaas is Mount Robson deels in de wolken dus ook niet echt mooi en te stoppen zodat we uiteindelijk ook vanwege opnieuw een uur tijdsverschil om half drie in Jasper arriveren. In dit deel van Canada zijn gelukkig geen bosbranden maar iets zuidelijker zijn nog steeds wegen afgesloten vanwege het vuur. Komende maandag is een feestdag, we weten wel niet welke maar het gevolg is wel dat alle campgrounds in Jasper vol zitten.
Gelukkig is er een overflow campground, een enorm veld, 19 km buiten het stadje, waar nog volop plek is. Helaas waait er een kil windje dus van buiten zitten komt niets en een vuurtje stoken is momenteel echt niet toegestaan met deze harde wind en ongelooflijke droge natuur. Dus drinken we onze koffie lekker binnen en gaan onze administratie weer eens bijwerken. De bergwereld om ons heen is schitterend. Eigenlijk vind ik deze overflow campground veel mooier dan de andere campgrounds in Jasper, die verscholen in de bossen liggen. Wel zijn die dichter bij het stadje en hoef je niet zoals vanuit hier 18 km langs de drukke 16 te fietsen waar auto’s met 90-100 km per uur langs razen.
Hi Dick & Tita
We genieten met jullie mee en zie zo weer alles voor me. Wat is het toch een fascinerend land en vriendelijk bevolking. GENIET lekker verder.