Wisselende seizoenen
De zakkende temperaturen maken dat we inmiddels het zomerdekbed ingewisseld hebben voor het winterdekbed wat een goede keuze is als het ’s nachts zeker 14 graden vriest.
Onder dit, met beduidend meer donsjes gevulde, dekbed slapen we als rozen en merken dan ook weinig van de heldere nachtelijke hemel en de vol schijnende maan waardoor het buiten gewoon licht is. Woensdag 9 november worden we pas om half acht wakker. Het is dan ook doodstil op deze State Park campground, aan Lake Washoe, waar slechts een andere camper staat. Dat wat later opstaan heeft zijn voordelen want als we aan het ontbijt zitten is de zon al over de bergen gekomen en schijnt deze lekker in de camper waardoor het binnenklimaat, dat al aangenaam is door de warmte van de standkachel, nog prettiger aanvoelt. Wat is er immers fijner dan in de kou achter glas in het zonnetje te zitten, achter glas ja, want buiten zitten is helaas te koud. Na het ontbijt skypen we nog even met onze MiFi, (verwonderlijk maar hier in the middle of nowhere hebben we een uitstekende ontvangst) en dumpen dan ons grey- en black water. Dankzij een brandweerkraan die van grote diepte water oppompt hebben we ondanks de vrieskou ook de gelegenheid om schoon water aan te vullen.
Het is maar een klein stukje rijden naar Reno waar we op loopafstand van Downtown een kleine camping vinden. Omdat we het centrum willen bekijken met lichtjes aan gaan we eerst de was doen, folders uitzoeken, foto’s uitzoeken en heeft Dick de gelegenheid een nieuw stuk op de website te plaatsen. Al met al kosten deze werkzaamheden toch wel enkele uren zodat we pas tegen half 4 naar Downtown Reno lopen. In tegenstelling tot in Las Vegas zijn er nergens winkels, de paar souvenirwinkels kun je niet de naam winkel geven, dus lopen we de diverse casino’s maar in.
Ze geven een desolate indruk, weinig mensen te zien en speeltafels waar de croupier ten einde raad maar met zich zelf aan het spelen is. Wat was Las Vegas dan druk en zelfs Dawson City had meer levendigheid dan de casino’s hier in Reno. Toch besluiten we een gokje te wagen maar na 2 dollar in een slotmachine gestopt te hebben, een paar minuten op knopjes te hebben gedrukt niet wetende wat er gebeurt en te zien dat deze twee dollar als sneeuw voor de zon verdwijnen, heb ik er al weer schoon genoeg van en lopen we naar een ander casino. De lichtjes zijn inmiddels gaan branden maar omdat een deel van de stad leegstaat en zieltogend is geeft het niet een overweldigende indruk. Het casino Circus Circus laat gratis shows zien, daar adverteren ze in ieder geval mee, dus daar gaan we naar binnen. De show valt tegen, een meisje wat een aantal acrobatische oefeningen doet op een naar bovengaand driehoekig open liftje. Met een kater lopen we weer verder. Dan maar op zoek naar een eettentje. Veel casino’s bieden wel maaltijden aan, maar deze zijn erg aan de prijs, maar uiteindelijk vinden we in Eldorado een buffet wat er goed uitziet en betaalbaar is. Na zeker een half uur in de rij te hebben gestaan, hier is het echt druk, krijgen we een plekje toegewezen en kunnen we ons tegoed doen aan het werkelijk voortreffelijke buffet. Helaas zijn onze ogen te hebberig voor onze maag die na de maanden reizen behoorlijk is ingekrompen en met een opgeblazen gevoel lopen we de 15 minuten terug naar de camper, het was leuk om rond te kijken maar eigenlijk is Reno een slap aftreksel van wat een gokstad aan uitstraling zou moeten hebben.
Donderdag 10 november is er om 7 uur ‘s morgens nog blauwe lucht maar al snel neemt de bewolking toe. Ook vannacht heeft het weer gevroren alleen niet meer zo hard. We rijden naar Wal-Mart om boodschappen te doen en omdat hier eindelijk een kapper te vinden is laat ik Nathan mijn haar knippen. Een uurtje later zetten we onze reis voort met haar wat (opnieuw niet naar mijn zin) geknipt is, er is eigenlijk te weinig afgegaan. We willen nog even langs Best Buy want hebben bij Wal-Mart de Sony camera die ik graag wil hebben voor 50 dollar goedkoper gezien. Best Buy aan de andere kant van de stad geeft diezelfde prijs en zeer tevreden rijden we tegen de middag weg uit Reno met onze nieuwe Sony. Bij Bordertown, aan de grens met California tanken we nog even en dan worden we door de voedsel inspectiedienst van de staat California aangehouden.
We hebben fruit bij ons en verse groente maar de vraag is alleen waar we vandaan komen en als we zeggen dat we vanuit California via Lake Tahoe hier zijn gekomen mogen we gewoon doorrijden. Niets inleveren van fruit. Gelukkig maar, want anders hadden we heel wat aan de grens naar binnen moeten werken. De lucht is volledig opgeklaard en er komt steeds meer zon. Door een prairielandschap vol met koeien en ranches rijden we naar Lassen Volcanic National Park waar we om kwart over vier aankomen. De campground naast het Visitor Center is open maar omdat het hier 2000 meter hoog is ligt er tenminste 40 centimeter sneeuw en de campground is dus niet toegankelijk voor RV’s. Maar we kunnen (uiteraard tegen betaling) op het grote parkeerterrein van het Visitor Center blijven overnachten. De nacht valt snel in en als we staan, na eerst nog een stempeltje in ons paspoort gehaald te hebben, is het al bijna donker. Lang houden we de generator aan want buiten ons is er alleen een tentje op de campground en zo kan Dick tenminste weer wat foto’s uitladen en uitzoeken. Opnieuw hebben we een schitterende avond en nacht want het is onbewolkt, de maan schijnt vol en buiten is het ondanks de vorst goed toeven. Aan de hand van de door Dick gekochte kaart bekijken we de schitterende sterrenhemel.
Omdat we zo hoog zitten en een heldere hemel hebben vriest het dat het kraakt maar het is windstil. Voor alle zekerheid heeft Dick wel de isolatiedeken voor de ruiten gebonden wat maakt dat het aanzienlijk minder koud is in de camper.
Vrijdag 11 november is Veteran Day, een nationale feestdag in de USA en de toegang tot het park is gratis wat ons niets uitmaakt omdat we een nationale parkpas hebben. Na het ontbijt en het reisklaar maken van de camper lopen we om negen uur naar het Visitor Center waar we een prachtige film zien over Lassen Volcanic National Park en de verschillen horen tussen de vier soorten vulkanen in het park. Vervolgens rijden we de weg door het park in. We boffen want de weg die over een pas van 2600 meter gaat is een hele week dicht geweest vanwege de grote hoeveelheden sneeuw die gevallen zijn maar is nu net weer open.
Direct al stoppen we bij een uithammetje van de weg om de kokende modderpoelen en de stomende aarde met hun doordringende geur van zwavel te bekijken en overal sist, stoomt, bubbelt en plopt het. Zelfs het asfalt is opengebroken en een aantal mensen (waaronder de man, een geoloog, uit de film die we net hebben gezien) is druk doende met metingen om aan de hand daarvan te kijken hoe dit stomende gat het beste gedicht kan worden. We rijden uiteindelijk verder en bemerken al snel dat de wandeling die we wilden maken geen doorgang zal kunnen vinden. De sneeuw ligt zo hoog dat wandelpaden in geen velden of wegen te bekennen zijn en ook de aanwijzingen hoe er te komen liggen dik onder de sneeuw begraven. Hetzelfde geldt voor de wandeling de vulcano Mt. Lassen op. De wandeling naar de top op 4200 meter is in ieder geval gesloten maar ook de rest van de wandeling is bedekt onder een dikke laag sneeuw van tenminste 30 centimeter. We zullen dus terug moeten komen in een ander jaargetijde om deze wandeling te kunnen maken. We rijden verder rondom Mt. Lassen die telkens een ander gezicht laat zien. De weg is werkelijk schitterend en we genieten ieder moment dat we in dit park rondrijden. Met spijt nemen we afscheid van dit national park met de belofte zeker een keer in een ander jaargetijde terug te komen. Met een toenemende bewolking rijden we naar het plaatsje Mt. Shasta waar de op en na hoogste berg van California staat. We kopen er wat broden bij een organic winkel (de enige winkel die een brood heeft dat niet zoet is en vol met zaadjes zit) en zoeken dan een camping want hebben geen zin om verder te rijden. Vinden een Mobil home park met een plekje voor overnighters. Helaas is er niemand in the office dus kunnen we niet betalen en wat vervelender is ook niet de code van de restrooms opvragen. Gelukkig hebben we een camper met douche en toilet. Omdat het inmiddels half vier is en te koud om buiten te verblijven brengen we de rest van de dag door met lezen en schrijven van een stukje en eten ’s avonds een simpele spaghetti schotel.
Als we zaterdagmorgen opstaan hangen de wolken tot in het dal maar al snel trekken ze op en zien we tegen de blauwe lucht de majestueuze bergen afsteken. Nadat ik betaald heb voor de overnachting bij de campbeheerder die zeker 8 honden in haar camper heeft rondlopen, we grey- en black water hebben weggegooid en schoon water hebben ingenomen, laten we Mt. Shasta achter ons. Al snel belanden we op Interstate 5,de snelweg naar Portland. Een snelweg is echter niet onze eerste voorkeur dus zodra we in het stadje Yreka arriveren en getankt hebben pakken we een binnendoor weg naar de kust. Het blijkt een goede keuze te zijn want al snel rijden we door een schitterend dal dat zich langs de Mt. Shasta River slingert. Overal om ons heen zijn prachtige herfstkleuren en regelmatig hebben we een schitterend zicht op de onder ons stromende rivier.
Het dal loopt over in het Klamath National forest en nu rijden we langs de Klamath River.
De wegen die we berijden worden steeds stiller en we genieten van de stilte die deze natuur ons biedt. Ik heb uitgeknobbeld dat we bij het stadje Happy Camp een tussenweggetje kunnen nemen wat ons een stukje door de staat Oregon brengt en dan weer terug naar California naar het stadje Crescent City, net ten noorden van Redwoods National Park. Deze weg blijkt een forest road te zijn die aanzienlijk smaller is maar omdat er praktisch geen verkeer is merken we daar weinig van. Het uitzicht over het omringende landschap is prachtig. Happy Camp ligt op zo’n 300 meter hoogte en de forest road naar Crescant City via Oregon stijgt gestadig. Naarmate we hoger komen treffen we op de schaduwzijde van de berg sneeuw op de weg en nog hoger komend nemen de schaduwplekken maar vooral ook de sneeuwmassa’s op de weg toe. Uiteindelijk op 1250 meter hoogte is de weg als we een bocht omdraaien veranderd in een aaneengesloten ijsveld en kunnen we geen meter meer verder rijden. We staan vast op het ijs en bij pogingen vooruit te rijden glijden we met de achterkant van de camper in de dichtbesneeuwde berm. Muurvast staan we en alleen four wheel drive cars kunnen ons op deze smalle bergweg nog passeren. De ijslaag waar we op vast zijn komen te staan is tenminste centimeter dik en de sneeuwlaag langs de kant van de weg is wel 30 centimeter hoog. Dick probeert nog even achteruit te rijden maar de camper leidt een eigen leven en luistert niet meer naar aanwijzingen via het stuurwiel.
We zitten muurvast in de hoge sneeuw aan de rand van de weg. Omdat het niet de bedoeling is midden op deze beijsde / besneeuwde weg te blijven staan pakt Dick onze sneeuwkettingen. Tot op heden waren deze een vrijbrief om wegen te berijden die we anders niet hadden kunnen berijden. (Overal stonden borden met de verplichting om sneeuwkettingen bij je te hebben) maar nu zullen we, willen we uit onze benarde positie komen, echt kettingen om moeten leggen. Terwijl Dick worstelt met de kettingen, bepaald geen pretje op een steile, beijsde en met sneeuw bedekte weg, hak ik met de bijl stukken van de zeker 10 centimeter dikke ijslaag af om zodoende meer grip te geven op de banden zodra Dick de kettingen heeft omgelegd. Terwijl we hier mee bezig zijn komen ons zowel van boven als beneden auto’s tegemoet rijden die hun weg door onze camper (die bijna schuin over de weg staat) versperd zien. De van beneden komende auto komt hierdoor in de problemen want heeft een enorme vracht hout in auto en aanhangwagen. De van boven komende auto lukt het wel om ons beiden te passeren door de sneeuwberm in te rijden en kan zijn weg vervolgen. Uiteindelijk moet de auto met aanhanger zijn wagen keren, wat ondanks het feit dat hij de four wheel drive heeft niet makkelijk gaat door de ijzige weg. Met wat hulp van Dick en de andere automobilist die door tegen de auto te drukken voorkomen dat hij gaat slippen lukt het hem uiteindelijk te keren en als hij zover is, is Dick er inmiddels in geslaagd de sneeuwkettingen zodanig te spannen dat we in ieder geval ons uit de sneeuwberm kunnen losrukken en weer op de “normale” weg staan. Uiterst behoedzaam rijdt Dick achteruit begeleid door mij die al glijdend een weg naar beneden zoekt waarbij ik verschillende keren toch val. Na zeker 15 tergend langzame minuten slaagt Dick er uiteindelijk in op een stuk weg te komen waar meer asfalt dan ijs ligt en keert hij de camper aangemoedigd door de bestuurder van de tegemoetkomende wagen beladen met hout. Als we gekeerd zijn (wat een kunststukjes haalt Dick hier uit) halen we de kettingen weer van de wielen af en rijden langzaam door de sneeuw naar beneden. Van de man die van boven is gekomen hebben we inmiddels gehoord dat de weg verder boven met zeker 30 centimeter sneeuw bedekt is en dat het niet raadzaam is deze weg verder te vervolgen. Gezien onze ervaringen tot op heden waren we dat ook niet van plan en langzaam dalen we af tot we 50 minuten later weer in het stadje Happy Camp arriveren waar we om van de schrik te bekomen een lekkere koffie drinken bij het plaatselijke cafe. Na dit intermezzo rijden we verder. Inmiddels is het al drie uur en de Redwoods die we nu vanuit het zuiden moeten zien benaderen zullen we zeker niet meer halen. Zo’n 12 km buiten Happy Camp zien we een prachtige parking onder aan de doorgaande weg.
In dit Klamath National Forest mag je op dergelijke plekken gratis staan en het besluit om hier te blijven is snel genomen. Bij de creek staat Steve, een prospocter, bezig zijn apparatuur te plaatsen waarmee hij goud wil delven. Na de camper goed recht gezet te hebben gaan we bij hem kijken. Hij stopt er echter voor vandaag mee maar niet na ons uitleg gegeven te hebben over het delven van goud. Al zijn apparatuur achterlatend rijdt Steve terug naar Happy Camp terwijl wij naast de camper een kampvuurtje aanleggen waar we ons aan opwarmen en als het donker is geworden (gebeurt al snel in dit jaargetijde) bereiden we op de resten van het houtvuurtje onze varkenslapjes. Het eten maakt heerlijk maar na het eten verdwijnen we al snel in de camper. Zelfs het lekker brandend houtvuurtje is onvoldoende om ons in dit jaargetijde warm te houden. Daar het toch wat begint te “drizzelen” bedekken we voor alle zekerheid de spullen van Steve met plastic zakjes en blijven verder lekker binnen in de warme camper.
We slapen als rozen, het is hier dan ook doodstil en de weg door Klamath National Forest is praktisch verlaten dus worden we op zondag 13 november bijzonder uitgerust wakker. Hebben geen zin om te wachten tot Steve weer terug komt (zou tegen 10 uur zijn ) en vertrekken al om half negen van dit schitterende overnachtingsplekje waar twee weken geleden de zalmen nog langs zwommen. Opnieuw rijden we door een schitterend dal en regelmatig laten de bomen middels hun fel gekleurde bladeren zien dat het echt herfst is. Na nog enkele passen te zijn overgereden, nu is de weg wel schoon want dit is een doorgaande weg arriveren we bij de Pacific Ocean. De golven bulderen op de kust en er hangt een fris windje.
Daar heeft de Roosevelt Elk kudde (de grootste kudde Elks op de wereld) geen last van die op de grasvelden van een dorpje staan te grazen. Van een van de bewoners vernemen we dat 4 weken geleden een jager twee van de drie mannetjes heeft gedood zodat er slechts een dominant mannetje is overgebleven. Deze is daardoor extra beschermend ten opzichte van de zeker 50 andere Elks met jongen. Het is een prachtig gezicht de kudde zien voort te bewegen voornamelijk ook omdat het er zo veel zijn. Na langere tijd deze kudde bekeken te hebben rijden we verder naar het Visitor Center van Redwoods National en State Park. Uiteraard zetten we een stempeltje in ons paspoort en bekijken een film en vertrekken dan, het is inmiddels einde van de middag, naar de campground in het State Park. In tegenstelling tot wat (bij mij) gebruikelijk is kies ik nu een plek onder de hoge Redwoods (Sequioa Sempervirens) want dat is in deze omgeving toch wel veel spectaculairder dan gewoon op een weiland staan.
De bewolking, waarschijnlijk is het mist, heeft inmiddels alle zon verjaagd en de prettigste plek is nu bij een kampvuurtje zitten wat al snel lekker brand en ons (buiten zittend op een bankje) aangenaam verwarmt. Op onze grilplaat maken we de lekkere Buffaloo burgers klaar die we onderweg gekocht hebben maar besluiten deze uiteindelijk toch binnen te eten omdat het naarmate de avond vordert, wel erg waterkoud wordt.